f 10 Zondag 8 Maart 1885. 26,to Jaargang Hofslatle naar Mongolië kf, GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID. Gemengde Berichten. Onderzoek -van geweten. üe Kamer. KB aaG3®:WX'JS«^«^2aaGH"EH»-4rE£Sn9 BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gswoone Annonce» 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bladzijde 50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel, HET LAID ABONNEMENT» PRIJS 5 fr. jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen genomen, rechtstreeks bij onsof door post of briefdragers. YAN AELST AALST, ZATEKDAG 1 MAAKT 1885. GEWONNEN TE VERVIERS, met tond de 40 st. Nu telt de Kamer een Katholieke meer Men verzekert dat Oostenrijk en Hongarië ook nieuwe inkomrechten gaan stemmen... Wat hebben de liberale gazetten toch oneindig kwaad gedaan, met uit stommen politieken intrest te roepen: De in komrechten stemmen, is 't brood rooven uit den mond des Volks 1... Deze gewichtige zaak zou bui ten alle partijschap moeten onderzocht worden. Ons Vonnis gaat in de liberale gazetten komen. Na meer dan 20 jaar in 't heetste van 't vuur op de bres gestaan te hebben, wordt 't Land van Ablst gekwetst, maar toch niet in zijn hert... Ingezien de menigvuldige blijken van deelneming en genegen heid, zelfs een der voornaamste Katholieken is ons komen voorstellen van de kosten door een open bare Inschrijving te dekken; dit voorstel hebben wij niet kunnen aanveerden, nogtans, onzen hertelijken dank zij hier uitgedrukt; ingezien dus die blij ken van innige vriendschap, wij kunnen en zullen, met Gods bijstand,de spotternij en de vijandelijkheid van eenige enkele Personen vergeten, om meer dan ooit, de publieke Eerlijkheid, Vrijheid, Gespaar- zaamheid en Werkzaamheid te verdedigen... 't Is in d'omstandigheden, welke wij beleefd hebben, dat 'ne mensch veel leert en ondervindt. Gladstone, van Engeland, is erg ziek; generaal Grant van Amerika heeft een kankerachtig gezwel aan de tong. D'uitsnijding is onmogelijk; zijn lot is lijden en sterven De Keizerin van Oostenrijk is voor haar gezondheid in Holland, langs Amster dam,en ze toont er, 't zij gezegd t'harer eer, ze toont er dat zij een Christelijke Vrouw is. Zulke gevoelens gaan boven alle geld en goed. Geld kan ons ontsto len worden of g'extorkeerd geld brengt last en moeite, en kommer en onrust bij; geld is voor velen een oorzaak van tijdelijk en eeuwig ongeluk veel jonkheden, nu verdwaald, zouden braaf gebleven zijn, hadden zij voor hun brood moeten werken geld brengt hooveerdigheid bij en laatdunkendheid geld 't is om aan geld te geraken, dat er zoovele grouwelijke misdaden en eerlooze lafheden worden gepleegd;... geld! voor geld heeft Judas zijnen Mees ter verkocht en verraden... Geld! alles wordt ons toch eens afgenomen door de dood maar een op recht christelijk kort hebben, dat i.s ecu onverganke lijke schat 1 TAalst, aan den Osbroeck is werkmei'.'A.h subiet uoodge«awcn r Lu huis cJ-i-i-o -ir- wan den rrs>r- y Gaan wij, Katholieken, vooruit? of gaan wij ach teruit Winnen wij in rechten en vrijheden, of verliezen wij in deze kostbare panden 't Een Ministerie volgt op 't ander; nu is 't katho liek; binnen 6 éi 7 jaar liberaal, en wederkeeriglijk. Maar welke politiek blijft boven Wie is 't die grond wint en vaste palen slaat Eilaas 1 wij moeten antwoorden De Vrijmetsers, de Vrijdenkers I ZIJ gaan vooruit;ZIJ schenden't Katholiek Recht; ZIJ overmeesteren al de machten van den Staat; ZIJ regceren in d'hooge Rechterzalen; ZIJ mogen - -,c pen, onder alle Ministerifta: Triomf I wij gaan voor uit en wij blijven behouden wat wij genomen hebbenI D'hand op 't hert, de waarheid in den mond Is dat waar 1 Ja, ja, 't is waar 1 De liberals Ministerien