17 Zondag 23 November 1881. 23 s'- Jaargang Brirf aan den koning. 't Klein tiuljuken GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID. 100 railjoet.! elk jaar!!! njtomé^L I De Schoolwet, wr'rnmiaawB—i—BaBapKHcwi <M—a——mmmi— BUREEL, ACHTERSTRAAT. Cewoone Annoncen 20 centiemen per regcL Annoncen op de Tweede Bladzijde 50 centiemen den regel. Berichten oader 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel, HET LAND ABONNEMENTS-PfiIJS. 5 fr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op au« tijdstippen genomes, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. VAN AELSÏ SIRE LEOPOLDUS II, 't Is uwen Feestdag geweest Maar wij hebben bijna 't hert niet U 'ne zaligen Feestdag te wenschen, omdat de medewerking van den persoonlijken kant ontbreekt. Ach, Sire, we gaven een vingerlid van ons lin kerhand, indien Uw Majesteit kon lezen in d'herten van al de Belgen, niet van de budjetfretters, die om- dewille van het smeer, lekken den kandeleer, niet van de vreemde fransche ratten, die hier vetten bon jour komen maken, of zoeken te visschen in troebel water, maar van de werkende en treffelijke Belgen, die 't Vaderland uitmaken. Zondag, Te Deum geweest, Sire En wij willen U de waarheid zeggen i) Om de liefde Gods, luistert naar den Journal de Bruxelles niet;die gazet vleit en bewierrookt U, ze stopt en verbergt de ware gevoelens van 't Bel gisch Volk; maar leest den Patriote, den Bien Pu blic, 't Recht, de Vrijheid, en wij zenden U ook ons nederig weekblad, Sire; Casimier is wel g'abon- neerd, maar wij zenden U nu direktelijk dees Nr en verzoeken uw bijzondere attentie. o T'Aalst, van al de Leden des Gemeenteraads, waren er maar 3 op den Te Deum;de Belgen zijn ge trouwe onderdanen, maar verdragen geen slavernij. De Vlamingen steken achter hoek noch bank, wat hun op 't hert ligt. j) En wat zeggen de Vlamingen.de Belgen van ste den en dorpen Hebben wij nog 'ne Koning? vragen ze. Of als wij 'ne Koning hebben, doet hij nietmeè met ons verdrukkers, met ons vervolgers 6 jaar lang. zoo klagen de Volkeren, Sire; zes jaar lang heeft die Koning alles geteekend wat de liberalen hem voorlegden: pen en inkt stonden ge reed;... Frère en Bara en Van Humbeeck en Rolin en. Gretry en Olin, ze moesten maar de pampieren op tafel leggen, Sire teekende: geldverkwistingen, geldafpersingen, inkwisitie, commissairs-specials, af stelling van gouverneurs en van bedienden,afstelling van onderpastoors, schendingen der kerkhoven, bre ken van testamenten, 't ging er alles door gelijk een brief dnr^r den Post. Noon hebben wij gehoord dat de liberale Minis ters tegenstand vonden in hun werk van Landafbre- kerij. )i En nu, na dat de Belgische Natie in Juni en Juli met een donderende stem zijnen, wil heeft betee van j Y;ivijHLI\D, EEKLÏj jVfïSiD, GESI AARZAAlvi- HEID! n Nu,na die groote Manifestatie van So.ooo man te Brussel en die vuige verraderij der Vrijmetsers Nu, na de Kiezing van October in welke 3oo Geuzen-Burgemeesters zijn gesneuveld Nu zou men zeggen dat uw pen om te teekenen een ijzeren handboom is geworden; dat de inkt ver- vrozen zit; dat uw koninklijke hand vasigeketend ligt n Alles voor de verdelging, tegen de Belgen Niets voor d'Herstelling! 't moet op een gouden schaalken gewogen worden; Bara moet geraadpleegd worden; 't is heffen en leggen, 't gaat met haken en oogen; en de katholieke Ministers, de Redders van 't Volk komen uit uw salet,met de tranen in d'oogen. En 't Volk weet dat, Sire, en 't Volk verkeert in een sombere gramschap, en 't Volk vraagt: Ach, zou dat kunnen gebeuren in Amerika? De Grondwet zegt dat alle macht uit 't Volk komt, door de Kiezingen; welnu,ons Kiezingen zijn daar! In ander Landen, de Potentaten vragen goede Kiezingen;en hier 111! Sire, laat ons een oogenblikske over al die punten medi- teeren i) Hun Vaderland, Sire, o, de Katholieke Belgen beminnen het, gelijk 't bloed hunner aderen, gelijk 't licht hunner oogen, gelijk de ziel hunner kindèren! Ons Vaderland Hebt gij Belgenbloed, Sire, en gevoelt gij niet water heden omgaat? 