zo
Zondag 17 Mei 1885.
26*'" Jaargang
Hulde aait M. Woeste.
llofstade naar Mongolië
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID.
De Waarheid.
Onze Staatskas.
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Gswoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoncen op do Tweede Bladzijde
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel,
HET LAP
ABONNEMENTS-PRIJS
5 fr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
VAN AELST
AALST, ZATERDAG 16 MEI 1885.
Op 3i Mei asnstaande zullen te Aalst plechtiglijk
aan M. WOESTE, zijn marmeren Borstbeeld en
een in gedreven zilver vervaardigd kunststuk be-
handigd worden. Welverdiende eer aan onzen ta
lentvollen Vertegenwoordiger en moedigen oud-
Minister. Daar ons, nopens die Feesten,hoegenaamd
niets is medegedeeld, knippen wij uit den Dender-
bode het Programma
ARRONDISSEMENT AALST-
Stad Aalst.
EEREBETOOGING JEGENS DEN ACHTBAREN HEERE
K 4 REL WOESTE,
1 olksvertegenwoordiger voor 't Arrondissement en ge-
wezen Minister van Justicic,
OP ZONDAG 31 MEI i 885.
PROGRAMMA DER FEESTELIJK HEDEN
Het Collegie van Burgemeester en Schepenen, in
overeenstemming met de bezondere Commissie, de
Feestelijkheden willende regelen welke, ter gelegen
heid der Eerebetooging jegeasden heer WOESTE,
op bovengemelden dag, zullen, plaats grijpen,
Besluit
i° Vorming van den Stoet ten i ure des namid
dags, op 't Statieplein, om zich van daar, langs de
bijzonderste straten, te begeven ter Groote Markt,
alwaar het Défilé zal plaats hebben vóór den Held
der Feest.
2° Om 2 ure aanbieding der prachtgeschenken
ter groote Feestzaal van het Stadhuis, in tegenwoor
digheid der Afgevaardigden van da verschillige Ste
den en Gemeenten des Arrondissements.
3° Groot Muziekfeest gegeven ter Groote Markt,
door de Muziek- en Fan faar korpsen welke aan den
Stoet deel nemen en welke dan ook met rijke pre-
mien zullen begiftigd worden, onder voorwaarde
dat elke Maatschappij den heere WOESTE met de
uitvoering van een muziekstuk vereere.
De Maatschappijen worden aanzocht hare bijtre
dingen te laten kennen aan den heer Leo GHEE-
RAERDTS, Voorzitter der Feestcommissie vóór 20
Mei en terzelfdertijd het uittevoeren muziekstuk aan
te duiden.
40 Prachtige Lunch, bij inschrijving ten prijze
van 5 franks, om 5 ure, onder de Overdekte Boter
markt.
T1 -L'.aW;--.TL, „j..
bijtreding te laten k' rnon aan den he=r VAN DE
PUTTE, Lid en Schatbewaarder der Commissie,
uiterlijk den 20 Mei.
5° Luisterrijke Verlichting ter Groote Markt,
om 9 ure.
ALGEMEENE SCHIKKINGEN.
i° De Feestelijkheden zullen daags te voren, om
7 ure des avonds, en den volgenden dag om 7 ure
ure des morgens, aangekondigd worden door 't los
branden des kanons, 't geluid der klokken en het
•pelen van den beiaard.
20 De inwoners der Stad worden vriendelijk ver
zocht de Nationale Vlag, gedurende den Feestdag
aan hunne huizen te laten wapperen.
3° Het publiek zal, onmiddelijk na de aanbieding
der geschenken, ter Groote Feestzaal van 't Stadhuis
toegelaten worden om dezelve te bezichtigen.
Gedaan en vastgesteld in zitting van 4 Mei i885.
De Burgemeester en Schepenen,
De Sekretaris, V, VAN WAMBEKE.
J. VERLEYSEN.
De Commissie
De Voorzitter,
De Sekretaris, M.-L. GHEERAERDTS.
Ad. BYL.
De Waarheid mag niet verzwegen worden, al valt
ze soms hard en bitter.
