V
P I G F E
*4
Eeu-en-Twinv
Jaarga
gjpoftg&tcnst, - ttaïrttlaii», - llrijljetö.
1879-1880.
Bureel Achterstraat.
J Gewoons Annonce». 20 centiemen per regel. Annonceu op de Xwec-de Bladzijde, 50 centiemen
den regel, Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel
EET LAND
V,'
5 fr 's jaars, vooraf bet, Inschrijvingen worden op alle tijd
stippen genomen rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
VAN AELST
1879 is verdwenen! w'hebben een Nieuw Jaar!
God zij gedankt! en aan al onze geachte Lezers
wenschen wij, in dees eerste Nr van 1880, een jaar
van voorspoed, geluk en zegen toe
1879 is een woelig jaar geweest, een jaar vol van
groote gebeurtenissen In Rusland en Pruisen heb
ben de Keizers en d'Overheden groote lessen ontvan
gen, over een zaak die ze niet wilden verstaan en die
nogtans zoo klaar is, dat een volk zonder Religie
een boos en revolutionnair volk wordt, dat de Vol
keren niet mogen bestuurd worden gelijk redelooze
dieren, en dat, met 't Opperste Gezag te miskennen,
de Keizers en Koningen, op hun wereldlijk gezag en
op hun rust trappelen
De Keizers van Pruisen en Rusland beginnen
J hunne dwaling in te zien en zouden onmiddelijk van
politiek veranderen, indien de Vrijmetselarij zoo ge
vreesd, zoo machtigen zoo tiranniek niet ware.. Bij
zonderlijk in Rusland wordt de toestand gespannen;
de Nihilisten zijn sterk, goed ingericht en vast beslo
ten totterdood te strijden tegen de Russische dwin
gelandij De Nihilisten vragen alle vrijheden, be
halve de noodzakelijkste, de vrijheid van Godsdienst;
't zijn gelijk de Rooden in Frankrijk, behalve dat de
Russische tirannie aan't Nihilismus 'ne schijn van
recht geelt.
In 18/9 hebben Piuisen en Oostenrijk een traktaat
aangegaan; in den Oosten, waar over twee jaar
gevochten werd, heeft het gebroebbeld voor de ver
deeling der volksstammen de koningen van Hol
land en Spanje zijn hertrouwd, en nauwelijks had de
Vorst van Spanje zijne echtgenote ontvangen, als hij
't voorwerp werd eener moordpoging; woensdag
laatst schoot zekere Otero Gonzalez, naar 't rijtuig
waar het koninklijke paar in zat; waarlijk, 't lot der
gekroonde hoofden is door niemand te benijden
In 1879 heeft Engeland den oorlog begonnen in
den Afghanista; prins Napoleon, die als vrijwilliger
diende, is op een wandeling door een bende Kaffers
doodgeschotenEngeland heeft veel last met dien
oorlog zijn reputatie lijdt er geweldig doormen
peisde aldaar dat Engeland machtiger is als g'heel
Europa te samen; en nu, de stam der Afghans houdt
't leger der Mylords in bedweng. Engeland zal over
winnen doch er van zijn kostelijkste pluimen laten.
In 1879 heeft Mac-Mahon als President van Frank
rijk zijn ontslag gegeven de eerlijke Generaal kon
het niet meer "uithoudenGrevy is hem opgevolgd
de Republikeinsche macht is in Senaat en Kamer
versterkt; rond de z5oo Communards zijn terug
geroepen; Garabetta wordt de spil die alles doet
draaien; het rijk der Rooden nadert met rasse
\$chreden. De Commune van 1870-71 is voor Frank-
v f-en harde lc$ genoeg geweest. De Napoieonis-
sn jn PrinsTJapoleon hun opper!yr!r>-
keizerrijk te zien
<iè\ de koningsgezinde partij blijft, de defrigste en
eerlijkste van Frankrijk, maar in 1879 heeft zij wei
nig gewerkt en bijna niets aangewonnen. Die partij
houdt te veel van vorstelijke overleveringen die ook
hunnen slechten kant hadden, en van deze eeuwen
niet zijn.
