zo Zondag 17 Mei 1885. 26*'" Jaargang Hulde aait M. Woeste. llofstade naar Mongolië GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID. De Waarheid. Onze Staatskas. BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gswoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoncen op do Tweede Bladzijde 50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel, HET LAP ABONNEMENTS-PRIJS 5 fr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. VAN AELST AALST, ZATERDAG 16 MEI 1885. Op 3i Mei asnstaande zullen te Aalst plechtiglijk aan M. WOESTE, zijn marmeren Borstbeeld en een in gedreven zilver vervaardigd kunststuk be- handigd worden. Welverdiende eer aan onzen ta lentvollen Vertegenwoordiger en moedigen oud- Minister. Daar ons, nopens die Feesten,hoegenaamd niets is medegedeeld, knippen wij uit den Dender- bode het Programma ARRONDISSEMENT AALST- Stad Aalst. EEREBETOOGING JEGENS DEN ACHTBAREN HEERE K 4 REL WOESTE, 1 olksvertegenwoordiger voor 't Arrondissement en ge- wezen Minister van Justicic, OP ZONDAG 31 MEI i 885. PROGRAMMA DER FEESTELIJK HEDEN Het Collegie van Burgemeester en Schepenen, in overeenstemming met de bezondere Commissie, de Feestelijkheden willende regelen welke, ter gelegen heid der Eerebetooging jegeasden heer WOESTE, op bovengemelden dag, zullen, plaats grijpen, Besluit i° Vorming van den Stoet ten i ure des namid dags, op 't Statieplein, om zich van daar, langs de bijzonderste straten, te begeven ter Groote Markt, alwaar het Défilé zal plaats hebben vóór den Held der Feest. 2° Om 2 ure aanbieding der prachtgeschenken ter groote Feestzaal van het Stadhuis, in tegenwoor digheid der Afgevaardigden van da verschillige Ste den en Gemeenten des Arrondissements. 3° Groot Muziekfeest gegeven ter Groote Markt, door de Muziek- en Fan faar korpsen welke aan den Stoet deel nemen en welke dan ook met rijke pre- mien zullen begiftigd worden, onder voorwaarde dat elke Maatschappij den heere WOESTE met de uitvoering van een muziekstuk vereere. De Maatschappijen worden aanzocht hare bijtre dingen te laten kennen aan den heer Leo GHEE- RAERDTS, Voorzitter der Feestcommissie vóór 20 Mei en terzelfdertijd het uittevoeren muziekstuk aan te duiden. 40 Prachtige Lunch, bij inschrijving ten prijze van 5 franks, om 5 ure, onder de Overdekte Boter markt. T1 -L'.aW;--.TL, „j.. bijtreding te laten k' rnon aan den he=r VAN DE PUTTE, Lid en Schatbewaarder der Commissie, uiterlijk den 20 Mei. 5° Luisterrijke Verlichting ter Groote Markt, om 9 ure. ALGEMEENE SCHIKKINGEN. i° De Feestelijkheden zullen daags te voren, om 7 ure des avonds, en den volgenden dag om 7 ure ure des morgens, aangekondigd worden door 't los branden des kanons, 't geluid der klokken en het •pelen van den beiaard. 20 De inwoners der Stad worden vriendelijk ver zocht de Nationale Vlag, gedurende den Feestdag aan hunne huizen te laten wapperen. 3° Het publiek zal, onmiddelijk na de aanbieding der geschenken, ter Groote Feestzaal van 't Stadhuis toegelaten worden om dezelve te bezichtigen. Gedaan en vastgesteld in zitting van 4 Mei i885. De Burgemeester en Schepenen, De Sekretaris, V, VAN WAMBEKE. J. VERLEYSEN. De Commissie De Voorzitter, De Sekretaris, M.