27
Zondag 3 Juli 1881.
Twee-en-T>vintigste Jaargang.
©oösöicnst, - llab 'rlanö, - bnjljeiif
Jït. Baron Bclljttne,
Nu,
Landbouwers en Ministers.
Brussel.
JAN CLEREER
laatste Binders ran Vlaanderen,
iiftgs ^*^rJj^ji^*«^■ll^■ hOWC/
Bureel, Achterstraat.
Gewoon® Annoncen: 20 centiemen per regel. Anuoncen op dc Tweede Bladzyde,
50 cent den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
5 fr 's jaars. vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
VAN AELST
en zijn Redevoering in 't Senaat.
In zitting van iü Juni heelt M. Baron Bethune,
Senateur van Kortrijk en Gemeenteraadslid van
Aalst, die achtbare heer heeft een redevoering uitge
sproken over d'algemeene landsbelangen, over de
belangen van't Arrondissement Kortrijk, en van het
Arrondissement en van de stad Aalst, in 't bijzonder.
De Redevoering van M. Baron Bethune, een aller-
merkweerdigste stuk, dat in d Annalen verscheide
bladzijden bekleedt, die Redevoering kunnen wij in
haar geneel niet opnemen; wij moeten ons bepalen bij
eenige uittreksels, voor welke 't weldenkend Publiek,
ja zelfs de liberalen die gevoelen hebben voor den
intrest des Vaderlands,voor welke men den achtbaren
Senateur, vurige gelukwensching en diepen dank is
verschuldigd.
Een liberale Senateur, die weinig van Landbouw
weet, had voorgesteld van den Landbouw te verbete
ren met maatschappijen in te richten, welke honderde
hektaren zouden koopen en doen bewerken volgens
de verbeterde stelsels Dit stelsel, waaronder Ierland
zucht, werd door M. Bethune krachtig en met gron
dige bewijsredens bestreden.
Een ander princiep, op 't welke ik aandring,
zegde hij verder, is, dat in tijden van krisis, meer dan
op alle andere tijden, men zich moet onthouden van
vruchtelooze en nuttelooze onkosten. De gespaar-
zaamheid is alsdan de eerste regel.
En onder dit opzicht, moet ik M. den Minister
van Financiën doen bemerken, dat hij met zich zeiven
in tegenspraak is.
De achtbare MGraux heelt den Landbouw ge
wroken tegen MBalisaux, die hem wilde tot den
staat van slavernij brengen de landbouwer moet
meester zijn in zijn huis; hij moet d'opvoeding zijner
kinderen kunnen bestieren; maar als het van onder
wijs geldt, Mde Minister vindt dat er hinderpalen
zijn, om hem diezellde vrijheid te laten. De opvoe
ding van 't onderwijs scheiden, dunkt mi) onverstaan
baar. Ik acht dat de Vader des Huisgezins, beter dan
de Staat, bekwaam is om 't geweten zijner kinderen
te geleiden en hunne geschiktheden te kennen.
M. Minister Graux. Degeen alleen die het be-
geeren, zenden hun kinders naar d'openbare scholen.
M. Bn Bethune. Zulks belet niet dat het mij
onmogelijk is goed te keuren, hetgeen 't gouverne
ment doet, namenllijk de Gemeenten te dwingen van
scholen te bouwen, waar zij gansch nutteloos zijn,van
aldus den budjet van den Staat te beladen, maar ook
den budjet der Gemeenten en der Provinciën. Mijn-
heeren, 't heeft mij pijn gedaan in de redevoering van
den Minister te hooren, om welke rede hij den Staat
uar. Hoofd van 't onderwi:= y.-ilt siellen. óij
wilt Christenen maken, zegde hij, en ik wil bur
gers hebben.
M. DE Minister. Katholieken, heb ik gezegd.
M. Bn BETHUNE. Zouden, bij geval,de Christenen
ol de Katholieken geen burgers zijn? Gaan wij terug-
keeren tot dit ongelukkig tijdstip,toen de Katholieken
aanzien werden, als ten minste verdienende van ge
bannen te worden of buiten de wet gesteld? Mijnhee-
ren, ik acht, dat zij Borgers zijn en van de beste. (De
liberalen spotlachen).
't Is onder hen niet dat gij revolutiemakers zult
vinden, internationalen ol socialisten.