In 1879 is Paus I eo XIII, de edelmoedige Man,
voortgegaan met de kalme, wijze en kloeke besturing
der Kerk terwijl hij de katholieke leerstelsels, in al
hunne heldere en onveranderlijke waarheid doet
uitschijnen, de Paus, als een goede Vader, wendt
zich tot de Mogendheden die de Christene Vrijheid
vervolgen, en tracht den Godsdienstvrede te bewer
ken... Terwijl zijn Pausdom klimt als een licht in
den Hemel, kwijnt de zoon van Victor-Emmanuel,
heerscht maar door toegeving aan de Revolutie en
ziet in de toekomst niets dan puinhoopen.
België heeft in 1879 een merkweerdig jaar gevon
den tegen den wil van d'overgroote meerderheid der
Ouders, tegen den wil van bijna al deStaatsmeesters,
heeft de Vrijmetselarij hare slechte wet op 't On
derwijs in Kamer en Senaat doen stemmen; de
meerderheid voor zulke gewichtige zaak, was waar
lijk bespottendin 't Senaat éene stem, die van den
zieken Bruggeling Boyaval, die korts nadien aan den
Rhyn ging sterven, na zijne stemming berouwd en
gebiecht te hebben; die wet van Oorlog en van On
geluk heeft al wat België katholiek had, bedroefd,
getergd en in opschudding gebracht, en op eenige
maanden is een Vrij Katholiek Onderwijs in al de
Gemeenten van België tot stand gekomen. Dit is on
getwijfeld de gewichtigste gebeurtenis sedert de Re
volutie van i83o. De groote stap is gedaan; het
Staatsonderwijs, dat alles ging béderven en renewe-
ren, li6t ten gronde. Aan de katholieken, aan al de
weldenkende Belgen van hun werk voort te zetten,
van nimmer te gedoogen dat de Staat zich met on
derwijs bemoeie. Al de Staats- en gemeentescholen
',djn geus geworden. Die scholen worden betaald met
't geld van katholiek en liberaal; dat is Onrecht,
schreeuwend Onrecht. In zake van Onderwijs zijn
er maar twee stelsels meer: het Engelsch stelsel, en/
het Onderwijs aan de Gemeente. Vooraleer van 1879'
te scheiden, is het onze plicht allen te bedanken die
meewerkten voor 't Vrij Katholiek Onderwijs.
In 1879 is de gematigde liberale partij in België
ver achteruitgegaan. Frère, die een der meest gema
tigde was,heeft veel van zijn vroegere gedachten moe
ten verzaken Bara zelfs is 't hoofd der liberale partij
niet meermen gaat vooruit, juist gelijk in Frankrijk,
en binnen 't kort zal Janson ook niet hevig of niet
rood genoeg zijn. Het deftige deel der liberale partij
zou zich bij de Katholieken moeten voegen, om het
Vaderland van den ondergang te redden...
In 1879 is 't gebleken dat de Belgen zich aan
meerdere verzwaringen der krijgslasten mogen ver
wachten. Frère heeft vlakaf in de Kamers verklaard
dat de soldatendienst ccn algemeene plicht zal wor
den er zal dus in 1880 moeten gestreden worden
voor 't Vrij Onderwijs en voor 't Vrije Leger; tegen
de slavernij der Staatsscholen en tegen de slavernij
der Staat.s-kaserns
Eindelijk, hetgeen 1879 nog kenmerkt, is de vroe
ge strenge winter, en het hard en wreed gemoed van
bijna al de liberale Armbesturen, die tot den nood
lijdende hebben gezegd: Ge vraagt hulp! ge lijdt
koude en hongerg'hebt medecijnen noodig! hier is
hulp! maar eerst uw kinders geven eerst uwkinders
in de Staatsscholen
Grooten Goden dat is gebeurd in Belgenland, in
de beschaafde steden en 't liberalismus heeft zulke
wilde daden onder zijn bescherming genomen en de
Staatsmeesters hebben die scholieren van dwang
aanveerd, zonder in den grond te zinken van
schaamte!!!
