23 Zondag 4 Juni 1882. Drie-enT\vintigste-Jaargaii« ©oösöienst, - Oaberianb - Orifljciï* De Kiezingen. tssrss/sasta. -swryfcse. -- W hebben ze gedaan? Miljoenen te kort. JAN CLSRKER laatste Binders van Vlaanderen, Bureel, Achterstraat. Gewoone Annoneen: 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweedo Bladzij 50 cent. den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel. HET LAND fr. 's jaars. vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alletlj Is genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. VAN AELST D'Uittredende Heeren Senateurs en Volksvertegenwoordigers zijn met den nieuwen Kandidaat op htm ronde geweest; 'tis een lastig werk, bijna van Parochie tut Parochie, de Kiezers te gaan spreken; inet hel stelsel van den Poll zou éen Vergadering in elke hoofdplaats van Kanton, vol doende wezen; men zou er d'uittredeude en de nieuwe Leden booren, d'opmerkingen maken en tot de stemming overgaan. Maandag achternoen ten o ure, was er Vergadering t'Aalst; niet talrijk waren de Kiezer» op gekomen, maar op den grooten Dag zal er niemand ontbreken, des te meer dat de Liberaalderij schijnt in het worstelperk te zullen treden, met 'ne volledige lijst voor de Kamer. M' Van Wambeke opende de zitting en deed, in eenige ronde vlaamsche woorden,al het ongelijk zien, ons Rechten, Vrijheden en Belangen aangedaan, dooreen Ministerie hetwelk zich liberaal durlt noemen en in alles de Vrijheid bestrijdt, hetwelk schoone beloften deed en niets geeft dan twist en tweedracht, dan schromelijke lasten, onder welke al de Steden en Gemeenten moeten bezwijken. Dan gaf hij 't woord aan d'heeren Senateurs Leirenscu Van VRECKEii,die in 't Vlaamschspraken, de Kiezers bedankten en de verzskering gaven dat zij krachtig zullen werken om de Rechten en Vrijheden te verdedigen en als de Kiezing wel uitvalt, om terug te eischen en te herstellen wat de Liberhaters genomen en gebroken hebben. Mr Van Vreckem bracht hulde aan de goedwilligheid der Aalstersche Kiezers, en prees hunne manhaftigheid. In uwe stad komende, zegde hij, zie ik twee groote oude prachtgebouwen, zie ik uw Stadhuis en uwe St Martens-kerk, zinnebeelden van de burgerlijkeen godsdienstige Vrijheden; welnu, eerder zal men deze gedenkstukken met d han den omverwerpen, dan het christen en burgerlijk gevoel van Vrijheid uit uwe zieleu rukken. Dan volgde Mr Louis De Sadeleer die insgelijks in 't Vlaamsch sprak, met bijzondere aandacht werd aanhoord en van den beginne af, de bewondering verwekte en een grooten bijval verwierf. Met tijd en toeleg, zal Mr De Sadeleer een der groote Redenaars van de Kamer worden, dat mogen wij hem voorspellen; h*f spreekt met kracht en zwier; de Vlaamsche taal is hij machtig; hij kan de gemoederen raken en in opschudding brengen; zijn woord is echt Vaderlandse!), Katholiek en Christelijk, gelijk zijn hert; zelfs in Antwerpen zou hij met eere op den rangstaan;ennu nog meer spijt het ons dat 'ne Persoon van zijn gehalte door de donkere kromme wegen van het tegenwoor dig algemeen afgekeurd stelsel tot de Kiezervis gekomen. M. De Sadeleer heeft met kracht de Vrijheidskrenkeude dekreten en wetten der liberalen afgekeurd; met kracht legen dc verpruissing van Belgié gesproken, met kracht de verdrukking der Gemeenten verslooten, alsmede de misach ting voor de Vlaamsche schoone Moedertaal. Toen hij eindigde, was er niemand meer die zegde: De Kandidaat is te jong! Een andere Per soon, nog jonger dan hij, hebben wij in de Kamer gehad, en zelden werden wij met meer kracht, zelfsopolïering en wijsheid vertegenwoordigd; 't was die jonkheid, de nooit genoeg betreurde M. Liénart, die vóór de groote stemmingen in de Kamer, naar zijn Arrondissement kwam, om het gedacht der Kiezers te kennen en aldus als ware Volksvertegenwoordiger zijn p'icht te gaan kwij len! 