De Kiesingen van Dijnsdag.
Ken liberale Policie,
44
Zondag 30 October 1881.
©tcösbicnat, - baötrlauïr, - orifljciir.
JAM CLBRSLiSIi
laatste Binders van Vlaanderen,
•-•eA-. ^m,tt>w--!xasx^a^ims3i *&*rcssc-??*3?'*zi:
Bureel, Achterstraat.
Gewoone Anuoncen: 20 centiemen per regel. Anuoncen op de Tweede Bladzijde,
50 cent, den regel. Berichten onder't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
Twt
5 fr 's jaars. vooraf betaalbaar
genomen, rechtstreeks bij
VAN a
Goed Nieuws over de Kiezingeu, achtbare Lezers.
Triomf! Triomf! grooten Triomf voor 't Katholiek!
Du Katholieke Steden hebben hunne Raadsheeren met een groote meerderheid herkozen; Aalst
520 stemmen; St Nikolaas 400; Dendermondc 200; VVetteren 210; Eecloo, Audenaarde, Geeraards-
bergen, Rousselare, Kortrijk, Ninove, Ronsse, Thourout, Sottegcm, enzoovoorls, enz.
Ja, katholieke Kiezers, met groote manhaftigheid hebt gij dijnsdag 't Vonnis uitgesproken van
dit rampzalig Ministerie.
Want de Kiezing was: vóór of tegen de Ministers! voor of tegen de Schoolwet! voor of tegen die
zotte schooionkoslen! voor of tegen die schandige Inkwisitie! voor of tegendieaangroeiende krijgs
lasten, die schendingen der kerkhoven, die uitdrijvingen van Kloosterzusters, dit brekeu van lon-
dat ien.
En uw Vonnis is geweest:
Een Vrij Onderwijs en een Vrij Leger
Een Belgenland gelijk in 1850!
Vrijheid! Eendracht! Gespaarzaamheid
Niemand verdrukt! niemand vervolgd!
En bijzonderlijk de Heilige Godsdienst niet vervolgd of verdrukt! bijzonderlijk dit liberaal zede-
bederf bevochten!
Als wij 't slachveld in oogenschouw nemen, wat zien wij daar Burgemeesters op neergeveld!
Ufficiéele Burgemeesters, die de Schoolwet verdedigden, die met vreugd aan de Ministers den sleu
tel der Gemeentekas aanboden, die geknield lagen, als een weerdige Magistraat keersrecht moet
staan en de Verdrukkers en Verkwisters in d'oogen zien.
Nergens heeft 't Katholiek verloren, Overal aangewonnen, 't Katholiek trekt voorwaarts; de
Geuzerij deinst en wijkt.
Te Brussel was er vroeger geen gedacht van de liberalen uit 't Stadhuis te krijgen; en nu scholt
het maar 300 stemmen; 250 in de keering, en die Hoofdstad-Geuzen waren weg! Verscheidt» fau
bourgs zijn van de liberale koterién gezuiverd; te St-Joost-ten-Noode is de Aalstenaar M. G. Van
der Smissen als Chef der Independentcn gekozen; te Laken, inde Koninklijke Residentie, zijn al
de liberalen weg.
Te Gent verloren wij vroeger met 1900 stemmen; nu, ons Vrienden doen een eerste proef, en
zonder veel pogingen valt de libérale Meerderheid op 1500.
Te Mechelen hadden de Geuzen in 1878, 300 stemmen meerderheid; nu liggen de Katholieken
met 78 stemmen boven;
Te Brugge zijn 500 Katholieke kiezers afgeschrabt en demeerderheid van de ware Voorstaanders
der Vrijheid blijft 500 stemmen;
Te Doormjk, de stad van Bara, is er ballotteering voor 5 katholieken; eenige liberalen sukkelen
den Raad binnen met 5 a 4 stemmekes.
Te Bergen, ja te Bergen, 't is niet gebeurd sedert 1850, 2 katholieken zijn in d'hoofdstad van
Henegauw gekozen.
i Antwerpen lagen de Geuzen in 1878 boven, met 980 stemmen; 200 Meetingisten zijn valsche-
lijk van de stembus verwijderd; alle 2 honderd keerèn er morgen op terug; 'l Hof van Appel heeft
400 reklamatiën tegen Geuzen verworpen; en met al hun geweld, met al hunnen olliciéelen aan
hang, de meerderheid der Liberhaters is ingekrempt tol 600 stemmen, üns Vrienden hebben in
't Stadhuis van Antwerpen een bres geschoten; in 1882,de tweede aanval en d'overwinning.
