jf hf Li is-* Aalst. - De Vlaamsche kermis. sa Zoiidug IS A 1882. Drie-enTwiutigu te-Jaargaug. SN» ©oösöicnst, - baöttl ni> - Orijljeii» I'rijsdeelingen. JA ft CLERH.ER laatste Binders van Vlaanderen, w ~£Muaa&tti4St Bureel, Achterstraat. Gewoone Anaoncen: 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede BlaJj.'jde 50 cent. den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel. HET LAND 5 fr. 's jaars. vooraf betaalbaar Inschrijvingen worden op alle tljds'.lppon genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers VAN AELST Och, wat is dat schoon geweest, t'Aalst met de Vlaamsche Kermis Het erinnerde de oude Vlaamsche Feesten, als d'eendracbt onder de men- schen nog bestond en als er geen geheime werking was, om door barakken en losbandige slemperijen de goede zeden te bederven en ook dikwijls de verhe vene zaak te bespotten, welke de Samenleving moet in eere houden, wilt zij in orde, vrede en welvaart kunnen bestaan Vlaamsche Kermis! een feest van orde,van vriend schap, van gulle vermakelijkheid! Er zijn daar libe ralen geweest; dat ze getuigen of daar iets was, in al die vermakelijkheden, een teeken, een woordje, dat iemand ot iets kon hinderen en kwetsen zelfs de Ministers, die zooveel kwaad doen en met nog meer der kwaads bedreigen, werden die dagen vergeten Men vierde d'aloude VLARMSCHE Kermis. De menigte, er naartoe gesneld, was ontzachehjk; zondag alleen beliep d'ontvangst van ingang-geld boven de 1200 fr.; en nogtans was 't weder bedreige- lijk geweest; doverdrevene liberhaters hadden uitge strooid dat de Kermis een afstrooperij ging zijn, dal alles duur, schrikkelijk duur verkocht ging worden, dat men zou móe'ten koopen, enz. Altemaal valscnheid! en een nieuw bewijs dat de Liberhateri) met leugens en bedrog te werk gaat. De VLAAMSCHE Kermis was een Feest van volle vrijheid; niemand is daar gedwongen ot geprest inge komen; en die erin was, voor zijn 20 centiemen kon hij den Hof rondwandelen, de barakken en kramen bezichtigen en er blijven zoo lang het hem lustte en beviel. Verders was alles aan 'ne civiele prijs, en dit laat zich gemakkelijk begrijpen, als men denkt hoe d'Algemeenbeid gewerkt had om kosteloos of zonder winst de benoodigheden te leveren 't Is immers voor 't VRIJ KATHOLIEK ONDERWIJS en de gene genheid voor dit ecot Nationaal Onderwijs brandt en gloeit in d'herten van de ware Belgen. Een Vrij Volk moet zijn eigen onderwijzen. Zoo sprak en beloofde men in i83o en schreef men op de gedenkzuilen en in de Grondwet. Een boekdeel zou er moeten geschreven worden over de u Vlaamsche Kermis t'Aalst; en nog zou men te kort schieten; vraagt maar, geachte Lezers, aan wie er geweest is, en hj zal u zeggen: 't Is won derbaar, boven alle verwachting! Nogtans, tot herin nering van de duizende en duuende die er geweest zijn, tot b'danking aan de Inrichtersen Medewerkers zullen wij nier een oogslag op de Vlaamsche Kermis werpen; en die wilt komen zien, 't is nog tijd: Op algemeene aanvraag zal de VLAAMSCHE KEMS -.norgen. Zondag 13 A-agusti geopend voorden ten i ure nanoen en daarmeê geslo ten. We zijn nu aan 't uiterste der bevlagde Nieuwstraat en zien inden Hol tussciicn 't groen, de toppen der tenten en barakken met de Belgische vlaggen bewap- perd. Een nieuwsgierige menigte bezet den ingang: en men moet drummen om bij de dienstwillige Hee ren een kaartje te bekomen. Ha, de kermisbeweging klinkt u in d'ooren; getrommel, getrompet, muziek spel, doch