Ik ben zeker, Mijnheeren, dat men aanzienlijke
besparingen zou kunnen doen op dit afgejaagd budjet
van 't onderwijs.
19 miljoen besteden aan iets dat vroeger maar 2
of 3 miljoen kostte,om tot den bekomen uitslag te ge
raken, dat is buitensporig
Mijnheeren, dat het mij nu toegelaten weze de
aandacht van 't Gouvernement te roepen, op de stof
felijke belangen der arrondissementen Kortrijk en
Aalst.
En ra gesproken re hebben over den Dender en de
Leie, over de verliezen van Landbouwers en Grond
eigenaars. over groote noodzakelijke werken, dan
deed M. Bon Bethune de volgende gewichtige verkla
ring over de Statiën van Aalst, verklaring welke over
eenkomt met al hetgeen wij over die Statiën sedert 2
a 3 maand hebben geschreven.
De groote hinderpaal der openbare werken, zegde
M. Bethune, dat is 't geld; en M. de Minister zal ons
ongetwijfeld als antwoord geven 't gebrek aan hulp
middelen
Maar, Mijnheeren, er zijn middels om zich geld
aan te schafen.
Bn een eerste middel is, van. als men voor ver-
schillige proiekten staat, die min of meer miljoenen
kosten, van het bestkoopste te nemen.
Ik zinspeel hier op het maken eener nieuwe statie
t'Aalst. En in deze zaak kan ik niets doen dan herha
len wat ik laatstleden aan den Minister in zijn kabinet
heb gezegd, dat ik met spijt zou zien het Gouverne
ment gevolg geven aan een projekt van een koopwaar
statie te maken, op een plaats waar het 3 of 4 maal
meerder zou kosten dan in de weiden aan de stad pa
lende, op een plaats waar men een gansch nieuw opge
bouwd kwartier zon moeten afbreken en de Eigenaars
rnineeren van verscheide Nijverheids-Gestichten.
De Statie langs dien kant zou ik aanzien als een
verkwisting (gaspiliage) der openbare penningen, en ik
smeek den Ministervan hieraan geen gevolg te geven.»
r Een tweede middel om geld te vinden, Mijnhee
ren, ik heb hem daareven aangeduid. Een einde stel
len aan de wonderbare vermecrdenr.it des Budjets
van openbaar onderwijs, om 't Vrij Onderwijs tegen
te werken.
Zoo sprak M. Baron Bethune.
Zijn deze verklaringen over de Statie gegrond of
ongegrond
Zijn ze gegrond,is 't Plan-Blondiau een verkwisting
der gelden, een rewien voor verscheide Nijverheids-
Gestichten, een verminking der Stad. wij vragen nog
maals plechtiglijk dat elk zijn plicht zou doen, dat
Aalst zich zou vercenigen tegen dit heilloos ontwerp.
Schande schande
Niet éen letter is inde gazetten voor 't Plan-Blondiau
geschreven, niet éen woord in 't Publiek er voor ge
zegd. en 't gaat door alsof Aalst onverschillig ware
tusschen de twee plans, de Minster Sainctelctte heeft
zijn handen gewasschen in de siad AjL- »r> gezegd
Als Aalst onverschillig is. mocht ik dan niet an'o... be
slissen
Wat gebeurt er? wat gaat daar om? Welke is de
geheime rede dat Aalst moet geslachtofferd worden
En Aalst wordt door 't Plan-Blondiau tekort gedaan;
M. Baron Bethune verklaart het in 't Senaat d'hee-
ren Fabrikanten verbergen het niet de Denderbode
heelt het uitdrukkelijk geschreven en ons nederig
blad heeft dit sedert verscheide maanden trachten te
bewijzen. Ofwel al die heeren, die 2 gazetten bedrie
gen zich, of wel er moet een algemeene krachtige
tegenwerking ontstaan.
Nu is 't nog tijd
Ja, t' is nog, tijd als men maar wilt opslaan uit die
onbegrijpelijke onverschilligheid
Schande! schande en nog meer schande dat de
liberale gazetten van Aalst over de Statiën doodzwij
gen, en niets te zeggen of te bemerken hebben aan
hunnen liberalen Minister.
De landbouw kwijnt; le onroerende goederen zijn
van 20 tot 25 ten honderd in weerde verminderd;
honderden en honderden landbouwers gaan te niet.
