f
10
Zondag 8 Maart 1885.
26,to Jaargang
Hofslatle naar Mongolië kf,
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID.
Gemengde Berichten.
Onderzoek -van geweten.
üe Kamer.
KB aaG3®:WX'JS«^«^2aaGH"EH»-4rE£Sn9
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Gswoone Annonce» 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bladzijde
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel,
HET LAID
ABONNEMENT» PRIJS
5 fr. jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij onsof door post of briefdragers.
YAN AELST
AALST, ZATEKDAG 1 MAAKT 1885.
GEWONNEN TE VERVIERS, met tond de 40
st. Nu telt de Kamer een Katholieke meer
Men verzekert dat Oostenrijk en Hongarië ook
nieuwe inkomrechten gaan stemmen... Wat hebben
de liberale gazetten toch oneindig kwaad gedaan,
met uit stommen politieken intrest te roepen: De in
komrechten stemmen, is 't brood rooven uit den
mond des Volks 1... Deze gewichtige zaak zou bui
ten alle partijschap moeten onderzocht worden.
Ons Vonnis gaat in de liberale gazetten komen.
Na meer dan 20 jaar in 't heetste van 't vuur op de
bres gestaan te hebben, wordt 't Land van Ablst
gekwetst, maar toch niet in zijn hert... Ingezien de
menigvuldige blijken van deelneming en genegen
heid, zelfs een der voornaamste Katholieken is
ons komen voorstellen van de kosten door een open
bare Inschrijving te dekken; dit voorstel hebben wij
niet kunnen aanveerden, nogtans, onzen hertelijken
dank zij hier uitgedrukt; ingezien dus die blij
ken van innige vriendschap, wij kunnen en zullen,
met Gods bijstand,de spotternij en de vijandelijkheid
van eenige enkele Personen vergeten, om meer
dan ooit, de publieke Eerlijkheid, Vrijheid, Gespaar-
zaamheid en Werkzaamheid te verdedigen... 't Is in
d'omstandigheden, welke wij beleefd hebben, dat 'ne
mensch veel leert en ondervindt.
Gladstone, van Engeland, is erg ziek; generaal
Grant van Amerika heeft een kankerachtig gezwel
aan de tong. D'uitsnijding is onmogelijk; zijn lot is
lijden en sterven De Keizerin van Oostenrijk
is voor haar gezondheid in Holland, langs Amster
dam,en ze toont er, 't zij gezegd t'harer eer, ze toont
er dat zij een Christelijke Vrouw is. Zulke gevoelens
gaan boven alle geld en goed. Geld kan ons ontsto
len worden of g'extorkeerd geld brengt last en
moeite, en kommer en onrust bij; geld is voor velen
een oorzaak van tijdelijk en eeuwig ongeluk veel
jonkheden, nu verdwaald, zouden braaf gebleven
zijn, hadden zij voor hun brood moeten werken
geld brengt hooveerdigheid bij en laatdunkendheid
geld 't is om aan geld te geraken, dat er zoovele
grouwelijke misdaden en eerlooze lafheden worden
gepleegd;... geld! voor geld heeft Judas zijnen Mees
ter verkocht en verraden... Geld! alles wordt ons
toch eens afgenomen door de dood maar een op
recht christelijk kort hebben, dat i.s ecu onverganke
lijke schat 1 TAalst, aan den Osbroeck is
werkmei'.'A.h subiet uoodge«awcn r Lu huis
cJ-i-i-o -ir- wan den rrs>r- y
Gaan wij, Katholieken, vooruit? of gaan wij ach
teruit
Winnen wij in rechten en vrijheden, of verliezen
wij in deze kostbare panden
't Een Ministerie volgt op 't ander; nu is 't katho
liek; binnen 6 éi 7 jaar liberaal, en wederkeeriglijk.
Maar welke politiek blijft boven
Wie is 't die grond wint en vaste palen slaat
Eilaas 1 wij moeten antwoorden
De Vrijmetsers, de Vrijdenkers I
ZIJ gaan vooruit;ZIJ schenden't Katholiek Recht;
ZIJ overmeesteren al de machten van den Staat; ZIJ
regceren in d'hooge Rechterzalen; ZIJ mogen - -,c
pen, onder alle Ministerifta: Triomf I wij gaan voor
uit en wij blijven behouden wat wij genomen
hebbenI
D'hand op 't hert, de waarheid in den mond
Is dat waar 1
Ja, ja, 't is waar 1
De liberals Ministerien zijn hevig en doen
groote veroveringen
Onze Ministerien zijn tot heden toe, flauw ge
weest en hebben weinig of niets hersteld.