Bijzonderlijk voor de Vlaamsche Provinciën is de dag van Dijnsdag ee,n groote zegepraal geweest
Het V,-' ,-i 't hef t n de ziel van België; terwijl do Waalse Ie- 1
w. U.IHUCII iü uijzlKFvei tiai tufi oeigoeii Kar.»Kier «T UijHH v« rnie-
t'igo is, ja, gansch zou verdwenen zijn, indien er ook geen sterke katholieke Walen bestonden, in
de Vlaamsche gewesten, daar leeft en bloeit nog de oude Vlaamsche en Belgische geest van Orde,
van liefde voor Recht, Vrijheid en Waarheid, van oprechte genegenheid en diepen eerbied voor
den H. Godsdienst.... Vlaanderen heeft veel gedaan voor 't Katholiek Onderwijs; veel gegeven,
grond gegeven, huizen gegeven, geld gegeven, met liefde gegeven; Vlaanderen heeft veelgeleden en
gestreden om een Christelijk Onderwijs te bewaren; Vaders en Moeders, al hun betrouwen op de
Voorzienigheid stellende, hebbeu liever alles verzaakt als hun kinderen te leveren; talrijke Onder
wijzers en Onderwijzeressen hebben de vaste positie verlaten van een wankelend en veroordeeld
Ministerie en hunne toekomst aan God en aan de Vrijheid overgelaten. Wat is er niet afgezien t'Ant
werpen door die 1600 verdrukte huishoudens! Overal heeft de Liberaalderij Volksbeulengeleverd!
Wat is er niet afgezien, door die schandige Inkwisitie!... Na lijden komt verblijden; en al zijn de
tijden slecht, al wordt 't Chrisleue bloed wreed vervolgd, in de ziel van 't armste kind, gelijk tegen
den persoon van den Pans van Roomen, ja want dander week hebben de Geuzen van Roomen nog
geroepen: De Paus moet vermoord worden!.. Al zijn de tijden vervaarlijk slecht, Vlaanderen, Bel
genland zal dezen strijd en deze beproeving gelukkiglijk doorstaan.
Het bijzonderste is, van aan de gedachten en neigingen der Liberaalderij, bijzouderlijkdeKinders
en de Jonkheid te onttrekken. De Vrijmassons zien nu hoe zij gevaren zijn met de wet van 1879;
hun officiéél onderwijs heeft een doodelijke ziekte; 't eerste gedacht was van te dekreteeren dat ook
de Middelbare Scholen onzijdig en goddeloos moesten zijn; doch ze leggen 't nu anders aan boord,
(»m hier en daar een kind van Katholieke Ouders in
hun Middelbare Scholen te krijgen; bijzonderlijk
i werken zij om eenige zoons vanden Buiten te hebben:
opgepast en voorzichtig! al de Staatsscholen zijn te-
geil woord ig liberaal; liberaal zijn de Directeurs, li be-
I raai de Professors, liberaal d'Overheden, liberaal de
j Voorstaanders! en die voor een vlasdankske of een
frankskc min per maand, zijn kinders in die liberale
lucht laat verkeeren, ach, wat misverstane
ons omzichtig wezen, en in niets of door niets d<
vijand van Belgenland voeden.... Danzullcn wij veilig
en vrolijk, ponder de schaduwe der Katholieke prin-
riepen, het beste levensgeluk smaken; dan zullen wij
I bijbrengen om door den bloei der katholieke Religie,
J Eere te geven aan den Almachligen God, sterkte en
welvaart aan ons welbemind Vaderland. Want, 'I V v-
drrland dat is niet "t Ministerie, niet 't Gouvernement,
ii i< t de Koning of zijn Familie,., dat is 't Volk, dal is
<i. plek grond waar wij op geboren zijn en leven,
dat zijn de Provinciën, bezaipd met aloude gedeuktee-
keus van Vrijheid, verrijkt met d'overléveringen van
lieldenakten, versterkt en gevrijwaard door een eigen
spraak, door de Moedertaal.
drijven.
