27 Zondag 3 Juli 1881. Twee-en-T>vintigste Jaargang. ©oösöicnst, - llab 'rlanö, - bnjljeiif Jït. Baron Bclljttne, Nu, Landbouwers en Ministers. Brussel. JAN CLEREER laatste Binders ran Vlaanderen, iiftgs ^*^rJj^ji^*«^■ll^■ hOWC/ Bureel, Achterstraat. Gewoon® Annoncen: 20 centiemen per regel. Anuoncen op dc Tweede Bladzyde, 50 cent den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel. HET LAND 5 fr 's jaars. vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. VAN AELST en zijn Redevoering in 't Senaat. In zitting van iü Juni heelt M. Baron Bethune, Senateur van Kortrijk en Gemeenteraadslid van Aalst, die achtbare heer heeft een redevoering uitge sproken over d'algemeene landsbelangen, over de belangen van't Arrondissement Kortrijk, en van het Arrondissement en van de stad Aalst, in 't bijzonder. De Redevoering van M. Baron Bethune, een aller- merkweerdigste stuk, dat in d Annalen verscheide bladzijden bekleedt, die Redevoering kunnen wij in haar geneel niet opnemen; wij moeten ons bepalen bij eenige uittreksels, voor welke 't weldenkend Publiek, ja zelfs de liberalen die gevoelen hebben voor den intrest des Vaderlands,voor welke men den achtbaren Senateur, vurige gelukwensching en diepen dank is verschuldigd. Een liberale Senateur, die weinig van Landbouw weet, had voorgesteld van den Landbouw te verbete ren met maatschappijen in te richten, welke honderde hektaren zouden koopen en doen bewerken volgens de verbeterde stelsels Dit stelsel, waaronder Ierland zucht, werd door M. Bethune krachtig en met gron dige bewijsredens bestreden. Een ander princiep, op 't welke ik aandring, zegde hij verder, is, dat in tijden van krisis, meer dan op alle andere tijden, men zich moet onthouden van vruchtelooze en nuttelooze onkosten. De gespaar- zaamheid is alsdan de eerste regel. En onder dit opzicht, moet ik M. den Minister van Financiën doen bemerken, dat hij met zich zeiven in tegenspraak is. De achtbare MGraux heelt den Landbouw ge wroken tegen MBalisaux, die hem wilde tot den staat van slavernij brengen de landbouwer moet meester zijn in zijn huis; hij moet d'opvoeding zijner kinderen kunnen bestieren; maar als het van onder wijs geldt, Mde Minister vindt dat er hinderpalen zijn, om hem diezellde vrijheid te laten. De opvoe ding van 't onderwijs scheiden, dunkt mi) onverstaan baar. Ik acht dat de Vader des Huisgezins, beter dan de Staat, bekwaam is om 't geweten zijner kinderen te geleiden en hunne geschiktheden te kennen. M. Minister Graux. Degeen alleen die het be- geeren, zenden hun kinders naar d'openbare scholen. M. Bn Bethune. Zulks belet niet dat het mij onmogelijk is goed te keuren, hetgeen 't gouverne ment doet, namenllijk de Gemeenten te dwingen van scholen te bouwen, waar zij gansch nutteloos zijn,van aldus den budjet van den Staat te beladen, maar ook den budjet der Gemeenten en der Provinciën. Mijn- heeren, 't heeft mij pijn gedaan in de redevoering van den Minister te hooren, om welke rede hij den Staat uar. Hoofd van 't onderwi:= y.-ilt siellen. óij wilt Christenen maken, zegde hij, en ik wil bur gers hebben. M. DE Minister. Katholieken, heb ik gezegd. M. Bn BETHUNE. Zouden, bij geval,de Christenen ol de Katholieken geen burgers zijn? Gaan wij terug- keeren tot dit ongelukkig tijdstip,toen de Katholieken aanzien werden, als ten minste verdienende van ge bannen te worden of buiten de wet gesteld? Mijnhee- ren, ik acht, dat zij Borgers zijn en van de beste. (De liberalen spotlachen). 