zijn hevig en doen groote veroveringen Onze Ministerien zijn tot heden toe, flauw ge weest en hebben weinig of niets hersteld. Zal deze droeve toestand voortgezet worden, nü dat de Katholieke Belgen in 1884 zoo uitdrukkelijk hunnen wil hebbenuitgedvukt?Zullen deze roemrijke en moeielijk verkregene Zegepralen vruchteloos blij ven Moest dit gebeuren, dan zouden wij recht hebben den steen toe te werpen aan de Katholieke Ministeis en aan hunne groote Meerderheid. Geen uitvluchtsels kunnen gelden; ALLES moet gepoogd worden, zelfs het uiterste, om van dien lauwen toestand tot een nuttige werkzaamheid te ge raken.NIEMAND mag zich verzetten,NIEMAND, tegen de pogingen der Katholieken, om in hun Va derland de Grondwet van i83o, met al hare goede Vrijheden hersteld tezfen. In den naam der Kiezers, in den naam van het Volk, bezweeren wij onze achtbare Gekozenen van Senaat en Kamer.dat ze toch zouden meêwerken om 't Vaderland uit den afgrond te houden, waarheên het wordt gesleurd. Dat ze spreken tot de Ministers, tot hun Confraters der Kamer;dat ze lucht geven aan de Katholieke Gevoelens; dat zij allen een woord spreken; wij zullen uit onzen staat van lamheid en van lauwheid opstaan;... de Vrijmetselarij zal met hare heillooze plannen en schavotten achteruit ge dreven worden, en België zal, uit de klauwen der Vrijdenkerij verlost, weêr een deftige en gelukkige landstreek worden. Brussel, die tegen Minister Jacobs geroepen had in de groot© ztal der Prijsdeeling, is verwezen tot 200 boet. Twee personen te Gent: de eene was voor den andere gaan gevangen zitten; beiden zijn veroor deeld tot 5 maanden gevangenis. Twee liberalen van Boom zijn veroordeeld tot 5o fr. boet, om een katholiek deerlijk mishandeld te hebben. Drie jongelingen van Berchem zijn door dezelfde Recht bank veroordeeld tot 8 dagen gevang en boet op zijn navenant, alsmede schadeloosstelling; ze waren door eenige Geuzen beschuldigd een dezer laatste te heb ben geslagen. Eerlijk duurt langst en onrecht- veerdig goed gedijdt niet. Margaretha Dom, 22 jaar oud, van Tilbourg, in Holland, maar wonende te Elsene. had er bij haar meesters 25oo fr. gestolen, nu komt zij verwezen te worden tot 2000 fr. boet en 1 jaar gevang. Haar reputatie is naar den Sis Wacht u van den eersten stap, op de wegen der boosheid. c i v-c stnp'e aau. ineen, en was dood I Z.M. de Koning heeft zondag verleden de Burger- Decoratie van i* klas verleend aan den heer Ch. L. Callebaut, stoker te Nieuwerkerken. Iedere inwo ner dier gemeente moet bekennen dat die onderschei ding eene welverdiende eer is voor al de werken door dien Heer verricht,gedurende zijn mandaat van Burgemeester, Schepene en Raadslid van Nieuwer kerken. M. P. De Boeck, van Hofstade, oud-leerling van 't Collegie der H. Maagd te Dendermonde, heeft te Leuven met onderscheiding den graad behaald van Kandidaat in de Medecijnen, (2de exaam), Onze har telijke gelukwenschen. v Land van Aalst, schrijft men ons, een kwade noot voor uG'hebt vergeten te melden d'inhaling van den Burgemeester van Denderhautem, die metzulken toeloop en luister is geschied. Er stonden 0 achoone arken, op de wijken dier groote Gemeente.., Neemt daar noticie van BOER JAN. lllll S|I|WIISMHI|H ze^d te hebben: Ik zal uw zaak arrangeeren önz* Konfrater is vrijgesproken. Charel-Mairrice- August Ryckman, ja, advokaat bij 't Hof aan Be roep te Brussel, bijgevoegde Rechter van den Tribu naal van Eersten Aanleg dier stad, is bij verstek tot 7 jaar gevang wezen en tot 10 jaar interdiktie; om in 6 faillieten waar hij curateur was,gestolen te hebben; om een officier van't Leger door slimme trokken, rond de 3ooo fr. ontfutseld te hebbenen de grofste zaak, den ruigen Geus dat hij is, om