De Waarheid moet ons redden.
Na den slag der Gulden Sporen, door de schuld
der LeliaertJ, er wierd een Vrede gemaakt, welken
't Volk noemde u De Peis van Valschheid en Verraad!»
Zoo schrijft Duclos in zijn boek: Onze Helden.
Begint het daar niet op te trekken, in ons geliefde
Vaderland?
Na 6 jaren Afpersing en Verdrukking, de Belgen
zijn opgesprongen als Leeuwen, hebben de Verdruk
kers en de Geldverkwisters van kant gezet en duide
lijk hunnen wil doen kennen. Zijn er sedert 1830
kiezingen geweest gelijk in Juni en Juli 1884? Al de
Vrijmetsers wierden verslagen. En wat hebben wij
later gezien? D'opkomst van een Nationaal Ministerie,
de straatoproer te Brussel, geuzenstudenten en schuim
der Bevolking die Koning en Ministerie, en Wet en
Volk beschimpten en bedreigden. De Ministers hiel
den stand, van alle kanten zond 't Volk brieven van
opwekkingen van standvastigheid. Z. M. Leopold II
begon te aarzelen; de Logierichtte zoogezegde Volks-
betoogingen in; de Belgen volgden op dien strijd,
en als de Vrijmetsers te Brussel 20,000 man konden
bijeenkrijgen, dan verschenen de Vaderlanders daar
90,000 in getal.... Men kent dien verraderlijken,
dien lafTen, dien eerloozen, dien tiegerachtigen en
smeerigen aanval.... 't Eerewoord wierd geschonden!
En de Koning aarzelde nog meer; hij bad den moed
niet of den wil niet, bet Eerlijk Recht te handhaven;
>le booswichten en opstokers wierden niet gestraft;
en na de kiezingen van October, als er 300 liberale
Burgemeesters vielen, de Koning zond de Ministers
Jacobs en Woeste weg!.,. Welke slag op 't wezen
van ons geliefde Vaderland! Welke aanmoediging
voor den oproer! welke grievende en spijtige daad!..
Dan schreven al de katholieke gazetten: 't Is gedaan
met de Grondwet! Den Oproer beerscht!... En in
't buitenlaud wierd die Koninklijke zwakheid Streng
bestempeld, ja zelfs in zijn eigen Familie moest Le
opold II scherpe verwijtingen hooren.
En de komedie van 187i wierd herhaald Aan
een liberaal Ministerie alles toegebeten, teh yvj»dsr-
Joeu en herstellen, d handen gebonden.
De Logie zegepraalt.
Is dat waarheid, ja of neen?
En als men nu dien zwakken Vorst door Katholieke
monden hoort uitroepen als een voorbeeld van wijs
heid, als een minnaar des Vaderlands, als iemand
wieu België veel verschuldigd is, dan kookt het bloed
van verontweerdiging, en kout de Waarheid hare
rechten eischen. NEEN! Leopold II verdient geen
lof, geen dank! integendeel! Zelfs de Vrienden van
't Koningdom, als zij eenen Vorst aan dat onwettig
straatgewoel hooren toegeven, ze zouden ten minste
moeten zwijgen en aan den Uonark toonen dat hij
misdaan heeft, en misschien op een onherstelbare
wijze. Geene reden kunnen die zwakheid verschoo-
non, de Oproer kon en moest gedempt worden; de
Wil der Natie moest uitgevoerd worden, des te meer
dat die wil niets anders beoogde dan Recht en Vrij
heid, volgens de Grondwet van 1830.... Tot hiertoe,
wij moeten het met bitterheid zeggen: De Logie tri
omfeert! de Vrijmetsers behouden hunne prooi en
hunne macht; God geve dat er een gunstige en spoe
dige verandering korae, dat de Ministers en d'heeren
Gekozenen in de kalmte van hun geweten, hun hei
lige plichten en hunne groote verantwoordelijkheid
begrijpen, dat zij krachtig vooruitkomen, om de kie-
zingen van 1884 vruchtbaar temaken en 'tVïderland
te redden.
