1
Zaak Planckaert.
Temsche.
Ninoue.
De Armbestuurders.'
Allerlei.
Zonder Familie
Geboorte van eenen prins.
Over Leo XIII.
Die komt voor het Assisenhof, den maandag,
2 December aanstaande.
M. De Smet, raadsheer van het Beroepshof te
Gent, zal het assisenhof te Brugge voorzitten.
Meester Planckaert zal voor verdedigers heb
ben M. J. Van Neste, advokaat te Brugge en
M. Verbessem, advokaat, Gent.
M. Janssens de Bisthoven zal den zetel van het
openbaar minis terie bekleeden.
Den zondag avond, daags vóór het proces,
monster-meeting te Brugge, voor het Algemeen
Stemrecht, met Planckaert en andere sprekers
der Volkspartij
Maandag laatst waren deBoeren Louw en Plok-
hooy te Temsche, waar zij 's avonds over de gru
welen spraken, die door de afschuwelijke Engel-
sche moordenaars dagelijks gepleegd worden in
Transvaal. De betooging op straat, die door de
vrienden der Boeren vóór de meeting gehouden
werd, was waarlijk indrukwekkend. Alle maat
schappijenvan Temsche, met uitzondering van
een enkele, waren in den stoet, met vaandels
vooruit. De afwezigheid der Liberale Fanfaren
heeft dan ook iedereen bevreemd en is fel bespro
ken geworden, daar het hier gold, hulde te bren
gen aan Tiansvaal en verzet aan te teekenen bij
het uitmoordende Engeland; dat was een edel
doel, en daarom is iedereen verwonderd, dat de
liberale fanfaren AFWEZIG waren;... maar
ach, ja, wij, oningewijden, kunnen hierop enkel
zeggen a Heer, uwe wegen zijn zonderbaar.
De fransche klas is eindelijk aangenomen; onze
twee cliristene demokratische gemeenteraads-
heeren hebben geklopt en herklopt en er is open-
Zoo moet men te werke gaan.
Niet afgeven, tot wanneer men voldoening heeft
verkregen.
't Werd op de lange baan gjschoven door kle
rikaal en liberaal, en nu wanneer zij 't niet meer
konden tegenhouden, nu slemden zij allen mede.
Wij durven wedden, dat zij het nu ook van
beide kanten zelf zullen gedaan hebben 1
Al de gemeente-beambten, sekretarissen, ge
meente-ontvangers, policle- kommissarissen, ad-
junkt-kommissarissen en veldwachters, het on
derwijzend personneel van den lageren graad, de
vleeschkeurders.zij wezen veearts of alleen drager
van een diploma van keurder, kunnen slechts utt
hunne bediening ontslagen worden, met goedkeu
ring der bestendige Deputatie of van den minls-
t6Maar buiten deze beambten zijn de bedienden
der gemeente en afhankelijke besturen, zooals
weldadigheidsbureelen, burgerlijke godshuizen,
banken van leening, enz., aan willekeur blootge
steld. Zij kuoncn goeohorst .of afgiMtold worden
tegen alle rechtvaardigheid in, zooder dat zij
-enig recht op verhaal kunnen doen gelden
Is deze toestand billijk Voorzeker niet, als
men vooral overweegt dat deze beambten afhan
gen van politieke mannen, of vergaderingen be
noemd door politieke korpsen, die bijgevolg het
kenmerk dragen van politieken, d. w. z. blinden
en haatvollen geest; voorzeker niet, zoo men re
kening houdt met het feit, dat door de onzeker
heid der ambten hunner oversten, bij verkiezing
aangesteld, deze bedienden die heden onder wel
willende of bevriende beheerders dienen, morgen
onder persoonlijke vijanden kunnen staan.
Al deze nederige dienaars van de openbare be
sturen kunnen dus, ten gevolge eener gril of
wraakneming, tot de ellende worden gedoemd
met hunne familiën, zonder dat de wet hun het
middel aan de hand doet om hunne eer te red
den, met de onrechtvaardigheid te bewijzen van
den maatregel die hen treft.
