Tibbaut aan het konkelfoezen. Leven en Dood. Assche. Denderhautem. SOTTEGEM. Meeting te Massemen. Tooneelfeest te Aalst. Briefwisseling uit Mechelen BRIEVENBUS. Nieuws der week. Tusschen Engeland en Transvaal De Chiistene Volkspartij bezit eene groole ze delijk* macht, waaraan zij het groot getal barer aanhangeis te danken heeft. Ze is eerlijk en loy aal en verfoeit looze streken en kromme spron gen. Met walgt haar zelfs dat tegenstrevers vei bo den wapens gebruiken om elkander uit den zadel te lichten en in 't zand te doen bijten. Wij mee- nen een zuiveringswerk te verrichten door het konkelfoes van den heer Tibbaut bij de openbare meening aan te klagen. Verschillende dagbladen hebben gemeld dat M. De Bruyn senator zou worden, een hengsten- boer van Buggenhout, zek: re De Bleek, zou den gewezen minister vervangc-n. Zóó voorgesteld was het nieuws nog al te on gelooflijk. Vooreerst denkt M. De Bruyn er geens zins aan als de eerste Janssens de beste de Kamer te verlaten of zich te lat an verwurgen. Noch M. de Ribeaucourt, die zijn titel van senator noodig heeft om nog te kunnen pralen, noch M. Lim- pens, die zich als senator heeft opgedrongen en De Bruyn in het hart niet draagt, zouden plaats maken. Daarenboven is de senatoriale kandidatuur van een christen democraat en een liberaal mogelijk In het arrondissement Dendermonde-St-Niklaas wat De Bruyn's kans van gekozen te worden fel zou verminderen... Wie den hengstenboer De Block kent, zal nog meer het hoofd schudden. De Block, schepen te Buggenhout, was eerst Kerckhovist, doch nu is hij Tibbautlst geworden. Hij is verwaand genoeg om naar een kamerzetel te trachten en Tibbaut, die meer doortraptheid dau talent en welspre kendheid bezit, moet den hooveerdigen boer op gevijzeld hebben. Zoo meteen kon Tibbaut den natten vinger omhoogsteken om te weten waar de wind zou zitten in geval de naam van De Block zou vooruitgezet worden. Zijn keus was uiterst ongelukkig, daar de politieke muilentrekker De Block tlecht gezien wordt in zijn eigen dorp, waar hij in de gemeentekieziug op 1400 slem- men er arme 645 heeft bekomen Maar Tibbaut die het meest rlskiert aan het staartje der kamer- lijst te komen en niet gekozen te worden, heeft den hengstenboer gebruikt om De Bruyn een strooitje te steken. 4* of 2' op de lijst te prijken Men ziet van hier wat het antwoord van Dender- monde zal zijn. De stad van zooveel uitstekende mannen vertegenwoordigd door een halvekaaije van 37° rang en Abel de Kerckhove, de vriend der werkklié I De collectie was volledig Gelukkig is de lont ODtdekt. De Deodermondenaars zijn thans op de hoogte van het konkelfoes. We zijn niet zeker dat ze niet het minst ver wonderd zijn over de handelwijze van Tibbaul, voor wien alle middelen goed zijn om er te ko men. Wee immers die in zijn weg staat. Als zijn wraakzuchtige vader zal hij voor niets achteruit gaan. Hij zal zijne tegenstrevers in hun bijzijn vleien, maar eens den rug gedraaid, ze bij hunne eigene partijgenooten verdacht maken eD klei neeren, hij zal zijne vrienden versmaden als zij een hinderpaal zijn voor zijne ambitie. Aldus kapte hij op de De Bruyn om de genegen heid der Boeren te verwerven, onderkroop de Kerckhove in den poll, verloochende zijne vrien den en partijgenooten, de christene democraten, en ontstak lichthoofdig den tweestrijd lusschen bewaarders en demokraten in 't arrondissement Dendermoode. Hij schaamde z ch niet op dezelfde lijst te komen met de Kerckhove en De Bruyn, die