In de zitting van 8 Mei heeft Minister Beernaert
den financiéelen toestand zeer klaar uitgelegd hij
is niet troostelijk en belooft weinig beters.
Van 1878 tot i883 waren de inkomsten 43 mil-
lioen fr. geklommen, van 260 millioen in 1S78 tot
3o3 millioen in 1883.
Ongelukkiglijk gaf het geuzenministerie Sj milli-
oenen per jaar meer uit, zoodat er een tekort was
van 14 millioenen, op 5 jaren ongeveer 65 millioen;
't is daarom dat in 1883 nieuwe lasten werden ge
stemd die 7 millioen en half moesten opbrengen
maar in plaats van 7 millioen meer te vinden in de
kas, vond men er 2 millioen min in 1884, en bijge
volg een deficit van 10 millioen.
Voor i8S5 rekende Minister Gram op een tekort
van 3 millioen, maar hij had de inkomsten voor 7
millioen overdreven. Om het evenwicht te herstellen
heeft het katholiek ministerie de uitgaven vermin
derd tot 10 millioen; 't was geen gemakkelijk werk,
en nochtans er valt te vretzen dat dit onvoldoende
zal wezen.
Want de oorzaken der vermindering van inkom
sten zijn gestadig;'t is vooreerst het kwijnen van den
Landbouw, die moeielijk worstelt tegen de vreemde
mededingers van Amerika en Oceaniê, en de gevol
gen zijn de afslag der pachten en de vermindering
van waarde der gronden. De inkomsten zijn dus
merkelijk verminderd wegens de rechten van erfenis,
en registratie, verkooping en hypotheeken.
Een andere bron van inkomsten is ook vermin
derd; de Nijverheid kwijnt, en men wordt het ge
waar aan het vervoer en de ontvangsten der ijzeren
wegen.
Dees jaar heeft de eerste trimester 900,000 fr. min
opgebracht <!an de drie eerste maanden van verleden
jrar. En dit verval is niet eigen aan België; de andere
landen lijden aan dezelfde kwaal, en de maatschap
pijen der fransche ijzeranwegen vorliezen nog meer
dan de onze.
Bijgevolg, besloot Minister Beetnaert, zoolang
deze krisis bestaat en ze kan lang duren, moeten wij
meer dan ooit spaarzaam zijn, al de nuttelooze on
kosten vei mijden en d« tegenwoordige inkomsten
Ziedaar be politiek ran 't katholiek Ministerie!'t is
ce politiek van't gezond oordeal. In lastige tijden,
luoet men sparen.
Integendeel, welk was de politiek van 't geuzen
ministerie? De inkomsten verminderen, handel en
landbouw kwijr.en;heffen wij nieu *e en zware lasten.
Op wat anders kon die onredelijke politiek uitko
men als op de uitputting van 't land en de bankroet?
DE EVENREDIGE VERTEGENWOORDIGING.
(2* Artikel.)
Wij hebben onbetwistbaar bewezen dat dit kies
stelsel het rechtvaardigste is, ja het eenig rechtvaar-
T&-
j En wij steunen op die waarheid omdat wij over
tuigd zijn dat het recht de noodzakelijke grondsteen
js van alle duurzaam bestuur.
Maar, hoort men somtijds zeggen, in 't politiek is
er geen recht; zijne tegenstrevers machteloos maken,
ziedaar 't goed stelsel, de fijnste politiek 1
Wij gelooven dat zulke woorden ten minste onbe
dacht zijn. Want alzoo spreken al de despoten en
alleenheerschers.
Er is geen recht in politiek, dacht de fransche ko
ning Lodewijk XIV en hij ontnam aan zijn volk alle
politieke rechten, en riep uit: L'Etat, c'est moiIk
ben de. Staat
Maar die almachtige koning is door zijn despo
tisme de eerste oorzaak geweest der fransche omwen
teling; zijn troon is in duigen gevallen en zijn ras
weggejaagd.Dat is 't noodlottig einde van alle alleen-
hcerschers en rechtmiskenners.
Hetzelfde gebeurt, in 't klein, aan alle besturen
die willen almachtig zijn en geene tegenspraak of
control dulden.