-L. GHEERAERDTS. Ad. BYL. De Waarheid mag niet verzwegen worden, al valt ze soms hard en bitter. De Waarheid moet ons redden. Na den slag der Gulden Sporen, door de schuld der LeliaertJ, er wierd een Vrede gemaakt, welken 't Volk noemde u De Peis van Valschheid en Verraad!» Zoo schrijft Duclos in zijn boek: Onze Helden. Begint het daar niet op te trekken, in ons geliefde Vaderland? Na 6 jaren Afpersing en Verdrukking, de Belgen zijn opgesprongen als Leeuwen, hebben de Verdruk kers en de Geldverkwisters van kant gezet en duide lijk hunnen wil doen kennen. Zijn er sedert 1830 kiezingen geweest gelijk in Juni en Juli 1884? Al de Vrijmetsers wierden verslagen. En wat hebben wij later gezien? D'opkomst van een Nationaal Ministerie, de straatoproer te Brussel, geuzenstudenten en schuim der Bevolking die Koning en Ministerie, en Wet en Volk beschimpten en bedreigden. De Ministers hiel den stand, van alle kanten zond 't Volk brieven van opwekkingen van standvastigheid. Z. M. Leopold II begon te aarzelen; de Logierichtte zoogezegde Volks- betoogingen in; de Belgen volgden op dien strijd, en als de Vrijmetsers te Brussel 20,000 man konden bijeenkrijgen, dan verschenen de Vaderlanders daar 90,000 in getal.... Men kent dien verraderlijken, dien lafTen, dien eerloozen, dien tiegerachtigen en smeerigen aanval.... 't Eerewoord wierd geschonden! En de Koning aarzelde nog meer; hij bad den moed niet of den wil niet, bet Eerlijk Recht te handhaven; >le booswichten en opstokers wierden niet gestraft; en na de kiezingen van October, als er 300 liberale Burgemeesters vielen, de Koning zond de Ministers Jacobs en Woeste weg!.,. Welke slag op 't wezen van ons geliefde Vaderland! Welke aanmoediging voor den oproer! welke grievende en spijtige daad!.. Dan schreven al de katholieke gazetten: 't Is gedaan met de Grondwet! Den Oproer beerscht!... En in 't buitenlaud wierd die Koninklijke zwakheid Streng bestempeld, ja zelfs in zijn eigen Familie moest Le opold II scherpe verwijtingen hooren. En de komedie van 187i wierd herhaald Aan een liberaal Ministerie alles toegebeten, teh yvj»dsr- Joeu en herstellen, d handen gebonden. De Logie zegepraalt. Is dat waarheid, ja of neen? En als men nu dien zwakken Vorst door Katholieke monden hoort uitroepen als een voorbeeld van wijs heid, als een minnaar des Vaderlands, als iemand wieu België veel verschuldigd is, dan kookt het bloed van verontweerdiging, en kout de Waarheid hare rechten eischen. NEEN! Leopold II verdient geen lof, geen dank! integendeel! Zelfs de Vrienden van 't Koningdom, als zij eenen Vorst aan dat onwettig straatgewoel hooren toegeven, ze zouden ten minste moeten zwijgen en aan den Uonark toonen dat hij misdaan heeft, en misschien op een onherstelbare wijze. Geene reden kunnen die zwakheid verschoo- non, de Oproer kon en moest gedempt worden; de Wil der Natie moest uitgevoerd worden, des te meer dat die wil niets anders beoogde dan Recht en Vrij heid, volgens de Grondwet van 1830.... Tot hiertoe, wij moeten het met bitterheid zeggen: De Logie tri omfeert! de Vrijmetsers behouden hunne prooi en hunne macht; God geve dat er een gunstige en spoe dige verandering korae, dat de Ministers en d'heeren Gekozenen in de kalmte van hun geweten, hun hei lige plichten en hunne groote verantwoordelijkheid begrijpen, dat zij krachtig vooruitkomen, om de kie- zingen van 1884 vruchtbaar temaken en 'tVïderland te redden. In de zitting van 8 Mei heeft Minister Beernaert den financiéelen toestand zeer klaar uitgelegd hij is niet troostelijk en belooft weinig beters. Van 1878 tot i883 waren de inkomsten 43 mil- lioen fr. geklommen, van 260 millioen in 1S78 tot 3o3 millioen in 1883. Ongelukkiglijk gaf het geuzenministerie Sj milli- oenen per jaar meer uit, zoodat er een tekort was van 14 millioenen, op 5 jaren ongeveer 65 millioen; 't is daarom dat in 1883 nieuwe lasten werden ge stemd die 7 millioen en half moesten opbrengen maar in plaats van 7 millioen meer te vinden in de kas, vond men er 2 millioen min in 1884, en bijge volg een deficit van 10 millioen. Voor i8S5 rekende Minister Gram op een tekort van 3 millioen, maar hij had de