't Is onder hen niet dat gij revolutiemakers zult vinden, internationalen ol socialisten. Ik ben zeker, Mijnheeren, dat men aanzienlijke besparingen zou kunnen doen op dit afgejaagd budjet van 't onderwijs. 19 miljoen besteden aan iets dat vroeger maar 2 of 3 miljoen kostte,om tot den bekomen uitslag te ge raken, dat is buitensporig Mijnheeren, dat het mij nu toegelaten weze de aandacht van 't Gouvernement te roepen, op de stof felijke belangen der arrondissementen Kortrijk en Aalst. En ra gesproken re hebben over den Dender en de Leie, over de verliezen van Landbouwers en Grond eigenaars. over groote noodzakelijke werken, dan deed M. Bon Bethune de volgende gewichtige verkla ring over de Statiën van Aalst, verklaring welke over eenkomt met al hetgeen wij over die Statiën sedert 2 a 3 maand hebben geschreven. De groote hinderpaal der openbare werken, zegde M. Bethune, dat is 't geld; en M. de Minister zal ons ongetwijfeld als antwoord geven 't gebrek aan hulp middelen Maar, Mijnheeren, er zijn middels om zich geld aan te schafen. Bn een eerste middel is, van. als men voor ver- schillige proiekten staat, die min of meer miljoenen kosten, van het bestkoopste te nemen. Ik zinspeel hier op het maken eener nieuwe statie t'Aalst. En in deze zaak kan ik niets doen dan herha len wat ik laatstleden aan den Minister in zijn kabinet heb gezegd, dat ik met spijt zou zien het Gouverne ment gevolg geven aan een projekt van een koopwaar statie te maken, op een plaats waar het 3 of 4 maal meerder zou kosten dan in de weiden aan de stad pa lende, op een plaats waar men een gansch nieuw opge bouwd kwartier zon moeten afbreken en de Eigenaars rnineeren van verscheide Nijverheids-Gestichten. De Statie langs dien kant zou ik aanzien als een verkwisting (gaspiliage) der openbare penningen, en ik smeek den Ministervan hieraan geen gevolg te geven.» r Een tweede middel om geld te vinden, Mijnhee ren, ik heb hem daareven aangeduid. Een einde stel len aan de wonderbare vermecrdenr.it des Budjets van openbaar onderwijs, om 't Vrij Onderwijs tegen te werken. Zoo sprak M. Baron Bethune. Zijn deze verklaringen over de Statie gegrond of ongegrond Zijn ze gegrond,is 't Plan-Blondiau een verkwisting der gelden, een rewien voor verscheide Nijverheids- Gestichten, een verminking der Stad. wij vragen nog maals plechtiglijk dat elk zijn plicht zou doen, dat Aalst zich zou vercenigen tegen dit heilloos ontwerp. Schande schande Niet éen letter is inde gazetten voor 't Plan-Blondiau geschreven, niet éen woord in 't Publiek er voor ge zegd. en 't gaat door alsof Aalst onverschillig ware tusschen de twee plans, de Minster Sainctelctte heeft zijn handen gewasschen in de siad AjL- »r> gezegd Als Aalst onverschillig is. mocht ik dan niet an'o... be slissen Wat gebeurt er? wat gaat daar om? Welke is de geheime rede dat Aalst moet geslachtofferd worden En Aalst wordt door 't Plan-Blondiau tekort gedaan; M. Baron Bethune verklaart het in 't Senaat d'hee- ren Fabrikanten verbergen het niet de Denderbode heelt het uitdrukkelijk geschreven en ons nederig blad heeft dit sedert verscheide maanden trachten te bewijzen. Ofwel al die heeren, die 2 gazetten bedrie gen zich, of wel er moet een algemeene krachtige tegenwerking ontstaan. Nu is 't nog tijd Ja, t' is nog, tijd als men maar wilt opslaan uit die onbegrijpelijke onverschilligheid Schande! schande en nog meer schande dat de liberale gazetten van Aalst over de Statiën doodzwij gen, en niets te zeggen of te bemerken hebben aan hunnen liberalen Minister. De landbouw kwijnt; le onroerende goederen zijn van 20 tot 25 ten honderd in weerde verminderd; honderden en