Maar (en dat is de groote opwerping)dit stelsel zal
ruzie brengen tot in de kleinste dorpen, het libera..-
mus, daar nu onbekend of onmachtig, zal allengsl..»
het hoofd opheffen en eene partij uitmaken welke t
den gemeenteraad door een of twee ruziemakers al.
in rep en roer zal brengen.
Wij antwoorden
i° Die een of twee ruziezoekers zullen alleenli •-
den gemeenteraad k\ ïen doen waakzamer zijn, m jl
meer •mzichtigheid en overleg handelen,de gemeen
tegelden spaarzaam gebruiken, alle verkwisting en
kozijntjeswinkel als de pest vermijden; in een woord
voorzichtig en rechtveerdig besturen; is dat zulk een
groot kwaad
Natuurlijk de discussie kan somtijds onaangenaam
zijn, hevig worden en overgaan tot lawijt en ruzie;
't Is gemakkelijker alles ondereen te regelen en te
schotelen, in weinige woorden of in stilzwijgen.
Maar de discussie heeft zooveel voordeelen, zij ver
licht ons en leert ons voorzichtig zijn,dat is te zeggen
wel en wijselijk besturen.
Maar zullen die twee ruziemakers het beginsel
niet worden van eene tegenstrijdige partij die allengs-
kes zal aangroeien en meester worden
Wij gelooven het tegenovergestelde.
Inderdaad hoe zouden twee mannen, die geen an
dere macht hebben als de meerderheid tot waakzaam
heid en voorzichtigheid dwingen, hoe zouden zulke
mannen hunne machtelooze partij doen zegepralen
Integendeel de uitslag van hunne oppositie zal zijn
de rechtveerdigheid van 't bestuur meer doen uit
schijnen, en de meerderheid versterken.
Wij ontkennen niet dat er in dit kiesstelsel eenige
bezwaren en moeielijklieden zijn; maar ze worden
ver overdreven en de nadeelen van 't bestaand stelsel
zijn oneindig grooter.
Daarenboven mag men uit het oog niet verliezen
de gewichtige, ja onschatbare voordeelen van de
evenredige vertegenwoordiging.
En ten eerste, het zal vtede brengen in ons land}
voor zooveel de vrede mogelijk is
Wif- beuaon 1-
politieke muien
Waaruit komt die soort vsn razernij in vela gevaj-
lanvoort? Omdat de volle zegepraal vai- eenfgè
stemmen afhangt.
Ziet, voor de gemeentekiezingen, Antwerpen, Leu
ven, Mechelen, Lokeren, Boom en ontelbaar andere
plaatsen
De katholieken of de liberalen zegevieren op de
gansche lijn volgens dat een klein getal kiezers, en
der minst achtbare, voor deze of gene partij stemmen.
Men weet dat van beide kanten, en daaruit die on
stuimigheid, die wanhopige pogingen om eenige
dozijnen kiezers te doen overslaan.
Leuven ging dees jaar, gelijk Mechelen, aan de
liberale partij ontsnappen; de katholieken schenen
zeker van de zegepraal. Maar wat gebeurt er? De li
beralen luten in eenige wijken drinken en smeeren
een honderdtal kiezers slaan over,en om die schoone
reden verschijnt de stad Leuven in 't blauw op
Malou's kaart, terwijl Mechelen rood is geworden.
Doorloop die kaart, en 't zelfde verschijnsel zal u
op vele plaatsen treffen. Zou de strijd njet veel be-
REIS VAN
a (China).
door den Eerw. Missionnaris Ev. Be Boeck.
XIII Peking en Chineesche gebruiken.
Laat ons nu de relatie hernemen, en ons naar het Bisschoppelijk
paleis begeven, waar wij in het gezelschap van Monseigneur en
zijne goede Missionarissen, op zulke aangename wijze de dagen
overbrachten, die de komst van onze koffers vooral gingen.
De Noordresidentie van de PP. Lazaristen, waar wij verbleven,
verdient om hare grootte en schoonheid eene bijzondere melding.