inkomsten voor 7 millioen overdreven. Om het evenwicht te herstellen heeft het katholiek ministerie de uitgaven vermin derd tot 10 millioen; 't was geen gemakkelijk werk, en nochtans er valt te vretzen dat dit onvoldoende zal wezen. Want de oorzaken der vermindering van inkom sten zijn gestadig;'t is vooreerst het kwijnen van den Landbouw, die moeielijk worstelt tegen de vreemde mededingers van Amerika en Oceaniê, en de gevol gen zijn de afslag der pachten en de vermindering van waarde der gronden. De inkomsten zijn dus merkelijk verminderd wegens de rechten van erfenis, en registratie, verkooping en hypotheeken. Een andere bron van inkomsten is ook vermin derd; de Nijverheid kwijnt, en men wordt het ge waar aan het vervoer en de ontvangsten der ijzeren wegen. Dees jaar heeft de eerste trimester 900,000 fr. min opgebracht <!an de drie eerste maanden van verleden jrar. En dit verval is niet eigen aan België; de andere landen lijden aan dezelfde kwaal, en de maatschap pijen der fransche ijzeranwegen vorliezen nog meer dan de onze. Bijgevolg, besloot Minister Beetnaert, zoolang deze krisis bestaat en ze kan lang duren, moeten wij meer dan ooit spaarzaam zijn, al de nuttelooze on kosten vei mijden en d« tegenwoordige inkomsten Ziedaar be politiek ran 't katholiek Ministerie!'t is ce politiek van't gezond oordeal. In lastige tijden, luoet men sparen. Integendeel, welk was de politiek van 't geuzen ministerie? De inkomsten verminderen, handel en landbouw kwijr.en;heffen wij nieu *e en zware lasten. Op wat anders kon die onredelijke politiek uitko men als op de uitputting van 't land en de bankroet? DE EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING. (2* Artikel.) Wij hebben onbetwistbaar bewezen dat dit kies stelsel het rechtvaardigste is, ja het eenig rechtvaar- T&- j En wij steunen op die waarheid omdat wij over tuigd zijn dat het recht de noodzakelijke grondsteen js van alle duurzaam bestuur. Maar, hoort men somtijds zeggen, in 't politiek is er geen recht; zijne tegenstrevers machteloos maken, ziedaar 't goed stelsel, de fijnste politiek 1 Wij gelooven dat zulke woorden ten minste onbe dacht zijn. Want alzoo spreken al de despoten en alleenheerschers. Er is geen recht in politiek, dacht de fransche ko ning Lodewijk XIV en hij ontnam aan zijn volk alle politieke rechten, en riep uit: L'Etat, c'est moiIk ben de. Staat Maar die almachtige koning is door zijn despo tisme de eerste oorzaak geweest der fransche omwen teling; zijn troon is in duigen gevallen en zijn ras weggejaagd.Dat is 't noodlottig einde van alle alleen- hcerschers en rechtmiskenners. Hetzelfde gebeurt, in 't klein, aan alle besturen die willen almachtig zijn en geene tegenspraak of control dulden. Maar (en dat is de groote opwerping)dit stelsel zal ruzie brengen tot in de kleinste dorpen, het libera..- mus, daar nu onbekend of onmachtig, zal allengsl..» het hoofd opheffen en eene partij uitmaken welke t den gemeenteraad door een of twee ruziemakers al. in rep en roer zal brengen. Wij antwoorden i° Die een of twee ruziezoekers zullen alleenli •- den gemeenteraad k\ ïen doen waakzamer zijn, m jl meer •mzichtigheid en overleg handelen,de gemeen tegelden spaarzaam gebruiken, alle verkwisting en kozijntjeswinkel als de pest vermijden; in een woord voorzichtig en rechtveerdig besturen; is dat zulk een groot kwaad Natuurlijk de discussie kan somtijds onaangenaam zijn, hevig worden en overgaan tot lawijt en ruzie; 't Is gemakkelijker alles ondereen te regelen en te schotelen, in weinige woorden of in stilzwijgen. Maar de discussie heeft zooveel voordeelen, zij ver licht ons en leert ons voorzichtig zijn,dat is te zeggen