wat hebben wij hier eerst aan onzen rechten kant? Een groote tent, kluchtig beschilderd: IN BATAViA, herberg; we gaan binnen; gelukkig die een plaatske vindt; een schoon welbehangene tent; er zijn hier meesters aan 't werk geweest! wij kijken rond, overal kennissen,met 't vrolijkste uitzicht, baas, bedienden, muzikanten allen gekleed als Neêrlandsche mntroozen: Wat zal er Mr believen? Een glas bier! En op 'ne wenk staat het daar, en ge legt i5 een tic men en de bediende is weg, om ander kalanten te gc:ieven. Goed, frisch, koel bier! Alla, d'heeren Moesiers der Zondagschool, want ZIJ hebben dat in gericht, en halen er eervan; van tijd tot tijd wordt er een airken door deSytnphoniegespeeld, een Vlaamse lied gezongen, en een ander rareteit uitgevoerd: een der bedienden is de Beyaardist van Aalst, en op d'es- trade staat een kleine beyaard waarop rtij waarschijn lijk thuis de nieuwe airs voorden grooten Beyaar 1 studeert; hij speelt! het klingt en tingelt u aangenaat1 in d'ooren! maar met welke kunst en moeielijkheit handen en voeten werken om de klokjes den vcreiscli- ten klank te doen geven. Dat zien alléén is 20 centi' men weerd, en nu verstaat men hoe het komt dat in Aalst op een half eeuw, maar twee Beyaardisten zij geweest; we moeten dien Man in eer houden, want zijn spel op den Toren verlustigt arm en rijk, groo; en klein, en verheft al de Feesten. Mr oren!... En langen tijd zal t'Aalst gesproken 'V- I ie.! .-an de parade 't PANNEKEN PAP. Sedert ia-g na. die goede barakkengewoonte t'Aalst niet j gri :u die Representatie,gratis voor 't Volk... Kam, w.- aan binnen; die van zijn leven naar geen barak I gmgen, nu nemen zij plaats De gordijn gaat op. n|H schokken: De WILDEMAN verschijnt met den via .aarden Dierentemmer, beide bootsen alles zoo se j us na, dat ge moet lachen, willen of niet; en het Giv - DRAMA van Mexiko in drij akten, dat is nt och een oprechte kermisvertooning, in den trant drr oorouders; men zegt dat alle honderd jaren d' ;:woonten eens terugkomen, a ei, nu gebeurt di i eere van den Schoolpenning!... En de vertoo We zullen hier nog weerkomen en gaan nu rechi nLig wordt gesloten, met de vraag van een klein dtc S van g' I z»! er over, in de barak D'Ark van Noë, waarvoor Muz kanten staan te trompetten, en de Directeur zi aanspraken doet: Een rijkversierde barak! en voorzie van allerhande wonderheden van het Dierenrijk! E< hond met twee neuzen! Een verken met 6 pooten kurieuse pluimgedierten, duiven, kiekens, fesanten! Groene, gele, zwarte en purpere enden en zeeratten Veel opgezette dieren! karkassen van het wonders' dat de zee bevat; kurieuse soorten van staldiert kortom, om 'ne ganschen achternoen te zien.... Hec ren, 't is wel! en ge verdient een eervolle recomma datief... Daarneven is een barakske om met ballen werpen naar sigaren; dat mocht er niet ontbreken elk beproeft daar zijn behendigheid; maar zetrompt ten daar rechtover 't begin uit van den THEATE MEKANIK, 25 centiemen d'eerste plaats i5 of de tweede; men ziet zijn volk na en dar is wel! W derom zijn wij in een prettig behangene barak, m geschilderden theater; wederom allerhande kennisse menschen die vroeger nooit naar barakken gingei maar nu, 't is voor den Schoolpenning: de Sprek komt aankondigen, de Gordijn wordt opgetrokk en waarachtig dat is schoon: 8, 10 figuren, ge zou zweren wassen beelden, zoo onbewegelijk slaan daar; 't Muziek speelt; ze komen schokkend in bew k ging, alsof de beenders in hun lijf met een mekani - gingen; wat studie is daarvoor niet geweest! Ziet eens dien Chinees, dien pacha, dien baardscheerder, dier tandentrekker! dien kleermaker! dien muziekmeest. die twee schermende soldaten! attention! roept Spreker cn schielijk veranderen de posturen van j 0- sitie! 