hij door het slijk had gesleurd Hij fopte de flaminganten in de kamer, waar hij maar alleen lijk met de eerzucht van zijn eigen persoonlje bezig is,wat hem de pert bakte, zich belachelijk te maken in de wet op het visschen. Toen werd hij vierkant uitgelachen dcor het het bewarend Journal db Bruxelles. Ziende dat de E. V. er toch ging komen, stelde hij het panacheer-araen- dement voor, dat verworpen werd om zijne on volledigheid en vooral omdat mioister De Troo^ verwittigd was over de drijfveer die M. Tibbaut handelen deed, want het sluwe kereltje had maar één doel zijn zetel ken redden. Nu, eindelijk, is het opnieuw aan het konkel foezen, in zijn eigen partij twist en tweedracht te zaaien, om De Bruyn of de Kerchhove te onder BÖ O P door JULES MARY. Neen, daarvoor kennen zij mij veel te goed, en daarenboven, ik weet zeker, dat ik morgen zal sneuve len, als ik Lucienne niet voor het gevecht weprzie. Hjj liep voorzichtig tusschen zijne slapende kame raden voort. Van afstand tot afstand waren schildwachten uit gezet. Hij naderde er een. a Waar gaat gij heen, Bourreille vroeg deze. u Ik ga eeDS zien, hoever de Pruisen van ons ver wijderd zijn. Ik wil hun voorposten eens bespieden.» a Wees maar voorzichtig. Geen nood over een paar uur ben ik terug. Hij verdween in de nachtelijke duisternis. Wanneer er nu een ongeluk gebeurt, zal men mij voor het minst geen deserteur uoeiuen, maar gelooven, dat de Pruisen mij betrapt hebben, zeide Gauthier in zich zelve. Een kwartier lang liep hij ongehinderd voort, maar toen hoorde hij den gelijkmatiger) tred vau een pelo ton soldaten. Het waren üuitschers die hun voorposten uitzet ten. Gauthier was op het vlakke veld, geen bosclije, geeD heg, geen boom om zich achter te verbergen. Ge lukkig was de nacht stikdonker. Gauthier ging plat op den buik liggen en verroerde zich niet. Hij hield zelfs zijn adem in. De Duitschers naderden, hij kon reeds hun stemmen hooree. Wanneer zij ham bemerkten was het met hem gedaan. Het gevaar week, de Duitschers gingen wel dicht langs hem een, maar zij zagen hem niet. Toen zij zich ver genoeg verwijderd hadden stond Qauthier op. kruipen en vergeet dat, wie een put maakt voor een ander er dikwijls zelt In valt. O christelijke liefde O bewaarders-onbaatzuchtigheid 1 Waarlijk, de katholieke partij van Dendermoi.de is goed geleverd Als het zoo voortgaat, dan zullen wij Tibbaut, de Kerckhove en de Bruyn om het been zien vechten, Du Calillon ermee wegloopen. Gewed Nu is hel oogenblik gekomen om den poll te vragen Zondag laatst, welgelukte meeling. P. Daens, Verraes en De Backer namen't woord. Er was veel volk en veel geestdrift. Honderd vier en zestig Boerenalmanakken en acht en zeventig Klokken werden verkocht. Dit op eene gemeente waar men tot hiertoe den voet niet zetten dorst Brabant ook is ontwaakt I! De volkrijkste gemeente des kantons Ninove Gemeente van ongeveer 46oo iniooners. Beste lezers, zoo ge bemerken kunt in Klokke Roeland, peisoonlijkheden walgen mij, die passen nooit in een didactisch blad. Zelfs, het lezend publiek met plaatselijkheden ophouden, stoot mij te.en de borst. Men kan er ongelukkiglijk niet altijd van tusschen. 