Overweging Overzicht. klaart De vermindering is gedaan, omredo dat de toestond des huishoudens verbeterde, maar zonder eenig dreigement vaD schoolkwestie of zoo iets. Getuige doet zien dat de vrouw die 30 fr. trok, verminderd is van in 1879 en zoovoerts altijd namate zij ander middels van bestaan kreeg hij verklaart dat men alles op de boeken mag kömen nazien, alles en men zal juist vinden hetgeen hij zegt. Hij verklaart over de W* Buyi-e, dat zij van den typhus genezen was, dat baar oudste zoon NOOIT van den typhus te bed gelegen heeft, dat dit huishouden heel wel voortkon. "Van de W* Deneve, dat van haar 6 Winders, er i waren die geld wonnen, en dat zij zelve uit daghuren ging; hij rekent uit dat zij moer inkomen heeft met die winst,als 't geen zij vroeger trok. De W® Poelaert heeft in 1878grooten onderstand gehad; maar van dan af is het verminderd geworden, van op einde 1878 en niet van in oct. 1979. Do schoolkwestie, roept getuige met verontweerdiging, komt daarvoor niets tusschen, voor niets En op een vraag van Devigne aan vrouw Poelaert, wat zij wint, ant woordt hij met veel rede: Ha, M., als ^'aan arme menschen vraagt wat ze winnen, dan zult gij nooit te rechte komen Fabrikant Van Herueweghf. zegt dat vrouw Poelaert maar 1 fr. in de week wint met spoelen te maken, en de kloekmoedige armmeester antwoordt zeer wel: Dan heeft zij ongelijk, zij, een kloeke vrouw, dit zelve te doen. in plaats van daarmee een kind te belasten. Vrouw Poelaert komt verklaren dat h\j van school gesproken heeft. M. Brl ycker loochent formeel en voegt erby dat die vrouw in 't huis van Pante woont on dat haar zoon bij Van Herreweghe werkt. Dit gezegde doet rechter Devigne opbulderen; hij roept dat het laf is iemand te beschuldigen en het niet rechtstreeks te durven... Maar hoe edelmoe dig een Armmeester nevens degenen te stellen, die hij dikwijls moet mis noegen en aftrekken. Armmeester zijn is een moeielijke firnktie, maar moesten zulke knevelarijen dikwijls gebeuren, wie zou nog willen Arm meester zijn? wij vragen het aan al de liberalen die met de ondersteu ning der Armen bekend zijn. M. Bruycker doet zijn getuigenis voorlezen en men gaat over tot LEDE. 1. Bernard van den Abeele, baas te Lede, 08 jaar, (een beetje doof), verklaart weinig van de school te weten. Zijn d'armmeestors rondgegaan op 't dorp 'k Weet niet. Is er een lijst op 't Gemeentehuis met de behoeftige leerlingen? Weet niet; kan niet goed lezen en hoor niet wel. Geen personen bedreigd van hun kalanten te verliezen, als hun kinders naar d'officieele school gingen? Neen, M., 'k weet daar niets af. D'absolutie geweigerd Weet niet, heeft zelfs niet hooren zoggen. Gepreekt te Lede nopens de wet Neen, hij gaat in de kerk om te lezen, Voorzitter. G'hebt gedaan. V. Kunt gij schrijven 'k Heb het gekonnen maar 't zal lastig gaan. Als ik tijd bob... 2. Frans De Cremer, herbergier, 51 jaar, Lede g'hucht, verklaart baas te zijn, veel t'hooren, weinig de geklappen t'aanhooren, heeft geen gazetten in zijn herberg en trekt zicii vorder niets aan. Hij weet niet dat de armmeesters rondgegaan zijn, heeft niet hooren preöken op de scholen en kent niets van 't weigeren der Absolutie aan de Meester of de Meesteres. V. Ge gaat toekenen? A. Ja, 't is daarvoor dat ik mijnen bril opgezet heb. 3. M. Van Hauwermeire, kuiper en baas, 57 jaar, weet niets over de scholen te vertellen; zijn manneken van 8 jaar gaat naar de katholieke school, en zijn ander twee naar d'E. M. te Aalst, weet niet dat d'Armmeesters rondgegaan zijn, heeft niet hooren preèken over de nieuwe wet, heeft hooren van d'Absolutio spreken, doch weet niets van den meester in 't bijzonder, of dat er kalandisie afgenomen is. Waar ging uw jongen vroeger Naar de liberale school, M. Welke redens hebben u doen veranderen Om zeker wel te zijn,en omdat al zijn schoolmakkers veranderden. 