Het is volstrekt noodzakelijk dat de landbouwers
hunne uitgaven verminderen of wel hunne ontvang
sten vermeerderen.
Zekerlijk moger en moeten de landbouwers, gelijk
ade lieden, leven volgens staat en conditie; iedereen
irlag en moet zich nu en dan eerlijk verzetten, zijne
vrienden en bloedverwanten bezoeken en ontvangen.
ti,r feest en kermis gaan; maar het kan toch niet ge
loochend worden dat er landbouwers zijn die veel
geld en tijd verkwisten in ledigheid, in pracht, in
d; -nken, schinken en nachtzitten.
Van eenen anderen kant, men moet ook bekennen
dat menige landbouwers hunne ontvangsten merke
lijk kunnen vermeerderen; ie met wat meer werk
zaam en zorgdragend te zijn; 2= met hunna landen
en meerschen te draaineren, beter te bewerken, te
weden en meer te mesten; 3e met te zorgen voor
allerbeste zaad en planten, voor goed en kostelijk ras
van peerden, koeien, schapen, varkens, enz.; 40 En
hier geldt het de plicht van het Gouvernement met
aan de landbouwers veel meer gemak te gevenj om
goedkoop hunne producten te kunnen leveren en
koopwaren te ontvangen. Hierom is het noodig dat
meestal de Gemeenten statiën krijgen, en dat zij allen
aan eene statie en aan malkanderen door steen- of
ijzerwegen verbonden worden; dit moet cr komen,
du zal er komen, maar hoe eerder hoe beter; 5° Inge
zien de weerde van de onroerende goederenj 20 a 25
p. 0 o verminderd is, moeten ook de grondlasten 20 a
25 i'0 verminderen; vooral de rechten van enregistre-
ment en van erfenis in zijdelijkelinie ot bij testament;
en voor wat deze belastingen aangaat, er moet nood
zakelijk voor de betaling van deze rechten eenen vas
ten basis gesteld worden,om processen,moeielijkheden
onkosten, willekeurigheden en misnoegen te vermij
den.
Bemerkt wel, achtbare Lezers, dat er hier geene
kwe -tie is van katholiek of liberaal; er is enkelijk
kwestie van billijkheid en rechtveerdigheid; en om
zoncer opzicht van personen en opinien rechtuit te
spreKen, aarzelen wij niet te zeggen; dat katholieke
en liberale Ministers cn Wergevers in dcespunt hunne
plicht niet behoorlijk gekweten hebben.
Een oud spreekwoord zegt; schoenmaker, blijft bij
uwe leest oiwel schoenmaker, gaat buiten uwe leest
niet. Insgelijks moet men zeggen: Ministers en Staats
mannen, bemoeit u niet met de zaken van parttkulie-
ren;-vant elkeen is heer, meester en Koning in zijn
huis - bemoeit u niet met.
.Ge* 'lenst c;:- c'iing H-ufsrer., 'VOi her
n drt K'«ger
ïccsCw. .s'over ilcu c.'- Jr; dc*.
over de opvoeding hunner kmdercv ^Askater.
zwijgt, als er van boerenstiel gCSp.r9fceQ want
als gij zwijgt, gij zult de domheid en dwaasneid niet
begaan met in hel Senaat te zeggen; dat de landbouw
gelijk in Engeland en in Amerika, in't groot moet
gedaan worden; en bijgevolg dat de koeihouders en
kleine boerkens (die tot heden toe nog de braalste
menschen zijn) moeten knechten en slaven worden.
enz. enz.
Wat schandalen in die liberale stad 1
Welke schoeffeldenj
Welke schobejakKerij 1
Welke reuzen van grijpvogels
Welke, ja welke smeerlapperij
Een Burgemeester die zijn huis verkoopt, zijn groot
ouderlijk huis, op conditie dat de kooper er vuil ko
ten zal mogen maften.
Een Policie-Commissaris.voor wie er valscfae eeden
worden gedaan; de ineineeders worden van valsch-
heid bewezen, gestraft 't komt uit dat de Policie-
Goinmissans zijn zuou wijn leverde aan de meeste
slechte huizen, dat hij zelf er in betrokken was;
En het opperhoofd der Policie van Brussel is moe
ten opgescüorst worden voor 15 dagen,eu men vraagt
zijn afzetting.