't Is 't ge val dat zich voordoet. Ik moet onze gemeentelijke autoriteiten eens met den neus in eigen vuil stooten. Over eenige weken, ten gevolge van een naam loos schrijven dat ik ontving, (het kwam van 'nen oud-doctrinair, die vroeger de flambeeuwen in de kerk kloteraars noemde, maar die nu niette min 'nen overlukde katholiek is), ten gevolge, zeg ik, van dit schrijven, deed ik melding van een feit gepleegd door't armbestuur. VOOr ZESTIG Ol VIJF EN ZEVENTIG FRANK in08- zelden ze uit ter hand 'nen bosch af, waaraan ik dan eene verkoopwaarde bij benadering van 140 tot 460 fr. toetend-.;. De heer Burgemeester, iiooge beschermer der behoeftigen, -- haalde zelf het hout weg, bij gevolg hij was op de hoogte van dit leit. 'k Heb de zaak nn van nabij doen onderzoeken. Dit elshout is opgemaakt tot mutsaards, d or den broeder van een der armmccsters. Dus, dit hout heeft opgeleverd ruim vijf eD twintig honderd stuks, aan 20 fr. 't honderd, groen geschat, maakt dito 500 franken. Gelukkige armen waar zulke beschermers huizen Schuins over dien bosch gebruikte 'nen schepene of zijn broeder, de boomen tot pijlers voor zijne afsluiting en veroorzaakte zoo aan den arm? eene schade van ongeveer 400 franken. 'k Zou op die weide de woorden mogen toepas sen van den dich'cr der maanblussehers op de bouwvallige schuur 'k Geloof dat ze thans nog daar is, En doel gedenken aan de stad Wat burgervaders ze eens bezat En welk een secretaris Nu, ik stap heen over dit alles, 't zijn maar twee staalijes onder duizenden. 'k Wou enkel bewijzen welke verduivelsche schavuiten die christene demokraten toch zijn moeten om dit alles zoo aan 't licht le brengen 1... en bovendien nog den verkoop te durven eisuhen dier goeder... 'k wil zeggen dier politieke melkkoei Ander feit. Daags voor de kiezing kwam er een manifest uit, (het rook naar genever), en in dil manifest werd gezinspeeld op mij. Ik zou namelijk de heropbouwing der kerk hebben tegengewerkt Ik zou met den aanleg van een oudmannen- a huls gespot hebben a Ik zou de spaarpenningen der werklieden in samenwerkende maatschappijen verspild befa lt ben Daarop wil Ik en moet ik antwoorden. Ik was voor de volledige vernieuwing onzer kerk, en deed al wat ik kon om de enkele her stelling te verhinderen. n Dat ben ik weer te boven gekomen,zeide hij komaan nu moedig voorwaarts. Hij bereikte het huis van Montmayeur en ging den tuin binnen. Hier deden zich echter de grootste moeielijkheden voor. Hij wist niet waar de kamer van Lucienne was en al had hij het geweten, hij zou het huis toch niet hebben kunnen betreden zonder onmiddellijk in han den van de Duitschers te vallen. H\j had aan dit alles niet gedacht, toen hij h°t kamp verliet, anders zou hij deze dolzinnige onderneming niet gewaagd hebben. Nu hij echter eenmaal zoover was, wilde hij niet voor het aanbreken van den dag terug- keeren. Hij verschool zich in een boschje. Daar werd de huisdeur geopend en een man en een vrouw kwamen naar buiten. Zij gingen den tuin door, langs het boschje waarin Gauthier verscholen was. Zij spraken samen. Heigeen zij zeiden kon Gauthier niet verstaan,maar aan de stem herkende hij Lucienne. Zij vergezelde den man, die niemand anders kon zijn dan Montmayeur, tot aaa het hek, hij ging naar buiten, zij keerde naar huis terug. Voorzichtig schoof Gauthier de takken op zijde en kwam uit het boschje te voorschijn. Lucienne, fluisterde hij. Zij slaakte een half onderdrukte kreet en vluchten, maar Gauthier had zijn armen reeds om haar heeu ge slagen. Ik ben het, Lucienne, herkent gij dan mijn stem niet, ik ben Gauthier, Gauthier die u bemint, Gauthier die u vergiffenis komt vragen. Gauthier, hier, maar, ongelukkige, gij stort u in 't verderf, wanneer de Pruisen u weer betrappen zou ik u niet kunnen reddeD, zooals de eerste