't Is ook een jonkheid die in twee openbare Vergaderingen t'Aalst, manhaftiglijk heeft uitge roep :n: VRIJ LEGER EN VRIJ ONDERWIJS! M. De Sadeleer heeft maandag in Aalst 'ne groote stap gedaan; zekerlijk, ons Arrondissement verheft en vereert hem, zijnen naam en zijn Parochie;zelfs waren er te Gent ontevredenen, omdat mén hier een jonkheid voordroeg; doch elk is meester in zijn huishouden; en wij verhopen dat Mr De Sadeleer, aan d'algemeene verwachting zal beantwoorden, ons in de Kamer waarachtiglijk en kloekmoedig!ijk zal vertegenwoordigen. De jonkheid kan te driftig zijn, maar de ouderdom kan ook te voorzichtig wezen. Na d'aanspraak van M. De Sadeleer, heeft de Vergadering een meesterlijke Redevoering van 'Vcisste gehoord; in 't frauscb, maar toch geerne aanhoord door allen; want, zelfs die geepn franseh verstaan, zien in Mr Woeste de kracht uitschitteren, vaneen groot sprekerstaleni, gejeid Liberaalderij; hij toonde't gevaar voor Orde en Vrijheid, indien deze tirannieke sekte de boven hand blijft behouden. Achter de Liberaalderij wees hij het Radikalismus, hetwelk reed's dén voet opheft om Frère en zells Ba ra ie doen tuimelen. In zijn aanval tegen de Liberaalderij, was M. Woeste de kracht zelve; doch in hem, gelijk in de andere Redenaars, bemerkt men een aarzeling, een vrees, een bedwang, voor de groote zaken welke de Kiezers en 't Volk vereisschen. Er liggen stokken voor 't wiel; er is een machtige hand, die op de Gekozenen drukt,en de zaak is geen geheim meer,men ziet dat de Koning zich tusschen de Gekozenen en hun Kiezers stelt, om zijn sterk leger te mogen behouden en zooveel mogelijk het officieel onderwijs te redden. Zekerlijk, men verstaat de bekommernissen en de verantwoordelijkheden dergenen die aan 't hoofd zijn, die zouden willen de krijgslasten verzachten en tot een Leger van Vrijwilligers ko men; doch staat van den enen kant dengene die een Vader voor zijn Volk zou moeten zijn, van den anderen kant staat ook 't Volk dat de wet geeft door de Kiezers; van den anderen kant staan die duizende en duizende Vaders en Moeders, metd'lianden verheven tegen die Bloedwet, tegen die barbaarscliheid, welke de Faruiliën schendt, welke de kloeke gezonde Belgen naar ne ver- derfpnt sleurt, want het is bewezen dat 10 t. h. der soldaten in d'hospitalen met slechte ziekten liggen; van den anderen kant,staan ook de bemiddelde Burgers en Landbouwers, die nu reeds ne put in hun geldkist moeten maken oai hun zoons af te koopen en die voorzien dat in perijkel van oorlog, de remple^anten met hun gewicht van goud zouden moeten betaald worden van den anderen kant staat ook de groote meerderheid die roept: VRIJ LEGER EN VRIJ ONDERWIJS. Onze Vertegenwoordiging heeft aangaande dit punt eenige gewichtige verklaringen gedaan Zijn de ka tholieken boven, van nu af is het zeker, dal ergeene ver/waring van krijgslasten zijn de reserve, de Maas-versterking, de Burgerwacht op den Buiten, al die plagen gaan terug in den chako der gencraals;het kontingent zal gebracht worden gelijk in 1878, en zelfs, zoo verklaarde M. Van Wambeke, er zijn Katholieke Representanten van een ander gevoelen, doch ONS GEDACHT IS DAT DIE 12,000 MAN ER NIET nog dig zijn. Van den anderen kant is er ons ver zekerd dat er zal gewerkt worden, om de kosten der remplaceering te verminderen. Dat is zekerlijk aan te prijzen, als 'ne stap naar d'afschaffing der Bloed wet. Want, er is geen middenpunt We rollen naap 't IEDEREEN SOLDAAT, of we moeten vooruit naar 't NIEMAND GEDWONGEN SOLDAAT! Groote voordeelen zijn er dus, van nu af verze kerd, als de Katholieken aan 't Bestuur komen en nog meerdere zullen volgen want, gelijk de gazetten van Antwerpen schrijven, de Katholieke Ministeriën zullen mee moeten met de Kiezers en 't Volk of val len; 't is ongehoord dat onder een vrije Grondwet, zonder cenig blijkbaar nut, het Volk zou ouder een slavernij blijven, die jaarlijks aan den Staat 50 mil joen gaat kosten, die de Familien zoo wreedaardig schendt .