De gemeentesecretarissen, welke de spillen zijn
om welke de besturen draaien, worden benoemd,
geschorst of afgesteld door den gemeenteraad;
doch deze benoemingen, schorsingen en af31®1'
lingen moeten goedgekeurd worden door de be
stendige Deputatiën der provinciale radei| /art.
109 der gemeentewet/.
Deze regel is toepasselijk op de gemeenteont
vangers (art. 114).
Wat de politie betreft: Hier is de gemijente-
vrijheid er nog erger aan toe, want de Kftning
benoemt de commissarissen en stelt ze af, terwijl
de Raad slechts het recht heeft candidaleni voor
te dragen. Zelfs het recht om tuchtstraffen uitte
spreken, behoort niet uitsiultend aan het ioofd
der gemeente. Hij moet er kennis van gevep aan
den gouverneur, die op zijn beurt rechtstreeks
kan straffen (art. 123 der gemeentewei).
De koninklijke toelating wordi insgeliji3 ver-
elscht voor de afschaffing van plaatsen van'poli-
tiecommissarissen (art. 125).
De hoogere overheid komt nog tusscb» bij
wijze van goedkeuring in de benoeming en af
stelling der hulpcommissarissen (art. 125).
Eindelijk wordt de veldwachter rechtstreeks
door den gouverneur der provincie benoemd op
voorstelling, door den gemeenteraad^ van een
dubbele kandidatenlijst.
Deze hoogere ambtenaar schorst en stelt ze af
(art. 129).
Wordt de gemeentevrijheid meer geëerbiedigd
in zake van onderwijs
Wie kan zulks staande houden, na lezing van
artikel 10 der wet van 15 September 1895 op het
lager onderwijs Afstelling, schorsing, inbe
schikbaarheidstelling bij maatregel van orde«mo-
gen slechts plaats hebben mits goedkeuringen
de Bestendige Deputatie, indien de maatregel
uitgaat van den Raad. Maar de vrijheid van ge
meente wordt hier nog meer ingekrompen,^laar
het laatst lid van artikel 10 aan den Koning het
recht geeft van afstelling, schorsing en iube-
schikbaarheidstelling bij maatregel van orde, met
dit enkel voorbehoud dat de Raad moet gehoord
worden. i
In het beroepsonderwijs, ingericht door de
gemeenten, is de toestand dezelfde. De benoe
mingen van het onderwijzend personeel, evenals
de schorsingen en afstellingen moeten goedge
keurd worden door den bevoegden minister.
Eindelijk bepaalt de wet van 30 Decern. 1893,
artikel 3, dat de benoemingen der vleeschkeur-
ders zij wezen veeartsen of alleen drager van
een diploma van keurder, moeten goedgekeurd
worden door den minister, en dit ongevaaagd
ontslag dezer ambtenaars insgelijks dient góed-
gekeurd. Vruchteloos zouden wij onder de ge
meenteagenten diegenen zoeken welke niet tegen
willekeur zijn beschermd, buiten de eenvoudige
policieagenten en de armen-bestierders. Zou de
gemeentevrijheid dan zulk een gevaar lijden,
moesten deze laatsten op hunne beurt bescher-
ming verkrijgen als de gemeentesecretarissen,
wier helpers zij zijn
Eugeen Novent.
Aanstaande Kamerkiezingen.
oog
it't
beroemd roman
DOOR HECTOR MALOT.
17
Qjj gaat immers niet vertrekken, Remiriep
Arthur uit.
Mevrouw Milligan antwoordde hem in mijne plaats
en vertelde hem, dat ik gehoorzamen moest.
Ik heb uw meester verzocht u bij ons te mogen
houden, leitle zij, op een toon, die mij Se tranen m de
oenen deed tomen, maar hij wilde er met m
toestemmen, en niets heeft hem van zijn besluit kun
nen afbrengen.
Het is een slechte man 1 nep Arthur.