maal. Lucienne, ik trotseer elk gevaar om u weer te zien. Morgen zal er weder gevochten worden en de stijd zal bloedig zijn, wellicht zal ik gedood worden en ik wil niet sterven, voordat gij m>j vergiffenis ge schonken hebt. O! mijn Gauthier, gij gelooft d us nu niet meer dat ik eeneerlooze ben. Gij weet dus.... o Ik heb een brief ontvangen van zekeren Courlande. Uit dien brief heb ik vernomen, welk edel doel gij be- Ik stemde met mijne volksgezinde confraters tegen die herstelling. Ze werd verworpen met vijf stemmen tegen vijf. Drij maanden nadien werd weerom de herslel- lingi en ditmaal met vergrooting, op het dagorde gebracht. Ik werkte tegen, maar pastoor Van de Putte wou het, zijn plan was gemaakt op vergroo- tiug en middelerwijl hadden ze eeu onzer man- i en aan band weten te leggen met pensen en hutsepotbeenen de vergrooting ging door met 7 tegen 4. De kerk werd vergroot, ODgeveer tachtig du zend franken werden letterlijk in 't water ge smeten, z'is vergroot en blijft te klein, het dorp is verminkt, het alignement is verbro ken, 't is het domste publiek werk dat mis schien in gansch onze eeuw werd ten uitvoer gebracht. Ik onderwerp dit aan 't onpartijdig oordeel van elk die ooit den voet op onze gemeente zal zetten. DtI ik de volledige heropbouwing voorstond en wilde en betrachtte, zal de E. H. onderpastoor Van der Linden getuigen en bevestigen, hij deelde volledig mijn gevoelen. Werd dit in twijfel gelrokken, 'k zou 't bewijs leveren, stellig, afdoende, ontegensprekelijk. De pastoor wou niet, zeg ik, zoo hij eenige jaren te voren ook niet wou bij de opbouwing van 't klooster. Het klooster is afgeworpen vijf jaar na de op richting, een kapitaal van viiftien duizend fran ken, ten minste is vernietigd door koppigheid. Ingevolge de voortdurende verhooging onzer bevolking zal ze binnen vijfjaren veel meer te klein zijn dan zij het vroeger was. Ik daag de E. H. pastoor en zijn kerkfabriek uit (eens dat ze weerom zullen verzoend zijn), van het hen tegensprekelijk met cijfers en afmetingen te bewijzen. Zoo, was ik tegen de herstelling en zoo vindl men dan naamlooze lafaards, die dagelijks pre velen a. ik bemin mijnen evennaaste lijk mij zei ven en onder dit gebod hunne lasterplannen smeden. Tegen 't oudmannenhuis Ten eerste, 'k had of 'k heb daar niets in te zien, indien men daar geld verkwis', 't is 't geld der gemeente niet nopens de kerk was het mijn plichten mijn recht. Mijn persoonlijk gevoelen mag ik nochtans uit drukken en ik meen dat dit geenszins de opbou wing kan verhinderen. 4° Ik zeg die oudmannenhuizen zijn oud- mannengevange.i die zijn leven lang werkte en zwoegde, heeft, volgens mij, het onvervreemd baar recht zijne laatste dagen te slijten in den schoot zijner familie. Daarom willen wij 't pensioen der oude werk lieden. Dit pensioen gaat gestemd worden inde kamers wel is waar, onvolledig, maar 't zal in 't kort gansch volledigd worden. En, dan natuurlijk, hebben die oudmannenker- kers geene reden van bestaan meer. Men zal hierop antwooiden dat ik de chris ten liefdadigheid tegenwerk Ik antwoord neen, integendeel maar ik zou de middelen om de liefdadigheid te plegen, daar r.emen, waar ze mogen en moeten genomen wor den, bij de GROOTEN, door de klimmende belasting. Ea dit liefdewerk niet aanvangen met eene gansche behoefiige familie te onterven van wat haar wettig toekwam. Hierin deelde de E. H. Philippart, en mis schien deelt hij dit nog, volledig mijn gevoe len. Bijgevolg ook Dopens deze zaak, mag ik weer om de getuigenis inroepen van 'neo priester. Hi zoovele van die zoogezegde liefdadige instellingen zijn gesteund op diefte en roof, ge pleegd door misbruik van zedelijk.n invloed. Nopens het derde punta de spaarpenningen der werklieden verspild in samenwerkende maat schappijen 1° —De samenwerkende wevers betalen immers 40 0/0 meer als de behoudsgezinde weldenkende fabrikanten. 