1879, dit erg jaar, is verdwenen! 1880 begon
nen I Menschen, strijdt roch dapper voor ie - -A-
gioutfaitfiseis, oeveentt 'ibêraui'of 'a~
ren 80 zal d'ellende en tien -uuk •?,- 't
onkruid uit den grond..ïn alle geval, de Samenle
ving mag varen hoe ze wil, "t is altijd en immer een-
onvergankelijke troost van het Goede voorgestaan en
verdedigd te hebben.
De contributien slaan op de .telegrams slaan op
de convois slaan op er moet immers geld zijn, veel
geld voor den Staatsminister, voor d'Inspekteurs die
nu bijna't dobbel trekken en niets te doen hebben,
voor de Staatsscholen die 't vijfde wiel zijn aan den
wagen... Vivan de liberalen, en leggen zonder op
houden
Den schoolminister heeft hier en daar deftige lie
den, buiten hunnen weet, lid genoemd van de com
mission der geuzenscholen. M. Louis Van den
Broeck, te Ophasselt, is van dat getal Die heer is
an dacht dat zulke benoeming hem in zijne eer te
kort ctook hij aanstonds in de nieuwsbladeren
gepn steerd. Eer en lof zij aan dien rechtzinnigen
katht eken man
D: Schoplkomiteiten 111 ons omstreken zijn ge-
noen Men heeft overal de meerderheid gevormd
uit g rende liberalen, en er hier en daar een katho
lieke f een onpartijdige man bijgevoegd. Men weet
dat 1aan eiken katholiek in geweten verboden is
I ecnig schoolbediening te aanveerden en aldus mede
te weken tot de uitvoering der veroordeelde wet
ten aderen, vermits de meerderheid liberaal en geus
is, Zu pen katholiek en onafhankelijk man daar zon
der énige macht of invloed zijn en als bedriegelijk
uithngberd dienen.
bij ons ontstaan hadden
aiiiienmoed en vlaamsche
worden en welhaast
DE TOESTAND.
De -.ring dor lagere Kamer van woensdag 17 decem
ber, hoogst belangrijk geweest voor al degeno die de
al'scl'rg vragen der dwingende soldatenlasten en het
daar.; van een leger van vrijwilligers.
Tnc ..{.-id ,de bespreking van het contingent voor het
to... _.0ndo jaar 188'! heeft ons getoond langs wat kant,
bij Wi'ne ouzo representanten wij hulp en steun kunnen
ver-v .ohten, wie van hen in tijd van nood met ons zul
len t veide trékken voor het heiligste recht; welke ons
onveschil'ig gullen laten voorbijgaan; welke onze gesle
pen,.: aar gedoemde vijanden zijn.
Ik iegin met dezen laatston omdat zij verre de talrijk
stan oorkomen.
VihrTben vooreerst geheel de linkerzijde der Kamer:
8,is a zeggen het gouvernement, geheel en gansch gelijk
'hetAestaat, in al zijne vormen koning, ministers, do
meudefheid der Kamers hebben wij tegen ons op éene
uitend firing, dio van M. Defuissaux, twee leden der
li^'prz^jde onthielden zichde heeren Scailquin en De-
m>'-_; zij durfden de vermeerdering der krijgslasten
nog weigeren, maar doelden er op dat zij niet met
het vjAige stelsel konden instemmen.
Tor ledon der rc hterzijde stemden het contingent. De
her-rtnido M. Thor. - m, de heeren Visarj.JDe Clercq en
De >itteurs.
D) overige barer leden verwierpen de vermeerdering,
'tZT uit politiek, 't zij uit overtuiging.
¥i h yphen dezen hebben, wij dan to ziften cn moeten
t' ;bn,j voorstaanders zoeken.
r- f.'y zeggen zoeken en met reden want niet allen, die
vdl het vermeerderd contingent niet willen, zijn gene-
gë Som de loterij totaal af te schaffen tot nu toe toch
nij'f; zij zouden ons des noods wel eeno kleine verminde-
riff Wan soldaten en lasten toestaan; maar van daar tot
hel. >\cons beoogd dool, ligt een onmeetbare afstand.