Neen, het is geen slechte man, sprak zijn moeder,
gij zijt hem van dienst, en ik geloof bovendien, dat hij
veel van u houdt. Uit zijn spreken kan men opmaken
dat hij een fatsoenlijk man is en dat hij het vroeger
stellig beter gehad heeft. Om mij zijn weigering te
verklaren, zeide hij Ik houd van dat kind, en hij
van mij; het leven dat hij bij mil leidt,is hem van meer
nut dan laten leeren en een rijke opvoeding geven, gi.
zoudt zijn geest vormen, maar met zijn karakter. Hi
kan uw zoon niet wezen; hij zal de mijne zijn^datis
beter voor hem, dan dat hij de speelbal van uw ziek
kind is, en hoe goed en braaf deze knaap myook
schijnt, zal ik hem toch een opvoeding weten te geven
Maar hij is toch de vaaer met van Remi I nep
Arthur. vader niet, daar hebt gij gelijk in,
maar hij is zijn meester en Remi behoort hem toe, daar
zijn ouders hem verhuurd hebben. Voor het oogenbhk
moet Remi hem gehoorzamen.
Remi mag niet vertrekken.
Hij moet zijn meester volgen, maar ik hoop
slechts voor korten tijd. Wij zullen aan zijn ouders
schrijven en ik zal het met hen wel in orde brengen.
O, neen I riep ik uit.
Wat, niet 1
O neen, als het u belieft, met I
Dat ia toch het eenige middel, mijn jongen.
op de aanstaande Kamerkiezingen werden
aanzienlijke kredieten in de begrooting vac het
ministerie van binnenlaodsche zaken ingeschre
ven. De kiesbrieven alleen (maken en roncda-
gen aan de kiezers) kosten 460.000 fr. Minuter
De Trooz zal aan het ministerie van ijzerenwe?en
esoa - som moolou Lot >c*u dOau.
voor vervoerkosten vau kiezers.
Werkmanstreinen veranderd. Om,
o zoogezegd n, de belemmering, die er alle dagen
in de Noordstatie te Brussel, vóór en na het ver
trek der werkmanstreins heerscht tekeer te g£&n,
heeft hel bestuur van don ijzeren weg besloten
de aankomst en vertrekpunten der werkmanstrei
nen der lijnen van Dendermonde en Aalst raar
Brussel-Zuid (raidi)over te brengen. De trein, die
om 4,10 uren 's morgends uit Dendermonde "er-
trekt zal naar Brussel-Zuid gestuurd worden.
Een nieuvye trein zal uit Brussel-Zuid vertrekken
naar Dendermonde om 17 uren 's winters en om
19 uren in den zomer.
Het winterseizoen begint den 1 Novembei ^en
eindigt den 4 Januari.
Die treins zuliec stilhouden te Brussel-noord,
West Koekelberg, Brussel West en Cureghenv
De trein die 's morgends om 4,23 ureD uit
Dendermonde vertrekt zal voort naar Brussel ge
stuurd worden, maar de werklieden zullen niet
toegelaten zijn.
De trein, die uit Denderleeuw om 5,47 uren
vertrekt zal naar Brussel Zuid vertrekken. Een
nieuwe Irein zal uit Aalst om 4,30 uren 's mor
gends in den zomer en om 5,30 uren in den win
ter vertrekken. Voor den terugkeer, zal de trein
die om 6,25 uren uit Schaerbeek naar Gent ver
trok uaar Brussel Zuid worden overgebracht.
Het zal 't zelfde zijn voor den trein -He oin
7,01 uren uit Brussel Noord naar Denderleeuw
vertrekt.
De v. erklieden zullen geen toegang meer heb
ben in de Noordstatie tot de treins die uit Brussel
Noord naar Denderleeuw, Aalst en Gent om
16,30, 1716, 18,29, 19,17 en 19,50 uren vertrekt.
