Priester DAENS-Penning Leven en Dood. Groote Feesten, Partijaangelegenheden. Zondag aanstaande, Meeting te Vollezele, door Priester Daens. Plaats en uur, Zondag. Kapitalistische samentrekking ot een nieuwe trust. Het Voorstel De Smet BRUIN de beer. op begrippen die door den mensch zel ve trapsgewijze zijn verzonnen, zullen eens als overbodig aanschouwd wor den notariaat, registratie, rechten, strijdkunde, regie van kadaster en be lastingen, tolwezen, enz., al vakken waar duizende en duizende geestes krachten vooralsnu op te loor gaan, geen duurzaam nut aan de samenle ving bijbrengen en diensvolgens geene verhooging van politieke fortuin of al gemeen welzijn daarstellen. Die bevestiging zal klinken als een blasphemie, in d'ooren der behouds- gezinden Maar was het ook zoo niet over drij paar jaren nog met algemeen stem recht, evenredige vertegenwoordiging. felijkheid der landstalen,ontlasting der leine eigendommen, verplichtenden schoolgang, persoonlijken dienstplicht, enz., al zaken die reeds zijn, of met de jongste Kamer komen zullen Uit de leenheerschappij sproot het individualismus, op het individualis- mus zegepraalt nu het altruïsmus, ge- loovig en ongeloovig en het altruïs mus zal het onderspit delven voor een meer vooruitstrevend stelsel, weerom onder politiek opzicht vertegenwoor digd door geloovigen en niet geloovi- Sen\ Die dit miskent,zag nooit de geschie denis of zag hij ze, heeft er mets van begrepen. 'Tgeen aan te nemen is, wanneer men waarneemt hoe ze onder wezen wordt in de scholen oorlogen, huwelijken van vorsten, geboorten, en daarbij dan de jaartallen wanneer dit alles plaats greep, meer niet Dit is waarheid, niet alleenlijk in het lager onderwijs, maar zells in de hoo gescholen, universiteiten 'k Vraag reeds sedert tien jaar om eene doelmatige politieke geschiedenis: niemand kan er mij eene aanwijzen en ons land telt zooveel professoren in 't vak. «In Duitschland bestaat, er eene geloof ikwas 't antwoord dat ik meermaals ontving. In Duitschland niet in België Hewel, zoo het geval zich voordoet met de geschiedenis, doet het zich ins gelijks voor met het onderwijs der staathuishoudkunde in onze hooge zeer hoon*»1 L©©g©ooV»oion E/ui iiifcu ze. uaujceit, oi juisiei ze lekraart, vernam ik van hooren-zeg- gen; :k ondervond het niet, *k ben nooit beleer aard, en 'k ondervond nog veel min den omgang met beleeraarde doctoren. De nederigste werkman of boeren zoon, die regelmatig Klokke Roeland las, en ze las met aandacht, heeft een veel duidelijker en meer afgetee- kend begrip van de staathuishoudkun de dan al de doctoren in rechten, waar ik te Ninove, Herzele, Sottegem of Len- nick ooit wegens 'nen paalsteen meê in botsing kwam. In Onze Dorpen van den diepbe- treurden vriend F rans Sterck, stichter der Christene Volkspartij in België.een werk dat enkel de vrucht is van eigen denkkracht, ligt meer gezonde staat huishoudkunde, dan in al de werken van Brants, Périn, Laveley en andere hoogleerarende tutti quanti. Hoe 'ne kapitalist voordeeligst zijn werk kan doen uitvoeren, bij middel van onderneming of zellbeheer, bij het stuk of in dagloonen, dit leert men! Hoe de onverdiende ellende, door den Paus der Werklieden gebrand merkt, uit de samenleving zal verban nen worden, dit leert men niet Welk vooreen land en bijgevolg voor de bestuurders der nationale ban ken het voordeel igste finantieel stel sel is, en welke verhouding er bestaan moet tusschen geld-metaal en geld-pa- pier, dit leert men Hoe 't groot vraagstuk van finantiën ook in den zak van den boer moet 'n oplossing ontvangen, dit leert men niet Hoe verhooging der bevolking voor- deelig inwerkt op 's lands welstand, en bijgevolg de leer van Alalthus en dier toepassing