23
Zondag 4 Juni 1882.
Drie-enT\vintigste-Jaargaii«
©oösöienst, - Oaberianb - Orifljciï*
De Kiezingen.
tssrss/sasta. -swryfcse. --
W hebben ze gedaan?
Miljoenen te kort.
JAN CLSRKER
laatste Binders van Vlaanderen,
Bureel, Achterstraat.
Gewoone Annoneen: 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweedo Bladzij
50 cent. den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
fr. 's jaars. vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alletlj Is
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
VAN AELST
D'Uittredende Heeren Senateurs en Volksvertegenwoordigers zijn met den nieuwen Kandidaat
op htm ronde geweest; 'tis een lastig werk, bijna van Parochie tut Parochie, de Kiezers te gaan
spreken; inet hel stelsel van den Poll zou éen Vergadering in elke hoofdplaats van Kanton, vol
doende wezen; men zou er d'uittredeude en de nieuwe Leden booren, d'opmerkingen maken en
tot de stemming overgaan.
Maandag achternoen ten o ure, was er Vergadering t'Aalst; niet talrijk waren de Kiezer» op
gekomen, maar op den grooten Dag zal er niemand ontbreken, des te meer dat de Liberaalderij
schijnt in het worstelperk te zullen treden, met 'ne volledige lijst voor de Kamer.
M' Van Wambeke opende de zitting en deed, in eenige ronde vlaamsche woorden,al het ongelijk
zien, ons Rechten, Vrijheden en Belangen aangedaan, dooreen Ministerie hetwelk zich liberaal
durlt noemen en in alles de Vrijheid bestrijdt, hetwelk schoone beloften deed en niets geeft dan
twist en tweedracht, dan schromelijke lasten, onder welke al de Steden en Gemeenten moeten
bezwijken.
Dan gaf hij 't woord aan d'heeren Senateurs Leirenscu Van VRECKEii,die in 't Vlaamschspraken,
de Kiezers bedankten en de verzskering gaven dat zij krachtig zullen werken om de Rechten en
Vrijheden te verdedigen en als de Kiezing wel uitvalt, om terug te eischen en te herstellen wat de
Liberhaters genomen en gebroken hebben. Mr Van Vreckem bracht hulde aan de goedwilligheid
der Aalstersche Kiezers, en prees hunne manhaftigheid. In uwe stad komende, zegde hij, zie ik
twee groote oude prachtgebouwen, zie ik uw Stadhuis en uwe St Martens-kerk, zinnebeelden van
de burgerlijkeen godsdienstige Vrijheden; welnu, eerder zal men deze gedenkstukken met d han
den omverwerpen, dan het christen en burgerlijk gevoel van Vrijheid uit uwe zieleu rukken.
Dan volgde Mr Louis De Sadeleer die insgelijks in 't Vlaamsch sprak, met bijzondere aandacht
werd aanhoord en van den beginne af, de bewondering verwekte en een grooten bijval verwierf.
Met tijd en toeleg, zal Mr De Sadeleer een der groote Redenaars van de Kamer worden, dat mogen
wij hem voorspellen; h*f spreekt met kracht en zwier; de Vlaamsche taal is hij machtig; hij kan
de gemoederen raken en in opschudding brengen; zijn woord is echt Vaderlandse!), Katholiek en
Christelijk, gelijk zijn hert; zelfs in Antwerpen zou hij met eere op den rangstaan;ennu nog meer
spijt het ons dat 'ne Persoon van zijn gehalte door de donkere kromme wegen van het tegenwoor
dig algemeen afgekeurd stelsel tot de Kiezervis gekomen. M. De Sadeleer heeft met kracht de
Vrijheidskrenkeude dekreten en wetten der liberalen afgekeurd; met kracht legen dc verpruissing
van Belgié gesproken, met kracht de verdrukking der Gemeenten verslooten, alsmede de misach
ting voor de Vlaamsche schoone Moedertaal.
Toen hij eindigde, was er niemand meer die zegde: De Kandidaat is te jong! Een andere Per
soon, nog jonger dan hij, hebben wij in de Kamer gehad, en zelden werden wij met meer kracht,
zelfsopolïering en wijsheid vertegenwoordigd; 't was die jonkheid, de nooit genoeg betreurde M.
Liénart, die vóór de groote stemmingen in de Kamer, naar zijn Arrondissement kwam, om het
gedacht der Kiezers te kennen en aldus als ware Volksvertegenwoordiger zijn p'icht te gaan kwij
len! 't Is ook een jonkheid die in twee openbare Vergaderingen t'Aalst, manhaftiglijk heeft uitge
roep :n: VRIJ LEGER EN VRIJ ONDERWIJS!