Meten van het werk. Bij koninklijk
besluit zullen de maten dienende om het werk ;e
meten der werklieden op de winkels en hun loon
vast te sfellpn moeten geijkt worden evenals de
maten en gewichten der handelaars, dit op de
tijdstippen door de bestendige deputatiën der
provinciale raden voor deze laatste vastgesteld.
Dit nieuw besluit treedt in uitvoering van den
eersten Januari 1902.
Zondagrust. Ü9 bestuurders der dage-
lijksche bladen waren zondag in algemeene ver
gadering bijeengeroepen door den Bond der
Drukpers, om le spreken over de kwestie der
zondagrust voor de dagbladen.
Twaalf bestuurders slechts waaronder 4 katho
lieke en 7 liberale waren aanwezig. Eenige libe
ralen en katholieken hadden zich per brief doen
verontschuldigen. Geen onpartijdige of socialis
tische bestuurder was tegenwoordig.
Uit de inlichtingen binst de zitting gegeven,
blijkt dat er in Belgie 73 dagbladen (dagelijksche)
zijn, (58 fransche, 15 vlaamsche) waarvan er 45
zeven maal per week verschijnen en 28 's zondags
geen nummer (voor dep maandag) laten verschij
nen.
Na eene redelijk lange gedachtenwisseling,
werd de meening opgenomen der aanwezig zijnde
dagbladen. Het bleek daaruit dat de 5 katholiek'?
dagbladen (4 van Brussel en 1 van Gent) het eens
zijn om eene wet te vragen ten einde hel zondag-
werk gedurende 24 uren vervolgens af te schaf
fen. Onder de anderen zijn er twee tegen alle
beperking van het zondagwerk, anderen zijn
voor een wekelijkschen rustdag, maar zouden
aan de belanghebbenden den keus van den dag
laten, anderen eindelijk zouden willen dat al de
gazetten het eerst eens zouden zijn om het zon
dagnummer deels of geheel af te schaffen.
't Zijn slechts eenige stok trekkers Le Soir
o La Réforme en consoorten, die het spel geheel
bederven.
Zondag namiddag schonk mevrouw prinses
Aalbrecht van Belgie het levenslicht aan een
jongen spruit, een zoontje, dat de namen dragen
zal van Leopold-Filip-Karel-Aalbrecht-Meinrar
dus Hubertus-Maria-Michael, prins van Belgie,
hertog van Saksen, prins van Saksen-Coburg-
Gotha. Priester Devigne is het kind komen voor-
loopig doopen, maar de plechtige doop zal maar
binnen eene maand plaats hebben.
Onze Koning heeft het peterschap aanveerd en
de moeder van nrinses fllïaabaüv 7*1 metAr *$*>-
De bijzonderheden waarin de iransche gazetten
treden zijn niet min dan belachelijk.
't Schijnt dat heel Belgie verheugd is om die
gebeurtenis, waarvan bijna niemand wist.
Een beetje is genoeg, maar te veel is te veel.
Wij wenschtm de moeder geluk met haar wel
varen en gezondheid voor haar en haar lieven
spruit.
Eene reeks genadeverleeningen zullen weldra
volgen.
Genadeverleeningen. Uit goede bron
weten wij, zegde Le Petit Bleu in zijn cum
mer van woensdag, dat meer dan 500 of 600
genadeverleeningen binnen de vier en twintig
uren aan het handteeken des konings zullen
onderworpen worden. Wellicht zal een tweede
lijst weldra het getal dergenen komen vermeer
deren die van de geboorte van den jongen prins
genoten zullen hebben. Dit zal afhangen van den
uitslag des onderzoeks der smeekbrieven dat nog
te onlangs Is opdat er reeds verslag zij over uit
gebracht.
Daarenboven zal er wellicht een koninklijk be
sluit verschijnen om de spons te vagen over eene
reeks van veroordeelingen zonder belang.