honderden landbouwers gaan te niet. Het is volstrekt noodzakelijk dat de landbouwers hunne uitgaven verminderen of wel hunne ontvang sten vermeerderen. Zekerlijk moger en moeten de landbouwers, gelijk ade lieden, leven volgens staat en conditie; iedereen irlag en moet zich nu en dan eerlijk verzetten, zijne vrienden en bloedverwanten bezoeken en ontvangen. ti,r feest en kermis gaan; maar het kan toch niet ge loochend worden dat er landbouwers zijn die veel geld en tijd verkwisten in ledigheid, in pracht, in d; -nken, schinken en nachtzitten. Van eenen anderen kant, men moet ook bekennen dat menige landbouwers hunne ontvangsten merke lijk kunnen vermeerderen; ie met wat meer werk zaam en zorgdragend te zijn; 2= met hunna landen en meerschen te draaineren, beter te bewerken, te weden en meer te mesten; 3e met te zorgen voor allerbeste zaad en planten, voor goed en kostelijk ras van peerden, koeien, schapen, varkens, enz.; 40 En hier geldt het de plicht van het Gouvernement met aan de landbouwers veel meer gemak te gevenj om goedkoop hunne producten te kunnen leveren en koopwaren te ontvangen. Hierom is het noodig dat meestal de Gemeenten statiën krijgen, en dat zij allen aan eene statie en aan malkanderen door steen- of ijzerwegen verbonden worden; dit moet cr komen, du zal er komen, maar hoe eerder hoe beter; 5° Inge zien de weerde van de onroerende goederenj 20 a 25 p. 0 o verminderd is, moeten ook de grondlasten 20 a 25 i'0 verminderen; vooral de rechten van enregistre- ment en van erfenis in zijdelijkelinie ot bij testament; en voor wat deze belastingen aangaat, er moet nood zakelijk voor de betaling van deze rechten eenen vas ten basis gesteld worden,om processen,moeielijkheden onkosten, willekeurigheden en misnoegen te vermij den. Bemerkt wel, achtbare Lezers, dat er hier geene kwe -tie is van katholiek of liberaal; er is enkelijk kwestie van billijkheid en rechtveerdigheid; en om zoncer opzicht van personen en opinien rechtuit te spreKen, aarzelen wij niet te zeggen; dat katholieke en liberale Ministers cn Wergevers in dcespunt hunne plicht niet behoorlijk gekweten hebben. Een oud spreekwoord zegt; schoenmaker, blijft bij uwe leest oiwel schoenmaker, gaat buiten uwe leest niet. Insgelijks moet men zeggen: Ministers en Staats mannen, bemoeit u niet met de zaken van parttkulie- ren;-vant elkeen is heer, meester en Koning in zijn huis - bemoeit u niet met. .Ge* 'lenst c;:- c'iing H-ufsrer., 'VOi her n drt K'«ger ïccsCw. .s'over ilcu c.'- Jr; dc*. over de opvoeding hunner kmdercv ^Askater. zwijgt, als er van boerenstiel gCSp.r9fceQ want als gij zwijgt, gij zult de domheid en dwaasneid niet begaan met in hel Senaat te zeggen; dat de landbouw gelijk in Engeland en in Amerika, in't groot moet gedaan worden; en bijgevolg dat de koeihouders en kleine boerkens (die tot heden toe nog de braalste menschen zijn) moeten knechten en slaven worden. enz. enz. Wat schandalen in die liberale stad 1 Welke schoeffeldenj Welke schobejakKerij 1 Welke reuzen van grijpvogels Welke, ja welke smeerlapperij Een Burgemeester die zijn huis verkoopt, zijn groot ouderlijk huis, op conditie dat de kooper er vuil ko ten zal mogen maften. Een Policie-Commissaris.voor wie er valscfae eeden worden gedaan; de ineineeders worden van valsch- heid bewezen, gestraft 't komt uit dat de Policie- Goinmissans zijn zuou wijn leverde aan de meeste slechte huizen, dat hij zelf er in betrokken was; En het opperhoofd der Policie van Brussel is moe ten opgescüorst worden voor 15 dagen,eu men vraagt zijn afzetting. ^.iNu begint