't zijn d'oude vijanden van onzen landaard, 't zijn de leliaarts, het zijn de Fransche goddeloozen, 't zijn de Sansculot ten en Jacobijnen, 't zijnde vervolgzieke Orangisten, aan welke gij heden toegeeft. Ons Vaderland, Sire! Wie zijn ze die te Brussel in de fransche geuzen gazetten schrijven Geborene Franschmans! wie waren 't, die den 7 September voor die eerlooze hinderlaag aan 't hoofd stonden Franschmans, Communards van Parijs, ridders van den dolk en van den petrol. Waar halen zij hun in gevingen? In onzen landaard, in onze Geschiedenis, bij onze Voorouders? NEEN, maar bij alles dat vreemd, slecht en uitheemsch is Ons Vaderland, Sire; wij weten het, Sire, het beleeft gevaarvolle tijden; 't kan hier gaan, gelijk bij 't eerste koninkrijk der Joden,als Roboam naar slechte raadgevers luisterde; wij durven bijna de toekomst niet aanstaren; doch is 't onze schuld Hebben wij de wet van 1842 afgeschaft? Zijn ons Ministers ooit I geweldig geweest? Hebben zij een deel der Natie, willen verpletteren? De Schoolwet van 1884, konden j zij iets min eisschen? Is het geen wet van toegevend heid? Uit toegevendheid, uit zucht naar vrede, on^ Ministers hadden zelfs,in deze gewichtige kwestie.de Bisschoppen niet geraadpleegd De Vrijheid 1 de Eerlijkheid, dat is de Wet! de Gemeente die mag beslissen20 Huisvaders die een ofïïciéele schooi kunnen eisschen. De wet van 1884 slachtoffert een groot deel van 't Vrij Onderwijs, en nog is men ni< te vrede! Er mogen geen katholieken aan 't hoofd zijnZijn er katholieken, ze moeten daar zitten,hun twee handen gebonden,terwijl het Vaderland zooveel dekreten van herstelling vraagt. Dicht bij den afgrond hadden de liberale Minis ters ons gebracht; hoeveel liberalen waren er niet die zegden: Alzoo kan 't niet blijven duren Door et: krachtige Nationale poging, in Juni en Juli, we gin gen opwaarts,wij wierden wederom een vrij en deft: land, en wie is 't die medehelpt, om 't Vaderland naar onder te krijgen Sire, God zal ons allen oordeelen maar ecu Katholieke Natie aan de Vrijmetselarij en de Vrij- denkerij overleveren! wilt dat toch gepeisd zijn 1 A! uw papa zaliger d'eerste solidaire begraving zag, 1 1 schreef naar den.graaf de Conway: Dat is de btr Visi.ai*vUli.-i i' Ws" ii .c fa, Liadgehóteb, ja hooggeachte Stadsgenoten, Antwerpen staat voor een zaak, die in 't voor- dee' is van rijk en van arm, van katholiek en van liberaal. Sedert hoe lang is het niet dat 't Volk klaagt en zucht met smart en aand. ang,over die Militaire Loting En hoe antwoordt men daarop? Met een nieuw leger voor te stellen, een leger van reserven, 50,000 man meèr, 13 jaren dienst. Dit jongsken der Bloedwet is weggeslagen en blijft weg, zoolang er een Katholiek Ministerie b»:«*?at. Doch is 't daarmeê genoeg Zijn we daarmeé gered Veen neen honderdduizend maal neen. Vermindering moet er zijn, verzachting, gelijk Belgenland zoo lang vraagt, ora te geraken tot een leger van Vrijwilligers, gelijk Amerika en Engeland, die twee vrije en grootsche Landen. Sn on dit doel te bereiken, staat Antwerpen nu op: de Slaatschappij van Nieiund gedwongen T LnAAT is niet meer alleen, met hare machtige Volksvergaderingen, de Nederduitsche Bond reemt de zaak ter herte; sprekers gelijk M. Schoiers, gelijk de Volksgeliefde M. De Beucker, kloppen er op, dat het moed geeft. Zondag is t'Antwerpea een sterke Vergadering gehouden; machtig zal ze weêrklinken g'heel België door; Antwerpen trekt te velde tegen de Bloedwet; de machtige politieke korpsen van Ant werpen volgen nu de Maatschappij van 't Vrijwilligers-L®ger; en om te beginnen, vraagt Antwer pen dat, voor 