Och, doe dat niet I i
Zeker zou mijn afscheid langer geduurd hebbenpan
tien minuten, zoo mevrouw Milligan niet van ihijn
ouders gesproken had. -
Zij wonen te Chavanon, niet waar 1 vervolgde
ZlJZonder haar te antwoorden, trad ik naar Arthur
toe en kuste ik hem herhaaldelijk, en in mijn kuf lag
al de broederlijke genegenheid, die ik voor hem ge
voelde. Ik rukte mij toen uitzijn omhelzing los eomij
naar zijn moeder keerende, knielde ik voor haar ne
der en drukte een kus op haar hand.
Arme jongen, stamelde zij, terwijl zij zich dver
mij beonboop-, en ook zii s-af mij i*««® iitfi i»»or-
k°Ikd richtte mij toen plotseling op en snelde naar de
de— Arthur, ik zal altijd van u blijven houden, zade
ik snikkend; en u, mevrouw, Dooit zal ik u vergeteï.
Remi I Remi I steunde Arthur. I
Maar ik hoorde niets m< er; ik was verdweneï en
had de deur achter mij gesloten.
Een oogenbhk later stond ik naast mijn meester-
En nu vooruit l zeide hij.
Wij verlieten Cette en sloegen den weg naar F
tignan in. J
Zoo verliet ik mijn eersten vriend, en tal van lp6»
rallen werden mijndeel, waarvoor ik anders
zou zijn gebleven, indien ik niet bet slachtoffer v*
afschuwelijk vooroordeel ware geweest en n-J
door een dwaze vrees had laten beheerschen
SNEEUW EN WOL-EN.
Ik moest voortaan weer acite,<4=£I—
met het koord van de harp ^r^n^hou^er^U
gen, en verre tochten aoor rege
koude met hem afleggen.
w -J0- om miJ °P plomen en
Het zou wede J oor te doen en het geëorde
markten zoo dom mogeiyK o
publiek te doen lachen of *-uau'
Fr^n-
In de laatste dagen wierd er veel gezegd in de
dagbladen dat de gezondheid van Leo XIII veel
te wensohen liet en vele vertelsels werden over
hem verteld
Een maconniek blad schreef over de bijzondere
levenswijze van den Paus hetvolgende, dat vele
onzer lezers belang zal geven
Men weeft 'een heele wereld vertelsels rond
Leo XIII. lederen dag-, als men zekere dagbladen
leest, is hij op het punt in doodstrijd te treden,
en indien tastbare gebeurtenissen ahn die flaters
eene klinkende logenstraffing komt geven, indien
de Paus, dien men stervend beweert, kardinalen
en bisschoppen en zeits eenvoudige geloovigen
in algemeen gehoor ontvangt, haaoi men zich te
zeggen dat hij om zeggens lichamelijk dood is,
en alle verstandelijke en zedelijke kracht verloren
heeft men bevestigt zelfs dat men in 't kort een
nevenpaus onder hem zal kiezen, aan den negen
tigjarigen grijsaard enkel den eeretitel van paus
a in partibus latende, 't Is vooral op de boorden
der Seine dat men die kwakkels vliegen laat.
In het Yatikaan vindt men dat die handelwijze
oneerbiedig is jegens den ouden Paus en dan,
dit geeft veel werk te meer, daar hooggeplaatste
personen, op wien de aanhoudendheid dier
slechte nieuwstijdingen indruk maakt, zich ver
haasten bericht te vragen met den telegrarfen
er moet hun worden geantwoord om heu gerust
te stellen en de valsche tijdingen te logenstraffen.