'r. CaFÉ-ChareL haalt er ccre van, en 'tv. wondert niemand dat die Theater Mekanik, van 2 man, reeds naar ander steden is gevraagd; ook x 1 die medewerking kostelijk zijn voor de Feesten den aanstaanden Winter! Daarachter hoort men de karabijnen kretsen, kogels snorren, de pijpen breken en den aanteeken: de punten afroepen, want 't is een prijssc. ieting! Doch we gaan in de tweede herberg een pin- pakken; ze zeggen dat 't bier er 7.00 goed is. de u 1 zoo lustig en 't Volk zoo braaf èn ged enstig - spraakzaamWel, lieven Sonapa-tc! hoe fraai V.o dat buffet uit, in dit diep verdiep! Een glas bie: Mr? Zekerlijk, voor elk een glas biei - En 't st daar op de tafelHier zijn de bedienden in c ouden Vlaamschen blauwen kiel, een zwierig en ge makkelijk kleed,reeds in voege van den tijd der Ro meinen af; er zijn er circa 14, die allen hun volle werk hebben.... En de gedrapeerde muren hangen vol jaarschriften; want een der bedienden is 'ne vriend van Parnassus; wc zullen later die berijmde jaarschrif ten komen opnemen; nu,laat ons eens dien zwierigen pecrdekensmolen bekijken, en vandaag is elk jong, de baas van de Peerdekens staat daar zoo goedaardig, met zijnen blauwen kiel en rooden doek aan den hals gebonden; onzen goeden ronden Vriendl ja, we zullen hier weêrkeeren.... Maar wat gerucht is dat daar op d'estrade van dit barakskenl en wat komt er daar volk bijgeloopen!... Och, hoe Vlaamscbachtig kan de gedecoreerde Directeur zijn barak recommandeeren en met de spreekbuis zich tot aan d'ander barakken mdatieken... Zekerlijk, Hceren en Vrienden, orat gedaan en Ons Heer zal u loonen voor al gij en al die andere achtbare Personen voor iolpenning doet; het dient tot bewondering el Belgenland en tot zelfs in ander landen 1 gesproken worden, want wij zullen het ;.n in Land en Werkman. een stapke verder gegaan, een stapke in den •icn stapken in ons Leven, maar een der aan- ste stapkes, want elk die meegewerkt heeft :nting en opluistering en bijwoning van dit al er zijn levensdagen een zoete geheugenis "aren 't Is immers voor ons Katholiek voor 't Katholiek Bloed, voor de Ziel van 't - c Werkmanskind, dat al deze pogingen van •Sering geschieden; dat men zijnen arbeid jnen tijd. zijn geld, zijn zweet, zijn gezond- is voor den Heer en God, tot welken wij alle •enaderen en die ons rekening van den levens vragen.... wat geratel en getater is datdaar in d'hoogte, jong volk! Wel, lieven deus! dat moest er zijn Vlaamsche Kermis: POTJESMARKT! gebakken -en kastrollekes aan 'ne kluit en 'ne halve t; Jaarvan zullen wij er ook meédragen; maar gezien en voorzien, 't is te zeggen: voorde men- •rbeujkn natuur gezorgd; we vallen juist op een s ai-1 s, bediend door damen en juffers en heeren tr 0.I, in 't nationaal kostuum der walelbakkers; viat geroep en over-en weêrgeloop! wat gerucht van Maa ken vlijtigen dienst?. Maar komen de wafels nog niet! En zie 'ne keer in den Hof! Ais ze maar de stad niet wegstelen, want g'heel Aalst is daar!... Ja, hier wordt getoond en bewezen, dat er vreugd en kermis kan zijn, zonder losbandigheid of baldadigheid...; Ha, daar zijn de wafels, is't bier! we betalen, be ginnen smakelijk te eten en