(Rijmelarij in k a r am ellenverzen)
In de nationale kommode.
Uit Wetteren.
Priester DAENS-Penning
De dageraad der
Ciiristene Volkspartij.
Leven en Dood.
Leest en verspreidt
DE
Boerenalmanak
Artikels van De Backer,
Ducatillon, Van Schuylen-
bergh, Smid Lambrecht,
enz. Kalender met de ma
nen, liederen, kluchtjes,
enz., enz.
PRIJS 10 CENTIEMEN.
Vraagt aan onze verkoopers
den Plakalmanak
van de Christene Volkspartij.
He leden van den Kri sten Volksbond worden
vriendelijk uitrei.oodigd de vergadering bij te
Als U /bs te passie preekt
/vi k Poerre vakl u kanse. wov;en op zondag 8 OkFober, om 5 uren "namid-
(Vlaamsch van zijne Eminentie Woeste (Gharel) dag, in bet lokaal De Polka.
Te zingen als men drie uren ver moet gaan op DAGORDE
Komt, vrienden, luistert naar mijn lied, 1° Belangrijke bespreking over den toestand
Wat er te Brussel is gesehied, i van den bond.
TnnA(...i... /L!.x j oe Rekening en uitslag der inkaszijnde gelden.
j 3e Aanveerding-voor nieuwe leden.
Tarataritara (bis)
Tarataratara
Taritara, (enz.)
(Toondichter onbekend)
Paus Woeste speelt op zijnen poot,
Als was hij baas van 's werelds kloot.
Tarararitara, enz.
Dit groen serpent is nooit kontent
Omdat De Smet hem wandlen zendt.
Heel 't ministerie krijgt er van.
Wat is heer Woeste een telle Jan
De Smet, DeTrooz, die moeten eraan,
Al moest hoog waaien de roode vaan.
Hij stuurt Golaert, zijn schapershond,
TotSmeets die zijnen duivel ontbondt.
En Colaert wrijft op Smeels zijn buik
En drinkt met hem uit dezelfde kruik.
i Ne ave ei~ „iTlis n
Zet Woeste tot Daens, maar hij is zelf niet vies.
De rechterzij die drupneust fel
Bij 't zien van Woeste's poesjesspel.
Geen groot verlof, geen hazerjachi,
Verbeeldt u hoe zij groene lacht
Baron uue béte, in 't Brugsch een beest,
Lie zwaait met d'armen om ter meest.
Zoo fel en koen mt vraagt Journez
Wat fél blazoen, wat telle kadee
De puiten zwijgen in de sloot
Gebaren zich nu allen dood.
De Jonghe Merrie, Spillebaut
En Iwelns, qui toujours écout'.
Kameleon de Bocarmè,
De vriend der boerkens, zwijgt ook meè.
Nog Tienpont, Raapzaad, Tippo-Tip,
Die speelt alweer eens duikerkenpiep.
Ook Abel slim als Mirandol,
Van 't Parlement de grootste bol.
Mirakel Scheermans houdt den bek,
En laat het woord aan zijn vriend Telpék.
Van Reeth, Biart, l>jaak, Van den Broeck
Die snorken allen in hun hoek.
De schoone Flor, die droomt van geuze,
Dat trétersbier, dat kleurt den neus.
Boer Reynaert kruipt op Peerebooms tak.
En wachter naar heer Liebaerls kazak.
Zoo mollig malsch in margarien,
Ligt Bruinlje naar zijn vee te zien.
Hij viel, hij die rees naar omhoog.
Wat baat het De schaapjes zijn in 't droog.
Wij zwijgen over baas Rosseeuw.
Zijn naam alleen verwekt gegeeuw.
Ik spreek ook van geen ram of uil,
Die houden zich op de heiden schuil,
'k Vergeet te zingen van Ilellefrut (2)
Zijn demokraat-zijn voor den but.
De E. V. bereidt 't gevreesd paspoort,
Spijts Dixième Siècle en suskenskoord.
Geen poesjes vechten met meer gedruisch, j
Als 't volk van den verfranschten Pruis. j
Hij klampt zich als een Bacchus vast j
Aan stijl en stoel, verkoopt veel last. j
De E. V. verlost ons van dien boel,
Voor wien de dwang is 't eenig doel.
Sa, Beernaert, pak hem nu of nooit.
Den Woestaard op de straat gegooid
Dan komt deVrede weor in huis,
Verlost van '1 schaamtloos woest gespuls.
Pierlala.
(Ij Abel de Kerckhove van Wetteren. Niet te ver
warren met Caïns broeder.