M. De Sadeleer heeft maandag in Aalst 'ne groote stap gedaan; zekerlijk, ons Arrondissement
verheft en vereert hem, zijnen naam en zijn Parochie;zelfs waren er te Gent ontevredenen, omdat
mén hier een jonkheid voordroeg; doch elk is meester in zijn huishouden; en wij verhopen dat
Mr De Sadeleer, aan d'algemeene verwachting zal beantwoorden, ons in de Kamer waarachtiglijk
en kloekmoedig!ijk zal vertegenwoordigen. De jonkheid kan te driftig zijn, maar de ouderdom
kan ook te voorzichtig wezen.
Na d'aanspraak van M. De Sadeleer, heeft de Vergadering een meesterlijke Redevoering van
'Vcisste gehoord; in 't frauscb, maar toch geerne aanhoord door allen; want, zelfs die geepn
franseh verstaan, zien in Mr Woeste de kracht uitschitteren, vaneen groot sprekerstaleni, gejeid
Liberaalderij; hij toonde't gevaar voor Orde en Vrijheid, indien deze tirannieke sekte de boven
hand blijft behouden. Achter de Liberaalderij wees hij het Radikalismus, hetwelk reed's dén voet
opheft om Frère en zells Ba ra ie doen tuimelen.
In zijn aanval tegen de Liberaalderij, was M. Woeste de kracht zelve; doch in hem, gelijk in de
andere Redenaars, bemerkt men een aarzeling, een vrees, een bedwang, voor de groote zaken
welke de Kiezers en 't Volk vereisschen. Er liggen stokken voor 't wiel; er is een machtige hand,
die op de Gekozenen drukt,en de zaak is geen geheim meer,men ziet dat de Koning zich tusschen
de Gekozenen en hun Kiezers stelt, om zijn sterk leger te mogen behouden en zooveel mogelijk
het officieel onderwijs te redden.
Zekerlijk, men verstaat de bekommernissen en de verantwoordelijkheden dergenen die aan
't hoofd zijn, die zouden willen de krijgslasten verzachten en tot een Leger van Vrijwilligers ko
men; doch staat van den enen kant dengene die een Vader voor zijn Volk zou moeten zijn, van
den anderen kant staat ook 't Volk dat de wet geeft door de Kiezers; van den anderen kant staan
die duizende en duizende Vaders en Moeders, metd'lianden verheven tegen die Bloedwet, tegen
die barbaarscliheid, welke de Faruiliën schendt, welke de kloeke gezonde Belgen naar ne ver-
derfpnt sleurt, want het is bewezen dat 10 t. h. der soldaten in d'hospitalen met slechte ziekten
liggen; van den anderen kant,staan ook de bemiddelde Burgers en Landbouwers, die nu reeds ne
put in hun geldkist moeten maken oai hun zoons af te koopen en die voorzien dat in perijkel van
oorlog, de remple^anten met hun gewicht van goud zouden moeten betaald worden van den
anderen kant staat ook de groote meerderheid die
roept: VRIJ LEGER EN VRIJ ONDERWIJS.
Onze Vertegenwoordiging heeft aangaande dit punt
eenige gewichtige verklaringen gedaan Zijn de ka
tholieken boven, van nu af is het zeker, dal ergeene
ver/waring van krijgslasten zijn de reserve, de
Maas-versterking, de Burgerwacht op den Buiten, al
die plagen gaan terug in den chako der gencraals;het
kontingent zal gebracht worden gelijk in 1878, en
zelfs, zoo verklaarde M. Van Wambeke, er zijn
Katholieke Representanten van een ander gevoelen,
doch ONS GEDACHT IS DAT DIE 12,000 MAN ER NIET
nog dig zijn. Van den anderen kant is er ons ver
zekerd dat er zal gewerkt worden, om de kosten der
remplaceering te verminderen. Dat is zekerlijk aan
te prijzen, als 'ne stap naar d'afschaffing der Bloed
wet. Want, er is geen middenpunt We rollen
naap 't IEDEREEN SOLDAAT, of we moeten vooruit
naar 't NIEMAND GEDWONGEN SOLDAAT!