eindigen hier het eerste deel der Beschrijving van de Vlaamsche Kermis, welke zondag i3 augusti nogeens geopend wordt ten 1 of 2 uren nanoen.... En zou een Volk, dat zooveet doet voor zijn Vrije Scholen, zou dat terugvallen under de slavernij en d'opeterij van 't officiéél onderwijs? Zou de lange en heete strijd dezer dagen ons niet brengen tol den zegepraal! Achteruit, gij allen die het anders durft denken, die al deze zelfsopoffering in 'ne a Pays van valschheid en verraad zoudet willen versmachten! Neen! neen! De VRIJHEID VAN ONDERWIJS, daar zullen en moeten wij geraken; dan alleen kan vrede cn welvaart in 't Vaderland terugkeerenl... Aalst, Qeeraardsbergen, Dendermonde. St Nikolaas. Nmove en Gijsegem, rond de hooge gestichten van Vrij Onderwijs! Al wat de Samenleving deftigs heeft, komt met oprechte genegenheid deze feesten der Bel gische Jongelingschap bijwonen. En bestatigd moet er worden, dat de Cullegiëa zich overweerJig toonen, èn van deze vaste genegenheid èn van dezen grooten toeloop... Voor wat d'opvoeding aangaat, nog nooit is het gebeurd, dat een Familie zich beklaagd heeft van hun Zoons of Dochters in een Katholiek Collegia of Pensionnaat geplaatst to hebben... 'Wat zullen wij zeggen van de Prijsdeelingen? Overal ziet men op die dagen het goed orde datio de Gestichten heerscht, de deftige houding der Studenten, hunne geoefendheid in Kunsten en Wetenschappen te Geeraardsbergen hoort men jaarlijks siukken uitgalmen of voorlezen in rijm en onrijm, in latijn, vlaarasch en fransch, door d'uitmuntendste Studenten opgesteid;in 't Collegie van Aalst werd dees jaar opgevoerd een groot stuk van ijzers die omslaan, en de stramijnen die dc J declamatie, zangen muziek,dat in 1858 nogeens werd patatten in schellckens uit de ketels nemen! Maar j uitgevoerd, alswanneer een alleruitmuntendste Stu» joon ze de wafels daar voor nietig t Is als geloovigc dent de hoofdrol vervulde. Vreemdelingen die uit verafgelegene streken van Belgenland naar Aalst gekomen waren, zegden nog nooit zulke schoon Prijs- deeling bijgewoond te hebben. Inderdaad, hetgroot- sche gewrocht Boudonyn du Bourg, waarvan het schoone en verhevene muziek gemaakt is door den Pater Jesuiet De D033, werd door de Studenten met i :icn ie roepen en vragen! En de kweste is nu van i> utsken te vinden; wat volk en wat vrolijk- tèid: ei, er staan er daar juist op; rap en gezwind c c -ts genomen en eenige oogenblikken gerust, v.vnt 1 is moetens: drij, vier Vrijwilligers van 't Wa- L' v s rtaan daar met de telloorkes op te schuiven >0; :;jn kalanten.... Patiencie, gelijk Job met zijn l m we wachten, zien cn peizen: 't is bijna hal- .rwege 't feest; dan hebben wij nog te zien: Het Rad -v..ntuur bier rechtover zoo rijkelijk g'instaiieerd n st geriefelijke prijzen en bediend door een rijke E ime ier stad, hare juffers en eenige vriendinnen; v .c. .5 de KETEL DE!; Helle, waar iedereen wilt g n zien en hooren; zelfs liberalen zijn erop afge kumen en drukken hun bewondering uit; daarnevens de CiRK, die bij elke vertooning aanwint; de CIRK v/aar g'heel degrondige stad van spreekt, daar gaan wij zeker zien, verscheide keeren. en dan naar de FOOR, de Vlaamsche katholieke Foor, waar elk, rijk en gsmein kan geriefd worden en met lieftalligheid wordt aangesproken en bediend.... En ziet daar eens die landsmannen rondloopen met aubelitjes, en met karamellen, door rafelsteen-werpen te winnen, alte maal Schoolpenningers, altemaal Aalstenaars; en kijk eens dien groenen, grijzen veldwachter uit den tijd van Maria-Theresia, hoe statig hij rondgaat, om te zien of nergens d'orde wordt gestoord en of er niets mispikkeld wordt tegen de Vlaamsche kostumen.... Heeft dien champetter nog geen decoratie, voor zul- Meire en E. Scheerlinck van Aalst In dh 2" Klas: MM. C- Gyselinckv van Aalst, Alf. Van deï Donck, van Meldon. Pr. Simons van Ninove. 