(2) Frut Kip kap
j 't Is kluchtig, koddig, lustig, vermakelijk voor
ons, maar 't moet droevig zijn, afschrikkend,
j lerugsiootend, walgelijk, wraakroepend voor het
j grootste deel hunner partijgangers, onze fameuze
bewaarders aan 't werk Ie zien
Elke Wet leraar is ten volle bewust van kunne
j knoeierijen, is bekend met de listen die zij span
nen om hun waggelend kraam recht te houden.
Maar 't zal wol beteren, zei Pierlab.
j Alles groeit en bloeit. Alles gaat bijgevolg naar
wensch
I Tol lieden toe bezit de Burge? vader de almacht
j zijne kinderen die hem in den gemeenteraad om
ringen naar goeddunken te doen knikken. Nu
is alles op den loop, geestelijken en burgers, al
wat eenigen ir vloed bezit is op rols, op zoe^ rqor
'nen anderen candidaat.
Jonker Maurice getroostte zich ook nog een
uitstapje naar Overbeke, ja, per voiluur
Maar, Menheern, 'k en kat c kik toch met mei-
nen ezel noir stadhuis niet rijn Waarlijk die
kon slechts de menagerie vermeerderen
Zeker beeft uien nog 'een ai.deren gevonden
j Eeu zetel wordt aangeboden, hij weigert. Men
j dringt aan,hij weigert nog. Men gebiedt,
I nogmaals de hardnekkigste weigering. Men
i beveelt, men dreigt Eu zi?, wat over eene
j halve uur nog 'i onmogelijke scheen is nu ver-
i wezonllijtt geworden Vraagt het aan den
i timmerman die zich in het houtmagazijn bevond,
i toen twee grijsaards waarvan deu eene voor
j den anderer.s zoon kan doorgaan, statig, met
gebogen hoofde, duo hof overstapte om eene laat
ste poging nan te wenden... en alles is weldra
volbracht
Strenge maatregels zij u genomen. Men staat
er vóór en 't moet cr door 't spel moet lukken
Ia twee fabrieken waar overtuigde, bewaarders
het Bestuur in handen hebben, is cr streng bevel
gegeven niet voor den werkmanskandidaat, maar
voor het eerelid te stommen. De lijd is kort,
er moet gewerkt worden, daarbij den dag zelve
van den p-ill werd er eene oneerlijke propaganda
gemaakt, en dan nog door personen dia daar
hoegenaamd geen de minste zaken hadden, al
hoewel zij 27 vetbMailde pos jes bekleeden, te
beest zijn rerelid te worden. Djanders, 't is om er
kiekenvleesch van te krijgen, de werklieden
niet voldoende ingelicht komen niet op, zoo komt
het dat 't dompershuis een kandidaat heeft hun
door die heeren bewaarders, (hoed af, a. u b.)
opgedrongen. Zoo houdt men den aap mot 't
v/erkvolk.
Men spreekt schande over die feiten.
Werklieden, oordeelt en neemt uw besfoit,
vorig bedrag fr. 77
UIT NINOVE. Rondgehaald bij M. Jean
uit de Nieuwe Wereld door de slachtoffers van
Ninove.
De president vaarde lijk de champetter van
Bomuielskonten hij lag van ouder
Omdat Boeiken zoo uitpakte
Spijtig dat 't duivinneken op 't kot zat
Proiiciat voor de jongens van Ninove, er is
goeden tabak bij De Vereenigde Tabakbewer
kers I
UIT TURNHOUT. Omdat onze oudjes
alle dagen mogen uitgaan
Omdat zij er zich zullen weten naar te gedra
gen om nog meer gunsten van hun meester to
krijgen
Leve Priester Daens Leve do clirislene
Volkspartij I
UIT DENDERHAUTEM.. - Rondgehaald
voor het gelukken der kiezing en de uitroeiing
van dwang en onrechtveerdigheid
Opdat men hier wat meer den Priester-Daens
penning zou gedenken
(Vóssel) De Woesten maakten feest in ons
gehucht, men pakt ze nu al met de vlucht
Het ging er nog al redelijk wel,
Want meester Cies regleert het spel
Weet gij het niet, 't is 'né groote landheer
Madame Vosselaars geweld weet liet even
zeer
Madame, met haar breeden rug en kort gerokt
Moest mee of ze blij was of gebokt
En dansen achter 't muziek op straat
Want meester Ci^s die gaf de maat
UIT WETTEREN. (Persoonlijk 1)
UIT OPDORP. Naamloos
Een zoete droom.
Ik zag hem daar staan op eenen groenen
heuvel, in een der lusttuinen des Vatikaans
zijn hoofd was versierd met dan zilveren krans
der jaren. Hij stond daar, de schrijver der «En
cycliek Rerum Novarum, onbeweeglijk, met
het oog strak naar het oosten gericht.