4. E. H. Bral, Pastoor van Lede, oud 02 jaren, wordt onder vraagd over de Gemeenteschool ei: zegt er niets van te weten, vermits hij er niet kan gaan en de boeken nazien. De Voorzitter verklaart dat het te laat is om Hofstade te hooren en dat de getuigen dier Gemeente moeten komen, donderdag en acht dagen, 30 september. (1) En niet om te bespieden en do Pastoors over te dragen, gelijk er tegenwoordig zijn, tot hun eeuwige schande ZITTING VAN 23 SEPTEMBER, TEN 9 URE. (Veel volk; degendarms staan er tusschen, gelijk sterren in den geu- zerH*-is renfort bijgekomen uit Dendermonde, zoodat d'lieeren -• '-rvdcdjgd er.Vrmd warden door t 15 g.-men. Men begint met VLECKEM, en het onderhooren van den Staatsmeester Scheerlinckx. Na gezworen te hebben, begint hij in 't lang en in 't breed zijn klach ten te doen hij is daar gekomen en heeft noch eten, noch drinken ge kregen, zelfs geen melk voor zijn geld, zelfs geen water, hij moest dit naar Bambrugge halen zijn pomp is sedert 3 wekenjgebroken jong en oud, arm en rijk is daar tegen hem. Verscheide malen is tegen hem geroepen Foert voor de blauwe Vivan de roó Daarom, M. de President, zegt hij, zijn er te Dender- monde veroordeeld geweest. Is er niets gebeurd, vraagt de Voorzitter, tijdens uw aankomst aldaar Ja, M. de President, do koetsier kon geen klavers krijgen voor zijn peerden; hij is op 5 pachthoeven geweest, en op 't een (hij noemt het, maar wij drukken niet over,misschien worden die menschen expres genoemd, om aan drukking overgeloverd te worden) op 't een zeiden ze: wij hebben geen klavers voor Geuzen de koetsier vertelde dit in 't Ge meentehuis; en Burgemeester De Clippel zat daar en zweeg, in plaats, M. President, van te zeggen komt bij mij om klavers! Is er geen historie geweest met een ander rijtuig Ja, M. Pr., een gerij dat mijn Familie bracht, brak te Erondegem; ze vroegen hulp en kregen ze aanstonds maar de boeren, hoorende dat het voor mij was, hebben al hun werk vernietigd, 's Avonds is voor mij gedanst, enz. enz. Ik heb klacht ingediend en ze zijn veroordeeld. Hoe is Burgemeester De Ciippel jegens u en jegens uw school? M. Presidont, mijn school is leêg, en daaruit kunt gij al veel be sluiten in 't begin sprak ik met hem en hij zegde mij Ik weet dat do Geuzen willen boven liggen z'hebben daarvoor slechte kieswetten go- maakt; maar zoolang ik hier Burgemeester ben, zult gij geen oen leer ling hebben. Ik heb gezegd, dat als hij mij benadeeligde, ik mijn klacht zou ingediend hebben bij 't Gouvernement...-. Hij was dan zeer kwaad, Mijnheer, hij zegde dat de liberalen slechte wetten manen Devigne. Maar dat is politiek, sproken wij van de school. V. Gij hebt geen een leerling Neen, M.! (Gelach in de zaal). De burgemeester is eigenaar der vrije school f Ja, 'tis in een huis van hem, in een soort van kamer, dat nog van zijn leven kamer is geweest. Is de sekretaris Schockaert ook niet eigenaar van een school die hij op zijn kosten doen bouwen heeft Ja, M., te Ottergem. Is er nog iets Den 30 april heeft 't werkvolk van den Burgemeester achter mij geroepen. Op zijnen eigendom Neen, op den steenweg, maar 't was dicht bij zijn huis. Den 8 juli hebben de kinders van den Burgemeester, van op den boomgaard, achter mij