^.iNu begint men te begrijpen, waarom de
Stadhuisbollen van Brussel en huunen Aan-
gang zoo geweldig zijn tegen de Vertegenwoordiging
uer Minderheden.
Hun bestuur mag niet van nabij gezien, niet gecon
troleerd worden.
En voornamelijk, omdat er zulke konkelfoes is in
de besturen der groote steden, (en in algemeenen re
gel een overzicht is altijd goed en vooideelig -,) doch
voornamelijk in 't belangden groote steden, moet de
Vertegenwoordiging der Minderheden worden inge
voerd; daarom zyn wij er partijgangers van, onder
voorwaarde dat de burgemeesters eu Schepenen door
den Raad ol door de Kiezers worden benoemd.
Vaderlandsliefde der Geuzen.^
Inde 10®eeuw nebben de Geuzen hun Vaderland
aan Frankrijk willen leveren; de gutuigsckritten be
staan, getuekend door Wiihem-den-Zwijger; eu nu in
ld8l, daags na de Jubilé-viering, roepen de liberalen,
Vreemdelingen, Pruismaus, meest Protestanten tor
hulp, in de noop van aldus de katholieken te kunnen
neerslaan... Is 't Landverraad, ja of neen
Socialisten.
Liberalen en Socialisten hebben t'Antwerpen en te
Brussel meelingeu gehouden.
De liberalen bulderden tegöQ 't Katholiek maar
de Socialisten maakten gevolgtrekkingen, vielen de
maatschappelijke standen aan eu vroegen voor Ka
mer, Provincie en Gemeente, d'algemeene Volksstem
ming.
Doch Frère en d'ander Ministers en de liberale kop
stukken. willen dien stroom tegennouden.
T Antwerpen zijn de Socialisten buiteugesmeten; ze
zijn welkom oin te lawaaien, tegen 'l Katholiek, om
Pastoor, Pater en Non uit te schelden,en straatscuan-
daal te maken, doch verder met.
Onder tusschen, het Algemeen Stemrecht wint veld.
Is t algemeen stemrecht met, het voelen van den
pols der samenleving? zells zonder Algemeene Stem
ming, alse«n Volk bedorven geraakt,wee den Lande,
wee de Steden, wee de Familiéu!
Verscheide groote katholieken Lebben verklaard
dat zij 't Algemeen Stemrecht verkiezeu, boven al die
valschheden en knoeierijen der kieswetten, die dik
wijls recüt geveu, aan degenen die het stoutmoedigst
'nen valscheneed durven doen.
Komt uet Algemeeu Stemrecut, wij zullen ons nog
meer beieveren, strijdende tegen alle verdrukking
en misbruikeu, voor een recutv - u
bestuur.
Eerlijkheid
De valschheid, menschen. de valschhoid der libe
rale gazetten, moet elk eerlijk hart doen walgen.
Ze schrijven niet om de waarheid te verspreiden,
maar de lage driften van leugen en laster te voldoen.
Zij gebruiken eerlooze middels om 't volk te bedrie
gen.
Om hiervan een geval aan te halen, tusschen hon
derde Onlangs, te Parijs een geuzengazet schrijft
een smaadartikel en betichtte twee Nonuen van wal
gelijke zaken. Er was daar niets van 't historieken
gaat nogtans in België van tl'een fransche liberale ga
zet naar d'andere en moest liet transch modderblad
veroordeeld worden, in Belgie zullen zijn konfraters
dit vonnis niet overnemen.
Verdienen zulke gazetten eenig betrouwen?
Verdieuen zij 't minste geloof f
Is 't niet noodig op zijn hoede te zijn tegen al wat
uit de liberale gazetieu voortgebabbeid wordt
of de
verhalen uit den Franschen Tijd,
(naar het uitgebreid werk van S. VAN DER GUCHT, Kunstschilder
te Aalst.)
3® Vervolg.
IV. In 't Kantoor van den Notaris Vosselaer.
Jan belde dus, in de Nieuwstraat t'Aalst,aan 't huis van den No
taris Vosselaer.
't Was een woonst met twee verdiepingen, netjes van aanzien,
groene waterbladen en deur.de vensterramen wit en voorde ruiten,
prettig geplooide gordijnen.
De Notaris Vosselaer is sprekelijk? vroeg Jan aan een oude
meid die opende.