Groote voordeelen zijn er dus, van nu af verze
kerd, als de Katholieken aan 't Bestuur komen en
nog meerdere zullen volgen want, gelijk de gazetten
van Antwerpen schrijven, de Katholieke Ministeriën
zullen mee moeten met de Kiezers en 't Volk of val
len; 't is ongehoord dat onder een vrije Grondwet,
zonder cenig blijkbaar nut, het Volk zou ouder een
slavernij blijven, die jaarlijks aan den Staat 50 mil
joen gaat kosten, die de Familien zoo wreedaardig
schendt .-n foltertjde Kiezers en 't Volk zijn bedroefd
en verontweerdigd; zij zien en weten wie er d'oorzaak
va» is; zij vragen of allen zonder rede moeten lijden
voor éenen kop, en ze zijn niet verre van den dag te
verwenschen op welken dit vreemd geslacht in Bel-
genland is ingebracht. De Kiezers en 't Volk vragen
van hunne Vertegenwoordigers een groote krachtda
digheid, om tot een Vrij Ouderwijs en eon Vrij Leger
te geraken.
Vooraleer de Vergadering te sluiten deed deVoor-
zilter M.Van Wambeke,een oproep tot aide Kiezers,
om den 13 Juni op hunnen post te zijn en voor ge
heel den lijst te kiezen. De Kandidaten der Katho
lieke en Bewarende Gezindheid zijn
,'VOOR 'T SENAAT MM. Leirens en Van
VOOR DE KAMER MM. Van Wambeke, Ver-
hbugghe, Woeste bn De Sadeleer.
[iEEFT REKENING. 4
>'i. in^r-vviits1» van deu Buiter:, i
ipartijdig"gesproken, ffl op T fieri: hebben de j
rigen; een ware Belg moest vanschaamlein den grond
zinken, als hij zag hoe ofllcié io Spion daarronusion-
den en zich verzadigden met do vern-.lorii ge», welk©
Burgemeesters, Schepenen en ander Katuoiieke men-
schen moesten ondergaan.
De Staatsschuld is schromelijk vermeerderd; al wat
er in de kas bleef, is weg; alle lusten zijn v -rnoog 1 «*n
er is een deficit van 10 mnjoen; op 5 jaren zij i de li
berale Ministers 38 miljoen te kort -Komen IIJJS
Belgen, Kiezers, 't woord is aan U
Wit gij dat Belgenland afgeknaagd worde, tot op
'tbeen, verarmd voor 50 jaren i
Wilt gij die tweedracui in Stad en Dorp zien ver»
meerderen
Wilt gij die vuige Inkwisitie nog zien rotsen en
rijden
Wilt gij hier zien den Geus en Vrijmetser trinmfee-
rend, den Belg die leeft gelijk hem vuu z.jn kindsge
beente is geleerd, vervolgd on verdrukt, j i in zijn
heiligste burger-en familierechten gekrenkt 1
Wilt gij de krijgslasten verzwaard en D Maas
oevers versterkt, hetgeèn misscuien too innj <o.i zal
kosten, de remplaceering nog mo-iehjker g maakt,
de Burgerwacut ais een tweede Leger iogoruh.1
Kiest dan voor de liberalen.
Maar NEEN! wij zouden ons eigen zeiven moeten
maledijden, indien ons Laud z rampzalig ware van
een kruis van goedkeuring te st-llenb vde liberale
namen, en bijgevolg voorde liberal-akten.
NEEN', wijzoudej ouzea lij ienjkeu ii.tr-'st mis
kennen, wij zou len ons schu dig e i inedeplicutig
maken aan al die eeuwige ver-ogernisse», door ecu
veroordeeld Onderwas, dooreen werking om de men
seden Geus ea Vrijdenker te maken, te doen leven
als dieren en als houden te doe i b'graven w >r len.
Achtbare katuoiieke Kiezers, g.j die zoo dikviils
van verontweerdiging h-bt g*-zjc it - i gmuiverd In
't hooren en lezen vau al wal die Lib -raalderij heeft
durven piegeu, tegen de Viijaeid der 'iomeeüte»,
tegen de Vrijheid der Ouders, tegen de Vrijh ml onzer
afgestorvene Vrienden, door kerknol'schendmgen en
verandering van Fundatiën, achtbard Ki rs van de
Stad en den Buiten, gij die ziel ito» een vermal* dij-lJe
School wet,Steden en Parocuiën uitput en iu s mulden
brengt, nu is 't de tijd van u te tooaeu.