ten nadeele der weezen Fierens, van welke hij voogd was, 18,900 fr. ingepalmd te hebben. Ryckmans is vluchtig. Ryck- mans leefde op zijn vrijdenkers en met 't geld dat hij van die weeskes stool, kocht hij juweelen voor zijn slijpen, ja roozen die 12 fr. per stuk kostegen Dat geld verbrastte hij, in de vergulde kaberdoezen. Men onderzoekt nog immer de zaak van Stroom- beeck-Bevere. Van Wayenberg blijft hardnekkiglijk zijn misdaad loochenen, in weêrwil van de verplet terende bewijzen die er tegen hem bestaan. De student Jules-Jef Cordeweener, leerling-ingenieur te Op die beulen Die beulen en opfretters van het volk Deze week, in de 4 zittingen van o 4 uren elk, hebben gesproken 2 liberalen den ganschen tijd, en ze hebben nog niet gedaan, en de aarts-snul, de on troostbare en klagende ex-minister Rolln zet heden vrijdag zijn droeve lamentatie nog voort Is dat niet om al uw haren van 't hoofd doen te berge te rijzen En men hoort altijd 't zelfde muziek, eene lange en eindelouze litanie. D'andi-r week was 't de serieuze hansworst van Gent (gelijk de liberale gazetten zeggen), het model van al de schoolkijkers en pedanten, Wagner, die 4 uren lang onbermherlig de Kamer beeft gezaagd. Dees week hebben wij vooreerst 'nen Luikschen advokaat, Neüjean, die in de Kamer eenige karren zoutelooze vertelselkens heeft afgestort. Hij doorloopt al kermende de provinciën van Belgenland en overal vindt hij afgemartelde slachtoffers van de wreedheid der katholieken en der priesters. Maar aan welken mensch van gezond oordeel zal hij dat doen geloo- ven Wij zien hier wel in 't Arrondissement Aalst wat wij voor de oogen hebben, en waar zijn de mar telaars en slachtoffers onder de Staatsmeesters? Ge durende 5 jaren hebben zij geld opgestreken dat de liberalen zelf het schandaleus vonden, ze waren de trolsche pachas op al de dorpen, dikwijls de aan klagers *au Burgemeester en Pastor en hu zijn "die^ 'is dïarnTV Xl" Een deuntje vin Neujean over de barbaarschheid der pastoors.' De Pastoor van Grand-Jauink richtte een jacht in op de kinderen der gemeenteschool. Eens greep bij een manneken vast van 6 jaren en leidde of sleurde hem naar de katholieke school maar 't manneken moest er niet kontent zijn, want 's namiddags keerde hij terug bij den oficiéelen. 's Anderendaags lag de Pastoor wederom op den loer, zag den vluchteling en deed hem naar zijn school. Het kind ontsnapte terug en loopt nog. En die flauwe praat duurt uren en uren, en kost meer dan 5 duizend franken aan de Staatskas Rolin, den droeve» en galvollen Rolliu heeft men ook gehoord. De onbeschoftheid van dien ex-minister is gekend. Voor 't oogenblikis ziju veldstuk,minister Thonissen te plagen en hem minister in partibus te noe men en te zeggen dat de ware, de verborgene minis ters: Jacobs en Woeste blijven. Welke laaghertige aanvallen Rolin kan ook niet verkroppen dat de Voorzitter hem, den trolschen Rolin, tot de orde heeft geroe pen, nadat hij 20 maal had onderbroken, en de groote man protesteert. Na dit incident heeft hij zijo pleidooi begonnen de wet van 84 is een helscbe, een afgrijselijke wet de wet vau 79 was de beste wet, het model der wet ten. Daar heeft hij 5 schrikkelijke uren op gezaagd. Al de banken werden stillekens aan ledig; Malou kwam eens kijken en ging weldra w*g; anderen bleven een kwartiertje, trokken de schouderen eens op en zei den adieu aan den wreeden redenaar. Nooit zijn er in de Kamer zooveel brieven geschreven als Donder dag, en de beul zeide nog al eindigende, dat hij des anderdaags zijn stieltje zou voortdoen. Daarop heeft Minister Beernaert bekomen dat de zitting om 1 ure zou beginnen; dan kunnen onze Representanten nog een uiltje vangen onder! ronken van Rolin. 