Re nkrachlen willen er noodig zijn, geduld, taai ge-
dr a ze op onze zijde to lokken of zoo noodig tq+ va'
'ar,, wailjt Wil uURT cfnr.^rv 1 J,._
j L.j- *"-1 Zijn irum MijK üv ivi'aiou s, 11e u'Anoimuis,
':u Deh.i'jurs c-n anderen Door een lang verbiijf aan liet
bewind, door eèn veelvuldig verkeer aan het hof, zijn zij
zoo ver gebracht dat'zij nog iii <Io dwarflïg 'verkeeren,
dat een leger van 100,000 man of daaromtrent, eene
noolzakelijkheid voor België is.
Overdrijven wij nogtans nietdankbaar moeten wij
die aannen zijn, omdat zij eens moedigen zonderemweg
tegen eene vermeerdering van lasten gestemd hebben.
De eerste stap in den weg des goeds is de mooielijkste
om (loon, zegt men Verhopen wij dat het hier het geval
zal lijn dat die eerste stap, de laatste niet wezen zal, en
dhtjjdio mannen, wier hulp ons een leger zou weerd zijn
ohi tot ons dool te geraken, eens zullen klaar zien.
yn onder hen bemiunen de vrijheid 011 zij hebben er
1 roeetmaals bewijzen van gegeven.Als partijhoofdei kun
nen tij soms slecht en Hauw gehandeld hebben maar
juist die schijnbare llauwhertigheid doet ons hopen dat
eens de ontslavingskreet: «Niemand gedwongen sol
daat' - als de uitdrukking van 's volks begeerten aan
liumjèooren zal klinken, zij dan ook afstand zullen doen
van hunne persoonlijke gedachten om don volke recht te
'ateii geworden.
Wie zijn nu met ons? Op wie mogen wij in de Kamer
betrouwen Op do hoeren Coomanscn pefuisseaux voor
zeker, en dan op de reprosentalie Scailquin en Doroeur
die zich t6n minste ontlüeiden.
Wij kennen nog eenige anti militaristen onder de le
den der beide zijden der Kamer; dit is zeker, maar wij
hebben eigentlijk tot nu toe maar eenige mannen,waarop
wij stellig mogen rekenen een liontal slockts, 't is wei
nig, ja! Maar meer dan v
durven wénschen
Gaan wij dan vooruit, met
koppigheid. Do zegen moetc.
zullen wij den dag begroeten dal eenieder in het belgisch
wetboek zal lezen
- Niemand gedwongen soldaat
Een leger van Vrijwilligers.
(De Vadorlandor van Feoloo
Leest, Overweegt en Oordeelt.
De Jubilé van 50 jaren bestaan onzer grondwet, gaat
welhaast gevierd worden.
De grondwet is allerbest geschikt voor ons land, als
zij rechtzinnig gevolgd wordt.
Zij is niet volmaakt God al'een is volmaakt,
Het zijn Staatsdroomers (utopisten) die de wetten en
constitution willen volmaakt hebben.
Had iedereen, katholieken en liberalen, de grondwet
rechtzinnig uitgevoerd gelijk in de jaren dortig, nooit
zou men al dien haat en nijd, nooit zulke üstigeen hard
nekkige verdrukking en vervolging, nooit zulke alge
meene en gevaarlijke verdeeldheid en vijandschap ge
zien hebben.
De katholieke Godsdienst en liet Onderwijs zijn
krachtens de wet van Ood en krachtens de grondwfet
vrij.
Mag men nog zeggen dat Godsdienst en Onder wij- vrij
zijn
Neen duizendmaal neen
De Vrijheid van Godsdienst bestaat niet alleen v. n in
eeno kerk of kapelle te mogen gaan bidden, mis en ser
moen hooren, de Heilige Sacramenten ontvanger, enz.
Maar die Vrijheid bestaat ook in don Godsdienst in allo
zijne deelen.oeffeningen en werken te mogen uitoeflenon.
Nude voornaamste oeffeningen en werken van den
katholieken Godsdienst zijn voorzeker de werken Yan
bermhertigheid, waardoor men de armen en ellendigen
in hunnen Jichamelijken en geestelijken nood bijstaat ot
ter hulpe komt.