Zal deze droeve toestand voortgezet worden, nü
dat de Katholieke Belgen in 1884 zoo uitdrukkelijk
hunnen wil hebbenuitgedvukt?Zullen deze roemrijke
en moeielijk verkregene Zegepralen vruchteloos blij
ven
Moest dit gebeuren, dan zouden wij recht hebben
den steen toe te werpen aan de Katholieke Ministeis
en aan hunne groote Meerderheid.
Geen uitvluchtsels kunnen gelden; ALLES moet
gepoogd worden, zelfs het uiterste, om van dien
lauwen toestand tot een nuttige werkzaamheid te ge
raken.NIEMAND mag zich verzetten,NIEMAND,
tegen de pogingen der Katholieken, om in hun Va
derland de Grondwet van i83o, met al hare goede
Vrijheden hersteld tezfen.
In den naam der Kiezers, in den naam van het
Volk, bezweeren wij onze achtbare Gekozenen van
Senaat en Kamer.dat ze toch zouden meêwerken om
't Vaderland uit den afgrond te houden, waarheên
het wordt gesleurd. Dat ze spreken tot de Ministers,
tot hun Confraters der Kamer;dat ze lucht geven aan
de Katholieke Gevoelens; dat zij allen een woord
spreken; wij zullen uit onzen staat van lamheid en
van lauwheid opstaan;... de Vrijmetselarij zal met
hare heillooze plannen en schavotten achteruit ge
dreven worden, en België zal, uit de klauwen der
Vrijdenkerij verlost, weêr een deftige en gelukkige
landstreek worden.
Brussel, die tegen Minister Jacobs geroepen had in
de groot© ztal der Prijsdeeling, is verwezen tot 200
boet. Twee personen te Gent: de eene was voor
den andere gaan gevangen zitten; beiden zijn veroor
deeld tot 5 maanden gevangenis. Twee liberalen
van Boom zijn veroordeeld tot 5o fr. boet, om een
katholiek deerlijk mishandeld te hebben. Drie
jongelingen van Berchem zijn door dezelfde Recht
bank veroordeeld tot 8 dagen gevang en boet op zijn
navenant, alsmede schadeloosstelling; ze waren door
eenige Geuzen beschuldigd een dezer laatste te heb
ben geslagen. Eerlijk duurt langst en onrecht-
veerdig goed gedijdt niet. Margaretha Dom, 22 jaar
oud, van Tilbourg, in Holland, maar wonende te
Elsene. had er bij haar meesters 25oo fr. gestolen,
nu komt zij verwezen te worden tot 2000 fr. boet en
1 jaar gevang. Haar reputatie is naar den Sis
Wacht u van den eersten stap, op de wegen der
boosheid.
c i v-c stnp'e aau.
ineen, en was dood I
Z.M. de Koning heeft zondag verleden de Burger-
Decoratie van i* klas verleend aan den heer Ch. L.
Callebaut, stoker te Nieuwerkerken. Iedere inwo
ner dier gemeente moet bekennen dat die onderschei
ding eene welverdiende eer is voor al de werken
door dien Heer verricht,gedurende zijn mandaat van
Burgemeester, Schepene en Raadslid van Nieuwer
kerken.
M. P. De Boeck, van Hofstade, oud-leerling van
't Collegie der H. Maagd te Dendermonde, heeft te
Leuven met onderscheiding den graad behaald van
Kandidaat in de Medecijnen, (2de exaam), Onze har
telijke gelukwenschen.
v Land van Aalst, schrijft men ons, een kwade noot
voor uG'hebt vergeten te melden d'inhaling van den
Burgemeester van Denderhautem, die metzulken toeloop
en luister is geschied. Er stonden 0 achoone arken, op de
wijken dier groote Gemeente.., Neemt daar noticie van
BOER JAN.
lllll S|I|WIISMHI|H
ze^d te hebben: Ik zal uw zaak arrangeeren önz*
Konfrater is vrijgesproken. Charel-Mairrice-
August Ryckman, ja, advokaat bij 't Hof aan Be
roep te Brussel, bijgevoegde Rechter van den Tribu
naal van Eersten Aanleg dier stad, is bij verstek tot
7 jaar gevang wezen en tot 10 jaar interdiktie; om in
6 faillieten waar hij curateur was,gestolen te hebben;
om een officier van't Leger door slimme trokken,
rond de 3ooo fr. ontfutseld te hebbenen de grofste
zaak, den ruigen Geus dat hij is, om ten nadeele der
weezen Fierens, van welke hij voogd was, 18,900 fr.