't Dkrdk: MM. J. Boone, van Aalst, O. Bossaers van Antwer pen. C. Foret van Beverloo en A. Ooogsens van Brussel. 't ViuiDE; Pr. De Pelsmaeker van Denderleeuw, B. De Wael# van Aalst. Pr. Schepens van Uitbergen. In 't Vijfdb; mm. Ant. Boone, Aalsten O. Royntenavan Moor gel, Al. Haniu van Marche, Cn. Betbune van Aalst. In 't Zksue; mm. A. Van der Stiohele van Aultre, N. DeCleene van Nieukerken, D. Van Siuay van Aalst. 't Zkvknsti; mm. B. Vermeire van Hatntae, P. Darte van Op» prebais, J. Dujardin van Nederbrakel. VooiuifeOKiDKNDR klas; 1" Sektie. mm. R. Moyersoen van Aalst en R. Van der Schueren, id., R. Soman van Aalst en P. Van Langenhoven van Lede. 2* Sektie. R. Reynaert van Haaltert, O. Bouquó van Loochristi, Alf. Verboeck van" Aalst, J. Delprdo van Papignies. ot de verhalen uit den Fransch en Tijd, nuar het uitgebreid werk vanS. VAN DER GUC1IT, Kunstschilder te Aalst. 61* Vervolg. LX. JAN WORDT IN 'T GEVANG GEROEPEN. We zegden dus dat er gelikt werd aan de deur der Kamer waar Ja:i en Victor sliepen, cn vermits cr geen antwoord of beweging k- am, klopte men veel harder, want het eene dringende boodschap g< id. Jan schoot wakker. Wat is er weêr gaande? riep hij uit; wie stoort zoo ontijdig or «e rust? Ik ben het. Mr, riep een vrouwenstem. Wie zijt c f Wel, kïnt gc mijn spraak dan niet? Mr Jan, ik ben dc waar- di Vergeef mij, juffrouw, sprak Jan, den slaap uit d'oogen v, ij vend, ik sta op en kom straks beneden. Heeft men ons reeds n adig vroeg Victor die nu ook wakker geworden was; wel. lieven B maparte, 't is nog zoo vroeg! U niet, mijnheer Victor, ant- v mrdde de waardin, gij moogt vrijelijk blijven slapen; hier is it nand diftnijnhecr Jan alleen begeert te spreken; de zaak waar- v ar hij komt, vereischt spoed, maar ge moet u toch niet veront- ri iten; er is geen erg bij. Na zoo gesproken ie hebben, verwijderde zich de oude juffrouw en Jan trok ras zijn kleêren aan; Victor wilde ook opslaan, doch J. n drong er op aan, dut hij nog eenige uurkes zou blijven slapen; w int het was nauwelijks drij uren van den morgend. Nieuwsgierig, om te weten, wat men zoo vroegtijdig van hem wilde, ging Jan C ereker naar beneden en vond in de gelagkamer een bediende van 't Stedelijk Gevang. Citoyen, zegde deze,zich diep buigende en zijn hoofd ontbloo- tcadc; is het wel aan den heer Jan Clercker dat ik d'eer heb van te spreken? Ja, antwoordde Jan, in zijn eigen lachende om die zonderlinge complimenten. In dit geval, ervaite dc bediende, wordt gij vriendelijk verrecht mij te willen naar 't gevang vergezel len! Naar 'l gevang, herhaalde Jan!Mijnheer,'t is 'ne mensch op rijn uiterste die naar u vraagt, de genaamde Albert Disschers, eer.weiken gij hebt helpen gevangen nemen. Wat kan ik daar verrichten? vroeg Jan, verwonderd; 'k en heb dien kwant niet bij- orders gekend. Al wat ik weet. sprak de bediende, is dat Dischgers gaai sieiven; een geestelijk Man is in zijne cel,aan 't sterf bed van den rouwmuedigen moordenaar; en 't is de Geestelijke die mij tot u zendt, met dringend verzoek van zoohaast mogelijk