Het is nog vroeg in den morgend,... zeer vroeg
nog.... alles om Hem heen is stil.... zeer stil...
Het is eene «loodsche stille welke overjde onmeet
bare ruimte heerscht geen blad beweegt zich
op de boomeo.... geen windje blaast door het
ruim de lucht is grauw^ asebgrauw de vo
gelen met hunne lieve kopjes verdoken in hun
ne vederbosschen slapen nog zij slapen met de
menschen meèZij droomen in hunne on-
noozelheid, in hunnen eenvoud droomen zij, o,
zoo schoon. Bergen rijzen voor hen op, in hun-
droomen, onmeetbare bergen graankoi roll jes,
welke korreltjes zij straks een vooreen mogen
oppikken,... 't is al eten. veel eten dulzende
gevlederde diertjes zweven in dichte gelederen
om hen heen ecu rijke vangst! dat alles is
voedsel voor hunne maagjes lekker voedsel
iijhaart u allen onffer onze groyne vlag,'wij droomen zij in hunne schuchterheid,
en minste strijden met open vizier, wij bemin- j O wat ls dö" Schepper toch goed
nen uwe belangen en zullen niet rusten vooral
eer die schreeuwende onrechten uitgeroeid zijn.
Een oog in 't zeil, geeft heil R.
O P
door
JULES MARY.
a Hij moet door den kop geschoten worden 1
ft- Gro°to God 1
Ja het is zeer ongelukkig.
<t Maar dat is onmogelijk, mijnheer,
Het moet toch gebeuren, morgenochtend.
o Men schiet geen soldaten door den kop.
Nog altoos wacht Hij on doorpeilt de grauwe
duisternis. De blikken des grijzen dichters zijn
nog steeds naar het Ooslen gekeerd.
Een heldere glimlach verschijnt eensklaps
op het gelaat van den eersten lierder der Kerk
ginder verre ziet hij eene onmeetbare gele schijf
zich vertoonen aan den gezichteinder: nog eenige
oogenblikken slechts, en een wonder natuurver
schijnsel za! zich vlak voor Zijne oogen opdoen;
een gloeiende bol zal zich welhaast verheffen
hij z 1 zich oplichten al stijgende, steeds altoos
hooger en hooger in do lucht. Zij, de zon zat
welhaast de diep duisternissen, waarin de aarde
gehuld lag. overwinnen. Zij zal het vogelrijk
wakker strelen,.... de kelken der bloemen ope
nen ei haar drinken geven...Zie hoe de machtige
majestueuze kruinen der boomer, voor haar oost-
waards huigen. Het rijk dor gevleugelde insek-
ten zal zij doen ontwaken, en deze zullen van
vreugde met hunne vlerkjes en vlederen klappen
en wieken, om eindelijk hunne kopjes ten hemd
te verheffen en door een stil gesis en vreemd-
baar eigen verloofde smeekte. Zeker, Catharina zou
haar gelijk geven zij zou het niet goed van mij vin
den. Ja, maar de tucht. Daar hebben de vrouwen
geen verstand van. Bovendien ik ben toch niet ver-
antwoordeljjk voor zijn dood. Ik heb het bevel niet
uitgevaardigd.
Ja, maar toch ben ik de oorzaak van zijn dood,
peinsde hij voort, want ik was het die tegen den
a Ik zou hem ook liever niet dooden. luitenant zeide, dat er zich nog een vrij-schutter in het
n Welnu red hem dan en zijn bruid zal er u voor huis bevinden moest.
genen. j Het werd donker. Schuller deed de ronde en zet-
Ik'kan niet. j te nachtposten uit.
a Wie belet het u? - j Toen hij bij de kamer kwam, waar de vrij-schut-
M'jn plicht.» j ter gevangen zat, zag hij door het venster naar bin-
Schrijft uw plicht u dan beulenwerk voor j nen.
t Mijn plicht schrijft mij gehoorzaamheid vooraan j Het is een knappe jongeD, mompelde hij, «jam-
te De gevangene was geen soldaat, hij was een bur- de bevelen van mijn meerderen. Zij hebben mij be- mer dat hij morgen zal gedood worden, jammer.
ger. Men zal hem als spion door den kop schieten. j volen den gevangene door den kop te schieten, ik j Hij ging weer naar zijn zolder, kleedde zich uit
Mijnheer, ik kon die joDge mensch. heb dus te gehoorzamen. j en legde zich op zijn matras. Hij was vermoeid,maar
O 1 kent gij hem. j Maar dat is een afschwelijke en laffe wreedhoid. toch kon hij den slaap niet vatten.