DEN 13 JUNI zutt gij recht doen over at die gru
welijkheden; den 13 Juni zult g'i door uw kr ii-ken
in '1 vierkaut boven de namen dr katholiek s Kandi
daten, gj zult in den naam van al 't ander Volk roe
pen
L°ve 't Recht en de Vrijheid
Weg de dwingelandij der Geuzen
Sedert 1830 heeft er geen Ministerie zulke droeve
rekening afgeleverd, als het tegenwoordige.
Zien wij niet dat nu aelfs, zonder oorlog ui krisis.
dat de weerde der eigendommen 20t.h.is verminderd?
Men durft bijoa niets verkoopen, omdat al het onroe
rende zoo zeer afslaat.
Niets is er gedaan dan geld verkwist;
Aan Leger en O; derwijs;
En bijzonderlijk geld verkwist, om die vervloekte
wet vau 1879 te doen uitvoeren omde Steden en Paro
chiën te plagen met ofliciéele Meesters, om twee drij
onderwijzers zonder of met een half dozijn leerlingen,
vet én dik te betalen. Daar zijn de miljoenen naartoe
gegaan.
En niet genoeg met de Staatsmeesters en meeste
ressen, d'hooveerdigheid en de g mdatukken op te gie
ten, z'hebben met honderde duizende franks uitgege
ven, om een Inkwisitie rond te zenden, een ware
schande voor een Vrij Land; om Priesters te betich
ten en te beladen, om dollen praat aan te teekenen,
om Burgemeesters en Schepenen te doen compareeren
en te doen beschuldigd worden door hunne onderhoo.
Om 't Onderwijs onder den voet te breDgen.
Eo als de Kiezers daar geen einde aan stellen
waarop zal dat uitkomen?
Ze sprekeD van dTospekteurs van 8 tot 10 duizend
fr. 's jaars te geven, vaude Meesters op zijn i avenant.
Ze maken roildelbare schóón en Aihenei s in alle
steden van eenigen lel! Ja, burgeren b. er mag nu
ook al 't schoolgeld der rijke liberale kinderen l eta
le»!!! Alsgedat eenspeisl! Kan dat blijven duren?
Gij zelfs die altijd liberaal geweest zij', kunt gij zoo
schromelijk uw geld. T geld van alleman zn-n ver
kwiste! Te Brussel bekennen ze dat de toestand on-
hoübaar is; wantin een Meetirg is er g< zegd dat de
geestelijke goederen moeten aar.ges ng-m worden! Ja,
daarop peizen de schelmen! En achterna! wie. zal de
wolven van Piet Van llumbeeck blijven voeden? En
als de Staat vol schulden steekt, 't ziju tocu decoutri-
Luabclen die voor 't manneken staan.
of de
verhalen uit den Franschen Tijd,
naar het uitgebreid werhvan S. VAN DER GUC1IT, Kunstschilder
te Aalst. 51' Vervolg.
L. TER PLAATSE VAN DE MISDAAD.
Ze waren dus en ze stonden op den steenweg van Gent tusschen
Wetteren en Westrem, alwaar twee dagen te voren, de Binders hun
schrikkelijkste misdaad hadden gepleegd, niet alleenelijk de Elf
maal Honderd Duizend fr. der Postmaal geroofd, maar al die brave
Bedienden zoo wreedaardig vermoord. Een huivering ging door de
leden van 't gezelschap. Moor snoot de neus op, willende zijnen
alschrik toonen van 't vergoten menschenbloed en men bleef eenige
oogenblikken stilzwijgend staan. Het wezen van den menschenjager
was ineengetrokken, zijn oogen gloeien; zijn lippen presten tegen
een; al zijn aandacht was verslonden in 't gewichtig werk, dat hij
ging aanvangen. Mren en gezellen, zegde hij, met uw oorlof, ik
ga d'opspeuring beginnen. Als gij ons noodig hi bt, sprak Jan
Clercker, gelief te spreken, we zijn gansch t'uwen dienste.
Ons hoeft gij niet te sparen, voegde de Meyer van Wetteren
erbij, en de Champetter knikte bijstemmend.