Op een nnd«
liciedienst. gaa
en gevochten, d.
zich zoek te mak
dat ze bang zijn
In Antwerpen werden de belangen en de weerdig-
heid der Stad manhaftig verdedigd,door het Handels
blad, 'tRKCHT, DeVrijukid en de Patriot Zekeriijk
hebben hun krachtigeartikelsniet weinig bijgedragen,
I om zulke verandering in 't Kiezerskorps te brengen,
j bij zooverre dat in 1878 de Geuzen 10CMstemmen meer-
j derheid telden, en nu maar 600, waarvan er uog 200
moeten afgerekend worden, voor 200 Kiezers der Mer
iting. die verraderlijk en lafhertiglijk van de kissbus
I werden gehouden. Ziellier o. a. hoe een artikel van 't
Handelsblad de Policie afschildert, gelijk zij onder de
nanden der Geuzerij is geworden:
Policie in den echten en deftigen zin van het woord,
bestaat er om zoo te zoggen ten onzent niot meer. Wij
weten met wat.orders er aan de bedienden gegeven wor
den naar wil kennen dezer handel eu wandel, en daar-
it m ig men besluiten, dat zoo het onzer policie niet bij 1
schrift en woord wordt aunbevolen met twee mateu en j
t vee gewichten in te metenen uit te wegen, dit haar J
ten minste in geen en deele wordt belet.
Hoogstzelden wordt er,uit wat hoofde ook,proees-ver- j
baal opgemaakt tegen gekende aanhangers der geuzerij.
terwijl een meetingist niet eens de onnoozelste dage-
bjksche zonde tegen eenig reglement mag begaan, zon- I
C-ia'Adellijk beboet t< worden. Hij mag blij ■/.tju. zoo
hi r zonder hot toeschroeven van handboeien afkomt, j
f' %ifi ,t dat niemand k»n betwiBten: hoe laag heeft j
l.'n»» jóiriJrt «-T, -v,t«
gewonen po
uter ergens getwist
rogel de policiemannon
..om? Men zou kunnen denken
net onmiddellijk te loopen gevaar?
In geenen deele. Tnsschen de agenten zijn er gelijk bi j
I alle korpsen, wakkere en dappere jongens. Wat zij vree-
1 zen. is noch slag noch stoot; maarzij zijner verveerd
Laat. voor. opliet zwart boeksken gebracht te worden. Twis-
ters en vechters worden er meer gevonden onder haant
jes vooruit van de geuzen, dun onder de vreedzame aan
hangers der Meeting!
Eveneens is het met de beteugeling der ontucht gele
gen. Er is onlang zooveel gesproken eu geschreven over
wat er omgaat aan de statie, er zijn zoo menige, zoo
erge, zoo walgelijke feiten aan den dag gekomen,
dat het mij gegund zal zijn hierover niet uit to wijden.
Iloe koomt het dat men daar niets doet om het schande
lijk kwaad te doen ophouden Waarom makeu zelfs do
policiemannen daarover geen verslag? Vraag het hun
en zij zullen antwoorden dat de meeste houders der
geheime pestholen liberale kiezers zijn of onder de be
scherming staau van mannen die men op het stadhuis
nietgeeriu' zou op den teen trappen. Zeggen de agenten
daarover de waarheid? Wij weten het niet; maar wat
wij weten, is dat die mecscheu vastelijk gelooven wat
zij zeggen.
In de wijken door de geringere klas bewoond, is de
ontucht mogelijk wel van een anderen aard. maar niet
min betreurensweerdig dan aan de statie. Het zou ons
walgen hier neer te schrijven, wat wij zijn te weten ge
komen over de van dag tot dag toenemende inkanke
rende zedeloosgeid in zekere volkswijken. En wat doen
de bedienden ou?er heringerichte policie daar? De wet
straft den aanslag op de zeden, de schending der open
bare e erzaambeid. Onder Van Put verdween de ontucht
waarde policie verscheen. Nu hebbende meeste agenten
er geen gezag meer veel doen er meê Vroeger was
Antwerpen niet .-'Heen gansch den lande door, maar ook
heinde en verre iu den vreemde beroemd om de deftig
heid zijner bevolking. Eens zegde een onzer meest ge
vierde politiek* mannen Als ik te Antwerpen koom,
waait er de deftigheid mij tegen.