geroepen. Wist de burgemeester het Ik heb hem mijn klachten gedaan, en hij heeft mij gezegd dat hij ze een goei poeiering had gegeven. Hij heeft mij ook gezegd dat ik mij wat van de baan zou gehouden hebben en daar niet altijd gewandeld met de Flandre Libérale in d'hand; de menschen zijn daar kwaad om, zegde hij. Roepen ze nu nog achter u Ze zijn nu benauwd, M. Wat weet ge van de sermoenen Ik heb er 4 opgeschreven, die g'hoel togen mij zijn dat men niet benauwd moest zijn van de kerk vervolgers, dat ze met schismatieke lee ring afkwamen. Randde hij u persoonlijk aan Hij diorf niet, M ik zat onder den preekstoel, doch er waren zinspelingen op mijnen persoon; ik heb 5 of 6 sermoenen opgeschreven ze staan thuis op mijnen boek. Wel! wel! alles is wel opgeschreven. De getuige teekent zonder lezen, en ontvangt zijn penningen. Nu komt K. Van Wambeke, burgemeester van Aalst, die als ge tuige geciteerd was, (die fameuse Kamerleden, wisten ze niet dat een Representant voor zijns gelijke niet moet compareerenf) M. Van Wambeke zegt dat hij enkelijk een declaratie komt doen men weigert ze t'ontvangen, als hij den eed niet aflegt; hij'legt den eed voorde declaratie af, en verklaart dan dat hij stellig weigert op een en kele der ondervragingen te antwoorden, krachtens zijn ambt van Volks vertegenwoordiger. Hij vraagt akte van zijn declaratie en verwijdert zich. Men gaat voert met VLECKEM, en er compareert Ringoot J., onder wijzer te Aalst, (lach vroeger onderwijzer te Vleckem. Hij was daar benoemd ambtshalve door don Stapt, zonder dat hij diploom had, nog studeerde te G«nt in do Normaalschool. Zijn getuigenis duurt 6 kwartieren. 't Is een lange klacht van zijn gsvarendheden dat hij geen logist kon krijgen; hoe dat hij naar negera en Ottergem moest gaan slapen hoe dat) do burgemeester weigerde een klein propagandescl|rift te doen aflezen door den champetter in dit sclarift beweert hij dat de school geen geuzeschool is (Zpo zoo! die heeren Meesters aanzien de BurgemeestJ'rs, als hun KNECHTEN!) Hoe dat de Burgemeester |had aangekondigd dat hij do Gemeenteschool zou geopend hebben voor al de kinders die NIET kwamen: hoe'dat veel schoolgerief uit zijn school was, ook hot kruis beeld en bord. Lippens. Was tit port nachelfast Neen, M En te lees- en schrijfpoeken Er waren er bijna geen. Getuige peist dat de boeken overgegaan zijn met den schoolmeester Boxstael. Pe Schoolmeester-Beschuldiger verhaalde no$ hoe do katholieke school werd geopend; door 't be<jld van den H. Aloysius, de Geestelijkheid en den Burgemees ter met zijuen sluier Do drij rechters. Mot zijnen sluier 1 Ja, M. Op zichtbare wijze gedragen 1 Op zichtbare wijze gedragen dan volgden de kinders en't volk dat zong: zij zullen haar niejt heb ben! En er was een groote mis ten 8 ure. En 's middags gat de burgemeester I)e ClippeJe een eetmaal; veel priesters waren or uitgenoodigd, ^lsook de gemeenteraad, allen zijn gogaan behalve schiepene Delantsheore. Hoeveel personen waren er aan tafel Weet juist niet; ook verscheide Burgemeesters van 't omliggende. Hoe weet go dat j Ze zijn 's avonds samen uitgegaan (Zoo, zoo, ze moeten weten wie eraan tafelVwas en leven wij nog in 't vrije België? gi Repres*hitant- jes, moet gij ook niet weten, water geëeten lis en hoeveel en wat er aan talol is gezegd Is er nog iets? is er nog iets? zon vraagt gedurig de President, en de meester geeft af; hoe dat .het de schuld van Burgemeester De Clippele was, A-it hij geen logist kon krijgen; hoe dat hij 's avonds ijii een herberg is gaan zeggeR dat men hem moest