John keek eerst aan achtig rond, rechts, links, boven en beneden,
sprong over den dijk, kroop in 't kreupelhout, kwam te voorschijn
met twee hasthouten, die hij tusschen de loovers had gevonden en
«meet dezelve op den zijkant der baan; dan bestudeerde hij den
grond en was weldra op een speur, heigeen hij volgde tot aan den
neêrliggenden boom, die den «mokkelkelder bedekte. Weldra vond
hij een tweede speur, dat insgelijks tot aan den «mokkelkelder liep
en er vandaan was gekomen. Dan stond hij eenige oogenblikken te
denken, legde zich plat op den grond om alles van dichtbij te zien,
bekeek en bestudeerde alles wat op den grond ingedrukt lag, sprong
recht en links, zag 't kreupelhout na, waar en langs welken kant er
takjes afgebroken waren, immers hij deed zooveel aardige en won
dere gebaren, dat de Meyer bijtijds zijn hoofd schuddende, wilde
zeggen: Is dat nu dien wonderen opspeurder? zou er niet eerder iets
aan zijn hersens schillen? Doch Jan en Victor stonden eerbiedig
hunnen Aanleider te aanstaren, bereid om hem hunne hulp te bie
den. Een oogenblikken was John uit hunne oogen verdwenen,
doch ras kwam hij terug, naderde 't gezelschap, droogde 'i zweet
van zijn voorhoofd en zegde: We zijn er, heeren! Men heelt niet ver
geloopen om 't geld der Postmaal ie verbergen: daar, in 't klaarhout
ziet gij dien neergevallen boom? Ja, sprak de Meyer Onder
dien boom is 'ne kelder, die daar reeds lang moet geweest zijn. want
nergens vind ik speur vandelvingswcrken. Daarin heelt men 't goud
verbolgen. Kom. zei de Mcycr, we gaan het er uithalen. 't Is
weg, Mr, van gisteren nacht.
Maar, riep de verwonderde Meyer, hoe kunt gij dit weten? ge
zijl toch immers geen tooveraarl
Alhoewel den baas uit den Pelgrim te Teralphene mij nog
voor veel erger genomen heeft, antwoordde John, behoeft men geen
tooveraar te zijn, om dit alles te konnen zien. Het speur van d heir
baan naar den grond. Welk speur? vroeg de Meyer. Laat
sprekenl laat spreken,sprak Jan, wien dit gedurigonderbrekenbegon
te verdrieten. Het speur van d'heirbaan door het bosch tot aan
den neêrliggenden boom, is zeer zwak; maar het speur van aan den
boom naar de baan is diep in den grond gedrukt; dit bewijst dat
men ledigerhand boschwaarts is ingegaan en stijf geladen terugge
komen. Is dat klaar of niet?... De Meyer zweeg maar de gezellen
en de Champetter deden teeken van bevestiging. Verder, sprak
de opspeurder, gisteren nacht, de speuren leggen het uit, gisteren
nacht heeft hier stilgehouden, 'ne wagen geladen met hasthouten;
men heeft gebaard alsof er iets aan den wagen ontbrak, om de
voorbijgangers niet oplettend te maken, men heelt eenige houten
laten atrijzen, waarvan er twee vergeten zi;n die tusschen het struik
gewas zijn blijven liggen, 't Is op dezen wagen dat men t geld heelt
vervoerd. Maar, onderbrak de Meyer, doch Victor legde hem
d'hand op den schouder, tot teeken dat hij den Engelschman in zijn
uitleggingen niet mocht stooren.
- 't Is op dezen wagen dat 't geld is vervoerd. Dat dc breuk aan
den wagen maar geveinsd was, bemerk ik, naardien dat er rond de
wielen geen speur is van voetstappen, hetgene onmisbaar zou ge
weest zijn, hadde men eraan moeien werken. Deheer Meyer meinde
iets op te merken? —Ja, Mren, zou men niet wijselijk doen den kei
der te openen? Waarom, als de vogel gaan vliegen is, bemerkte
Jan. Dat is zeker, zegde John, maar desniettegenstaande, laat
ons den kuil openen.
De knecht met de spade werd geroepen, g'heel 't gezelschap begaf
zich over den dijk naar den neêrliggenden boom; en John teekende
af, waar de boerenknecht moest beginnen te delven. De man zette
zich aan den arbeid, nog geen anderhalve voet diepte bonsde zijne
spade op eene planken vaideur: hij s :hoot er d'aarde af, deed de
valdeur zonder veel moeite openen men bevond zich aan den ingang
van een soort van kelder, zeer kunstig in d'aarde vervaardigd. John
sprong er dadelijk in, keek rond en zegde: Ziet, heeren,daar in den
grond ziet gii nog d'afdruksels van de •.Aarezakkendie er opgclegen
hebben. Geen twijfel, 't zijn de zakken geld die hier gelegenhebben.