-n foltertjde Kiezers en 't Volk zijn bedroefd en verontweerdigd; zij zien en weten wie er d'oorzaak va» is; zij vragen of allen zonder rede moeten lijden voor éenen kop, en ze zijn niet verre van den dag te verwenschen op welken dit vreemd geslacht in Bel- genland is ingebracht. De Kiezers en 't Volk vragen van hunne Vertegenwoordigers een groote krachtda digheid, om tot een Vrij Ouderwijs en eon Vrij Leger te geraken. Vooraleer de Vergadering te sluiten deed deVoor- zilter M.Van Wambeke,een oproep tot aide Kiezers, om den 13 Juni op hunnen post te zijn en voor ge heel den lijst te kiezen. De Kandidaten der Katho lieke en Bewarende Gezindheid zijn ,'VOOR 'T SENAAT MM. Leirens en Van VOOR DE KAMER MM. Van Wambeke, Ver- hbugghe, Woeste bn De Sadeleer. [iEEFT REKENING. 4 >'i. in^r-vviits1» van deu Buiter:, i ipartijdig"gesproken, ffl op T fieri: hebben de j rigen; een ware Belg moest vanschaamlein den grond zinken, als hij zag hoe ofllcié io Spion daarronusion- den en zich verzadigden met do vern-.lorii ge», welk© Burgemeesters, Schepenen en ander Katuoiieke men- schen moesten ondergaan. De Staatsschuld is schromelijk vermeerderd; al wat er in de kas bleef, is weg; alle lusten zijn v -rnoog 1 «*n er is een deficit van 10 mnjoen; op 5 jaren zij i de li berale Ministers 38 miljoen te kort -Komen IIJJS Belgen, Kiezers, 't woord is aan U Wit gij dat Belgenland afgeknaagd worde, tot op 'tbeen, verarmd voor 50 jaren i Wilt gij die tweedracui in Stad en Dorp zien ver» meerderen Wilt gij die vuige Inkwisitie nog zien rotsen en rijden Wilt gij hier zien den Geus en Vrijmetser trinmfee- rend, den Belg die leeft gelijk hem vuu z.jn kindsge beente is geleerd, vervolgd on verdrukt, j i in zijn heiligste burger-en familierechten gekrenkt 1 Wilt gij de krijgslasten verzwaard en D Maas oevers versterkt, hetgeèn misscuien too innj <o.i zal kosten, de remplaceering nog mo-iehjker g maakt, de Burgerwacut ais een tweede Leger iogoruh.1 Kiest dan voor de liberalen. Maar NEEN! wij zouden ons eigen zeiven moeten maledijden, indien ons Laud z rampzalig ware van een kruis van goedkeuring te st-llenb vde liberale namen, en bijgevolg voorde liberal-akten. NEEN', wijzoudej ouzea lij ienjkeu ii.tr-'st mis kennen, wij zou len ons schu dig e i inedeplicutig maken aan al die eeuwige ver-ogernisse», door ecu veroordeeld Onderwas, dooreen werking om de men seden Geus ea Vrijdenker te maken, te doen leven als dieren en als houden te doe i b'graven w >r len. Achtbare katuoiieke Kiezers, g.j die zoo dikviils van verontweerdiging h-bt g*-zjc it - i gmuiverd In 't hooren en lezen vau al wal die Lib -raalderij heeft durven piegeu, tegen de Viijaeid der 'iomeeüte», tegen de Vrijheid der Ouders, tegen de Vrijh ml onzer afgestorvene Vrienden, door kerknol'schendmgen en verandering van Fundatiën, achtbard Ki rs van de Stad en den Buiten, gij die ziel ito» een vermal* dij-lJe School wet,Steden en Parocuiën uitput en iu s mulden brengt, nu is 't de tijd van u te tooaeu. DEN 13 JUNI zutt gij recht doen over at die gru welijkheden; den 13 Juni zult g'i door uw kr ii-ken in '1 vierkaut boven de namen dr katholiek s Kandi daten, gj zult in den naam van al 't ander Volk roe pen L°ve 't Recht en de Vrijheid Weg de dwingelandij der Geuzen Sedert 1830 heeft er geen Ministerie