vallende volkeren ke- "kt: Frankrijk, Spanje, hertogdom Monaco, enz., dit onderwijst men. Maar hoe men in de volkswijken der steden, waar vader Abraham bij voor keur zijne zegeningen uitstort, moet voldoende licht en lucht en voeding aanschaffen aan die millioenen kinde ren, die nu bij gebrek aan die dnf be- standdeelen 'nen vroegen dood sterven dit leert men niet Dat die oneindige arbeidskrachten en gelduitgaven die aangewend worden aan loutere prachtartikels geene ware voortbrengst voor slotsom hebben, dus geen blijvend voordeel aan de maat schappij bijbrengen 't geen velen nochtans beweren en bijgevolg eene doelmatige bestemming zouden hebben kunnen, dit leert men niet Hoeveel voedstof er door de luxe paarden en prachthonden verteerd wordt, en daarentegen hoeveel honge- rigen daarmede zouden kunnen ge spijsd worden, dit berekent men liet Welke beslemming de kapitalis aan zijne bezittingen in 't belang van ft ge- meenebest geven moet, nietI Tot voorbeeld Een provinciaal raadslid doceerde in De Keizer dat hij, volgens 't natuur recht, het vermogen bezit van zijd land te laten voogd liggen En twee v{n die Doctoren, met 'n pzpJsvpI <5tpmri>n onmidaehjk mede in A. DeB. vorig bedrag fr. 7 4. NINOVE. Omdat de Kleine baas zich ging verdrinken met een paraplu als het, regende. Omdat Warken zondag gezworen had van geen jenever meer te drinkeD, maar ondanks zijn eed, was hij maandagavond weer zwart. SAVENTHEM. Rondgehaald in eene herberg na het zingen van een strijdlied door een demokraat van Brussel. Wie, wie heef to La Housaye een konijn en I twee bouten chardieten op geeeten en 7 liters i wijn. Volgens het schijnt moet het Bernard en Gustaaf zijn. CALCKEN.—Uit de bus van Petrus Roels. OP door JULES MARY. Het is den scherpen blik van Lucicnne niet ontgaan, hoe George met verlangen uitziet naar de komst van Claudine, hoe hij zijn oogen voortdurend op haar houdt gevestigd en hoe hij stil en treurig wordt wan neer zij weer heen gaat. Zij besloot er met Claudine over te spreken. Toen haar zuster kwam was zij alleen met George in de kamer. Met uw verlof, mijnheer George, ik moet Clau dine spreken, zeide Lucienne. Hebt gij lang met haar te spreken, vroeg hij. Neen. o Dus komt gij spoedig terug De blik, dien hij bij deze woorden op Claudine wierp, was zoo smeekend, dat het meisje er in het diepst van haar hart door geroerd werd. o Ja zeker, mijnheer George, zeide zij, n wij komen aaris'.o;:ds terug. De beide zusters gingen den tuin in. Hebt gij my iets te zeggen, Lucienne begon Claudine. a Ja ik meet u waarschuwen voor een gevaar. o Een gevaar 1 Wat bedoelt gij 1 a Claudine, ik behoef u niet te zeggen, hoeveel troost het mij schenkt, dat gij eiken dag bij mij komt. Toch meet ik mij ook dat geluk ontzeggen, dij moet uw bezoeken langzamerhand verminderen Ter gelegenheid der Kermis van Oultre bij FRANS LAMBRECHT op, Zondag 20 Ajigusli en ten slotte in het geheel niet meer hierkomen. o Maar waarom Raad gij het niet Neen. o Hebt gij niet gemerkt hoe George u voortdurend aanziet, hoe zijn gelaat verlevendigt als gij komt en verbleekt al gij heengaat 1 Claudine bloosde. Dus denkt gij... u Ik denk niet, ik ben zeker dat hij u bemint. Die ongelukkige, zoo zwak, zoo ziekelijk. Hij is wel te beklagen. Ik ben zeker dat hij de medeplich tige van zijn broeder niet kan zijn. o Belooft gij mij dat gij hier gaandeweg minder zult komen 1 a Wanneer gij het noodig oordeelt, ja. Den volgenden dag kwam Claudine niet. George vroeg aan Lucienne, waarom haar zuster niet kwam. a Zij is een weinig ongesteld was het ant woord. Hij zag haar terug maar bij tusschenpoosen, die steeds grooter werden. Eindelijk kwam zij in het geheel niet meer. Geheele dagen zat George zonder een