Ja, hij is verloofd en zijn verloofde is mijn vrien- J Zult gij later aan uw vrouw durven vertellen, dat gij, j Het sloeg twaalf uur.
din. Zij wachten slechts het einde van den oorlog af om aan uw plicht gehoor te geven zulk eeno daad be- j Twaalf uur, mompelde hij, die arme jonden
om te trouwen. Denk aan haar wanhoop, mijnheer, dreven hebt 1 j heeft nog zes uur te leven. Hoe treurig zou ik in zijn
j Mijn plicht staat bij mij op den voorgrond 1 plaats zijn, ik zou mijn liovo Catharine nooit weer-
Dus uw vrouw zou uw daad goedkeuren 1 j zieu.
Ik heb hem niet-ter dood veroordeeld, ik kan niet j Frans Schuller stond op.
j anders doen dan gehoorzamen. Ga naar den luitenant, j Komaan, zeide hij, mijn besluit is genomen.
hij kan het bevel intrekken, maar wanneer bij dat 1 Redden zal ik den Fransohman niet, maar ik zal
niet doet, dan is die armejongen verloren.
j Lucienne ging heen, zij begreep dat de sergeant,
ondanks zijn goed hart, aan de bevelen van zijn over
sten gehoorzamen zou.
j Terwijl zij heenging hoorde Schuller haar smk-
ken.
Hij dacht na.
Wat sprak zij warm voor hem, zeide hij bij
zichzelve, «men zou eer gedacht hebben dat zij voor
uwe vrouw en kinderen zult vertellen, dat gij een
gevangene gered hebt.
Ik kan niet
Dus zult gij aan uwe vrouw vertellen, dat gij
het Diet hebt willen doen, dat gij een ongelukkige
hebt ter dood gebracht, en dat zijn bedroefde bruid
de wraak des hemels over u en uw kinderen heeft
ingeroepen 1
I
soorlig geluid, den God van hemel en aarde hun
eerste dankgebed op te zenden.
Ook do vogelen zullen meèdoen zij zullen
straks hunne zilveren stemmetjes door het lucht
ruim heenzenden, om alzoo gezamentlijk hu i
non Schepper hulde en dank te betuigen.
Ook de landman staat op hij slaat zich met
aandacht een groot kruis op dc borst, voor zijne
nederige bedsponde zet hij zich op do knieën en
draagt Ook den Heer met bijzondere godsvrucht
zjn morgengebed op
Ik belank U, o goede God, zegt hij in zijn
eenvoudig gebed, ik dank U, lieer, dat Gij mij
weêr een dag geschonken hebt ik offer u dien
dag op met al mij werken, zwoegen, zweten,
met al mijne bek nnmernissen en ellende. Ka
mocht het gebeuren, Heer, zjo bid hij, dat ('-it
don laatsten dag mijns lovo is zou zijn, wees mij
dan, armen zondaar, evenals den goeden moorde
naar op bel kru.s ook genadig en vergeet mij
dan ook niet in uw hemelsei) paradijs.
De zoo ginder begint te gloren, te gloeien te
g;anzen, te glinsteren, te schilleren, opgeheven
door eene machtige geheimzinnige han-l steeds
hooger rijzende, in hare ieestkleedij, in hare
volle wonderpracht, bussels van gouden stralen
linksen rechts van zich af werpende stralen,
o, zoo overheerlijk, zoo verrukkelijk schoon,
dat alle gouJ en diamanten-, alle zilveren edel
gesteenten te samen op een kur.s'inaiige wijze
op eenen grooleu berg gebracht, waarop het heer
lijkste licht zou weerkaaise -, dit slech's nog
maar een zwakke weerpiegeling zou geven van
den luister van dat schoo i hemellichaam, de zon
door Gods wijsheid i.i 't firmament geplaatst om
de aarde met haar licht te versterken, met hare
warmte te verkwikken en lot eene eeuwige ge
tuigen te dienen van Godes Almacht.
En nog slaat hij daar, die edele eerbiedwaar
dige ouderling, op den groenen heuvel ginds des
Vatikaans, in de eeuwige stad, met het hoofd
naar hei oosten gericht. Twee dikke parelfn
rollen eensklaps over zijne wangen, het zijn tra
nen van aandceaing zijn oogen ontweid.
Hij slaat iu verrukking over dat heerlijke
schouwspel wat hij daar voor hem ziet ontrol
len.
Ia zijne blikken kan men lezen, dal zijn geest
zich moet bezighouden, op dien plechtigen stond
met verschillende denkbeelden.