1885 nog, het jaarlijksch contingent op 15,000 man zou gebracht worden. Dees besluit is genomen op een gruote Vergadering, zondag 11. in Antwerpen gehouden Hut Handelsblad zijn eerste bladzijde stond er dijosdag vol van, en de Bibn Public sluit zich aan, bij dezen redelijken en gematigden voorstel. Is met valsche trokken, dat 't liberaal Ministerie van 15,000 tot 13,300 man is geraakt: de katholieke Gekozenen en eenige vrije liberalen hebben daartegen gesproken zelfs tegen de v £9,000 man hadden zij gestemd Hoe komt het dan, vroeg M. Sceoier» te Antwerpen, dat er thans z«o weinig werk wordt van gemaakt? Men spreekt van hongerlij lende schoolmeesters, wij zien een Koning die zijn Ministers kwelt en plaagt, omdat zij hem de Reserven niet -villen bezorgen, maar wij hooren niet spreken Tstn hetgeen de algemeene verzuchting is van't Volk, namelijk van «ene doorslaande verminde- rag der krijgslasten. Welnu,het Volk wil zoo niet bestuurd worden. Al de ambtenaars, tot den Koning toe, moe- t.n besturen ten believe van het Volk; wij vragen dus, getrouw aan het princiep van de vermiu- der ing der krijgslasten, dat te beginnea van aanstaande jaar, de Rechterzij het contingent terug brenge op zijn normaal cijffer van 15,000. Sen andere Spreker deed uitschijnen hoe dit groot gedwongen leger een oorzaals is van lijden, jjj|n zsdebederfen van UITPUTTING der Staatskas. Alles bijeengerekend geraakt men tot de verbazende som van 100 .miljoen 's jaars, voor den Oorlogsbudjet. vaa Mie ware L- Koning die i.e.is i..;'.-uid, is den schaW% Sire, de liberalen vragen met hun is; de katholieken vragen 'ne Koning een weinig onpartijdig en rechtveerdig is wie zijn uw vrienden en wie zijn uw vijanden wie zijn dc Minnaars van hun Vaderland en wie zijn degene di< hun Vaderland ten verderve stooten? Wij bieden Uwe Majesteit, met den verschuldig den eerbied,onze beleefde groetenissen aan. Het Land van Aelst. Men ziet dat de wet van 1»84 door de Logie is overzien. Het eenigste goed aan die wet,is,dat ze de Gemeentevrijheid in zake van Onderwijs eeu weinig herstelt. Het weinige dat de Wet ons geeft, ver- waarloozen wij het toch niet. In Juni en Juli en October hebben de Kiezers en 't Volk uitdrukkelijk en krachtig gesproken. Aan d'Overheden des Lands, der Provinciën en Gemeenten, van den redelijken wil des Volks nu ten uitvoer te brengen. Z'hebben de maclit in handen. God en de Volkeren zullen op tijd en stond, een scherpe rekening afeisschen. A "U 1UIIJUC> Cl tV juul Vin waar kan al dat geld blijven ko«ne:.'J Is 't wonder dat Belgeoltad arm wordt en rllendk ids z: taiiijks »0 biljoen moet gestort wordep voor ons Leger 1 En de groote Natiën lachen met ons Legei-keo! Dat hebbes wij neg op des hoop toe..,Duit'Cb* .au Lou 211 gefai Van udrtogV gèen Stap ÏCHieruit gaan «uu> i.uuietd uui.xwl —WlUi i-V»- Jie nooit't vuur hebben gezien. God zij gelold want wij moeten den Ooriog, of oc m'mtaitw glorie niet wenschen, eu als er Oorlog komt,'t zal, 9 legen 10, zijn door de schuld van onze zotte militaire uitspattingen. Met dië' vermindering op 12,G00 man beginnen wij, zegde op zijn beurt M. De Beückek t'Antwerpen, daarmeê beginnen wij, om te eindigen met de volle afschalling van den gedwongen soldatendienst en de inrichting van een goed behandeld en goed betaald Vrijwilligers-Leger. Met 10,000 man, die soldaat zijn uit beroep, en die men ook dan wel bezoldigd en verzorgt, zal men meer doen dan met 100,000, die Dien tegen wil en dank naar de kaserneu sleurt, i) Wij zijn het Volk, riep M. De Beucker,verder uit. Het Volk heeft de kroon op het hoofd.Die overtuiging moet gansch het land door,verspreid worden. Onze Volksvertegenwoordigers zijn onze lastgevers. Geen dubbelzinnigheid, geene toegeving meer! Zij moeten ons ja of nbun zeggen. Wij zullen ons vertoog inzenden. Onze