wel en wijselijk besturen. Maar zullen die twee ruziemakers het beginsel niet worden van eene tegenstrijdige partij die allengs- kes zal aangroeien en meester worden Wij gelooven het tegenovergestelde. Inderdaad hoe zouden twee mannen, die geen an dere macht hebben als de meerderheid tot waakzaam heid en voorzichtigheid dwingen, hoe zouden zulke mannen hunne machtelooze partij doen zegepralen Integendeel de uitslag van hunne oppositie zal zijn de rechtveerdigheid van 't bestuur meer doen uit schijnen, en de meerderheid versterken. Wij ontkennen niet dat er in dit kiesstelsel eenige bezwaren en moeielijklieden zijn; maar ze worden ver overdreven en de nadeelen van 't bestaand stelsel zijn oneindig grooter. Daarenboven mag men uit het oog niet verliezen de gewichtige, ja onschatbare voordeelen van de evenredige vertegenwoordiging. En ten eerste, het zal vtede brengen in ons land} voor zooveel de vrede mogelijk is Wif- beuaon 1- politieke muien Waaruit komt die soort vsn razernij in vela gevaj- lanvoort? Omdat de volle zegepraal vai- eenfgè stemmen afhangt. Ziet, voor de gemeentekiezingen, Antwerpen, Leu ven, Mechelen, Lokeren, Boom en ontelbaar andere plaatsen De katholieken of de liberalen zegevieren op de gansche lijn volgens dat een klein getal kiezers, en der minst achtbare, voor deze of gene partij stemmen. Men weet dat van beide kanten, en daaruit die on stuimigheid, die wanhopige pogingen om eenige dozijnen kiezers te doen overslaan. Leuven ging dees jaar, gelijk Mechelen, aan de liberale partij ontsnappen; de katholieken schenen zeker van de zegepraal. Maar wat gebeurt er? De li beralen luten in eenige wijken drinken en smeeren een honderdtal kiezers slaan over,en om die schoone reden verschijnt de stad Leuven in 't blauw op Malou's kaart, terwijl Mechelen rood is geworden. Doorloop die kaart, en 't zelfde verschijnsel zal u op vele plaatsen treffen. Zou de strijd njet veel be- REIS VAN a (China). door den Eerw. Missionnaris Ev. Be Boeck. XIII Peking en Chineesche gebruiken. Laat ons nu de relatie hernemen, en ons naar het Bisschoppelijk paleis begeven, waar wij in het gezelschap van Monseigneur en zijne goede Missionarissen, op zulke aangename wijze de dagen overbrachten, die de komst van onze koffers vooral gingen. De Noordresidentie van de PP. Lazaristen, waar wij verbleven, verdient om hare grootte en schoonheid eene bijzondere melding. Deze verblijfplaats is in 't klein, wat zi ka-wei in 't groot is; men heeft er ook een groot Collegie en een schoon Seminarie, allebeide voorzien van een belangrijk get-1 Studenten; en even gelijk in de residentie der EE. PP. Jesuiten treft men hier eene prachtige druk kerij aan voor Europeeschen en Chineeschen druk (in 't voorbij gaan gezegd, de broeder met het drukken gelast, is weèral een vla- ming) buiten een allerschoonst museum van allerhande dieren, vo gelen en insecten, vindt men er nog een uitgestrekt park, dat met de schoone boomen beplant en inet de weelderigste bloemen ver sierd, de prachtigste wandelingen, aan de Missionarissen en de studenten oplevert. Dit park is juist gelegen nevens het paleis van den Keizer, (ik Yergis mij, ik wil zeggen van den zoon des hemels). Maar gij zijt reeds zoolang over Peking bezig, zult gij mij wel licht opwerpen, en gij hebt nog geen woordjeover dat paleis gerept. Het is inderdaad waar! hoe kan ik daar zoolang van zwijgen? Och menschen lief, die stilzwijgendheid moet u zoo zeer niet ver wonderen, de reden ervan is heel eenvoudig en begrijpelijk, daar ik van dat gebouw niet veel meer gezien heb als gij met t'Hof- stade te blijven; het is van alle kanten omringd met hooge dikke muren, waarboven zich