ingepalmd te hebben. Ryckmans is vluchtig. Ryck-
mans leefde op zijn vrijdenkers en met 't geld dat
hij van die weeskes stool, kocht hij juweelen voor
zijn slijpen, ja roozen die 12 fr. per stuk kostegen
Dat geld verbrastte hij, in de vergulde kaberdoezen.
Men onderzoekt nog immer de zaak van Stroom-
beeck-Bevere. Van Wayenberg blijft hardnekkiglijk
zijn misdaad loochenen, in weêrwil van de verplet
terende bewijzen die er tegen hem bestaan. De
student Jules-Jef Cordeweener, leerling-ingenieur te
Op die beulen Die beulen en opfretters van het
volk
Deze week, in de 4 zittingen van o 4 uren elk,
hebben gesproken 2 liberalen den ganschen tijd, en
ze hebben nog niet gedaan, en de aarts-snul, de on
troostbare en klagende ex-minister Rolln zet heden
vrijdag zijn droeve lamentatie nog voort
Is dat niet om al uw haren van 't hoofd doen te
berge te rijzen
En men hoort altijd 't zelfde muziek, eene lange
en eindelouze litanie.
D'andi-r week was 't de serieuze hansworst van
Gent (gelijk de liberale gazetten zeggen), het model
van al de schoolkijkers en pedanten, Wagner, die 4
uren lang onbermherlig de Kamer beeft gezaagd.
Dees week hebben wij vooreerst 'nen Luikschen
advokaat, Neüjean, die in de Kamer eenige karren
zoutelooze vertelselkens heeft afgestort. Hij doorloopt
al kermende de provinciën van Belgenland en overal
vindt hij afgemartelde slachtoffers van de wreedheid
der katholieken en der priesters. Maar aan welken
mensch van gezond oordeel zal hij dat doen geloo-
ven Wij zien hier wel in 't Arrondissement Aalst
wat wij voor de oogen hebben, en waar zijn de mar
telaars en slachtoffers onder de Staatsmeesters? Ge
durende 5 jaren hebben zij geld opgestreken dat de
liberalen zelf het schandaleus vonden, ze waren de
trolsche pachas op al de dorpen, dikwijls de aan
klagers *au Burgemeester en Pastor en hu zijn "die^
'is dïarnTV Xl"
Een deuntje vin Neujean over de barbaarschheid
der pastoors.'
De Pastoor van Grand-Jauink richtte een jacht in
op de kinderen der gemeenteschool. Eens greep bij
een manneken vast van 6 jaren en leidde of sleurde
hem naar de katholieke school maar 't manneken
moest er niet kontent zijn, want 's namiddags keerde
hij terug bij den oficiéelen. 's Anderendaags lag de
Pastoor wederom op den loer, zag den vluchteling
en deed hem naar zijn school. Het kind ontsnapte
terug en loopt nog.
En die flauwe praat duurt uren en uren, en kost
meer dan 5 duizend franken aan de Staatskas
Rolin, den droeve» en galvollen Rolliu heeft men
ook gehoord.
De onbeschoftheid van dien ex-minister is gekend.
Voor 't oogenblikis ziju veldstuk,minister Thonissen
te plagen en hem minister in partibus te noe
men en te zeggen dat de ware, de verborgene minis
ters: Jacobs en Woeste blijven. Welke laaghertige
aanvallen
Rolin kan ook niet verkroppen dat de Voorzitter
hem, den trolschen Rolin, tot de orde heeft geroe
pen, nadat hij 20 maal had onderbroken, en de
groote man protesteert.
Na dit incident heeft hij zijo pleidooi begonnen
de wet van 84 is een helscbe, een afgrijselijke wet
de wet vau 79 was de beste wet, het model der wet
ten.
Daar heeft hij 5 schrikkelijke uren op gezaagd. Al
de banken werden stillekens aan ledig; Malou kwam
eens kijken en ging weldra w*g; anderen bleven een
kwartiertje, trokken de schouderen eens op en zei
den adieu aan den wreeden redenaar. Nooit zijn er
in de Kamer zooveel brieven geschreven als Donder
dag, en de beul zeide nog al eindigende, dat hij des
anderdaags zijn stieltje zou voortdoen. Daarop heeft
Minister Beernaert bekomen dat de zitting om 1 ure
zou beginnen; dan kunnen onze Representanten nog
een uiltje vangen onder! ronken van Rolin.