Waaraan denkt Hij
Zijne oogen verhelderen als kristaal zijn eer
biedwaardig hoofd helt een weinig aahterover
wanneer hij zijn blikken ten hemel richt, ter
wijl zijne zilverwitte haren door het gelispel des
winds over zijné schouders heengolven.
O goede God, hij ook, hij bidt, voor de chris
ten volksbeweging. Eindelijk roept hij uit met
eene stem bevende en trillende van ontroering
O, mijn God O, Schepper des menschdoras
Wanneer zuil. gij U gewaardigen in Uwe onein
dige goedheid en barmhartigheid, den dag te
doen aanbreken, dat wij diezelfde zon, welke wij
thans zien verschijnen in al bare pracht en luis
ter, mogen begroeten als de zon der verlossing
van hen die lijden, van hen die, omkneld met
ijzeren banden en ketens, ter aarde gebukt gaan,
hun door de hartelooze artstokraten en pharl-
zeeërs dezer eeuw omarmen en b jonen geslin
gerd van hen die honger hebben en wier lede
maten niet bedekt zijn. Wanneer, o God, zal zij,
die lieve zon, de voorbode zijn der algoheela
vrijmaking van beu die zich met moeite over de
aarde heensiepen, daar hunne ledematen ver-
(kuwd zijn, hunne krachten uitgeput, daar
hunne boenen knikken onder de, bij gebrek
aan noodige voeding, uitgeteerde lichamen.
Wanneer, o God, zoo bad die goede Vader
voor ons voort, mngen wij die heerlijke opge
rezen /.on begroeten als deoindvlijko voor eeuwig
opgerezen dageraad de christenc deinokratie
Wanneer P O God Wanneer
L. Lontings.
als zij verneemt, dat haar verloofde gevallen is. En
dan welk een dood I Was hij gevallen op het
veld van eer, dan zou zij er trotsch kunnen op zijn,
maar hem wacht de dood der lafaards en verraders
en toch was hij een trouw en dappere soldaat. O I
mijnheer, gij hebt misschien ook een verloofde...
a Verschooniog, juffrouw, ik bon gehuwd.
En gij bemint uwe vrouw 1
Of ik mijn goede Catharine bemin I Dat zou ik
meenen.
Waarschijnlijk hebt gij ook kinderen?
Drie, juffrouw, twee llinke jongens en een aller-
ielist meisje.
Welnu, mijnheer, veronderstel dat gij eens aan
i
hem ten minste de kans laten om te ontsnappen.
Maakt hij er geen gebruik vaD, welnu, dan heb ik er
althans het mijne aan gedaan.
Hij kleedde zich vlug en ging naar beneden.
«Wiedaar?» riep de schildwacht, die voor het
huis op post stond.
De sergeant gaf het wachtwoord en de schildwacht
liet hem ongehinderd voorbijgaan.
Gauthier sliep niet. De gedachte aan Lucienne en
Montmayeur hield hem wakker en telkens vroeg hij
zichzelve af, waarom men hem toch dezen geheelen
dag had laten leven. Driemal was hem voedsel gebracht
vergeten had men hem dus niet.
Hij hoopte dat men zijn leven zou sparen, aileen om
zich epnmaal t^ kunnen wreken op Lucienne en Mont
mayeur.
Hij zag door het venster naar buiten. De schild
wacht stond op zijn geweer geleund te slapen.
Daar hoerde hij hoe het slot van de buitendeur
werd omgedraaid. Hij zag om. Zou men hem in den
nachtkomen bezoekeu 1
Neen, niemand trad zijn gevangenis binnen.
Had hij zich dan verbeeld, dat het slot werd om
gedraaid 1
Hij ging naar de deur en duwde er zacht tegen. In
derdaad zij was niet meer gesloten. Hij wreef zich
goed de oogen uit, hij meende te droomen.
NeeD, mompelde hij, ik ben toch wakkei-.
Wat beteekent dat Om het even, de kooi is open, dé
kogel vliegt weg.
Voorzichtig ging hij naar buiten, Hij was in het
open veld. De schild wacht stond nog altijd op deu
hoek voor het venster te slapen. Gauthier zette het op
een loopen.
Frans Schuller bevond zich nog in do nabijheid. Hij
zag de gevangene vluchten, en wreof zich de handen
van genoegen.
Toen de vluchteling buiten gevaar was maakto
Schuller alarm.
Hollah, hei, te wapen riep hij uit alle macht.
I)e schildwacht sprong op.
Wiedaar
Ja, voor den satan, wiedaar, dat had ge daar
straks moeten roepen,toen de gevangene ontsnapte I
beet Schuller hem toe.
Vervolgt,