Ware de man nog iu 't leveu, hij zou van onze Schel-
destad met du n lof ni-t meer spreken. Onze kleine volks
kinderen builen ontuchtige liedjes, onze schooljongens
van de eerste broek kunnen pas nog drie woorden spre
ken zonder vloekeu. Eenen leergang van godslastering
wordt hun, iu zeker gevallen, gegeven op straaten door
wie Door de policie. Het zal zeker vreemd klinken en
iu meer dan eene andere stad niet geloofd worden; maar
wat ik zeg, weet ik, jammer genoeg, sedert lang en bij
eigen ondervinding. Onlangs nog heb ik gemeend eenen
policiemau-vloeker eene opmerking te moeten doen: Het
was bij de werken welke er langs de Steenbouwersvest
eu de Vrijdn'n markt worden uitgevoerd. Een zestal
kleine jongens en meisjes, waarvan het grootste geou ze
ven jaar oud was, speeiden met baksteenen in «ene»
joegen.mm', wel met gS tijden. I E«° I"«denmi, M t 'e Kou dit te
h«: vnricr ministerie met hnnre» huilen beletten. W at stemklank t U geouren betreft. Was hij wel
niet Wat meu brutaal kanheeteu, maar op min dan eene
hel vorig ministerie niet hoorsn huilen
A laMulou.
II faut le pendre par le cou!
En wat deden de policiemannen? De gematigdsten
gelieten zich of ze niets hoorden; zij die spoedig wilden
worden voortgeholpen, zongen meê.
Men wee hem die bet durfde te wagen den nuam van I
Malou te vervangen met dien vande Wael ef van Bara!
Spoedig had hij met eene heele brigade menotteman-
nen te doen en, met nauw toegevezene handboeien om
do polsen, werd hij naar het gevang gesleurd. Hij was
plichtig aan hoogverraad!
Eu blijftnuteu huidigen dage de traditie niet voortbe
staan? Hebbeu wij, niet langer geleden dun maandag
de 4'wijk, eu zoogezegd om Conscience te
ren, de policie hetongediert der papen niet hooren u
huilen dat, iu een ofKcieelen stoet, door do geuzen en,
eilaasook door de schoolkinderen dier wijk werd aan
geheven
Laat daarentegen een geroep van de vrienden der
Meeting het vooskeu van do Geyter en Fernau op de
geuzen toepasseu eu spoedig is er eeue gansche klad
policiemanneu bij der hand om ze met geweld uit een te
minuut, bracht hij wel driemaal deu grootsten vloek uit
welken men iu Antwerpen kent.
OP mijne beleefde vraag of het hem uietmogelijk was
de kleinen to doen heengaan, zonder hen te leeren vloe
ken,kreeg ik ten antwoord dat de zaak mij niet aanging,
dat hij zijnen dienst eu zijnen plicht kende en wist wat
hem te doen stond. Eu als ik sprak van eeue aanklacht
te doen, zegde hij lachend Doe maar op, mijne bazen
vloeken zoowel als ik!
Daar ik dacht dat de man zijne oversten beter moest
kennen dan ik, deed ik geene aanklacht; maar ik behield
1 het feil in mijn geheugen, om het bij gelegenheid te ver-
1..I I .1 IU..L I I... _1 ..11 -
s- J tellen aan de lezers vau het Handelsblad.
Over de geheime policie eu over den toestand van het
korps zal ik spreken in mijn aanstaanden brief.
Onze geëerde Lezers ontvangen heden als
bijvoegsel, ons tweede Manifest, in de Stad rond
gezonden, maandag avond.
of de
verhalen uit den Franschen Tijd,
(naar het uitgebreid vcerk van S. VAN DER GUCHT, Kunstschilder)
te Aalst.) 20* Vervolg.
XII. Preufstuk van Moor.
Ik wensch u heil en zegen! zegde Stiermarck tot kapitein Del-
foer; de moordenaar der weduwe Verpluymen is in uw handen!
Ik dank u hertelijk; doch de vogel is nog in ons macht niet;
aan u 't beleid der expeditie; wij betrouwen ons op uwe omzich
tigheid.
De menschenjager dubde eenige oogpinken en sprak dan: Gi)
en ik, wij zullen trachten in d'nerberg te geraken; ik geloot dat
zulks gemakkelijk zal zijn; want er is nog licht in 't voorhuis; wij
vragen ons 'ne pot bier en zetten ons zoo dicht mogeli|k tegen den
herbergtoog. Korts daarna moet Victor binnenkomen, laten alsof
hij ons niet kende en zich plaatsen aan de voordeur; eindelijk komt
M. Clerker in, met den hond; Victor ziende, moet hij gebaren een
oude kennis t'ontmoeten welke hij in langen tijd niet gezien heelt,
en daarom zeer deelnemende en luidruchtig spreken. Intusschcntijd
zal Moor het werk beginnen, en wij houden ons gereed tot een
krachtige tusschenkomst.