enkel woord te spreken bij het vuur. Hij at bijna niet meer, was koortsig en moest eindelijk te bed blijven. Het gaat slecht met hem, zeide de oude me vrouw tegen Lucienne, hij heeft de koorts. Elk oogenblik noemt hij de naam uwer zuster. Lucienne begaf zich naar les Bernadettes. o Kom terug, wanneer ge nog langer weg bleef zou George het besterven. Hij is onschuldig, bij mag niet boeten voor de misdaad van zijn broeder. Claudine kwam terug en spoedig was George weder hersteld. Hij bad geene koorts meer, zijn ge- gelaat was veel minder bleek en nu en dan glim lachte hij zelfs. Ninove. Bond de Broederlijke wer kers. Maandag 21 Augusli, om 8 uie 's avonds dringende algemeene vergadering, in het lokaal Kerkplein. Dagorde Herziening en stemming van hel reglement. Kiezing van het bestuur. MiJden het gewoel van do laatste dagen is er inden handel iets onopgemerkt voorbijgegaan, welk nochtans voor onze arine werkers'xsvolking hij het uaderen van den winter zulko nadeelige gevolgen gaat na zich slepen en meer dan ooit aantoont, hoe noodig hel is radikale hervormin gen tot stand te brengen. Wij bedoelen den geweldigen opslag der kolen. Toen vroeger bij de eene of andere werksta king de kolen in prijs verhoogden, konden er geene vcrwenschingen genoeg uitgebraakt wor den tegen de werkers, dia socialisten, dit slecht volk, enz., die door onze conservatievo profeten altoos werden verantwoordelijk gemaakt. En nu, wanneer ze weten dat do opslag enkel het werk is der kapitalisten,hoort men van niets, want de werkstaking, welke in April laatstleden heeft plaats gehad, was enkel het gevolg van de 20 tr. per Ion verhooging in den prijs der steen kolen en welke, zooals in bet Center, op niets is uitgeloopen en op andere plaatsen het loon 10 heeft doen stijgen. Doch sedert is de prijs verhoogd met 25 a 30 fr. en verleden maandag verzekerden mij kool mijners, welke hier om 3 uren 's middags ver trekken, om binst den nacht in de mijn te dalen, dat het loon 't zelfde was gebleven. 't Is du3, zooals ik hooger zegde, enkel het samenspannend kapitaal, 'twelk de schuld is, dat vele arme huisgezinnen dezen winter zullen kou de lijden, daar de kosten voor het trekken der kolen dezelfde zijn gebleven en zo zoo boven' male in prijs zijn gestegen. Wij zijn geen collectivisten, integendeeldo h ik vraag me af, of men er niet recht naartoe gaat, vooruitgestuwd en in praktijk gesteld door dezen die er dagelijks tegen schermen en er de akelig ste spookverhalen weten van te vertellen. Ziet men niet langs om meer, aan do 2 uitein den der maatschap pij, langs hier een klein getal dal men kan rangschikken als bezitters zonder werk, en langs daar do overgroote massa werkers zonder bezit, of in andere woorden enkel be voorrechten, die zich de collectiviteit of gemeen bezit van al de rijkdommen willen tot eigenen en het zullen doen terwijl wij werkers tot de col lectieve of algemeene armoede gedoemd zijn. En ll«' apR.-xyiofo, hnunia Her» t -ï - geest van wederkeenge hulp zich op ongeloof lijke wijze heeft voortgezet bij de bezitters van het kapitaal en zich uitstrekt op internationaal gebied. Z'O zag men in 1886 ons land overstroomd door Duitsche, Fransche en Engelsche vertegen woordigers van koolmijnen, die hunne produk- ten trachtten zoo laag mogelijk aan den man te brengen en op deze wijze de Belgische maat schappijen verplichtte den prijs, welke nog al gestegen was op zijn normaal gebied terug te brengen. En nu... nu ontwaart men geen enkelen vreemden aanbieder, wanneer de prijs per ton veel hooger dan in 18 (5 is gestegen. 