alleenlijk de dóme of koepel van 't eigentlijk paleis vertoond; 't is maar, ge mo't weten, het persoontje (14 jaar oud),dat daar woont,is te waardig en te edel om zich door de oogen van de eenvoudige stervelingen te laten aanschouwen. Nooit is de Keizer buiten zijn paleis te zien en moest het soms per malheur voorvallen dat hij er officieel uitkwam,dan zouden al de bewoners van Peking zich in hunne huizen moeten opsluiten, om daar met geslotene deuren en vensters te verblijven tot dat het den zoon des hemels belieft van zich achter zijne ontzaggelijke muren weërom te verschuilen. Wee de vermetele, die zich op den doortocht van zijne excellen tie zou vertoonen, de doodstraf kan zijne misdaad niet genoegzaam uitboeten, zijn naam zal daarbij voor altijd geschandvlekt blijven. Nu, wij zullen er maar van zwijgen en trachten een weinig voor uit te gaan. Den donderdeg i5 April, kwamen onze koffers eindelijk aan; nu was het maar de kwestie van genoegzame draagezels te vinden om onze bagagie in de Mongolië te krijgen, wij zouden er wel een 3otal noodig hebben, waar die nu vinden? Na lang wachten en zoeken gelukten wij er eindelijk in van er zeven te bekomen, en daar al de koffers (voor de verscheidene missiën) door eenen groo- ten winkelier verzekerd waren die ze kort na ons, op zijne verant woordelijkheid zou opsturen, besloten wij met de zeven ezels die wij nu in ons bezit hadden, den Zaterdag 19 April in den voormid dag te vertrekken. Die draagezels, waarvan ik daar spreek, hebben op den rug een getuig dat fel gelijkt aan twee groote stoelen die met de leuningen aan een verbonden zijn, en met de zitsels van weèrskanten van het beest hangen, in ieder zitsel legt men zoo wat 75 A 80 kilos en daarineé vooruit: Moeten er reizigers meê, gelijk het bij ons 't geval was dan laadt men de ezels met lichte voorwer pen op zulkdanige wijze dat men boven het draagstelsel eene soort van troon bekomt waai dc voiageur opkan gaanziiten;'t was bijmid del van die nieuwe stelsels dat wij den weg van Peking naar Sy- Wau-tze deden. Den zaterdag dus, rond 6 ure van den voormiddag ontvingen wij de vaarwelwenschen van Monseigneur, (die wij voor de laatstemaal zagen) en van zijne goede Missionarissen. Weini gen tijd daarna bevonden wij ons in de woelige straten van China's hoofdstad terug. Trokken wij reeds ieders aandacht op ons, toen wij eenvoudig in de stad wandelden, het zal u niet verwonderen dat bij die gelegenheid, alle oogen op ons gevestigd waren, nu dat wij zoo hoog gezetenals zoovele Curiosité kassen, tusschen het volk gedragen wierden: Menige gang-kuei-tze lai-la(de Europeesche duivels zijn daar) kwam aldan onze ooren verlustigen, terwijl wij onder ons ferm lachten om die leutige groetenissen, ons door de kinderen van het hemelsch Keizerrijk zoo milddadig toegeworpen, wierd onze aandacht verwekt door een gedruis en geschuifel dat scheen boven onze hoofden uit de lucht te komen. Ganschnieuws gierig vroegen wij er de reden van aan Confrater Zijlmans. Wel, waarin dat gij verschiet, zegde hij ons, het zijn eenvoudig die dui ven die daar boven ons vliegen. De Chinezen om zich dat vermaak te verschaffen binden eenvoudig een fluitje aan de pluimen van den staart dat wanneer de duiven vliegen, door den wind in werking ge steld wordt en het geschuifel te weeg brengt, waarover gij u nu verwondert. Wel die chineezen hel waar dat zij het gaan zoeken!!! Wij waren proper en uitgeborsteld uit de noord-residentie der EE. PP. Lazaristen vertrokken, maar als wij aan de poorten van de stad kwamen,konden wij weéromal onzen naam schrijven in het zand dat onze kleèren dik overdekte; patiëntie, wij waren er uit!! en nu nadat