men te begrijpen, waarom de Stadhuisbollen van Brussel en huunen Aan- gang zoo geweldig zijn tegen de Vertegenwoordiging uer Minderheden. Hun bestuur mag niet van nabij gezien, niet gecon troleerd worden. En voornamelijk, omdat er zulke konkelfoes is in de besturen der groote steden, (en in algemeenen re gel een overzicht is altijd goed en vooideelig -,) doch voornamelijk in 't belangden groote steden, moet de Vertegenwoordiging der Minderheden worden inge voerd; daarom zyn wij er partijgangers van, onder voorwaarde dat de burgemeesters eu Schepenen door den Raad ol door de Kiezers worden benoemd. Vaderlandsliefde der Geuzen.^ Inde 10®eeuw nebben de Geuzen hun Vaderland aan Frankrijk willen leveren; de gutuigsckritten be staan, getuekend door Wiihem-den-Zwijger; eu nu in ld8l, daags na de Jubilé-viering, roepen de liberalen, Vreemdelingen, Pruismaus, meest Protestanten tor hulp, in de noop van aldus de katholieken te kunnen neerslaan... Is 't Landverraad, ja of neen Socialisten. Liberalen en Socialisten hebben t'Antwerpen en te Brussel meelingeu gehouden. De liberalen bulderden tegöQ 't Katholiek maar de Socialisten maakten gevolgtrekkingen, vielen de maatschappelijke standen aan eu vroegen voor Ka mer, Provincie en Gemeente, d'algemeene Volksstem ming. Doch Frère en d'ander Ministers en de liberale kop stukken. willen dien stroom tegennouden. T Antwerpen zijn de Socialisten buiteugesmeten; ze zijn welkom oin te lawaaien, tegen 'l Katholiek, om Pastoor, Pater en Non uit te schelden,en straatscuan- daal te maken, doch verder met. Onder tusschen, het Algemeen Stemrecht wint veld. Is t algemeen stemrecht met, het voelen van den pols der samenleving? zells zonder Algemeene Stem ming, alse«n Volk bedorven geraakt,wee den Lande, wee de Steden, wee de Familiéu! Verscheide groote katholieken Lebben verklaard dat zij 't Algemeen Stemrecht verkiezeu, boven al die valschheden en knoeierijen der kieswetten, die dik wijls recüt geveu, aan degenen die het stoutmoedigst 'nen valscheneed durven doen. Komt uet Algemeeu Stemrecut, wij zullen ons nog meer beieveren, strijdende tegen alle verdrukking en misbruikeu, voor een recutv - u bestuur. Eerlijkheid De valschheid, menschen. de valschhoid der libe rale gazetten, moet elk eerlijk hart doen walgen. Ze schrijven niet om de waarheid te verspreiden, maar de lage driften van leugen en laster te voldoen. Zij gebruiken eerlooze middels om 't volk te bedrie gen. Om hiervan een geval aan te halen, tusschen hon derde Onlangs, te Parijs een geuzengazet schrijft een smaadartikel en betichtte twee Nonuen van wal gelijke zaken. Er was daar niets van 't historieken gaat nogtans in België van tl'een fransche liberale ga zet naar d'andere en moest liet transch modderblad veroordeeld worden, in Belgie zullen zijn konfraters dit vonnis niet overnemen. Verdienen zulke gazetten eenig betrouwen? Verdieuen zij 't minste geloof f Is 't niet noodig op zijn hoede te zijn tegen al wat uit de liberale gazetieu voortgebabbeid wordt of de verhalen uit den Franschen Tijd, (naar het uitgebreid werk van S. VAN DER GUCHT, Kunstschilder te Aalst.) 3® Vervolg. IV. In 't Kantoor van den Notaris Vosselaer. Jan belde dus, in de Nieuwstraat t'Aalst,aan 't huis van den No taris Vosselaer. 