guiten- doen; hoe dat hij werkte om zijn school t'ontvfolkon. (Ontvolken en er was gccu enkele leerling)J Zekere dag, zegt Ringoot, kwam er een leerling de Burgemeester was 's avonds al bij d'Oadjors en 's anderdaags zat ik weer alleen. Hij weet nog te zeggen dat hij in den haat.'van 't Volk is door de schuld van den Burgemeeste£relk vreest den Burgemeester, elk ontziet hem, omldat hij die menschen hun brood kan afnemen. Devigne. Wordt er van zijn broeder gespiroken? Eens heb ik hooren zoggen hij steefkt een pluimken op zijnen hoed, omdat zijn broeder jt'Aalst Arrondissements-Commissaris is. Spreekt hij zelf daarvan Neen, maar 't volk zegt het. Eindelijk valt Ringoot op don Pastoor, zegtj, dat er 'ne jongeling die met hem uitging, daarom/ in de biecht uitgesteld is, dat een ander die hem derlt goeien dag zei, door den Pastoor berispt W6rd; dat eeit vrouw die hem kolen en hout had bezorgd, bekevep werd door den Pastoor die haar zegde, dat zij zich ^aldus in gevaar van zonde stelde. De vrouw heeft ditfoekend, als Dolf V an Hauwermeire er bij was. Pr. Was 't doodzonde? Weet niet. Eindelijk vraagt de President hem of er dwijmg ge weest is van 't Armbestuur Hij antwoordt neen. Devigne voegt erbij Gij hebt de gelegeal/ieid niet gehad dit te bestatigan Hij antwoordt neen, teekont en krijgt \ne zilve ren penning Men gaat nu over tot OORDEGEM. M. Doctor Dooreman, President vau 't School-Ko- miteit zweert en geeft af over den schoolstrijd in de gemeenteVéor de wet, zegt hij, sprak't Geestelijk met veel lof van den Onderwijzer die nu nog denzelf den isals er spraak kwam van die wet, is de Pas toor met een bulle bovengekomon, en met een gebedo- keu, dat door al de kwezels werd achterna gezegd; daarna is men beginnen te pieêkcn dat die wet gestemd was door 07Revolutionnairs, Vi ijmassons en Sloebers; dat niemand die de scholen ondersteunde nog kou absolutie krijgen, en daarna is men met dien thema van huis tot buis rondgeioopen. (Nota bene, dit alios wordt gezegd van eencn Pas toor die zich niet kan verantwoorden, vermits hij dood en overleden is.) Verders spreekt Dooreman van de Biecht, van een briefkon dat hij ook ontvangen heeft om tot de H. Tafel niet te naderen, van Grootvaderen grootmoeder die de berichten ontvingen dat zijniet moesten komen; van een feest die er moest zijn voor den 10de zoon, en dat de Pastoor dit kind ten huizo ging doopen om 't feest te beletten, van onderstand die aan oen vrouw geweigerd is, heeft ze mij gezeid, enz. enz. Na hem kemt de Sekretaris van 't Geuzen-School- komiteit zekere Bormans, die alles bevestigt wat zijn Voorzitter zegde; verders z-gt hij dat er een erge drukking bestaat van woge katholieke,}Eigenaars; als rede geeft hij voor, dat geen enkel kind van zulke Oudersin de Gemeenteschool is; zelts is er een Ouder, die hnn is komen verklaren, dat hij vreest van zijn land kwijt te geraken (zoo dan! en er is geen enkel mensch in dit geval, zegdet gij daarevenrj Is er drukking geweest van 't Armbestuur? 't Is moeielijk daar juiste feiten op te geven, omdat de menschen bevreesd zijn; nogtans weet hij dat aan d'echtgenote Leliévre hulp is geweigerd, om dat haar kinders naar de Gemeenteschool gingen. En ze was in nood. Ja. En't zijnarme menschen. Ja, Hoeveel kinders? Weet niet Eindelijn vooraleer zijn historie te teekenen, kiaagt hij de twee Schepenen aan der Gemeente, die ee.icn oproep voor 't Vrij Onderwijs hebben geteekend. 