Zoogezegd, zoo gedaan!
Gij, gendarms, zegde John, wacht gehouden aan de voordeur en
aan de achterdeur: verdeelt u die posten, a. u. b. en wilt er iemand
vluchten, hem gevangen nemen ot neerschieten!
De gendarms trokken op hunnen post, terwijl de kapitein met
Stiermarck insgelijks het huis naderden. Zij duwden aan de deur, en
ze ging al krassende open: zoo dat 't Volk nog zoo laat op was;
Binnengegaan; twee personen zaten rond den haard, een mans
kerel van ongeveer 40 jaren leeftijd en een vrouw die er wat jonger
uit zag. Het geleek daar in 't geheel of ten deel aan geen moorde
naarskroeg: Jen rooden steenen vloer schoon geschuurd, tafels en
stoelen, potten en glazen, alles kraakte van netheid. Aan de wand
hing een jachtroer, hetwelk men in deze onveilige lijden bijna overal
vond, nu bijzonderlijk dat men niet meer gedwongen was zijne
wapens te verbergen.
De menschen van den huize, waarschijnlijk baas en bazin, ver
schoten in 't geheel niet, van de binnentredende lieden.
Goeden avond! sprak de kapitein, zouden wij hier nog 'ne pot
bier kunnen krijgen?
Wel waarom niet, Mijnheer, zet u neer; het is immers niet
te laat.
Twaalf uren is 't daar geslagen, sprak John, wij dachten zeker
uw herberg gesloten te vinden.
Wij zijn niet gewoon vroeg slapen te gaan, omwille der tal
rijke reizende lieden die hier passeeren, sprak de bazin uit denRoS"
KAM. Zouden die heeren hiér misschien willen vernachten?
Ja, als't mogelijk is.
Wel zeker, we zullen u elk een goede bedding spreiden, want
er is hier geen andere reiziger.
We zijn beide, zegde John, bedienden van 't accijs reeds van
gisteren nacht op gang en zeer vermoeid.
Ge logeert hier ook peerden? vroeg de kapitein
Ho neen, Mr, daarvoor is onze paardenstal te klein, doch een
of twee paardegasten zouden wij met ontzeggen.
Het is hetgeen mij dunkt, zegde John, want toen wij hier gis
teren avond voorbijgingen, alwijd deze uur, kwam hier juist een
paardengast aan.
Dit was geen vreemdeling, sprak de baas, het was ik die rede
lijk ver van hier uitgereden was op mijn affairens.
Een veelbeduidende oogslag werd door de beide gezellen gewis
seld.
Terzelvertijd trad Victor binnen, vroeg'nen druppel, zette zich
neer, toog zijn zeeschuimen pijp uit den zak, vulde die alsof nij
thuis geweest ware en kwam ze aan den haard ontsteken.
De baas scheen eenigzins ongerust als hij dien kerel zag intreden,
met't lintje van het legioen van eer. Victor rookte zonder iemand
aan te spreken, doch baas en bazin gingen voort met kouten tegen
den kapitein cn John; deze waren nu zeker van den moordenaar te
hebben en brandden van ongeduld om zijne aanhouding te voltrek
ken.
Nogmaals ging de voordeur open: Elk 'ne goeien avond! bazin,
geef mij 'nen druppel genever; 't was Jan Clerker; hij keek eens
naar Delfoer en John, gansch onverschillig; aoch Victor ziende,
liep hij naar hem toe, drukteen schudde hem d'hand, als hadden zij
in geen honderd jaar malkaür gezien.
Ondertusschcn was Moor nauwelijks eenige schreden ind'herberg
of hij bleef staan! zijn hairen rezen schrikkelijk te berge en zijn 00-
gen gloeiden! Hij keek verward baas en bazin in 't aangezicht en
begon dan langs den vloer rond te snuffelen. Eensklaps bleel hij stil,
niet ver van de voordeur en begon zoo vrecsehjk te huilen, dat de
glazen daverden.
Al d'ander zwegtn stil. Moor alleen stond op het tooneel. Baas
en bazin hadden tot hiertoe d'aandacht alleen gehad op de vier ka
lanten, en bijzonderlijk op Jan en Victor, maar nu vielen eensklaps
hun oogen op Moor.