't Was een woonst met twee verdiepingen, netjes van aanzien, groene waterbladen en deur.de vensterramen wit en voorde ruiten, prettig geplooide gordijnen. De Notaris Vosselaer is sprekelijk? vroeg Jan aan een oude meid die opende. Dc oude bezag hem van 't hoofd tot de voeten en een soort van grimlach scheen op haar gerimpeld wezen, als zij den geldzak be- Gaat in 't kantoor, antwoordde zij, en zich omkeerende, liet zij hem slaan en ging in haar keuken. Jan Clerker zag voor zich een deur, waar met zwarte letters Kantoor Op Stond; hij klopte erop:ENTREZ! riep men; hij opende de deur cn trad binnen. De plaats was nietzeer groot, maar bijzonder zuinigonderhouden; de roode steenen vloer schoon geschuurd, den muur in olieveri, boekkassen die blonken van netheid, vier klerken aan lessenaars zonder stof en een stoof die warm gloeide en blonk als 'ne spiegel. Jan, ds muts in d'hand, vroeg om den Notaris te spreken. Kunt gij het met ons niet doen? vroeg een der klerken. Neen, zegde Jan. De klerk ging op een deur kloppen; men opende met een spleet, eenige woorden werden gewisseld: Ga daar maar binnen, zegde de Jan trad de kamer in en bevond zich nu in 't bijzonder kantoor van den Notaris. De Notaris, meester Jacobus Vosselaer, was alsdan een man van ruim 60 jaren; middelbaar van gestalte, kaal van hootd, dunne lippen en op zijnen scherpen snuitneus een blauwen bril. Dien aardigen bril met blauw ronde glazen, gal hem een katerachtig op zicht; hij was aan't schrijven. Vriend, zegde hij, ik ben bezig adn eenen volzin, vertoel een ■weinig, ik ben straks aan u. Jan bleet staan, de muts in d hand en de geldbors in den arm. Hij keek eens rond; daar ook blonk alles van netheid: waterkleurige muren en deuren met groene boorden, op de schouw een schoone spiegel met vergulde lijst, twee zilveren kandelaren en gouden hor- loeieop 't schouwbord; meizenhouten boekerijen twee gepohste lessenaars, een groote waaraan de Notaris zat, en een kleinere, waartegen zich een persoon bevond, in papieren en perkamenten wroetende. De vent had zuk geheimzinnig wezen, dat Jan hem niet genoeg kon bezien; een leelijke mensch was het niet,maar in geheel zijn wezen lag iets zoo terugstootend en zoo koelmoedig, dat het onuitsprekelijk was. Terwijl de jongeling een soort van revue maakte,zag hij toevalliglijk op den grond liggen, voor de twee lessenaars, een klein toegevouwen papier, een briel of zoo iets dat verscheide dagen in den zak had gesteken. Jan kreeg nu eensklaps 't gedacht van dit papierke met list te bemachtigen; hij deed voorzichtig een stap voorwaarts, liet dat hij het schoon versierd schouwbord bezag, en zette den voet op 't papierken. De Notaris hief toen juist het hootd op, zijn volzin was geschreven. Jongman,wat is uw verzoek? zegde hij. Mijnheer, zegde Jan en hij liet zijn klak vallen, bukte zich, raapte ze open levens ook het briefje, Mijnheer de Notaris, ik kom van wege Juffra De Winter en heb hier eenig geld dat ze mij ver zocht heeft u te behandigen. Ha! zei de Notaris; wacht eens! en met den wijsvinger op 't hoold kloppende alsol hij moest denken, waarom jufvrouw De Winter hem geld zond. ja. ja, vervolgde hij, nu weet ik het; 't is geld van 'nen aankoop; 't is vandaag de valdag; maar 'k had het schier vergeten, daar ik toch zooveel in mijn hoold heb. Valschaard, peisde Jan, ge meint dat ik niets meer weet; zoo veel te beter! Mijnheer, vervolgde Jan, juffra De Winter heelt mij doen zeggen dat er 1000 tr. te kort zijn, die gij overmorgen zult hebben. Deze woorden schenen niet zeer wel in d ooren van den Notaris te klinken, want hij fronste den neus; ook de vent die aan den an deren lessenaar zat, hield op van in zijn papieren te zoeken en scheen te luisteren. Vriend, antwoordde de Notaris, na zich een weinig bedacht te hebben,'t is goed; zeg aan jufvrouw De Winter dat ik misschien dit geld niet zal noodig hebbon, en is het anders, dat ik het voor haar zal verschieten. Dat heelt de jufvrouw mij niet doen vragen. 