41. Woeste, die het geduld heeft gehad naar al de woordenkramerij der liberale minderheid te luiste ren, begon woensdag zijne rede met t z<-ggen dat hij weinig of niets had gehoord; en daar! :i»gr"»n de liberalen niet, wat zij begeeren in de plaats der wet van 84. De welsprekende redenaar heeft vooreerst het groote verschil getoond tusschen de wet van 79 en die van 84. Deze laatste is eene wet van decentralisatie of vrijheid en godsdienstvrede. De wet van 79 aunveerdde maar één onderwijs, bet onderwijs de Jiberaaigezinden; 't was dus eeue wet van onverdraagzaamheid en godsdiensthaat. De leering van den Godsdienst was noodzakelijk nit het programma gesloten. Nu hebben de gemeenten het recht om in hare scholen onze oudegoede zedenleer, de zedenleer onzer Ouders, de Christelijke zedenleer te laten onderwijzen. 2de Verschil tusschen die wetten: in 4879 waren de gemeenten verplicht hare onderwijzers te kiezen uit de officieele normaalscholen,die allen verwereld lijkt waren. Nu is die dwang uit, krachtens de wet van 4 884. Liberalen zelf keurden dien gevaarlijken dwang af. Op eene dwaze onderbreking van Rolin dat het radicalism c! de beste boudgcaoot der Katholieken 11, beef: V-'oesl? i jmiacLl^L Lca zien hoe do we: vip, V,VilgTu-r' gersie.ijKeri in t leger, tirt stel *4; der bekwaamheid3kirz rs enz, enz. aan Fret.* opgedrongea warden door d ndicalen. Altijd 'tzelf te sisleem; een been te knagen geven aan de radicale ratten, juist gelijk in Frankrijk. Maar M. Woeste heeft zich niet enkel gehouden op het verdedigingsterrein, hij heeft getoond in welke partij de hartelooze nanoen, de verdrukkers der armen en ongelukkigen te vinden zijn. Te Antwerpen alleen, waar er 2,789 behoeftige familiën waarop de liberalen hunne politieke razernij hebben botgevierd en waaraan zij allen onderst.nd hebben geweigerd! Ziedaar de schande en de bar baarschheid! Dat is nog niet alles. Aan 470 moeders heeft het bureel van weldadigheid den noodzakelijksten on derstand geweigerd. Dat is afschuwelijk! En tegen zulke onmenschelijkheid heeft de libe- 1 ale partij niet geprotesteerd! De ongelukswet van 79 is rfus nog eens door den manhaftige» Redenaar geschandvlekt geweest, gelijk ze 't verdient, en REIS VAN (China.) door den Eeno. Missionnaris Ev. De Boeck. 6 Hoofdstuk 7. Arabié en zijn Merkweerdigheden. Hier was er geene kwestie van aan land te komen, daar het bij onze aankomst reeds pikdonker was, en dat wij denzelfden avond om 9 ure nog vertrokken; wij waren alleenlijk stil gebleven om de brieven van die plaats op te nemen en de onze af te gevenover Suëz, waar wij wel drie kwartiers afbleven,zou ik dus hoegenaamd niets kunnen schrijven. Kort na de lichting van het anker vaarden wij de Roode Zee binnen, en 's anderendaags (25 Februari) in den voormiddag trokken wij den berg Sinaï voorbij, die in de H. Schrif tuur zoo merkweerdig is, hij maaktdeel van eene aaneenschakeling van bergen, nogtans men kan hem van de omliggende goed onder scheiden door zijne eigenaardige kruin die gansch plai en heel breed is: die berg, in zich zeiven genomen, is niets bijzonders, nogtans door de belangrijke gebeurtenissen vermaard, die er vroeger op plaats grepen,trekt hij ieders aandacht op zich. Geheel dien dag vaarden wij tusschen twee hooge en steile berg ketens,van den eenen kant in Egypte en van den anderen in Arabië gelegen; hoe meer dat wij vooruitgingen,hoe meer ook dat die ber gen zich verwijderden; eindelijk verdwenen zij teenemaal. De zee was heel kalm, nogtans de hitte deed zich stillekens aan voelen, om van dag tot dag heviger en heviger te worden. Van hier tot Aden ontmoetten wij niets bijzonders, tenzij hier en daar eenige bergen, te midden van de zee gelegen en