zulke droeve rekening afgeleverd, als het tegenwoordige. Zien wij niet dat nu aelfs, zonder oorlog ui krisis. dat de weerde der eigendommen 20t.h.is verminderd? Men durft bijoa niets verkoopen, omdat al het onroe rende zoo zeer afslaat. Niets is er gedaan dan geld verkwist; Aan Leger en O; derwijs; En bijzonderlijk geld verkwist, om die vervloekte wet vau 1879 te doen uitvoeren omde Steden en Paro chiën te plagen met ofliciéele Meesters, om twee drij onderwijzers zonder of met een half dozijn leerlingen, vet én dik te betalen. Daar zijn de miljoenen naartoe gegaan. En niet genoeg met de Staatsmeesters en meeste ressen, d'hooveerdigheid en de g mdatukken op te gie ten, z'hebben met honderde duizende franks uitgege ven, om een Inkwisitie rond te zenden, een ware schande voor een Vrij Land; om Priesters te betich ten en te beladen, om dollen praat aan te teekenen, om Burgemeesters en Schepenen te doen compareeren en te doen beschuldigd worden door hunne onderhoo. Om 't Onderwijs onder den voet te breDgen. Eo als de Kiezers daar geen einde aan stellen waarop zal dat uitkomen? Ze sprekeD van dTospekteurs van 8 tot 10 duizend fr. 's jaars te geven, vaude Meesters op zijn i avenant. Ze maken roildelbare schóón en Aihenei s in alle steden van eenigen lel! Ja, burgeren b. er mag nu ook al 't schoolgeld der rijke liberale kinderen l eta le»!!! Alsgedat eenspeisl! Kan dat blijven duren? Gij zelfs die altijd liberaal geweest zij', kunt gij zoo schromelijk uw geld. T geld van alleman zn-n ver kwiste! Te Brussel bekennen ze dat de toestand on- hoübaar is; wantin een Meetirg is er g< zegd dat de geestelijke goederen moeten aar.ges ng-m worden! Ja, daarop peizen de schelmen! En achterna! wie. zal de wolven van Piet Van llumbeeck blijven voeden? En als de Staat vol schulden steekt, 't ziju tocu decoutri- Luabclen die voor 't manneken staan. of de verhalen uit den Franschen Tijd, naar het uitgebreid werhvan S. VAN DER GUC1IT, Kunstschilder te Aalst. 51' Vervolg. L. TER PLAATSE VAN DE MISDAAD. Ze waren dus en ze stonden op den steenweg van Gent tusschen Wetteren en Westrem, alwaar twee dagen te voren, de Binders hun schrikkelijkste misdaad hadden gepleegd, niet alleenelijk de Elf maal Honderd Duizend fr. der Postmaal geroofd, maar al die brave Bedienden zoo wreedaardig vermoord. Een huivering ging door de leden van 't gezelschap. Moor snoot de neus op, willende zijnen alschrik toonen van 't vergoten menschenbloed en men bleef eenige oogenblikken stilzwijgend staan. Het wezen van den menschenjager was ineengetrokken, zijn oogen gloeien; zijn lippen presten tegen een; al zijn aandacht was verslonden in 't gewichtig werk, dat hij ging aanvangen. Mren en gezellen, zegde hij, met uw oorlof, ik ga d'opspeuring beginnen. Als gij ons noodig hi bt, sprak Jan Clercker, gelief te spreken, we zijn gansch t'uwen dienste. Ons hoeft gij niet te sparen, voegde de Meyer van Wetteren erbij, en de Champetter knikte bijstemmend. John keek eerst aan achtig rond, rechts, links, boven en beneden, sprong over den dijk, kroop in 't kreupelhout, kwam te voorschijn met twee hasthouten, die hij tusschen de loovers had gevonden en «meet dezelve op den zijkant der baan; dan bestudeerde hij den grond en was weldra op een speur, heigeen hij volgde tot aan den neêrliggenden boom, die den «mokkelkelder bedekte. Weldra vond hij een tweede speur, dat insgelijks tot aan den «mokkelkelder liep en er vandaan was gekomen. Dan stond hij eenige oogenblikken te denken, legde zich plat op den grond om alles van dichtbij te zien, bekeek en bestudeerde alles wat op den grond ingedrukt lag, sprong recht en links, zag 't kreupelhout na, waar en langs welken kant er takjes