't Is éen ure; de Voorzitter kondigt aan dat Aalst onbepaaldelijk uitgesteld is en dat de zitting zal her nomen worden ten 3 ure. 3 ure. (Veel volk, gendarms op den post, gelijk souveillanten in een Collegio wordt opgeroepen en verschijnt, meester PORRE, van Oordegem. De 3 Rechters flodderen zich in hun zetels, Porro neemt oen theatrale houding en zonder ondervraagd te zijn, begint hij een conferentie te declamoorei.. Over den dwang te Oordegem Over de sermoenen van pastoor De Vreeze zaliger, Over de rondhalingen van geld Over de aanspraken ten huize, om menschen t'over- halen, en eerst vooral de llauwgeestigon (Ja, al wie onder don meester niet staat,is flauwgeostig). Als dit spel 5 minuten geduurd heeft, zegt do Voor- zijter: Halt, we gaan dit al opteokonon. Weêr 5 imnnten gedeclameerd. Weêr opgeschreven. Ende zoovoorts. Na den overleden Pastoor uit zijn graf gehaald te hepben, werden de Sermoenen van don tegenwoor- digen Herder en van den heer Onderpaster overge dragen. De meester zegde dat de Onderpastoor onlangs Katechismus deed en vroeg waar is God Overal op alle plaatsen. Neen, zegde hij, in de scHfcol is God niet meer; zondag laatst preekte de onderpa oor op de gierigheid als hoofdzonde, on bracht dit punt te pas op degene die ann de scholen niet geven of hun kinders naar de gedoemde scholen zenden, en onder de gehoorzaamheid niet wilden staan van ouze Moe der de II. Kerk. Na die declamatie vraagt do Voorzitter M. w;eet gij iets bijzonder? dwang van eigenaars Neen, M. 5 Van 't armbestuur Hij heeft gehoord van eene pressing, dat do armmeester zou gezegd hebben aan een vrouw, dat zij op geen onderstand mocht rekenen, zoo lang haar kinders in de ;emeenteschool waren. We gaan dit opschrijven, M. Do getuige toekenten krijgtzijnen zilveren penning. Juf. Raes. onder wij/.eres,van ambtswege benoemd, weet niets bijzonders; zij heeft baren Paschen niet mogen houden. Verders heeft zij van den doctor Doo reman gehoord, dat er dwang is.gepleegd. Wordt gij van 't volk eerbiedig behandeld Heb daarover niet te klagen. xDe deurwaarder komt zoggen dat M. De Clippclo daar aangekomen is; men dacht dat hij niet zou geko men zijn, wegens hot onlangs afsterven van zijnen E. H. Broeder. Groote stilte in de.zaal. De Rechters consulteoren hunne papieren en zetten zich ferm vast op hunne zetels. M. De Clippele, Burgemeester van Vleckem, zweert en zet zich voor d'Inkwisitie M., zegt de Voorzitter, gelief ons te zeggen welke uw genegenheid is voor de wet van 1879 en welke genegenheid gij ervoor getoond hebt M., antwoordt de Burgemeester, ik ben Christen en als Christen, wil ik mijne geestelijke Overheid gehoorzamen als Burgemeester eerbie dig ik de wet van 1879, maar ik kan ze niet vooi- staan; volgens mijn consciencie moet ik ze ver foeien. (De Rechters verbleeken en eene siddering van goedkeuring gaat door de zaal). M., er zijn ons vandaag verscheide bijzon Jerheden medegedeeld over schoolbehoeften die zouden verdwenen zijn en meégenomen door den ouden onderwijzer. Is dat waar M., daar weet ik niets van; mij ik bekend dat ons schoolmobilair ontoereikend was, en dat ver scheide zaken, o. a. een bord en 't kruisbeeld, den eigendom waren van den ouden Onderwijzer. Ver mits dit kruisbeeld gereklameerd werd, heb ik hem gezegd van het er terug te brengen. En dat is ge daan. Nu pegint M. Lippens een zacherij ofer de schoolpehoeften, poeken, enz., en omdat M. Box stael, 9 dagen langer in de school is geweest als hij mocht. M. De Clippele antwoordt dat er weinig school gerief was, omdat men zich op 't einde van 't schooljaar bevond, en dat hij niet peisde tegen de wet te doed, met een meester te laten, totdat