't Is dus het inter- a'imanl collectivism van de bezitters dat wij bijwonen, zonder onderscheid van godsdlerslige of politieke overluigiDg jood en protestant, katholiek en vrijdenker zijn over grenzen heen vereenijd tegen de overgroote massa onvereenigden, die door fijae politiekers vaneen gescheurd ziju door grenzen, overtuiging enz., en op die wijze machteloos, de algemeene onteigening, niet in 'c voordeel van den Staat, maar 'tgeen erger is, in 't voordeel van enkelen, bijwonen moeten. F. Lambreciit. Lucienne zag hoe George, alleen door de aanwe zigheid van Claudine, een geheel ander mensch scheen te worden, maar tevens ontdekte zij tot haar schrik, dat ook haar zuster zich tot den zwakken man voelde aangetrokken. Neem u in acht, waarschuwde zij.neem u in acht, a Ik geloof dat het een schikking der Voorzienig heid is geweest, die ons beide naar dit huis gezonden heeft, u om Jean de Montmayeur in het verderf te storten, mij om George te reddeD. Gij zult die moeder een van haar zonen ontnemen, ik zal haar den andere teruggeven. Bemint gij hem reeds 1 Ja, wanneer ik zie hoe gelukkig mijn tegen woordigheid hem maakt, wanneer ik zijn zachten blik zoo vol liefde en dankbaarheid op mij zie rusten dan gevoel ik, dat ik hem bemin. Lucienne dacht na. Die liefde kan mij wellicht van dienst zijn, dacht zij. Sedert eenigo dagen scheen George in het geheim Lucienne te willen spreken, maar wanneer hij zich met haar alleen bevond, was het of een geheime vrees er hem van terug hield. Meermalen opende hij zijn mond, maar het scheen dat de woorden hem niet over de lippen konden komen. a Op zekeren avond, toen hij alleen met haar in de kamer was zeide hij bedeesd o Mejuffrouw Lucienne, ik wilde u wel eens wat vragen Spreek, mijnheer George. Weer aarzelde hij. Belooft gij mij, dat gij niet boos zult worden over hetgeen ik u vragen zal 1 vervolgt). M. de Smet-de Nayer heeit in de Kamer menig maal gezegd dat zijn kiesontwerp eerbaar en billijk zou zijn. Al de partijen zouden recht be- komeü het getal hunner zetels zou in verhou ding zijn met hunne sterkte. Zien wij eens of het voorstel de Smet aan al de partijen recht doet geworden. Volgens de verdeelingstabel zullen er tien kiesomschrijvingen beslaan die slecht drij volks vertegenwoordigers kiezen en .elf waar aan vier zetels toegekend worden. Memen wij eene kiesomschrijving met drij re presentanten de bewaarders behalen 18000 stemmen de demokraten, liberalen en socia listen elk 5500. De bewaarders, met hunne 1800 s'emmen. zu'len al de zeiels wegdragen ter wijl de demokraten liberalen en socialisten, met huine 16500 stemmen, Geen' enkelen zetel bekomen. Is dat rechtvaardig Dat men niet denke dat dit geval zich niet zal voordoen. Daar, waardï partijen der op positie geen verbond sluiten, zal men niet zei den lot dien uilslag komen. Een overgroot getal stemmen zal aldus ver loren gaau ten na-deele der minderheid in dio 21 kleine kiesomschrijvingen. De bewaarders alleen zullen uit dit-stelstl merkelijk voordeel trekken. De partijen der opositie zullen ver plicht zijn onder elkander varbonden aan te stuiten, en in elke kiesomschrijving slechts ééne lijst voor te stellen. Onzes duukens zou men van elke provincie slechls éc ie of ten hoogste twee omschrijvingen mogen makeu. Dan, j t, dan alleen zou de toe passing der E. V. billijk, rechtvaardig en volle dig zijn, en elke partij zou afzonderlijk in het strijdperk kunnen treden. De katholieken zijn ondankbare lu. zoo onver schillig de vorige ministers te hebben laten ver trekken en in 't bijzonder Bruin de Beer, den bes'en vriend der boerkens. Bruin was nochtans plcoibaar als een wijm, die te VIassenbroeck bij Dendermonde langs den dijk groeit. Om de katholieken te believen, om minis ter te blijven, zou Bruin zijn ziel aan Lucifer ver kocht hebben. Begeerden de volksvertegenwoor digers dat hij op zijn achterste