wij nogmaals zonder ongeval de bouwvallige poorten gepasseerd waren, bevonden wij ons weldra in het wijde veld, waar wij de vrije en gezonde lucht terugvonden, die wij in Peking i zoolang hadden moeien d ven. Ja maar I ten waren hier toch ook al geen rozen die wij 00: ons hadden: ziet eens dien weg waarop de ezels ons brengen :l rder een vijver onder water dan wel eene straat voord voorbe waardGe moet weten wij bevinden ons in den regentijd en alsdan veranderen al de straten in zooveel rivieren langswaar het water eenen uitvlucht zoekt die hem op andere plaatsen geweigerd wordt. Bij ons zouden de beesten door die moerassen niet willen stappen, ja maar in China is het gansch een verkeerde wereldde beesten zelf hebben er andere, gansch verschillende neigingen als die van onze streken; ziet liever onze muilezels, zij zijn tot aan de knieën in het water, en toch zij stappen lustig voort, ja zelfs lustiger als in het zand van daarevenzoodat wij door die waterstraten in onzen gang hoegenaamd niet gehin derd wierden. Hier was het nog altijd platten grond die bezaaid was met alle soorten van vruchten; zij waren nog te klein, pas uit den grond komende, kon mennog de natuur of I .- lanighc ien de planten niet kunnen maar bemerkt op welke wij j. Ch. zaaien zij doen niet gelijk de landbouwers bij on maar :ij za »ien alles op roten, juist gelijk men in onze streken dc erwten of bconea plant, die roten zijn zoo een halve voet van Ik - 1 aar m al dien grond verkwisten, zult gij wellicht zeggenn weten de grond is in China zoo mager en zoo licht dat men met te zaaien gelijk bij ons, weinig of geene vruchten zou bekomen. Ter wijl wij die schoone groene velden bewonderden, stapten onze mui len maar altijd vurig vooruit, dezen keer hadden wij er goede aan getroffen, zonder ongelukken moesten wij voor geene ongevallen aan de beesten vreezen; nogtans ik moet rechtuit bekennen, dat de tronen die men ons boven den rug van onze dravers gemaakt had, verre waren van gemakkelijk te zijn: men moet de voeten vooruit steken over den hals van de ezels en daar er geene leuning aan is moet men het hoofd altijd een weinig vooruit houden; door den duur kregen wij zulkdanige vermoeienis in onzen rug dat wij in den na middag het bij na niet meer konden uithouden,en voorzeker gelukkig waren, toen wij in den avond om halver tien in eene herberg aan kwamen en onze afgematte lidmaten op eenen kang mochten uit strekken: ik verzeker het u, dat wij dien nachtgoed sliepen, niets was in staat van ons te storen, en toen wij 's morgens wakker wier den waren wij verwonderd, dat wij, niettegenstaande het lawijt dat men geheel den nacht op den koer had gemaakt, zoo goed gerust hadden. Nu waren wij al gansch nieuwe mannen voor nieuwe cor- veën of vermoeienissen bereid. Om6 ure verlieten wij onze herberg. Hier was de platte grond gedaan, voortaan zullen wij ons altijd ne vens hooge bergen en scherpe rotsen bevinden,die wij soms al eens met onze zwaar geladene lastdieren zullen moeten beklimmen. Da bergwegen begonnen voor ons op eene wijze die precies niet in staat was om er ons een aantrekkelijk gedacht van te geven. Gedurende 4 lange uren, wandelden onze beesten tusschen schrikkelijke rots klompen en puinen van groote steenen.dieden weg alle stonden be lemmerden en den gang bijna onmogelijk maakten. Het is moeie lijk om zich van die wegen een gedacht te vormen, als men ze niet gezien heeft; ik kan ze niet beter vergelijken dan aan eene kassei, waarvan men al de steenen zou opgebroken hebben, om ze op de gansche baan op hoopen te storpelen en zoo den doorgang onmoge-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1885 | | pagina 1