de andere kwam. Ge zijt eigenaar der katholieke school Ja, M. Men heeft ons zekere daadzaken aangehaald die moeielijk overeen te brengen zijn, met uwen eerbied die gij zegt te hebben voor de wet. Is het waar, dat die school ingehuldigd is Ja, M. Gij hebt er aan deel genomen Ja, M. Gij waart er, voorzien van uwen driekleuri- gen sluier, als Burgemeester Ja, M., dat is waar. Gelief uit te leggen,hoe gij dit overeenbrengt met uwen eerbied voor de wet M. de President, de Grondwet van ons Belgenland zegthet onderwijs is vrijin alle groote plechtigheden,als er iets bijzonders te doen was, feesten, inhuldingen, heb ik het altijd als een eer aanzien mij met den sluier te bekleeden nu het de inhuldiging der school was, bij ons een zaak van groot belang, want allen zijn op dit punt ééns bij ons, van groot tot klein, het geschiedde met veel luister en volksbeweging, en als Vrije Burger heb ik gepeisd die plechtigheid te mogen en te moeten bijwonen. (In weerwil van de gendarms-Surveillanten, gaat er een langdurig bravo-geroep op; de Voor zitter roept tot de gendarms van de ruststoorders buiten te zetten van ze bij henrte brengen, de gen darms roepen Silence G hebt een eetmaal gegeven in uw huis? Ja, M, voor mijn beste vrienden, o. a. de Geestelijkheid van drij Parochiën, mijne medebe stuurders, en den Vrijen Onderwijzer. Denkt ge, vraagt M. Devigne, datde gemeen teschool ook geen belangrijke zaak is? hoe hebt gij u bij deszelfs inhuldiging gedragen? Er is geen inhuldiging geweest M.; 't Volk heeft daar bij ons geen genegenheid voor. En als de Meester u verzocht de school te doen aankondigen? Dat is gedaan, M. Maar d'aanbevcling die hij u ter hand stelde, hebt gij niet doen aflezen door den Champetter; waarom niet? M. de President, omdat die aanbeveling streedt tegen mijn geweten en tegen 't geweten van de geheele Gemeente! Ondervraagd of hij pogingen gedaan heeft om den Onderwijzer Ringoot uit zijn logist te doen zetten, antwoordt de Burgemeester Nooit nooit ik protesteerl dat is valsch Er zijn, zegt hij, door 2 personen, voetstappen bij de vrouw gedaan om haar dit te doen zeggen, maar zij heeit dit nooit willen doen. Wat men u zegde, was valsch Df.ViGNE. Ander feit, M.; en hij verhaalt 't feit der verkenskermis, dat de Burgemeester zou gaan opspelen zijn in een herberg,waar de meester zou geëeten hebben. Dat is valsch, roept de Burgemeester, dat zijn uitvindsels! ik protesteer Hebt gij geen bezoek ten huize gedaan, om kinders uit de offlciëele school te trekken Geen enkele voetstap heb ik daarvoor ge- daanïzelfs mijn eigen werkvolkniet aangesproken, ten anderen, dit is bij ons niet noodig ze zijn bij ons allen van éen gevoelen, christelijk en braaf. Hebt gij aan den onderwijzer niet gezegd: Ik zal zorgen dat gij geen enkele leerling hebt Neen, M., als hij bij kwam, heb ik hem ge zegd Ge zult een schoon lokaal en huis, maar ik geloof dat gij nooit geen enkel leerling zult hebben! Verders zegt de Burgemeester dat hij van de zedelijkheid des Meesters niets weet; dat hij eens aan den Meester gezegd heeft, van altijd met die Flandre Libérale niet uit te loopen, omdat dit aanleiding gaf tot ongemakken; maar van den an deren kant heelt hij ook overal streng verboden van achter de Meesters te roepen. Op de vraag waarom hij niets gedaan heeft om de Meesters te doen eten geven op't dorp, antwoordt hij: elk is vrij dit te geven of te weigeren! Ik kan niemand daarin forceeren! (Deze getuigenis wordt gebrekkig aangeteekend; M. de Burgemeester De Clippele verlaat de zaal). (Nu komen de