2° In het samenwerkend verbruik zijn in 4899 om 24.786 fr. waren verkocht aan 35 0/0 oogdel, toen wij u vloekten en verstootten. Lucienne, ik zal u nooit genoeg kunnen beminnen. Ik weet niet, wie die Courlande is, maar ik heb toch alles geloofd wat hij mij schreef, want ach, het, maakte mij zoo naamloos gelukkig. Ik ben als uit een benauwden droom ontwaakt. Courlande is een braaf, een edel mensch. Hij is onze bondgenoot en heeft mij ook met moeder verzoend. Hij zal ons helpen den moordenaar van u vader te ontmaskeren. Kent hij hem dan 1 o Ja, evenals ik hem ken. o Wie is hij, spreek, Lucienne, wie is de ellende ling, die mijn armen vader vermoord heeft a Later, Gauthier, later zal ik zijn naam noemen, ga nu heen.Uw leven is hier in gevaar, en ik moet naar Claudine, die mijn hulp noodig heeft Claudine? Is mijn zuster dan een ongeluk over komen Ja, do hoeve is in brand gestoken en zij is bij den brand verwond. Eergisteren heeft men haar hier ge bracht. Mijü arm, lief zusje. Haar wond is toch niet ge vaarlijk? De wond is ernstig, hoewel de dokter verzekerd heeft, dat haar leven niet in gevaar is. Zij had daar straks een aanval van koorts, en heeft toen het ver band vau haar hoofd gerukt. Montmayeur is den dok ter gaan halen en zijn broeder waakt bij Claudine. Keer dan spoedig naar Claudine terug, maar geef my eerst antwoord op mijn vraag. Wie heeft mijn vader vermoord a Later, Gauthier. NeeD> neen, ik laat u niet gaan voordat ik den naam van dien ellendeling ken. Ik vermoed iets maar ik durf het niet uitspreken. Spreek Lucienne, ik moet nu zekerheid hebben. Gij vermoeddet dat het Jean de Montmayeur is. nietwaar J Ja. Is hij het werkelijk? Hij alleen is de moordenaar van uw vader. 0 groot? God>, die ellendeling, die ellendeling Waar ishy Ik wil hem dooden en mijn vader wre ken. O I neen, Gauthier, neen, ik bezweer u doe dat beterkoop dan in weldenkende achterwinkels. Ziedaar de verkwisting II! Ik zal erop terugkomen. A. De Backer. Oproep aan de christere democraten van 't kanton Wij doen een oproep tot al degenen die het goed meenen met de christene Volkspartij om te vergaderei bij Alois BRUNFAUT, Ni^uwstraat te Sot'pgem, op zondag 18 Februari aan staande, om 2 uren namiddag, voor het stich ten van een kantonalen bond. Met het oog op de aanstaande kiezing van Mei is het noodig dat er eene bijzondere propaganda gemaakt worde in het kanton. Daarom rekenen wij op de tegenwoordigheid van overtuigde man nen van iedere gemeente, maar hoe meer hoe liever. Elk trachte zijne vrienden aan te spreken en aan te moedigen om er deel van te maken. L egenen die begeeren geheim lid te zijn, kunnen het laten weten in voornoemd lokaal per brief of met een vriend. Deze vergadeiiug zal voorgezeten worden, door onzen vriend mijnheer VAN SCHUYLEN- BERGH. Dus mannen, hoog de herten en zonder vrees, onder den kreet van Voor God en Volk De Propaganda-Kring van Sottegem. Over veertien dagen, was eei e meeting belegd te Massemen. Het was de eerste maal dat onzen vriend Du Ca lillon in deze gemeente sprak en hij had er aan gehouden te