41. Woeste, die het geduld heeft gehad naar al de
woordenkramerij der liberale minderheid te luiste
ren, begon woensdag zijne rede met t z<-ggen dat
hij weinig of niets had gehoord; en daar! :i»gr"»n
de liberalen niet, wat zij begeeren in de plaats der
wet van 84.
De welsprekende redenaar heeft vooreerst het
groote verschil getoond tusschen de wet van 79 en
die van 84.
Deze laatste is eene wet van decentralisatie of
vrijheid en godsdienstvrede.
De wet van 79 aunveerdde maar één onderwijs,
bet onderwijs de Jiberaaigezinden; 't was dus eeue
wet van onverdraagzaamheid en godsdiensthaat. De
leering van den Godsdienst was noodzakelijk nit het
programma gesloten. Nu hebben de gemeenten het
recht om in hare scholen onze oudegoede zedenleer,
de zedenleer onzer Ouders, de Christelijke zedenleer
te laten onderwijzen.
2de Verschil tusschen die wetten: in 4879 waren
de gemeenten verplicht hare onderwijzers te kiezen
uit de officieele normaalscholen,die allen verwereld
lijkt waren. Nu is die dwang uit, krachtens de wet
van 4 884. Liberalen zelf keurden dien gevaarlijken
dwang af.
Op eene dwaze onderbreking van Rolin dat het
radicalism c! de beste boudgcaoot der Katholieken 11,
beef: V-'oesl? i jmiacLl^L Lca zien hoe do we: vip,
V,VilgTu-r' gersie.ijKeri in t leger, tirt
stel *4; der bekwaamheid3kirz rs enz, enz. aan Fret.*
opgedrongea warden door d ndicalen. Altijd 'tzelf te
sisleem; een been te knagen geven aan de radicale
ratten, juist gelijk in Frankrijk.
Maar M. Woeste heeft zich niet enkel gehouden
op het verdedigingsterrein, hij heeft getoond in
welke partij de hartelooze nanoen, de verdrukkers
der armen en ongelukkigen te vinden zijn.
Te Antwerpen alleen, waar er 2,789 behoeftige
familiën waarop de liberalen hunne politieke razernij
hebben botgevierd en waaraan zij allen onderst.nd
hebben geweigerd! Ziedaar de schande en de bar
baarschheid!
Dat is nog niet alles. Aan 470 moeders heeft het
bureel van weldadigheid den noodzakelijksten on
derstand geweigerd. Dat is afschuwelijk!
En tegen zulke onmenschelijkheid heeft de libe-
1 ale partij niet geprotesteerd! De ongelukswet van
79 is rfus nog eens door den manhaftige» Redenaar
geschandvlekt geweest, gelijk ze 't verdient, en
REIS VAN
(China.)
door den Eeno. Missionnaris Ev. De Boeck. 6
Hoofdstuk 7. Arabié en zijn Merkweerdigheden.
Hier was er geene kwestie van aan land te komen, daar het bij
onze aankomst reeds pikdonker was, en dat wij denzelfden avond
om 9 ure nog vertrokken; wij waren alleenlijk stil gebleven om de
brieven van die plaats op te nemen en de onze af te gevenover
Suëz, waar wij wel drie kwartiers afbleven,zou ik dus hoegenaamd
niets kunnen schrijven. Kort na de lichting van het anker vaarden
wij de Roode Zee binnen, en 's anderendaags (25 Februari) in den
voormiddag trokken wij den berg Sinaï voorbij, die in de H. Schrif
tuur zoo merkweerdig is, hij maaktdeel van eene aaneenschakeling
van bergen, nogtans men kan hem van de omliggende goed onder
scheiden door zijne eigenaardige kruin die gansch plai en heel breed
is: die berg, in zich zeiven genomen, is niets bijzonders, nogtans
door de belangrijke gebeurtenissen vermaard, die er vroeger op
plaats grepen,trekt hij ieders aandacht op zich.