De onwetende loeren, zieken, weezen, ouderlingen,
krankzinnigen en andere ellendigen bezorgen, zijn bij
zondere en uitmuntende worken val# bermhartigheid.
Dit kan toch in de kerken en kapellen niet gebeuren.
Do kerken zijn niet gebouwd of geschikt voor scheien,
hospitalen, weezen- of krankzinnigenhuizen.
De kerk het is te zeggen de katnolieken moeten dan
noodzakelijk andere plaatsen en gebouwen 'nebben om
de werken van bermhertigheid te konnen uiloeflenei--
Dat is immers klaar gelijk'nen dag. Alwie een
ken verstand heeft, begrijpt dit, en afwio rechtzinni
moet dat bekennen.
Hetisdan krachtens onze grondwet rechtveerdi
noodzakelijk dat de Kerk hare scholen, hospitalc
stiehtan voor wcczen, qnvlarlingen en Araokzinnic
uuukt'eii, goiuiilHUIl ehVk.
Dit is ten minsten zoo F
alsdat de Keizers en K01
een en Edelmans, hunne 1
ken hunne huizen on an>
gebruiken.
Het volk weetdat, hèlvolt
dat, en misschien zal 't volk F
AVij vragen nu aan onze 1£3, -
rechtschapen landgenoot of'lpsfy c
aan de Kers. nog toegelaten is,
te bouwen en te bezitten, en hijg
staat is de werken van bermlK
iedereen gevoegelijk uitteoeifen
Wij willen nogtans niet zej
deze z;.alt alleen de pliehtigen z>j.
Wij zijn innig overtuigd en w.„
menige katholieken de vrijheden van
gekreukt hebben met do goevernemenL
te vermeerderen. f t
Dat al de pliehtigen dan rechtzinnig hunne mis-
belijden weerkeeron tot de overkomst van 1830 llan
er weer in 't land vrê en eendracht komen, en men
dees jaar met volle vreugd in allo steden, dorpen en
meenten, mogen don Jubilé vieren en Fsesteu houdt,
den wonderbaren timmermansgast. (Vervolg 9.)
De timmerman verstond niet waar zijn jonge gezel wilde uitko-
men, en bekeek hem met verbaasde oogen, als om te zeggenWat
j beteekent dat nu
Luistert, zegde Pieter. Ge moet uwen naaste beminnen en
- hem zijn ongelijk vergeven, maar er is iemand die zelfs iets meer is
als uwen evennaasten, die u meer raakt,met welken gij leeft en moet
leven... In een woord, kameraad, peist ge dat uw manier van han-
delen met uwen oudsten zoon, aan God behagelijk is?
Och, bad Wydeman, zijn wenkbrauwen optrekkende, och,
vriend, stoor deze zoete oogenblikken niet met mij te spreken van
een kind dat voor mij niet meer bestaat! Want hij, is hij met mij
bekommerd geweest, terwijl ik tusschen leven en dood hing
Ongetwijfeld ja; dag en nacht heeft hij aan 't bed gewaakt en
^^de jongen is maar weggegaan, als gij, tot u zeiven komende, aan
uw vrouw getoond hebt, dat gij hem niet wildet zien.
Zeer wel; maar, ge vergeet, M. Pieter, heb ik ongeliik jegens
hem, hij heeft nog meer ongelijk jegens mij. Een kind moet zijn
Vader gehoorzaam wezen, en 't is aan den Vader niet van voor zijn
kind te wijken.
Zekerlijk, g'hebt recht van u te doen gehoorzaam zijn in al
les wat redelijk is. Maar is't geen misbruik maken van uw rechr
met hem tot'ne staat te dwingen, tegen zijn gedacht en goesting?
Rechtuit gesproken, is 't geen koppig gedacht dat u aanspoort? Jaak
is een goed hert; 't is 'ne werkzamen, brave jongen, die als matroos
zijn brood eerlijk zal verdienen. Wat kunt ge daartegen hebben
Wat ik er tegen heb? dat ik timmerman ben, "cn dat ik mijn
zoon ook wil timmerman zien... Daarbij, 'ne matroos is aan teveel
gevaren blootgesteld.