afgebroken waren, immers hij deed zooveel aardige en won dere gebaren, dat de Meyer bijtijds zijn hoofd schuddende, wilde zeggen: Is dat nu dien wonderen opspeurder? zou er niet eerder iets aan zijn hersens schillen? Doch Jan en Victor stonden eerbiedig hunnen Aanleider te aanstaren, bereid om hem hunne hulp te bie den. Een oogenblikken was John uit hunne oogen verdwenen, doch ras kwam hij terug, naderde 't gezelschap, droogde 'i zweet van zijn voorhoofd en zegde: We zijn er, heeren! Men heelt niet ver geloopen om 't geld der Postmaal ie verbergen: daar, in 't klaarhout ziet gij dien neergevallen boom? Ja, sprak de Meyer Onder dien boom is 'ne kelder, die daar reeds lang moet geweest zijn. want nergens vind ik speur vandelvingswcrken. Daarin heelt men 't goud verbolgen. Kom. zei de Mcycr, we gaan het er uithalen. 't Is weg, Mr, van gisteren nacht. Maar, riep de verwonderde Meyer, hoe kunt gij dit weten? ge zijl toch immers geen tooveraarl Alhoewel den baas uit den Pelgrim te Teralphene mij nog voor veel erger genomen heeft, antwoordde John, behoeft men geen tooveraar te zijn, om dit alles te konnen zien. Het speur van d heir baan naar den grond. Welk speur? vroeg de Meyer. Laat sprekenl laat spreken,sprak Jan, wien dit gedurigonderbrekenbegon te verdrieten. Het speur van d'heirbaan door het bosch tot aan den neêrliggenden boom, is zeer zwak; maar het speur van aan den boom naar de baan is diep in den grond gedrukt; dit bewijst dat men ledigerhand boschwaarts is ingegaan en stijf geladen terugge komen. Is dat klaar of niet?... De Meyer zweeg maar de gezellen en de Champetter deden teeken van bevestiging. Verder, sprak de opspeurder, gisteren nacht, de speuren leggen het uit, gisteren nacht heeft hier stilgehouden, 'ne wagen geladen met hasthouten; men heeft gebaard alsof er iets aan den wagen ontbrak, om de voorbijgangers niet oplettend te maken, men heelt eenige houten laten atrijzen, waarvan er twee vergeten zi;n die tusschen het struik gewas zijn blijven liggen, 't Is op dezen wagen dat men t geld heelt vervoerd. Maar, onderbrak de Meyer, doch Victor legde hem d'hand op den schouder, tot teeken dat hij den Engelschman in zijn uitleggingen niet mocht stooren. - 't Is op dezen wagen dat 't geld is vervoerd. Dat dc breuk aan den wagen maar geveinsd was, bemerk ik, naardien dat er rond de wielen geen speur is van voetstappen, hetgene onmisbaar zou ge weest zijn, hadde men eraan moeien werken. Deheer Meyer meinde iets op te merken? —Ja, Mren, zou men niet wijselijk doen den kei der te openen? Waarom, als de vogel gaan vliegen is, bemerkte Jan. Dat is zeker, zegde John, maar desniettegenstaande, laat ons den kuil openen. De knecht met de spade werd geroepen, g'heel 't gezelschap begaf zich over den dijk naar den neêrliggenden boom; en John teekende af, waar de boerenknecht moest beginnen te delven. De man zette zich aan den arbeid, nog geen anderhalve voet diepte bonsde zijne spade op eene planken vaideur: hij s :hoot er d'aarde af, deed de valdeur zonder veel moeite openen men bevond zich aan den ingang van een soort van kelder, zeer kunstig in d'aarde vervaardigd. John sprong er dadelijk in, keek rond en zegde: Ziet, heeren,daar in den grond ziet gii nog d'afdruksels van de •.Aarezakkendie er opgclegen hebben. Geen twijfel, 't zijn de zakken geld die hier gelegenhebben. En wederom rondsnuffelende kwam bij te voorscnijn met eenige halfverrotte bladjes tabak. Dit bewiis mij, zegde bij, dat dese kel der eertijds gediend heeft t- L bergplaits voor smokkelaars, om er in hunnen tabak te versteken. Hei js niet noodig ons bier langer op te houden, voegde hij erbij, laat onshevcr eens zien, waar de wagen met hasthouten is