Dc oude bezag hem van 't hoofd tot de voeten en een soort van
grimlach scheen op haar gerimpeld wezen, als zij den geldzak be-
Gaat in 't kantoor, antwoordde zij, en zich omkeerende, liet
zij hem slaan en ging in haar keuken.
Jan Clerker zag voor zich een deur, waar met zwarte letters
Kantoor Op Stond; hij klopte erop:ENTREZ! riep men; hij opende
de deur cn trad binnen.
De plaats was nietzeer groot, maar bijzonder zuinigonderhouden;
de roode steenen vloer schoon geschuurd, den muur in olieveri,
boekkassen die blonken van netheid, vier klerken aan lessenaars
zonder stof en een stoof die warm gloeide en blonk als 'ne spiegel.
Jan, ds muts in d'hand, vroeg om den Notaris te spreken.
Kunt gij het met ons niet doen? vroeg een der klerken. Neen,
zegde Jan.
De klerk ging op een deur kloppen; men opende met een spleet,
eenige woorden werden gewisseld: Ga daar maar binnen, zegde de
Jan trad de kamer in en bevond zich nu in 't bijzonder kantoor
van den Notaris.
De Notaris, meester Jacobus Vosselaer, was alsdan een man van
ruim 60 jaren; middelbaar van gestalte, kaal van hootd, dunne
lippen en op zijnen scherpen snuitneus een blauwen bril. Dien
aardigen bril met blauw ronde glazen, gal hem een katerachtig op
zicht; hij was aan't schrijven.
Vriend, zegde hij, ik ben bezig adn eenen volzin, vertoel een
■weinig, ik ben straks aan u.
Jan bleet staan, de muts in d hand en de geldbors in den arm. Hij
keek eens rond; daar ook blonk alles van netheid: waterkleurige
muren en deuren met groene boorden, op de schouw een schoone
spiegel met vergulde lijst, twee zilveren kandelaren en gouden hor-
loeieop 't schouwbord; meizenhouten boekerijen twee gepohste
lessenaars, een groote waaraan de Notaris zat, en een kleinere,
waartegen zich een persoon bevond, in papieren en perkamenten
wroetende. De vent had zuk geheimzinnig wezen, dat Jan hem niet
genoeg kon bezien; een leelijke mensch was het niet,maar in geheel
zijn wezen lag iets zoo terugstootend en zoo koelmoedig, dat het
onuitsprekelijk was.
Terwijl de jongeling een soort van revue maakte,zag hij toevalliglijk
op den grond liggen, voor de twee lessenaars, een klein toegevouwen
papier, een briel of zoo iets dat verscheide dagen in den zak had
gesteken. Jan kreeg nu eensklaps 't gedacht van dit papierke met
list te bemachtigen; hij deed voorzichtig een stap voorwaarts, liet
dat hij het schoon versierd schouwbord bezag, en zette den voet op
't papierken. De Notaris hief toen juist het hootd op, zijn volzin
was geschreven. Jongman,wat is uw verzoek? zegde hij.
Mijnheer, zegde Jan en hij liet zijn klak vallen, bukte zich,
raapte ze open levens ook het briefje, Mijnheer de Notaris, ik kom
van wege Juffra De Winter en heb hier eenig geld dat ze mij ver
zocht heeft u te behandigen.
Ha! zei de Notaris; wacht eens! en met den wijsvinger op
't hoold kloppende alsol hij moest denken, waarom jufvrouw De
Winter hem geld zond. ja. ja, vervolgde hij, nu weet ik het; 't is
geld van 'nen aankoop; 't is vandaag de valdag; maar 'k had het
schier vergeten, daar ik toch zooveel in mijn hoold heb.
Valschaard, peisde Jan, ge meint dat ik niets meer weet; zoo
veel te beter! Mijnheer, vervolgde Jan, juffra De Winter heelt
mij doen zeggen dat er 1000 tr. te kort zijn, die gij overmorgen
zult hebben.
Deze woorden schenen niet zeer wel in d ooren van den Notaris
te klinken, want hij fronste den neus; ook de vent die aan den an
deren lessenaar zat, hield op van in zijn papieren te zoeken en scheen
te luisteren.
Vriend, antwoordde de Notaris, na zich een weinig bedacht te
hebben,'t is goed; zeg aan jufvrouw De Winter dat ik misschien dit
geld niet zal noodig hebbon, en is het anders, dat ik het voor haar
zal verschieten.