Geheel dien dag vaarden wij tusschen twee hooge en steile berg
ketens,van den eenen kant in Egypte en van den anderen in Arabië
gelegen; hoe meer dat wij vooruitgingen,hoe meer ook dat die ber
gen zich verwijderden; eindelijk verdwenen zij teenemaal. De zee
was heel kalm, nogtans de hitte deed zich stillekens aan voelen, om
van dag tot dag heviger en heviger te worden.
Van hier tot Aden ontmoetten wij niets bijzonders, tenzij hier en
daar eenige bergen, te midden van de zee gelegen en tegen Aden,
de forten van Perime, die op de zeeëngte van Bab-el-mondeb ge
bouwd, de engelsche bezittingen in Indië tegen alle vijandelijke
aanvallen beschutten.
Den vrijdag 29 februari, om 1 uur van den morgend,hielden wij
voor Aden, eene Araabsche stad,stil.
Toen wij de H. Mis op den boot gelezen hadden, nieuwsgierig
zijnde om kennis te maken met deze streek, deden wij ons nogmaals
aan wal brengen; er was tijd genoeg, daar de Natal slechts laat in
den namiddag zou vertrekken. Van op het schip zag het er hier
juist niet lief uit; wij zagen alleenlijk eenige Europeesche hotels
voor ons,met nog eenige andere huizen en verders anders niets dan
steile en spitsige rotsen, die door hunne woestheid en volkomene
onvruchtbaarheid, aan deze streek een verwilderd voorkomen gaven;
de eigentlijke stad lag achter de rotsen verdoken; om tot daar te
komen, moet men eenen halven draai rond die rotsen maken, dan
eenen weg volgen die kronkelend en zikzakkend tot len top loopt,
en daar gekomen, ziet men de stad Aden in hare volle glorie voor
zich pronken; nogtans, gij moet u over dien luister geen groot ge
dacht vormen, de huizen hebben hoegenaamd geen voorkomen van
paleizen, verre van daar, 't zijn kleine vierkantige biokskes vav
steen gebouwd, waar men met moeite kan in recht staan en die
voorzien zijn van onnoozele vensterkes en van eene deur, die slechts
75 centimeters hoogte heeft. Ge zult wellicht zeggen: maar, dat is
onmogelijk, daar kan geenen mensch door! dat is waar, nogtans, ge
moet weten dat de inwoners van Aden liever in hunne huizen
kruipen dan er, gelijk wij, rechtstaande in te gaan; dat bestaat
weêral in eene goesting, ze moeten het maar weten; boven ieder
huis is er eene plate-forme (of plat dak) omgeven van vier kleine
muurkens, dit dient om bij regentijd het water te verzamelen, want
water zou men er te vergeefs in den grond gaan zoeken; het is
gansch onmogelijk van eenen steenput te delven; daarvoor is de
grond te hard, 't zijn niets dan stcenen en rotsen; met dien voorraad
van water kan men natuurlijk den ganschen tijd der droogte niet
overbrengen (die soms 7 ét 8 maanden duurt), daarom bevinden er
zich een weinig buiten Aden groote waterkommen, regenbakken of
putten van Mozes genaamd, (citemes de Moise). Die putten, al het
voornaamste wat men in Aden ziet, bestaan uit eene verzameling
van verscheidene groote waterkommen, die, de eene boven de an
dere geplaats, in de rotsen zijn uitgekapt. In den tijd van de stort
regens, als het water met geweld de rotsen afkomt, wordt het voor
eerst in de bovenste putten verzameld die vol komen en overioopen;
de overvloed van water valt in de putten die zich daaronder bevin
den en zoo komen opvolgentlijk alle die kommen vol. Iedere stam
heeft er zijnen put en zij houden daar zoo !el aan,dat niemand voor
geen geld van den wereld uit eenen anderen put dan uit dien van
zijnen stam zou willen drinken. Dat moet daar bij regentijd een
prachtigen waterval zijn; 't is oprecht prettig en vernuftig gemaakt:
rond de putten zijn er overal trappen, zoodat men er kan rond
wandelen, nogtans dc zon was er zoo brandend.dat men de schoon
heden van die wandeling niet lang durft proeven, ook wij waren er
alras uit, om ons tot de eigentlijke stad te begeven waar wij een
groote doch meestal arme en ellendige bevolking aantroffen.