vervaten, iit voor erp kan niet zoo klein zijn, om geene merkbare teekens a-hte* 'e i.'ten, die ons op t speur der roovers zullen brengen. Natuurlijk, sprak Victor, waar de wagen met hasthouten vervoerd is, «laai maeten d Elf Honderd Duizend Ir. zijn. Eu daar zullen wij d'Aaniotders* der Binders vasthebben, voegde Jan erbij. Dadelijk aan 't werk. sprak de menschenjager uit den kelder springende; hij waschtte in den nabijgelegen gracht ztjn handen welke hij door zijn opzoekingen niet weinig had be morst, keek nogeens terdeeg rond tusschen de heesters cn sprong over den dijk terug op de heirbaan. Hier overzag hij oplettend, zoo wel den aarden zijweg, als de gekalseide middenbaan, sprak tot zijn eigen, knikte toestemmend met het hoold, ging verder, legde zich plat op de baan en keerde eindelijk terug; hij scheen ten uiterste voldaan en het zand van zijl. handen wrijvende: Mijnheeren, zegde hij, God zij gelofd, nooit zag ik een uitspeuring zoo gemakkelijk gebeuren; wat ons nog overblijlt is maar een kinderspel meer; luis tert: de wagen die hier gestaan heelt, was bespannen met twee paar den en begeleid door twee mannen: de eene bestierde de paarden en de andere kwam achteraan, waarschijnlijk om een wakend oog in 't ronde te houden. Degene die de paarden bestierde, had nieuwe schoenen aan, beide beslagen met zes en veertig nagels; de schoe nen van den anderen waren reeds half versleten. Toen hij hier op deze plaats aankwam, was zijn rechten schoen voorzien van twintig nagels en den linken voet vijftien. Door't geweld dat hij alhier heelt gedaan, met in d'aarde te wroeten en de geldzakken te verslijpen, heelt bij van zijnen rechten schoen twee nagels verloren en van den linken, drij; dit maakt dat de verdere indrukken maar achliien na gels geven voor den rechten voet cn iwaalt voor den linken. Maar, viel de Meyer in zijn rede, het is volgens u w zeggen reeds van gisteren nacht, dat de wagen hier gestaan heelt, zou het niet moeielijk zijn heden dit speur te kunnen volgen, op de bian. waar later met honderde paarden, wagens en menscnen zijn doorgetrok ken? Indien, gaf John tot antwoord, indien wij den weg niet konden raden door den wagen gevolgd, dan zou dit moeieii|k zijn, doch niet onmogelijk; maar nu dat wij duidelijk zien dat hij oost waarts opgereden is, nu wordt de zaak eenvoudig Daarbij, heeren, daarbij zullen de twee vervoerders zich onderwege meer dan eens hebben ververscht. Het zijn maar de bijzonderste herbergen die binst den nacht open blijven; nogtans, om zeker te spelen, zullen wij in allen eens nagaan om te vernemen of aldaar gisteren nacht geen wagen met hasthouten geladen, heelt stil gestaan. Zoo volgen wij de baan.onderwege linksen rechts.aansprekende waar wij hopen eenige inlichtingen te bekomen, totdat wij aan de weet genten aan welken persoon die houtvracht is bestemd. Zoo gezegd zoo ge daan, sprak Jan. Citoyen, zegde de Meyer tot John. ge zijt ne zonderlingen mensch! al wat gij zegt, is zou wel gegrond, dat men u eindelijk toch moet bewonderen. Met redenecren en vooruit zien geraakt men ver, antwoordde John; heeren, willen wij? zie, ik ga als verkenner vooruit, wees zoo goed mij te volgen. En zijn karabijn op deschouders werpende, opende hij den tocht, schiers op zijn hielen volgden Jan Clercker en Vicior Leefmans, Moor snuffelde in 't ronde, wijl de andere achteraan kwamen ge stapt. Ze waren reeds een goed einde wegs gegaan en bevonden zich in de nabijheid van Westrem, meer en meer de nieuwsgierig heid verwekkende van landbouwers en reizen Ie passunien; bijzon derlijk de reizigers dieindeDiligenciën voorbijreden, staken nieuws-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1882 | | pagina 1