Meesters van Bambrugge en Erondegem zulken armen zeever vertellen, dat de katholieken voor hun school gevlagd hebben, dat zij 't kanon schoten; dat ci, dat la, meteen woord, elk snakt naar t einde; wat zijn de Meesters toch hooggeleid! wat hebben zij noten op hunnen zang! Zij nemen letterlijk op hetgeen een hur.nir hoofd- meesters in 't Verbond schreef: Éen Meester kan meer dan 1000 Eigenaars! dan iooPastoorsl Libe ralen, ge ziet hoe dat volk reeds boven uw hoofd is gegroeid). BEMERKING. Al die de waarheid zoekt, moet zich misirouwen aan 't VERBOND; die gazet immers, overjaar als de Paus zijn eerste schrift over België zond, er was daar in te lezen; D'aanrandingen tegen de Grondwet doen kwaad aan Religie en Vaderland... En 't VERBOND deed eerst 'ne geweldigen eed en drukte dan: D'aanran dingen tegen de SCHOOLWET enz. Treffelijke liberalen, wat dunkt u? kan de valsche lafheid ver der gaan? Donderdag ten 9 ure, verschijnt Hofstade, 't is te zeggen, de geuzeklikdier Gemeente; en wanneer wichelen? wanneer Aalst? M. Willequet.ge zegt dat gij de waarheid zoekt; durft nu eens de vrije getuigen van Wichelen hooren; en roept eens vrije mannen uit Aalst en Hofstade? VAN EENEN OUjuEN BELG. (Na de Zitting van Donderdag). Ben ik in Belgenland!!! Leefikin 1880 of ben ik teruggekeerd naar 1829! Neen, nooit heeft de Hollander op zulke wrecdê wijze de Gemeentevrijheden durven schenden! Ons Voorouders hebben hun bloed vergoten voor de Vrijheid van Onderwijs, en nu, voor d'uitoefe- ning van die Vrijheden, moeten hier als misdadigers verschijnen, Pastoors, Burgemeesters, Armmeesters, Treffelijke Vrije Burgers; schande! schande! eeu wige schande! Nooit is in onze eeuw, in niet een land van Europa iets zoo volkstergend, zoo hatelijk geweest! Men roept de Pricsterhaters op, om de achtbaarste Priesters te komen beschul digen. Men roept zelf doode Pastoorsuit hun graf. en vraagt rekening over hunne Sermoenen, over het bedienen der H. Sacramenten, over d'Absolutie. Men brengt deftige Armmeesters tegenover zooge zegde noodlijdende, die als beschuldigers optreden 1 Burgemeesters moeten in hun eigen Stadhuis, in dit gedenkteeken der Gemeentevrijheden, ze moeten daar verschijnen als plichtigen, voor Gen tenaars en Brusselaars, voor Vrijmetsers.... Neen, over 3oo, over 200, over 100, over5o jaren zou dat niet gebeurd zijn; liever hadden de vrije Vlamin gen hun Stad in vuur en vlam gezien Maar,dit Liberalismus heeft tot dusverre, de gewoonte van dwang en van slavernij ingebracht.... Kan de Belg dieper vernederd worden 1En welk onrecht men laat ijselijken Geuzendwang toe men sluit d'oogen voor de welbekende waarheid, men zoekt dwang, waar niets te vinden is, als edelmoedige uitoefening der Vrijheden... Én wie zijn aan 't hoofd van die droeve spektakcis? Wetgevers, Re presentanten Ach, werd er ooit eene Lands- vertegenwoordiging dieper, moedwilliger in 't slijk geploft!!! Arm België, waar zijt gij gekomen?waar gaat gij naartoe Uw eigene Regeering spuwt in 't wezen der kostbaarste Vrijheden en gaat te werk gelijk de Jacobijnen der jaren g3, gelijk de Minis ters van Willem den Koppigen.... Frankrijk Het Ministerie-Freycinit is dood. Het is, schrijft de Pays,vervloeiend gewordeu gelijk een kreng dat m mestaarde verandert. De oorzaak van die ontbinding is de heersclizucht van Garnbetta, het begin daarvan heelt 't ontslag van M. de Freycinet geweest, en net einde der Crisis, God weet hoedanig bet zal zijn. Wij zeggen vooreerst dat het aan de invloed van Garnbetta toe te wijten is, dat het Ministerieel* ge