tegen Aden, de forten van Perime, die op de zeeëngte van Bab-el-mondeb ge bouwd, de engelsche bezittingen in Indië tegen alle vijandelijke aanvallen beschutten. Den vrijdag 29 februari, om 1 uur van den morgend,hielden wij voor Aden, eene Araabsche stad,stil. Toen wij de H. Mis op den boot gelezen hadden, nieuwsgierig zijnde om kennis te maken met deze streek, deden wij ons nogmaals aan wal brengen; er was tijd genoeg, daar de Natal slechts laat in den namiddag zou vertrekken. Van op het schip zag het er hier juist niet lief uit; wij zagen alleenlijk eenige Europeesche hotels voor ons,met nog eenige andere huizen en verders anders niets dan steile en spitsige rotsen, die door hunne woestheid en volkomene onvruchtbaarheid, aan deze streek een verwilderd voorkomen gaven; de eigentlijke stad lag achter de rotsen verdoken; om tot daar te komen, moet men eenen halven draai rond die rotsen maken, dan eenen weg volgen die kronkelend en zikzakkend tot len top loopt, en daar gekomen, ziet men de stad Aden in hare volle glorie voor zich pronken; nogtans, gij moet u over dien luister geen groot ge dacht vormen, de huizen hebben hoegenaamd geen voorkomen van paleizen, verre van daar, 't zijn kleine vierkantige biokskes vav steen gebouwd, waar men met moeite kan in recht staan en die voorzien zijn van onnoozele vensterkes en van eene deur, die slechts 75 centimeters hoogte heeft. Ge zult wellicht zeggen: maar, dat is onmogelijk, daar kan geenen mensch door! dat is waar, nogtans, ge moet weten dat de inwoners van Aden liever in hunne huizen kruipen dan er, gelijk wij, rechtstaande in te gaan; dat bestaat weêral in eene goesting, ze moeten het maar weten; boven ieder huis is er eene plate-forme (of plat dak) omgeven van vier kleine muurkens, dit dient om bij regentijd het water te verzamelen, want water zou men er te vergeefs in den grond gaan zoeken; het is gansch onmogelijk van eenen steenput te delven; daarvoor is de grond te hard, 't zijn niets dan stcenen en rotsen; met dien voorraad van water kan men natuurlijk den ganschen tijd der droogte niet overbrengen (die soms 7 ét 8 maanden duurt), daarom bevinden er zich een weinig buiten Aden groote waterkommen, regenbakken of putten van Mozes genaamd, (citemes de Moise). Die putten, al het voornaamste wat men in Aden ziet, bestaan uit eene verzameling van verscheidene groote waterkommen, die, de eene boven de an dere geplaats, in de rotsen zijn uitgekapt. In den tijd van de stort regens, als het water met geweld de rotsen afkomt, wordt het voor eerst in de bovenste putten verzameld die vol komen en overioopen; de overvloed van water valt in de putten die zich daaronder bevin den en zoo komen opvolgentlijk alle die kommen vol. Iedere stam heeft er zijnen put en zij houden daar zoo !el aan,dat niemand voor geen geld van den wereld uit eenen anderen put dan uit dien van zijnen stam zou willen drinken. Dat moet daar bij regentijd een prachtigen waterval zijn; 't is oprecht prettig en vernuftig gemaakt: rond de putten zijn er overal trappen, zoodat men er kan rond wandelen, nogtans dc zon was er zoo brandend.dat men de schoon heden van die wandeling niet lang durft proeven, ook wij waren er alras uit, om ons tot de eigentlijke stad te begeven waar wij een groote doch meestal arme en ellendige bevolking aantroffen. De straten zijn tamelijk breed, maar voorzien van die paleizen waarvan ik hooger spreek, hebben zij geen buitengewoon voor komen. Buiten de engelsche Colonie, treft men hier anders niets aan dan zwarte, ja pekzwarte wezens; de inwooners zijn Araben, Simalezen en Negers; de properheid is natuurlijk deminste hunner bekommernissen, 't en steekt er niet op af; de kleeren, door het meeste getal