O mijn lieve Wydeman, ge vergeet, dat elk ambacht zijne ge
lukken en zijne gevaren heelt. Zijt ge daar zelf geen bewijs van?
Geloof mij, niemand ontsnapt aan de dood, de eene wordt in zee
getroffen, de andere op zijn bed. Ge zegdet mij daareven, Vriend,
dai gij een groote verplichting jegens mij hebt. Welnu, ik vraag u
ook iets, ge kunt mij voldoen, ik vraag dat gij vergiffenis schenkt
aan uwen zoon.
Wydeman zweeg zijn vrouw en kinders voegden hunne smee
kingen bij die van Pieter, doch alles bleef vruchteloosVriend,
sprak hij tot den jongeling, ik heb bij eed gezworen dat, zelfs indien
de hooge cn machtige Heeren der Staten-Generaal mij de vergiffe
nis,van den jongen vroegen, ik hen zeggen zou NEEN Ge
zijt den braafsten en edelmoedigsten mensch dien ik kenik ben u
vee' verschuldigd maar ge verstaat dat ik u niet kan toestaan, wat
iten-Generc zou weigeren.
'hooger als de Staten-Generaal en heeft hij niet gezegd
lat dé dag niet ondergaan op uwe gramschap. i>
den braalstc
;1 j'erschuldig
^Vlc-Siatei
lbo
Gramschap ik niet tegen den jongen, zegde Wydeman, allee-
nelijk ik wil hem voor mijn oogen niet zien.
Ach, vriend vriendwat is uw hcjófd nog ziek, sprak de jon
geling, half bedroefd en half vergramd.
En hij verliet den koppigen Wydeman.
IX. Pieter wordt aalngeklaagd.
t Was eenige dagen nadat Pieter gesprbken had om de stijfhoof
digheid van Jaak s Vader te genezen.
Zekeren avond, als hij van zijn zieke Terugkeerde naar zijn wo
ning, vond hij aan de deur een klein ket: manneken, in 't zwart ge
kleed, met een wezen gelijk oud perkeimjn, en een dikke perruk,
die tot op zijn schouders viel en bijna g'jicel dat aardig wezen be:
dekte. Terzelvertijde zag Pieter opzijii deuren den staander, twee
reepkes papier met veel zorg opgeplakt''en versierd met 'ne grooten
zegel in rood was. Zonder om te zien wat die bandekes cn die ze
gels en dat perkementen ventje mochtelbetcekenen, trok Pieter den
sleutel uit zijn zak en ging de deur opendoen, als 't klein zwart man
neken schielijk zijnen arm vastgreep enj'iem op 'nen toon van com-
mande, toeriep: L
Halte-daar! wie zijn wij?
Verwonderd over deze onverwachte -vraag, bleef Pieter plotse
lings slaan en bezag van den hoofde tot de voeten den stouten vra
ger. Hij beet op zijn lippen en trilde een oogen blik van veront-
weerdiging; maar eensklaps kruiste hij de armen en zegde al lachen
de wie ik ben, zegde hij, ik geloof dat gij dit niet weten moet.Wat
u aangaat, ik peis dat gij een perrukkenhoofd zijt, op een groot
zwart llokhout gesteld.
Bij deze antwoord, begon 't manneken te dansen van gramschap:
Lompe kerel, riep hijge durft op zulke wijze antwoorden aan een
officier van onze hooge en machtige heeren der Staten-Generaal
ziet ge niet dat ik 'ne klerk ben van den grooten baillu? En bemerkt
ge daar den zegel der Nederlanden niet, die nooit straffeloos werd
geschonden?.Achteruit! achteruit! zeg ik u; of ge zult de zware
hand der Justicie gevoelen.
Met deze woorden meende hij den jongen timmerman bevreesd
te maken; doch z'hadden juist een ander uitwerkselop 'ne second
lag't zwart manneken tien passen van daa;-; op nog minder tijd
waren de zegels gebroken, en was Pieter :n zijn woning, terwijl het
officieel manneken bedwelmd zijn eigen opraapte en van daar liep,
om hulp te gaan inroepen.