staan heeft. M. de Freycinet is een schepsel van Garnbetta; "Gdmbetta bad hem van gedecoreerden Bonapartist, Republikein gemaakt, van eenvoudi- gen Ingenieur, Minister van Buitenlandsclie zaken, van Minister van Buitenlandsclie zaken, Voorzitter des MinisterraadsGarnbetta meende in Freycinet een passief werktuig te vinden: Eens vond hij er een man in, en wat meer is oen tegenstrever;het was met de kwestie der uitdrijving van de Kloos terlingen. Van dan af was Freycinet's val vastge steld; Garnbetta zocht zicli een nieuw werktuig. Hij vond Constans, Minister van 't Inwendige, ge bruikte hem als stormram tegen Freycinet, en met deze viel geheel liet Ministerie. Ziehier nu lioe de zaken gebeurd zijn. Zaturdag avond, in eene bijeenkomst der Ministers, waarin er spraak was van de dekreten, had M Constans zich buitengewoon gematigd getoondHij had ver scheide voorwaarden door M. de Freycinet gesteld, zonder tegenspreken aanveerd. Maar, onmiddelijk daarna, deed hij, in do «Agence Havaseenen artikel verschijnen die de zaken geheel vervalsch- ten en M. de Freycinet als overwonnen uitgaf. Misnoegen van denMinisler vanBuitenlandsciie za ken, nieuwe verwikkelingen, en eindelijk zijn ont slag. Stellen wij nu liet derde punt vast. 't Is te zeggen dat de uitslag der krisis door niemand kan voorzien worden. Alleenlijk twee zaken zijn on vermijdelijk dat M Ferry, aan wie liet opmaken eens Ministerie toevertrouwd is, er slecht zal van afkomen, en dat Gambetla onmogelijk geworden is als lid van 't Ministerie. Ziedaar Frankrijk s toestand. Ziedaar ook het voornaamste nieuws der week. Verders vernemen wij nog, dat de toestand der Hollanders in Atchin verre van rooskleurig is, dat de moeielijkheden nopens de Oostersche kwestie ontluiken gelijk pad destoelen in een moerland,en dat Bismarck zich ge reed maakt de duitschers onder een gelieelen stapel nieuwe geldlasten te verpletten. JEF EN SIS. Sis. Dag, Jef. J bk. Dag Sis Sis Ze zeggen, Jof, dat de gazettier uit de Pe perstraat zoo schrikkelijk op don Gemeenteraad tam boert Jef. Brengen ze redens voor den dag? Sis. Geen enkele: ze spotten onbermhertiglijk met Aalst, zijn openbare werken en monumenton ze zeggen dat Aalst, niet anders heeft als twee Kerken, een Beggijnhof, een Cellegio, do Ninnekes, wande lingen, een overdekte Markt, 'ne kandelaber aan tie Statie, oon schoei op Mijlbake, 0nz. enz. Jef. Ha, ze spotten met Aalst, en wie doet dat, wie schrijft 't Veruond Sis. Jef, ge wetj toch wel, dat or sedert dat 't Verbond uitkomt, altijd oen gordijn voorenhangt, opdat de schrijvers niat zouden gekend zijn. Jef. Zoodus, dat is 'nen bottik zonJer uithang bord Sis. Al zijn leven geweest. Jef. En waarom zijn ze beschaamd zich te doen kennen als hun werk goed is, als zo do waarheid schrijven. Sis. Dat zeg ik met u, Jef, maar om ons parle ment op 't Verbond van hedendaags voort to zetten 't en zou ons niet moeten verwonderen dat er tegen woordig een massa artikels geleverd worden door do Geuzemeesterswant 't Verbond heeft geschreven We zijn de gazet der Staatsmeesters Jef. Zoo dat die opeters, na hier op de kosten van arm en rijk te leven, nog in 't wezen komen spuwen van degene die hun don mond open houden en de zakken vullen. Wat ze komen met Aalst lachen en spotten Sis. En wat zeggen do liberale Aalstonaars daarvan Jef. Sis, ze zijn halvolings kontent, omdat er bijzonderlijk gelachon wordt, met 'tgeen dat t'Aalst door do katholieken is opgekomen Met d'overdekte Markt

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1880 | | pagina 2