menschen gedragen,bestaan uit eenen samenhang van vodden en lappen, die bij velen maar nauwelijks aaneenhangen. Aangezien er in Aden niets groeit en dat alles: eetwaren kleeren, kolen enz. van andere gewesten moet komen, is er de koophandel sterk in eer: gedurig ontmoet men Karavanen van tallooze Kemels die de stad in of uit trekken cn bestaanmiddelen aanbrengen of gaan halen. Niettegenstaande de dorheid van dit gewest, heeft Aden eene bevolking van 3o duizend inwoners, die toch allen tot een bestaanmiddelken weten te komen: de Engelschmans bezitten er verschillige forten die grootendeels en misschien wel alleen, de oorzaak zijn van den bloei der stad. Aden heeft de PP. Fran ciscanen voor Missionarissen, zij hebben er eene schoone verblijf plaats met een lief Kerksken en het getal hunner Christenen is nog al aanzienlijk. De Zusters van den Goeden Herder tutten hier ook een schoon en prachtig huis, waar er verschillende Mahome- taansche Kinderkens en weeskens in deugd en wetenschap worden opgeleerd, 't was in deze stad dat monseigneur de Courmont en M. Leroyons verlieten; als wij hun onze vaarwelgroeten hadden aangeboden, en den zegen van Mgr hadden ontvangen, begaven wij ons terug naar den Natal waar ons een aangenaam schouw spel verwachtte. Heel de boot was omringd van een zwerm kleine Araben die in kleine mosselschelp ken gezeten, maar gedurig de lucht door hunne kreten deden weèrgalmen, zij konden genoeg fransch om in die taal datgene uit te drukken wat zij begeerden; zij riepen maar gedurig u a la mer, la mcr, inde zee in dezee!» Wat bedoelden zij daar nu meö? alleenlijk dat men een stuk geld in de zee zou geworpen hebben, 't geen zij dan onder het water zouden gaan halen. Verscheidene passagiers vonden plezier in hunnen kunstigen handel en het geld wierd niet gespaard, telkens dat er een stuksken 't water in kwam, sprongen zij allen samen de zee in en twee drie meters onder 't water zag men ze voor het toe geworpen geldstuk worstelen,tot dat er eindelijk eenen meè boven kwam die het triomphantelijk tusschen zijne sneeuwwitte tanden hield; zij waren waarlijk behendig, nooit misten zij hunnen slag; ik heb er zelf gezien die langs onder den Natal een stuk geld bovenhaalden, dat hun van den overkant van den boot toegewor pen was; men zou gezegd hebben dat zij in hun element in 't wa ter waren, zij zwommen gelijk waterratten en duikelden even ge makkelijk: als wij dat spektakel zoo gedurende eene uur hadden bewonderd, wierd nogmaals het anker gelicht en om 5 ure van den namiddag vorderde de <1 Natal zijnen weg. 's Anderendaags, bij ons ontwaken (iste maart) waren wij al volop de Indische Zee ingevaren. Nu voorzeker hadden wij niets meer te vreezen, wij waren in de maand van den H. Josef, onder wiens bescherming wij ons van dezen dag af,op een bijzondere wijze stelden en die ons met zijne H. Bruid Maria, onze goede Moeder, veilig tot in de laatste have, zal doen aanlanden. Van Aden tot Colombo hebben wij niets bijzonders aangetroffen; alleen dient er opgemerkt te worden dat de warmte van dag tot dag grooter wierd, bij poozen was het zoo schrikkelijk heet, dat men oprecht niet wist wat doen om zich een weinig te verkoelen, ge- lukkiglijk dat er soms een koel windeken was, ik weet niet hoe wij er anders zouden doorgeraakt zijn. Den 7sten maart, om 8 ure van den avond bleef de Natal in 't zicht van 't eiland Ceylan stil.Reeds tot hier kwamen ons de aan gename geuren van dit vruchtbaar en eelderig ge est toegevlo gen; ij *aren aan de ankerplaats blijven liggen, om tlec'nts 's an derendaags 8 Maart, eenen zaterdag, de have Colombo binnen te loopen. 't Vervolgt.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1885 | | pagina 1