eens te willen komen. Jan begon te denken. Binnen eenige uren, sprak de bediende,zou het waarschijnlijk te laat zijn! Welnu, sprak Jan, spoe ig een besluit nemende, ik ben be reid. Een oogenblik, of wilt ge zeggen dat ik dadelijk zal komen, 't is ook wel. En hij spoedde zich terug naar zijne kamer,trok zijn jas aan,nam zijnen hoed, stak volgens zijn gewoonte twee zakpistolen in den gordel, en zonder Victor te wekken die wederom in slaap was ge vallen, keerde hij terug naar beneden en vond er den bediende op hem wachtend. Ze volgden samen den weg naar de gevangenis. Clercker sprak geen woord;hem speelde in 'thoofd deze zonderlinge uitnoodiging: hij wist wel dat Disschers, de prettige fies, naar d'hand van Florida had gedaan; doch nu op sterven zijnde, wat kon hij hem te zeggen hebben Gelijk wij reeds gezegd hebben, lag Albert Disschers onder goede wacht, ter verpleging in een bijzondere kamer van 't gevang. Niettegenstaande zijne w nde, ha men niet geraadzaam gevon den hem naar d'Infirmerie te vervoeren, zijn ontvluchting te Gent een les zijnde; nogtans zijn doorschoten been belette hem, nu zelfs het gaan; daags te voren was Disschers zeer verslecht cn toen de Geneesheer in den r.acht zijn been kwam verplegen,deed hij er geen doekskes aan, en verklaarde onbewimpeld dat hij geen tien uren levens kon verzekeren. In de wonde was het vuur gekomen, en had zoo stevig toegenomen en was te hoog geklommen, om door het afzetten van het been den rampzaligen in 't leven te houden. Het waren twee Gasthuisnonnen die hem dienden?cn deze goede Zusters hadden alles gedaan wat hun mogelijk was,om zijne pijnen te verzachten, en hem tot inkeer en berouw zijner misdaden te brengen. Niet zoozeer hunne woorden, maar wel inzonderlijk hunne zachte behandeling, hunne meêlijdende oogen en hun stil gebed hadden den Binder getroffen. Toen men hem van biechten sprak, had hij in den beginne stuur geweigerd, doch zijn hert sprak anders,cnzelfsalszijn mond weigerde,inwendig begeerdehij anders. Hij vergeleek de zelfsopoffering dezer christelijke dochters met zijn leven en dat van andere goddeloozen. Welk hemelbreed verschil! bij hem en zijns gelijken, niets dan ikzucht en begeerlijkheden; bij deze Zusters, verzaking aan alles; welk was de oorzaak dat zij zich daaraan zijn bed bevonden, dat zij hem niet lieten sterven als 'nen hondl Eenige aardsche vergelding? trotschheid? maar ze bezitten niets, en zelfs hunne namen kent de wereld niet; zij doen alles uit liefde tot Godl... Och, sinds zooveel jaren had hij geleefd, zonder op God ie peizen!... Nu dacht hij op zijn jonge jaren, op hetgeen bij van zijn Ouders en in de school had geleerd, op zijn EersteCom- munie en de vreugd zijns henen in dien gelukkigen dag; en zijn hert werd geraakt! Misschien was hij altijd niet slecht geweest; allen moordenaar is niet boosaardig geboren; de slechte gezelschappen en de luiaardij brengen 'ne mensch di'.wijls verder dan bij zells zou willen gaan! En eens de eerste stap op den weg der boosheid gesteld, o, 't is een keren, die naar grouwelijke en langdurige boosheden trekt!... Men zwichte zich dus van den eersten stap. Albert Disschers, hij zag met eerbied naar de Zusters, en vandaar naar hunnen goddelijken Meester, den gekruisten God wiens beeld aan den muur hing; d armen uitgespreid, om de zondaars t'ontvan gen; dat krucifix herinnerde hem zóóveel; nog kind zijnde, had zijn lieve Moeder hem uitgelegd wie daar aan 't kruis hing en wat Hij had gedaan voor de menschen. Ach, pcisde Disschers, hadde ik de lessen mijner moeder gevolgd, ik ware een welstellend man ge weest en nu ben ik een moordenaar! Welk hertzweer, wat pijn!.