Hemelden hond! gilde de baas en hij verbleekte... Juist
werd de achterdeur geopend en er trad een nieuwe personnagie
binnen, die zeer wel geleek op den baas,doch slordiger gekleed was.
Narden! riep hij, wat is hier te doen?
De tijd was er met om te antwoorden, want zoohaast de hond
hem had gezien, vloog hij naar zijn keel. De vent verschoot gewel
dig, uitte eenen schreeuw en sprong achterwaarts; doch dit was zoo
spoedig niet gebeurd om het scherp gebijt van Moor te kunnen
ontkomen; dc tanden mistten de keel, maar vielen in de schouder,
waar de hond als een woedende-leeuw bleel aanhangen, schuddende
en snakkende dat de beenderen kraakten De erel wille vluchten
hij stampte en sloeg, en kronkelde zich in alle gedaanten om den
hond weg te krijgen, doen vruchteloos! aan den dorpel der achter
deur had de hond hem gevat,daar was hij moeten blijven, struikelde
nu en viel huilende van schaamte en pijn. op den grond.
Er was geen twijiel meer Een moordenaar had men. De kapi
tein greep den gevallene vast cn hield hem tegen den grond, terwijl
Stiermarck hem zoo rap en behendig bond aan armen en bcencn.
dat de gevangene, indien hij een Binder was, in alle ander geval,
geld zou gegeven hebben, om dit zoo meesterlijk te mogen leeren.
Terwijl Jan Clercker werk genoeg had, om aan den hond zijn
prooi te doen loslaten, daar het anders zoo getrouwe beest nu door
kwaadheid scniers de stem zijns meesters niet meer verstond, bleef
de baas nog altijd met zijn wijf omtrent den herbergtoog. Hij zag
met verwilderde bliksen al wat er gebeurde en twijfelde geen 00-
genblik of hij was verraden... Vlucht, zegde hij in stilte, het zijn
verkleedde gendarmen, vlucht langs de voordeur; ik volg u op de
hielen! en hij sp-ong naar de schouw, greep zijn jachtroer van den
wand en legde aan, op den kapitein der gendarms.
Het was gedaan met den moedigen Delloer. zonder Victor Lecf-
mans, die van als het spel van den hond begon, zijne pistolen had
getrokken. Snel als de bliksem legde hij aan; een scheut knalde en
de haan van't jachtroer vloog aan stukken, in de handen van den
moorderWijl de baas verbluft rondkeek, riep hij hem toe u Mij
dunkt, Narden, dat gij zoudt willen gaan schieten, zonder haan op
uw geweer; wel, wat zotte gedachten De baas mcinde te vluch
ten, maar Victor sprortg toe mei zijn ander pistool: Slaat! riep h
of ge zijt doodDe kapitein en John hadden nu gedaan met den
anderen verdachten schelm te binden, en maakten Narden ook on
schadelijk. De bazin was stillekens buitengeslibberd, doch ze werd
door de gendarms gebonden en binnen gedragen.
Welke verandering in d'nerberg! op eenige oogenblikkende
meesters des huizes zaten vastgebonden op stoeien en bewaakt door
gendarms. Vrienden, sprak de kapitein, u allen moet ik danken,
doch laat mij toe van Victor een bijzonder woord toe te sturen; hij
heeit immers mijn leven gered. Kapitein, ik heb niets dan mijn
plicht gedaan. Laat het zoo wezen, niettemin blijf ik u zeer
dankbaar en terzelvertijde maak ik u mijn compliment over uw
vaardig schieten. Dat is de moeite niet weerd daarvan te spre
ken; kapitein, zulke scheut wil ik met goeden uitslag duizendmaal
wagen. Daarvoor zou ik ook niet achteruit gaan, zegde Jan. -
Dat weet ik, Mr, uwe preuven zijn gedaan op ValkensteenHoera
voor ons twee scherpschutters, lol en dank aan onzen behendigen
Stiermarck. En eere zij aan Moor! voegde de Engelschman erbij.
Nu van iets anders gesproken, zei de Kapitein wij hebben
hier een belangrijke aanhouding gedaan als plaatsvervanger van
den Policie-Kommissaris van Aalst, heb ik misschien te ieverzuch-
tig geweest en vergeten den Meyer te verwittigen;doch als kapitein-
bevelhebber Jer gendarmerie ben ik ten volle in mijn recht. Desal
niettemin, vooraleer verder te gaan, zullen wij inkenning doen aan