Vertegenwoordigers moeten hel onders eunen of heêngsan. Men kan aan lioogerhand wel een oogenblik twijfelen, weigeren zelfs,doch men zal daar ein delijk wel moeten buigen voor den scepter en de kroon van het souvereine volk en bukken onder den uitdrukkelijken wil van het Land. Deze manhaftige woorden wierden bekrachtigd dooreen gedonder van toejuichingen. Ja,gelijk. Antwerpen zegt: 't Moet er door Antwerpen, wij aüen zijn gereed uwe Verzoekschriften te onderteekenen; zendt maar afdruksels; naar alle gewesten en overal,waar vrije mannen zijn,overal waar Ouders wonen, die houden aan d'eer en de welvaart van hun Huisgezin, overal zullen de handteekens in overvloed komen. Y AH AALST. Historisch verhaal uit d'ander eeuw 9 IX. BALJUKEN, PAST OP UW BANDEN We zijn op einde Augusti 1796 of frvctidor van 't jaar 6; want de slechte krawatten van Frankrijk wilden alles veranderen, zelfs den ouden dagwijzer; ze maakten maanden van 30 dagen, en zoo hadden de slimmerikken elk jaar 5 dagen over, en 6 in 't schrik keljaar^ mochten in elke maand maar 3 zondagen gevierd worden, decadi genaamd en dan MOEST eiken burger een drijkleurig vaan tje uitsteken, uit de venster en volgens de grootte door de wet bepaald; de Commissaire van Aalst,citoyen Lenckensging rond, en die den decadi niet vierde, onderging een zware boet.... Zoo wilde het de liberale vrijheid van die droeve jaren. Dewetten van God en zijn H. Kerk hadden geen recht, maar hunne dwaze wetten moesten nageleefd worden, op straffe van boet, gevang en verbanning. Niet zonder rede schreef pater BedaRegaus, de laatste abtvanAHlighem: Alles geschiedt nu, hetgeen men meinde niet te kunnen geschie den. Half tien ure sloeg de klok en twee haDDekennuiten gingen op nachtdienst. De hemel was helder gestemd en de inaan liet haar zacht licht op het aarderijk dalen! Wat zijn de zalen der Prinsen en Vorsten tegenover dat uitspansel van onbeschrijfelijke pracht en onschatbaren rijkdom! Hoe moet de Opperheer, daar boven 't Firmament, hoe moet hij groot zijn en machtig en hoe is het mo gelijk dat éen sterveling zijne heerschappij durlt trotseeren! Wat zijn ze klein en nietig, de Vrijmetsers die nogtans in de jaren hun ner bloedige Regeering, zelfs den naam van God hadden willen uitwisschen! Ellendige wormen! klimt tot aan dit uitspansel, plukt daar éen van die millioenen sterren af en durft dan vooruitkomen! Doch wij moeten de Nachtwakers volgen; die menschen weten gewoonlijk veel, als ze willen spreken. Ja, ja, Tonen, zegde deeene, wij beleven aardige tijden! Zou dat ooit iemand hebben kunnen peizen, Charel? Niemand, Tonen, niemand! zelfs de sterrekijkers niet! Als ge dat toch eens peist: die fransche ratien vermoorden daar hunnen Koning en hunne Koninginne en met houderde on schuldige menschen' Zeg met duizende, met honderdduizende, Tonen, en ge zult Dog te kort schieleu; de guiljotien staat niet stille; ge moet dat hooien van menschen die uit 't Fransch komen; te Nantes doen ze nu de katholieken op groote schepen en als de schepen in zee zijn, ze doen ze verzinken met man en muis, en al wie tracht naar kant te zwemmen, wordt doodgeschoten. Brrr, Charel, Ons Heer moet 'ne goede mensch zijn om dat te kunnen verdragen. Op ander plaatsen, Tonen, ze zetten hun slachtoffers met duizenden bijeen en ze schieten erin met de kanons! Maar, is er dan geen goed Volk meer in Frankrijk! Och ja, Tonen, maar de deugenieten zijn meester en Robes peer en Marat geven de wet Nu gingen zij een poos al zwijgende. En 't ergste van al, zegde Charel, dat die sloebers hier moes ten aanlanden, met hun bloedkaros Tonen, als 't in Frankrijk hagelt, dan regent het hier; 'k zie ze nog afkomen, die afgelekte schobejakken, zonder broek aan hun lijf. En toch meester! Toch meester! Vive la liberté, zeggen de chenapans en alles wordt veranderd; ge moet