En wederom rondsnuffelende kwam bij te voorscnijn met eenige
halfverrotte bladjes tabak. Dit bewiis mij, zegde bij, dat dese kel
der eertijds gediend heeft t- L bergplaits voor smokkelaars, om er
in hunnen tabak te versteken. Hei js niet noodig ons bier langer op
te houden, voegde hij erbij, laat onshevcr eens zien, waar de wagen
met hasthouten is vervaten, iit voor erp kan niet zoo klein zijn,
om geene merkbare teekens a-hte* 'e i.'ten, die ons op t speur der
roovers zullen brengen. Natuurlijk, sprak Victor, waar de wagen
met hasthouten vervoerd is, «laai maeten d Elf Honderd Duizend
Ir. zijn. Eu daar zullen wij d'Aaniotders* der Binders vasthebben,
voegde Jan erbij. Dadelijk aan 't werk. sprak de menschenjager
uit den kelder springende; hij waschtte in den nabijgelegen gracht
ztjn handen welke hij door zijn opzoekingen niet weinig had be
morst, keek nogeens terdeeg rond tusschen de heesters cn sprong
over den dijk terug op de heirbaan. Hier overzag hij oplettend, zoo
wel den aarden zijweg, als de gekalseide middenbaan, sprak tot zijn
eigen, knikte toestemmend met het hoold, ging verder, legde zich
plat op de baan en keerde eindelijk terug; hij scheen ten uiterste
voldaan en het zand van zijl. handen wrijvende: Mijnheeren, zegde
hij, God zij gelofd, nooit zag ik een uitspeuring zoo gemakkelijk
gebeuren; wat ons nog overblijlt is maar een kinderspel meer; luis
tert: de wagen die hier gestaan heelt, was bespannen met twee paar
den en begeleid door twee mannen: de eene bestierde de paarden
en de andere kwam achteraan, waarschijnlijk om een wakend oog
in 't ronde te houden. Degene die de paarden bestierde, had nieuwe
schoenen aan, beide beslagen met zes en veertig nagels; de schoe
nen van den anderen waren reeds half versleten. Toen hij hier op
deze plaats aankwam, was zijn rechten schoen voorzien van twintig
nagels en den linken voet vijftien. Door't geweld dat hij alhier heelt
gedaan, met in d'aarde te wroeten en de geldzakken te verslijpen,
heelt bij van zijnen rechten schoen twee nagels verloren en van den
linken, drij; dit maakt dat de verdere indrukken maar achliien na
gels geven voor den rechten voet cn iwaalt voor den linken.
Maar, viel de Meyer in zijn rede, het is volgens u w zeggen reeds
van gisteren nacht, dat de wagen hier gestaan heelt, zou het niet
moeielijk zijn heden dit speur te kunnen volgen, op de bian. waar
later met honderde paarden, wagens en menscnen zijn doorgetrok
ken? Indien, gaf John tot antwoord, indien wij den weg niet
konden raden door den wagen gevolgd, dan zou dit moeieii|k zijn,
doch niet onmogelijk; maar nu dat wij duidelijk zien dat hij oost
waarts opgereden is, nu wordt de zaak eenvoudig Daarbij, heeren,
daarbij zullen de twee vervoerders zich onderwege meer dan eens
hebben ververscht. Het zijn maar de bijzonderste herbergen die
binst den nacht open blijven; nogtans, om zeker te spelen, zullen
wij in allen eens nagaan om te vernemen of aldaar gisteren nacht
geen wagen met hasthouten geladen, heelt stil gestaan. Zoo volgen
wij de baan.onderwege linksen rechts.aansprekende waar wij hopen
eenige inlichtingen te bekomen, totdat wij aan de weet genten aan
welken persoon die houtvracht is bestemd. Zoo gezegd zoo ge
daan, sprak Jan. Citoyen, zegde de Meyer tot John. ge zijt ne
zonderlingen mensch! al wat gij zegt, is zou wel gegrond, dat men
u eindelijk toch moet bewonderen. Met redenecren en vooruit
zien geraakt men ver, antwoordde John; heeren, willen wij? zie, ik
ga als verkenner vooruit, wees zoo goed mij te volgen.
En zijn karabijn op deschouders werpende, opende hij den tocht,
schiers op zijn hielen volgden Jan Clercker en Vicior Leefmans,
Moor snuffelde in 't ronde, wijl de andere achteraan kwamen ge
stapt. Ze waren reeds een goed einde wegs gegaan en bevonden
zich in de nabijheid van Westrem, meer en meer de nieuwsgierig
heid verwekkende van landbouwers en reizen Ie passunien; bijzon
derlijk de reizigers dieindeDiligenciën voorbijreden, staken nieuws-