't Is wel! 't is wel! zegt aan jufvrouw dat ik voor alles zal zor gen en dat hetgene zij verwacht, voor den avond zal thuis wezen Zeer wel, mijnheer de Notaris, zijt zoo goed mij een kwijt- briefje te geven. Hoe! een kwijtbriefje? Ja, van 't geld dat ik u gebracht heb. De Notaris en de man van den tweeden lessenaar wisselden een oogslag: Ja ja, sprak hij, waar zijn mijn zinnen! Sprietvlechter, vervolgde hij, tel eens "t geld dat in den zak is; er moet 49 duizend fr. zijn; is alles juist, schrijf een kwitancie, ik zal ze teekenen. En zonder zich nog met Jan te bekommeren, boog hij zich over den lessenaar en herbegon zijn schrijven. De vent van den kleinen lessenaar,door den Notaris, Sprietvlech ter genoemd, stond op, telde 't geld met veel opletlendheid, schreel een kwitancie,liet den Notaristeckenen,strooide er zand op,deed het afstuiven en na het zunnig toegevouwen te hebben, gat hij het aan Jan, droogweg zeggende: Ge moogt aoorgaan. De jongeling stak het in zijnen zak, bij een ander brietje dat wij reeds kennen en vertrok zeggende: Goedendag M. deNotaris, goe den dag M. Spie, Sprier Sprietvlechter,sprak de Notaris. Juist, drolligen naam! Mijnheer Sprietvlechter, alia tot we- derziens! Goeden dag. Jongman, sprak de Notaris, mijn complementen aan de jufvrouw. Dat zal ik niet laten. Beest van'nen boer, mompelde Sprietvlechter, doch Jan liet dat hij het niet hoorde en was vertrokken. Nu moest Jan terug naar de Zoutstraatpoort, doch men kan wel denken dat hij nieuwsgierig was om 't brielken te lezen; op straat wilde hij zulks niet doen, op den Paardenkouter waren geen herber gen; hij ging dus de Nieuwstraat door. en de markt over inde korte Zoutstraat was er een herberg, die hij kende; daar stapte hij in, vroeg 'nen druppel en ging eens naar achter, alwaar hij 't pa pierken uit zijnen zak trok en het volgende voor zijn oogen zag staan: Neyotic. Teh tfeeh kylegomno tseeweg ed nekaz nedói rezed, ned 32 rednoz tuof. Keaz, Nemmagrev, eriem. Ed levuehtseeg Edel,.... Ud neib, Megedroo. Icrd roov nee V H nea u x Nee si neeg A Wat, duivel! zegde Jan, wat taal mag dit wezen! Engelsch is het niet, Duitsch ook niet en latijn evenmin.... En zijn hoofd schud dende slak hij 't briefke weg, ging binnen, betaalde zijnen druppel en haastte zich naar'thuis van M.De Winter. De goede jufvrouw stond hem ongeduldig te wachten; hij deelde haar meê 't geen de Notaris had gezegd: dat het |gevraagde in den donkeren zou thuis komen. God geve het, zuchtte de vrouw. Zijt er zeker van, antwoordde Jan, mijnheer zijn losgeld is rijkelijk betaald, de mannen die hem hebben doen aanhouden, zijn haastig; hun tijd is kort; binnen eenige dagen zijn ze afgesteld, en dan werd Mijnheer vrij,zonder 'ne centiem geld. Jan deelde zijn gedachten mede nopens den Notaris, maar de Jufvrouw wilde daar niets weten, zeggende dat Notaris Vosselaer een deugdzaam en eerlijk man was. En de kwitancie? vroeg zij. Ha, juffra, ik zou dit wel vergeten. En Jan toog de kwitancie/ uit zijnen zak; nu zal de kat gaan op de koorde dansen, peisde hij," als ze zal zien dat er 1000 fr. ontbreken; algelijk, ik heb dit gedaan om den Notaris te trutsen en terzelvertijd 1000 fr. voor haargewon- nen. De jufvrouw las "t briefken af,met luider stem: a Ontvangen van Jufvrouw Dc Winterde som van vijftig duizend franken, in voldoening van eenen aankoop, door mij voor haren

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1881 | | pagina 1