werken, als ze willen; feest vieren als ze commandeeren! Naar de kerk gaan, mag niet meer zijn; de Christusbeelden moeten uit d'huizen en de menschen worden be graven als honden! En dat noemen ze vrijheid! Wat doen ze met de marktdagen? niet meer's zaturdags, maar daags voor bunnen verdomden dekadi; ge weet, Charel, dat er zes marktkramers veroordeeld zijn, omdat ze van den nieuwen marktdag niet willen! Maar dat gaat zoo gemakkelijk niet in ons Vlaanderen,Tonen; de Boeren willen niet komen en de menschen willen niet gaan koo- pen. Keizer Karei zegde van in zijnen tijd,dat de Vlamingen 'ne kop op hun schouders hebben. Spijt.g dat er geen beter overeenkomst is; hetgeen in den Patriottentijd gebeurd is, kan nog plaats hebben! Tonen, Tonen, Frankrijk is toch zoo machtig! Was Frankrijk niet machtig, in den tijd van Breydel en De Koninck? en wat is gebeurd in den Patriottentijd? Hebben ze Koster Jef niet weggejaagd, dat bij vau verdriet gestorven is?Hoort, Kame raad, er is mij gezegd dat de Borbons langs Cobblentz een mach tig leger hebben! Ja, ze spreken daar al lang Lang gewacht kemt toch e Vlaamsche bosscheu niet verscho! nacht, 't zal er spannen, geloui weg! Al klappende waren ze nu 1 -ng over en icing in de Pontstraat: Kijk, zegde Tonen, weéra ?n hoeveel zitten er in de >nen! den eenen of anderen Us't Volk wilt, ze moeten outstraat door, d'Hoogstraat ie Groote Kerk! En dat duurt al zoo lang, en de Jacobijnen zijn van al d'hel- sche duivels, omdat ze daar niet achter kunnen geraken! D'ander week hebben ze weéral de zegels onderzocht; ze zijn oogetoucheerd, nergens teeken van inbraak, Tonen, nergens; niets veranderd dan twee kandelaars aan 't H. Kruis, met uitgobraudde waskeersen. Wat mag dat zijn! Ze Jiuiinen toch in de kerk niet vliegen langs d'uilegaten! Of uit den grond komen, tenware het geesten zouden zijn, Charel, die willen toonen dat er nog een ander macht is. AI wat ik weet, Tonen, dat de Jacobijnen bevreesd zijn en dat niemand zich in de kerk durft opsluiten, niemand! de godde- looze kerels vreezen nog meer de geesten dan wij! Hoort, Charel, den eenen of anderen dag zullen wij daarover nieuws hooren! Nieuws hooren,over dat licht in de kerk Ja, ge kent Roste Michiel? Den ruige» smerigen schobejak! die zijn vader in 't gral ge holpen heeft en zijn moeder half gekreveerd! den chenapan! zulke gasten zouden op de galgetien moeten! Ja, 't is 'ne schelm, kameraad; en ge weet dat hij overlest in aflronten is gevallen, den Judas en Verrader Met peerden moesten ze den chenapan in stukken trekken! In affronten gevallen is hij, en dat schrikkelijk! hij was de Marchessés gaan halen, vooreen huis der Lange Zoulslraat, waar er Eerste Communie plaats had, volgens hem! We zouden zeker moeten leven als dieren en de kinders alzoo laten opgroeien! Hij is er naartoe getrokken, kameraad; alles doorzocht, in verscheide huizen; niemand gevouden; een der gendarms had Volk zien gaan in 't Kerkeslraatje, bij 't Baljuken; daar ook,niets gevon den, tenzij de moeder vsn den rosten dief! Ja, die anders van honger zou sterven! büar niemand gevonden, zeg ik u; inde Gendarmerie, op 't Stadhuis, in de Clubs der Jacobijnen, overal wordt hij voor den gek gehouden; en nog een ander zaak moet hem getroüen hebben, want hij heeft gezworen bij al de duivels uil d'liel, van binnen de 14 dagen alles uit te brengen; wie er ru de Groote Kerk dit licht ontsteekt! wie hier met de Republiek den zot houdt! op welke plaatsen de Geestelijken verdoken zitten! waar en wanneer dat er Mis gelezen wordt! wie de sterveudeu gaat bijslaan! Eq moet Roste Michiel dat allemaal weten! Tot 't leste tce, katneraul! Ze Zeggen dat hij zoekt en snuffelt dag en nacht en op g6en geld ziet! Overmorgen is 't de laatste dagMaar

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1884 | | pagina 1