poolen danste, hij deed het goedwillig begeerden zij dat hij grolde en zijnen berenkop schudde, nog deed h>j het. Hadden zij het gewild, Bruin zou gedaan hebben als zijn confrater, die visch was gaan vangen in de broeken van Overmeire met zijnen staart door eene lomme. Het gat vroos tos en 't volk kwam toegeloopen met rieken en vorken, -j- De beer, beducht voor zijn vel, trok zich met geweld uit het ijs, echter niet zonder zijnen staart te verlie zen. Wel, Bruin de beer zou ook zijnen staart als zoenoffer zijnen vrienden aangeboden hebben, hadden zij hem zijne portefoelie gelaten I D,o ministerieëele portefoelie Was dit het wenschhosdeken en de beurs van Forlunalus niet Heeft Do Bruvfl daardoor het deurken niet dringt waar millioenen liggen te schitteren Ik wou eens dc fortuin van De Bruyn volsvertegen- tegenwoordiger ia 1837 en De Bruyri, minister in 1899 Ba, ba, hij heeft gedaan als de andere politieke mannen, als Fris, Helleputte, De Volder, Vercruysse, Somzée, Beeckman, Bethune, Tack, de Borchgrave, de Brocquevllle en honderd an dereu... Wanneer men voor alles ministerieëel is wordt men beloond evenals schoolkinderen die blinde lings gehoorzaam zijn aan den meester. Is 't niet? Do Bruyn bad den naam een joviaal, gemakke lijk minister to zijn. Jammer dat dit een masker was dat eene buitengewone verwaandheid, eene onmetelijke dwaasheid, eene onverzaadbare baat zucht, een haatdragend cn kleingeestig karakter verborg. Jovialiteit was een mombakkes om de simpele luidjes te misleiden, evenals het uitzicht van Agneskeus, kwezelkens in den schijn, doch duivelkens als ze losgelaten worden. Overigens De Bruyn hield zich vooral bazig met zijne belangen. Zijne vetgemeste bureelratten waren volkomen meester. Beco, een Luxembur ger waal, was minister metterdaad en De Bruyn, de poesjenel der barak, was gelast muilen te trekken. Zoo moest hij figureeren op banketten, waar hij iedereen verstomde door zijne wondere vaardig heid in het ophe ffen van den beker en in het ex- er ceeren met lepel en vork, want De Bruyn heeft de maag van een kemel. Zijne plaats was ook in exposities te midden hengsten, merries, ruins, kachtels, veulens, ossen, slieren, koeien, veer- zen, kalveren, muttens, zeugen, beren, geiten, bokken, konijnen en meikevers, doch Bruin de b 'er was altijd hel schoonste sieraad der veeprijs kampen. De kelders van zijD ministerie lagen vol vaten wijwater, waarmee hij kwistig de boeren begispte die hem iets kwamen vragen. Niemand heeft meer beloften gedaan en meer gelogen dan de groote ricgeloorder. Do boeren k...llen was zijq doel en di' heeft hij gedaan door zijne oor ringen en al die tergende maatregelen die hem doea vervloeken hebben door den ganschen boe renstand. De Bruyn was de minister der groote vetleg- gers... Wij zullen ons wel wachten te schrijven wat alle veckooplicden en boeren van bij de Hol- landsche grens op zijne kap vertellen... De Bruyn heeft de boeren gefopt en maar voor zich zelf ge zorgd hij heeft zich voorgezegend maar de boer kens hebben in de schaal gelegd. Tot nu toe heeft Bruin de beer aan het land ge kost 11 jaar minister aan 21,030 fr. is 231,000 fr. 21 jaar volkv. aan 4,000 fr. is 84,000 fr. 315,000 zonder do sleerijes mee te rekenen zendingen, reizen,banketten en andere profij'jes. Een schoon fortuintje, eh boerkens, waarvoor gij hebt moe ten zweeten. Is het dan te verwonderen dat uw beste vriend verscheidene maal miljonnair is 't Is aan de christene demokraten te danken dat de boer van zijne plaag verlost is. 't Is Du Ca- tillon die zijn fondament doen wankelen heeft in afwachting dat het Evenredig Stelsel het laqd en

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokke Roeland | 1899 | | pagina 2