De straten zijn tamelijk breed, maar voorzien van die paleizen
waarvan ik hooger spreek, hebben zij geen buitengewoon voor
komen. Buiten de engelsche Colonie, treft men hier anders niets
aan dan zwarte, ja pekzwarte wezens; de inwooners zijn Araben,
Simalezen en Negers; de properheid is natuurlijk deminste hunner
bekommernissen, 't en steekt er niet op af; de kleeren, door het
meeste getal menschen gedragen,bestaan uit eenen samenhang van
vodden en lappen, die bij velen maar nauwelijks aaneenhangen.
Aangezien er in Aden niets groeit en dat alles: eetwaren kleeren,
kolen enz. van andere gewesten moet komen, is er de koophandel
sterk in eer: gedurig ontmoet men Karavanen van tallooze Kemels
die de stad in of uit trekken cn bestaanmiddelen aanbrengen of
gaan halen. Niettegenstaande de dorheid van dit gewest, heeft
Aden eene bevolking van 3o duizend inwoners, die toch allen tot
een bestaanmiddelken weten te komen: de Engelschmans bezitten
er verschillige forten die grootendeels en misschien wel alleen, de
oorzaak zijn van den bloei der stad. Aden heeft de PP. Fran
ciscanen voor Missionarissen, zij hebben er eene schoone verblijf
plaats met een lief Kerksken en het getal hunner Christenen is nog
al aanzienlijk. De Zusters van den Goeden Herder tutten hier
ook een schoon en prachtig huis, waar er verschillende Mahome-
taansche Kinderkens en weeskens in deugd en wetenschap worden
opgeleerd, 't was in deze stad dat monseigneur de Courmont en
M. Leroyons verlieten; als wij hun onze vaarwelgroeten hadden
aangeboden, en den zegen van Mgr hadden ontvangen, begaven
wij ons terug naar den Natal waar ons een aangenaam schouw
spel verwachtte. Heel de boot was omringd van een zwerm kleine
Araben die in kleine mosselschelp ken gezeten, maar gedurig de
lucht door hunne kreten deden weèrgalmen, zij konden genoeg
fransch om in die taal datgene uit te drukken wat zij begeerden;
zij riepen maar gedurig u a la mer, la mcr, inde zee in dezee!»
Wat bedoelden zij daar nu meö? alleenlijk dat men een stuk geld
in de zee zou geworpen hebben, 't geen zij dan onder het water
zouden gaan halen. Verscheidene passagiers vonden plezier in
hunnen kunstigen handel en het geld wierd niet gespaard, telkens
dat er een stuksken 't water in kwam, sprongen zij allen samen de
zee in en twee drie meters onder 't water zag men ze voor het toe
geworpen geldstuk worstelen,tot dat er eindelijk eenen meè boven
kwam die het triomphantelijk tusschen zijne sneeuwwitte tanden
hield; zij waren waarlijk behendig, nooit misten zij hunnen slag;
ik heb er zelf gezien die langs onder den Natal een stuk geld
bovenhaalden, dat hun van den overkant van den boot toegewor
pen was; men zou gezegd hebben dat zij in hun element in 't wa
ter waren, zij zwommen gelijk waterratten en duikelden even ge
makkelijk: als wij dat spektakel zoo gedurende eene uur hadden
bewonderd, wierd nogmaals het anker gelicht en om 5 ure van den
namiddag vorderde de <1 Natal zijnen weg.
's Anderendaags, bij ons ontwaken (iste maart) waren wij al
volop de Indische Zee ingevaren. Nu voorzeker hadden wij niets
meer te vreezen, wij waren in de maand van den H. Josef, onder
wiens bescherming wij ons van dezen dag af,op een bijzondere wijze
stelden en die ons met zijne H. Bruid Maria, onze goede Moeder,
veilig tot in de laatste have, zal doen aanlanden.
Van Aden tot Colombo hebben wij niets bijzonders aangetroffen;
alleen dient er opgemerkt te worden dat de warmte van dag tot dag
grooter wierd, bij poozen was het zoo schrikkelijk heet, dat men
oprecht niet wist wat doen om zich een weinig te verkoelen, ge-
lukkiglijk dat er soms een koel windeken was, ik weet niet hoe
wij er anders zouden doorgeraakt zijn.
Den 7sten maart, om 8 ure van den avond bleef de Natal in
't zicht van 't eiland Ceylan stil.Reeds tot hier kwamen ons de aan
gename geuren van dit vruchtbaar en eelderig ge est toegevlo
gen; ij *aren aan de ankerplaats blijven liggen, om tlec'nts 's an
derendaags 8 Maart, eenen zaterdag, de have Colombo binnen te
loopen. 't Vervolgt.