Dat heelt de jufvrouw mij niet doen vragen.
't Is wel! 't is wel! zegt aan jufvrouw dat ik voor alles zal zor
gen en dat hetgene zij verwacht, voor den avond zal thuis wezen
Zeer wel, mijnheer de Notaris, zijt zoo goed mij een kwijt-
briefje te geven.
Hoe! een kwijtbriefje?
Ja, van 't geld dat ik u gebracht heb.
De Notaris en de man van den tweeden lessenaar wisselden een
oogslag: Ja ja, sprak hij, waar zijn mijn zinnen! Sprietvlechter,
vervolgde hij, tel eens "t geld dat in den zak is; er moet 49 duizend
fr. zijn; is alles juist, schrijf een kwitancie, ik zal ze teekenen.
En zonder zich nog met Jan te bekommeren, boog hij zich over
den lessenaar en herbegon zijn schrijven.
De vent van den kleinen lessenaar,door den Notaris, Sprietvlech
ter genoemd, stond op, telde 't geld met veel opletlendheid, schreel
een kwitancie,liet den Notaristeckenen,strooide er zand op,deed het
afstuiven en na het zunnig toegevouwen te hebben, gat hij het aan
Jan, droogweg zeggende: Ge moogt aoorgaan.
De jongeling stak het in zijnen zak, bij een ander brietje dat wij
reeds kennen en vertrok zeggende: Goedendag M. deNotaris, goe
den dag M. Spie, Sprier
Sprietvlechter,sprak de Notaris.
Juist, drolligen naam! Mijnheer Sprietvlechter, alia tot we-
derziens!
Goeden dag. Jongman, sprak de Notaris, mijn complementen
aan de jufvrouw.
Dat zal ik niet laten.
Beest van'nen boer, mompelde Sprietvlechter, doch Jan liet
dat hij het niet hoorde en was vertrokken.
Nu moest Jan terug naar de Zoutstraatpoort, doch men kan wel
denken dat hij nieuwsgierig was om 't brielken te lezen; op straat
wilde hij zulks niet doen, op den Paardenkouter waren geen herber
gen; hij ging dus de Nieuwstraat door. en de markt over inde
korte Zoutstraat was er een herberg, die hij kende; daar stapte hij
in, vroeg 'nen druppel en ging eens naar achter, alwaar hij 't pa
pierken uit zijnen zak trok en het volgende voor zijn oogen zag
staan:
Neyotic.
Teh tfeeh kylegomno tseeweg ed nekaz nedói rezed, ned 32
rednoz tuof. Keaz, Nemmagrev, eriem. Ed levuehtseeg Edel,....
Ud neib, Megedroo.
Icrd roov nee V H nea u x
Nee si neeg A
Wat, duivel! zegde Jan, wat taal mag dit wezen! Engelsch is
het niet, Duitsch ook niet en latijn evenmin.... En zijn hoofd schud
dende slak hij 't briefke weg, ging binnen, betaalde zijnen druppel
en haastte zich naar'thuis van M.De Winter.
De goede jufvrouw stond hem ongeduldig te wachten; hij deelde
haar meê 't geen de Notaris had gezegd: dat het |gevraagde in den
donkeren zou thuis komen.
God geve het, zuchtte de vrouw.
Zijt er zeker van, antwoordde Jan, mijnheer zijn losgeld is
rijkelijk betaald, de mannen die hem hebben doen aanhouden, zijn
haastig; hun tijd is kort; binnen eenige dagen zijn ze afgesteld, en
dan werd Mijnheer vrij,zonder 'ne centiem geld.
Jan deelde zijn gedachten mede nopens den Notaris, maar de
Jufvrouw wilde daar niets weten, zeggende dat Notaris Vosselaer
een deugdzaam en eerlijk man was.
En de kwitancie? vroeg zij.
Ha, juffra, ik zou dit wel vergeten. En Jan toog de kwitancie/
uit zijnen zak; nu zal de kat gaan op de koorde dansen, peisde hij,"
als ze zal zien dat er 1000 fr. ontbreken; algelijk, ik heb dit gedaan
om den Notaris te trutsen en terzelvertijd 1000 fr. voor haargewon-
nen.
De jufvrouw las "t briefken af,met luider stem:
a Ontvangen van Jufvrouw Dc Winterde som van vijftig duizend
franken, in voldoening van eenen aankoop, door mij voor haren