Andere dienen hunne iezers niet minder spits
vondig nieuws op omtrent het bijzonder leven
van den paus. Zij stellen hem voor als zich moeie-
lijk door zijne kamers voortslepende, gesteund
op den arm van eenen kamerier en leunende op
een stok. Wanneer op krukken
Hij wandelt, slaat op en gaat zelf in zijne kamers
de voorwerpen en het papier nemen die hem
dienstig zijn zonder de hulp van iemand. Voor
tijds was hij nog al gebukt, maar sinds hij eene
heelkundige ontleding ondergaan heeft, is hij
het minder, 't Is alleen wanneer hij in zijnen hof
wandelt dat hij gebruik maakt van een stok en
dan gaat hij met kleine eenigzins haastige stap
pen maar altijd wakker ran, sprekende met de
genen, die hem vergezellen en somtijds staande
blijvend om eene plant te beschouwen. De laatste
maal dat hij zich in zijnen hof begaf heeft hij er
een groot deel van den dag in overgebracht en
verscheide malen de ronde gemaakt der dreven.
lederen morgend bijna leest de Paus mis roud
8 uren in zijne bijzondere kapel en doet hem die
nen door Centra, zijn eers'en kamerknecht. Twee
maand geleden omtrent, deed iemand zijner om
geving hem opmerken, dat hij ter oorzake der
groote warmte misschien wel zou gedaan hebben
niet recht te blijven binst een deel der mis en een
deel al zittende te doen. a Neen, neen, 't is nog
niet noodig, antwoordde de Paus, wij zullen zien
of bet later bet geval is
Om een ure neemt de Paus zijn voornaamste
maaltijd hij eet altijd alleen, zooals het etiket
het voorschrijft. In zijn appartement is er zelfs
geen eetzaal, ook doet Leo XIII in zijne kamer
op eene tafel zijn eetmaal opdienen, die men eerst
moeten lees maken heeft en waar men de boeken
en papieren heeft moeten van afnemen. De maal
tijd is sober soep, gezodeu of gebraden vleesch
met gebraden ««ardaDQels, een iweed- -' hotel
wliu Volgens 't jaargetijde en eentg ó-uit. Dit aues
wordt hem opgediend bij porties als in een re
staurant. Twee glaasjes wijn zijn hem genoeg.
Soms gebruikt hij den helft van een oranjappel
en behoudt zelfs den anderen helft voor later.
Onder verstandelijk en zedelijk opzicht is
Leo XIII niet verouderd hij verbaast degenen,
die hij in verhoor ontvangt en zeer dikwijls ver
genoegt hij zich niet met verkorteverslauen maar
eischt dat men hem ze in hun geheel voorleze.
Wanneer hij eene benoeming moet doen, wil hij
eerst de voorgaanden kftmen der kandidaten en
gaat over tot de kleinste bijzonderheden, om zich
te overtuigen dat de keus van den persoon goed
en gepast is.
Somtijds is men verwonderd over de helder
heid van zijn geheugen.
Zondag laatst zag hij een priester uit Perouse
reeds van zekeren ouderdom. Hij toonde zich
verheugd hem te zien Ha, 't zijt 't, gij, zegde hij
ik ben uw profossor geweestgij zijt een man
van jaren geworden, maar ik ben stokoud stra-
vechissimo Kardinaal Richard, aartsbisschop
van Parijs, die laatst uit het verhoor kwam van
den Paus, heeft niet kunnen weerhouden te zeg
gen aan al degenen, die hem gezien hebben, dat
De overgang was wreed, want niets went zoo spoe
dig als een gemakkelijk en gelukkig leven.
Ik gevoelde mij dikwijls vermoeid en uitgeput, er
gerde of verveelde mij gedurig, en ondervond allerlei
gewaarwordingen, die vroeger nooit door mij gevoeld
werden.
Gedurende onze wandelingen bleef ik dikwijls ver
achter, om aan Arthur, aan mevrouw Milligan en aan
De Zwaan te kunnen denken, en in mijn herinnering
leefde ik dan weder in het verleden.
O, welk een goede tijd was dat I
En als wij 's avonds infeen vuile kamer van de eene
of andere herberg sliepen, dan dacht ik aan de hul,
die Lk in De Zwaan.hari.en hna hnrrt vhndiL- dan wijn
beddelakens.