gaan niettegenstaande het honden weer en het geloop van M. de pastoor. Gedurende anderhalve uur heeft spreker het program der Christene volkspartij uitgelegd, en in liet bijzonder de hatelijke jachtwet bestreden, wat vooral in den smaak viel van het publiek. Geen twijfel of er zal een grooten toeloop van volk zijn dezen avond in den Letterzetterskring, door de tegenwoordigheid vao Priester Daens. Het drama Hugh Scott is een der beste werkjes die het tooneel zal opgevoerd hebben. Het Varken met twee hespen is een onzer kod- digste kluchtspelen. en andere artikels verschoven. America. Mr P. Waylandt. We have take good note of your letter. We have given the money at your father, the book belDg remised at him. He shall send it of course. We learn with satisfaction you have ao iron health. That's rightThanks for your kind wishes 1 Herzlich Ein gutes neujahr und woll etwas besser Au re- voir 1 Ninove. Al de leden der Zangmaatschappij De Broederlijke Werkers worden verzocht de ver gadering bij te wonnen op Dinsdag 13 Februari, om 8 4/2 uren stipt. Dagorde Verslag over den toestand der kas. Vernieuwing van het bestuur. Woensdg avond om 8 4/2 ure vergadering der Tooneelmaaischappij. Dagorde Schikkingen te nemen voor het aan staande feestReplitie. Het War-offiee deelt h'et volgende bericht mee a Generaal Bulier is maandag weer over de Tugela getrokken. De bewegingen worden voort gezet, maar wij hebben geene inlichtingen over den uitslag Generaal Bulier zou aldus weer beproeven La- dysmiih le ontzetten. niet. Een schurk, zooals hij mag niet vallen door de hand van een eerlijk man ontneem den beul zijn prooi Diet. Ja gij hebt gelijk, niaar dan zullen wij hem openlijk aanklagen. Dat is onmogelijk. n Onmogelijk zegt gij Ja, want er bestaat geen enkel bewijs. Hoe weet gij dan dat hij mijn vader heeft ver moord Lucienne vertelde daarop alles, wat wij onze lezers vroeger hebben verhaald. a Ik voorzag wel, dat gij het geheim niet zoudt kunnen verzwijgen Gauthier, en daarom heb ik alles geduldig ondergaan en geleden. Nu weet gij alles, maar zweer mij bij onze liefde, bij de nagedachtenis van uw vader, dat gij mijn geheim bewaren zult. Ik zweer het u, hoewel het een zware beproe ving is, die gij mij oplegt. Maar neen, daarvan mag ik niet spreken, gij hebt veel meer dan ik geleden. Vaarwel thans, Lucienne, keer naar uw zuster terug, ik ga mijn kameraden weer opzoeken. Zij omhelsden elkaar teeder en scheidden. Lucienne ging weer in huis. Het gesprek tusschen Gauthier en Lucienne had paals gehad in den tuin, zooals men weetdicht bij de plek waar zij stonden was een sloot, die den tuin van het weiland scheidde. Deze sloot was met een dikke ijskorts bedekt. Toen Gauthier en Lucienne zich verwijderd had den, klom een man tegen den kant van den sloot op. Hij had op het ijs gelegen, en het gesprek afgeluisterd. Het was Jean de Montmayeur. Zij bedroog mij, zij bemint mjj niet', mompelde hij, nooit heeft zij mij bemind. Haar hart koestert slechts haat, doodelijke haat jegens mij. Helaas, he laas 1 Zijn gelaat was verwrongen van diepe smart. Hij was een dief ea moordenaar, hij beraamde zelfs een nieuwe misdaad, nog lafhartiger en afschuwe lijker dan de eerste, maar Lucienne beminde hij, en liever zou hij nog tien misdaden begaan hebben, dan één haar op haar hoofd te krenken. Hij ging in huis en begaf zich onmiddeiijk naar de kamer van Claudine.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Klokke Roeland | 1900 | | pagina 2