-- maar eilaas, er is daar niets aan te doen! te laat geklaagd!... Nog tien uren heeft de Docteur gezegd! en dan? sterven!!! en dan!!!o Nu dat de Binder daar lag, gingen al de spotredens weg, welke hij vroeger tegen d'Eeuwigheii wist; dc booze geest bracht ze wel in zijn geheugen, doch zij konden er geen indruk maken. Hij zag de dwaasheid en 't bedrog der goddeloosheid en vroeg 'ne Priester. Op min dan een half uur ti|ds was de Geestelijke in 't gevang en bij de bedsponde van den gekwetsten Binder. Na eenige woorden van medelijden over zijnen toestand: o En nu, mijn Vriend, sprak de Priester, willen wij ons zaken in orde brengen? t Is maar een uurke werk en ge zult toch zóo gerust en zoo gelukkig zi|n. Ik mag u dat stellig verzekeren. Vrees niet, alles zal gemakkelijk gaan, en met opene armen wacht de Zaligmaker het verloren schaap dat rechtzinnig terugkeert. De Roover verklaarde zijne Biecht te wil len spreken, elk verwijderdezichjde Priester sprak d'eerste zegening uit, en nu begon het groot geheim tusschen den Almachiigen God en den ellendigcn sterveling. Menigvuldig en grouwelijk moesten demisdaden van den Roover wezen, en daadzakelijk moest hij in 't bekennen derzelve eene verlichting voelen, want de woorden vloeiden uit zijn hert, en eenige oogenblikken bezig zijnde, reeds de zoetheid der Belijdenis van de misdaden voelende, hij stortte heete tranen; voor dien mensch, men zou gezegd hebben, er was hoop noch geluk, nergens! en ziet, nauwelijks heeft bii berouw, of hij voelt zijn ziel in d'aimen gedrukt gelijk bij den Verloren Zoon ge beurde. Langer dun de Priester gezegd had, duurde de Biecht van den Binder, want hij wilde zijn ganoche leven verhalen, om hetzelve in de waters der Penitentie af te wasschen. En als nu de Biechtvader na eene vermaning en opwekking tot berouw, als hij d handen ver- hief en de woorden der Ontslaging uitsprak, dan verhelderde 't we zen van den Moordenaar; hij voelde zijn hert verlicht, zijn moed opgebeurd, hij kon nu zonder vrees op zijn aanstaande dood en op d Eeuwigheid denken... Ach Vader, zegde hij, d'hand des Priesters met geweld drukkende en dezelve willende aan zi)n lippen brengen; ach, Vader ik bedank u; ach, wat ben ik blij dat gij gekomen zijt!... Nu ben ik gerust en gelukkig. Ontstel u niet te zeer,mijn vriend. Och, Vader, wat geeft dit, mijn uren zijn geteld! mijn zaken zijn in regel! ik za! de dood aanveerden tot uitboeting mijner zonden en boosheden. Dan zegde de Geestelijke hem, dat hij het geluk ging genieten van Ons Heer t'ontvangen en zijn laatste Heilige Rechten Ten uiterste te vrede was de Binder, maar drukte de begeerte uit van eerst Jan Clercker te mogen spreken. U Ik wil. zegde hij. vooialcer de groote reis naar d'Eeuwigheid te ondernemen, ik wil aan Jan bekend maken wat kwaad ik tegen hem en gansch zijn huisgezin heb bedreven. Vergiffenis moet ik van hem niet verwachten, maar ik wil niet dat hij iemand zou aanzien voorhetgene IK heb misdaan. De Priester prees dit voornemen en beloofde al zijnen invloed te gebruiken, om hem de vergiffenis van Jan te bekomen. Gevolg ge vende aan zijn belofte, had hij eenen employé van t Gevang naar dc Koornbloem gezonden. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1882 | | pagina 1