Pieter was nu aan zijn talel gezeten en ïad stillekens zijn gewoon
avondwerk hernomen, 't is te zeggen gesc nften overzien en er no-
tas nevens geschreven, als de deur eensklaps openging; en wat zag
hij? aan 't hoofd van een gansche bende, een andere personnagie
r .'uorderd
insgelijks in 't zwart gekleed, met een gr<
een hoedje met drij tippen onder den arrr
ken rol papier houdende. De jonge timnu
alhoewel de vent hem met fonkelende ooj ;en bekeek en op'ne staats-
rote perruk, op t hoofd,
en in de hand, 'nen dik-
rman bleef gerust zitten,
manstoon vroeg: Is 't gij,den stoutmocdigen die i
de hand te leggen op 's Rijks zegels?
En g:j, vroeg Pieter opstaande, zoudt gii geval».
zijn, die u vervoorderd hebt van mijn deur te oesmuis.eren
den toegang tot mijn huis te beletten? En na cut schoo i stuk,
ge nog onder mijn oogen komen
De baillu, want 't was hü zelf, sprong wel dnj stappen achten.;,
als hij zag dat Pieter zijn bijl vastgreep; dan zich. cnu.ende tot m
personen die hem volgden: Op mijn hoofd, morde hij, die niosco
viet moet 'nen echten wildeman zijn. Hebt ge g hoord, hoedanig r
mij aanspreekt, mij, den grooten baillu van i 'oh-rH - Dit-.7
gende was hij verder en verder achteruitgeschovcn c n evona
nu weêrvoor de gesloten deur der woning van den wederspa-
Rus. Op zulke wijze kon dc hooge Ambtenaar zijn werk i
vullen en den jongen timmerman, in den naam van de vvetf óht.».
vragenook riep hij tot de sergeanten die hem volgden In den
naam van wet en recht, stampt die deur in
Een oogenblik, als 't u blieft, riep een timmerman, d-e bij ge
val, tusschen de personen van de wet was gemengd. Peist wel op t
geen gij gaat doen. Pieter is 't beste lam der wereld, als hij met
zachtheid aangesproken en behandeld wordt; maar t is ne leeuw,
als er tegen hem ruwheid en geweld wordt gebruikt.
Hm! hmmompelde de baillu tusschen zijn tanden,... die
brave man zou wel kunnen gelijk hebben. Ten anderen, de zege
praal der Justicie zal nog schitterender zijn, als wij met gerïlatigheid
handelen cn den barbaar met beleefdheid ondervragen.
Dit gezegd hebbende, verwijderde hij de sergeanten die de deur
gingen instooten en zijnen voet op den dorpel der woning stellende,
riep hij op beleefden toon
M. Pieter, mijn allerliefste M. Pieter, hoort eens en luistert
ik heb u iets te zeggen: ofschoon Rus, ge moet toch weten dat men
eerbied en gehoorzaamheid schuldig is, aan d Overheid van t Land
dat men bewoont. Ik ken Rusland niet al te wel, maar voor zijn eer
en reputatie, peis ik dat er daar toch ook een Overheid is?
Aanstonds ging de deur open, Pieter verscheen en sprak, den
baillu sterk beziende: Ja, vriend, t geen ge peist, is waar.
Nu dan, vermits ik de wettige vertegenwoordiger ben van t
Recht in Holland, ik hoop dat ge mijn ambt en gezag zult eerbie
digen?
Welnu? laat hooren? ik luister! wat begeert gij? vroeg dc
jongeling op zachten en aanvalligen toon.
Ten eersten, sprak de baillu, ik heb de zegels op uw huis .ko
men leggen, omdat ik gelast ben een onderzoek te doen in uwe pa
pieren. Daarbij moet ik u ondervragen over verscheide klachten, die
tegen u zijn ingediend. -
Het eerste punt weiger ik vlakaf, antwoordde Pieter op Ai
ten toon; voor het tweede laat ik u geworden. t Vervolgde.'-