Ik zou niet meer met Arthur spelen, ik zou nooit die
lieve, vriendelijke stem van mevrouw Milligan meer
hooren I
Gelukkig echter troostte mij éen ding in mijn zeer
groot en voortdurend verdrietmijn meester was voor
mij veel minzamer, hartelijker zelfs, zoo deze uitdruk
king van toepassing kon zijn op Vitalis, dan hij ooit
geweest was
Zijn karakter, of liever zijn omgang met mij, had in
dit opzicht een groote verandering ondergaan en dit
althans gaf mij de kracht om mijn leed te dragen en
mijne tranen te bedwingen, wanneer de gedachte aan
Arthur mij het hart vervulde. Ik gevoelde dan, dat ik
niet alleen op de wereld was en dat Vitalis méér voor
mij was dan een meester.
Dikwijls zelfs, wanneer ik slechts gedurfd had, ge
voelde ik een onwederstaanbaren lust, om hem een
kus te geven; zulk een behoefte had ik om aan de ge
negenheid, die ik hem toedroeg, lucht te geven, maar
ik had den moed niet, want Vitalis was er de man
niet naar, tegenover wien men vertrouwelijk kon zijn.
In het begin .en ook gedurende de eerste jaren, was
het een zekere vrees, die mij op een afstand van hem
hield; thans was het een gevoel van eerbied dat hij in
opwekte.
Toen ik mijn dorp verliet, was Vitalis in mijn oog
een mensch zooals alle anderen, want ik was toen nog
niet in staat om eenig onderscheid te maken; maar mijn
verblijf bij mevrouw Milligan had mij tot op zekere
hoogte de oogen geopend en zonderling, wanneer ik
Vitalis soms aandachtig gadesloeg, dan scheen het mij
toe, alsof hij in zijn houding, zijn manieren en alles ee
nige overeenkomst had met mevrouw Milligan.
Ik zeide dan wel tot mezelf, dat dit onmogelijk was,
daar mijn meester slechts honden en apen vertoonde,
en mevrouw Milligan een aanzienlijke dame was.
Maar al zeide mijn verstand mij dit, mijn oogen
moesten toch gelooven, wat zij aanhoudend zagen; als
Vitalis het wilde, dan was zijn voorkomen even voor
naam als dat van mevrouw Milligan; het eenige on
derscheid tusschen hen was, dat mevrouw Milligan
altijd eene dame was, terwijl mijn meester slechts in
onVolfi omstandigheden zich als een heer voordeed;
maar hij was het dan ook zoo volkomen, dat hij zoo
wel den stoutmoedig'» - als den onbeschaamdste ontzag
zou hebben ingeboezemd.
Maar, daar ik noch stoutmoedig noch onbeschaamd
was, gevoelde ik mij wel onder dien invloed, maar
toch durfde ik mijn hart geen luoht geven, al lokte hij
dit ook door eenige vriendelijke,woorden uit.
Nadat wij Cjtte verlieten, hadden wij verscheidene
dagen lang niet over mevrouw Milligan en mijn ver
blijf op De Zwaan gesproken, maar langzamerhand
was dit het onderwerp van onze gesprekken gewor
den en mijn meester was altijd de eerste, die het aan
roerde, en weldra verliep er geen dag zonder dat de
naam van mevrouw Milligan door] ons uitgesproken
werd,
Gij hieldt veel van die dame 1 vroeg Vitalis mij
eens; ja, ik begrijp het; 'zij was 'goed, zeer goed zelfs
voor u; gij moet dan ook altijd met dankbaarheid aan
haar denken.
Hij voegde er dan ookjdikwijls bij
Het^moest I
Wat moest!
In 't eerste begreep ik dat niet; 'maar langzamer
hand kwam ik tot de overtuiging, dat hetgeen zoo
moest zijn, betrekking had opi het voorstel, dat me
vrouw Milligan had gedaan, om mij bij haar te hou
den,
Dat beteekende het zeker,^wanneer mijn~meester
zeide Het moest en het kwam mij yoor dat die
enkele woorden eenig berouwjverrieden; bij had mij
wel bij Arthur willen laten, maar dat was onmoge
lijk geweest. f't Vervolgt.)