Deze verblijfplaats is in 't klein, wat zi ka-wei in 't groot is; men
heeft er ook een groot Collegie en een schoon Seminarie, allebeide
voorzien van een belangrijk get-1 Studenten; en even gelijk in de
residentie der EE. PP. Jesuiten treft men hier eene prachtige druk
kerij aan voor Europeeschen en Chineeschen druk (in 't voorbij
gaan gezegd, de broeder met het drukken gelast, is weèral een vla-
ming) buiten een allerschoonst museum van allerhande dieren, vo
gelen en insecten, vindt men er nog een uitgestrekt park, dat met
de schoone boomen beplant en inet de weelderigste bloemen ver
sierd, de prachtigste wandelingen, aan de Missionarissen en de
studenten oplevert.
Dit park is juist gelegen nevens het paleis van den Keizer, (ik
Yergis mij, ik wil zeggen van den zoon des hemels).
Maar gij zijt reeds zoolang over Peking bezig, zult gij mij wel
licht opwerpen, en gij hebt nog geen woordjeover dat paleis gerept.
Het is inderdaad waar! hoe kan ik daar zoolang van zwijgen?
Och menschen lief, die stilzwijgendheid moet u zoo zeer niet ver
wonderen, de reden ervan is heel eenvoudig en begrijpelijk,
daar ik van dat gebouw niet veel meer gezien heb als gij met t'Hof-
stade te blijven; het is van alle kanten omringd met hooge dikke
muren, waarboven zich alleenlijk de dóme of koepel van 't eigentlijk
paleis vertoond; 't is maar, ge mo't weten, het persoontje (14 jaar
oud),dat daar woont,is te waardig en te edel om zich door de oogen
van de eenvoudige stervelingen te laten aanschouwen. Nooit is de
Keizer buiten zijn paleis te zien en moest het soms per malheur
voorvallen dat hij er officieel uitkwam,dan zouden al de bewoners
van Peking zich in hunne huizen moeten opsluiten, om daar met
geslotene deuren en vensters te verblijven tot dat het den zoon des
hemels belieft van zich achter zijne ontzaggelijke muren weërom
te verschuilen.
Wee de vermetele, die zich op den doortocht van zijne excellen
tie zou vertoonen, de doodstraf kan zijne misdaad niet genoegzaam
uitboeten, zijn naam zal daarbij voor altijd geschandvlekt blijven.
Nu, wij zullen er maar van zwijgen en trachten een weinig voor
uit te gaan.
Den donderdeg i5 April, kwamen onze koffers eindelijk aan;
nu was het maar de kwestie van genoegzame draagezels te vinden
om onze bagagie in de Mongolië te krijgen, wij zouden er wel een
3otal noodig hebben, waar die nu vinden? Na lang wachten en
zoeken gelukten wij er eindelijk in van er zeven te bekomen, en
daar al de koffers (voor de verscheidene missiën) door eenen groo-
ten winkelier verzekerd waren die ze kort na ons, op zijne verant
woordelijkheid zou opsturen, besloten wij met de zeven ezels die
wij nu in ons bezit hadden, den Zaterdag 19 April in den voormid
dag te vertrekken. Die draagezels, waarvan ik daar spreek, hebben
op den rug een getuig dat fel gelijkt aan twee groote stoelen die
met de leuningen aan een verbonden zijn, en met de zitsels van
weèrskanten van het beest hangen, in ieder zitsel legt men zoo wat
75 A 80 kilos en daarineé vooruit: Moeten er reizigers meê, gelijk
het bij ons 't geval was dan laadt men de ezels met lichte voorwer
pen op zulkdanige wijze dat men boven het draagstelsel eene soort
van troon bekomt waai dc voiageur opkan gaanziiten;'t was bijmid
del van die nieuwe stelsels dat wij den weg van Peking naar Sy-
Wau-tze deden. Den zaterdag dus, rond 6 ure van den voormiddag
ontvingen wij de vaarwelwenschen van Monseigneur, (die wij voor
de laatstemaal zagen) en van zijne goede Missionarissen. Weini
gen tijd daarna bevonden wij ons in de woelige straten van China's
hoofdstad terug. Trokken wij reeds ieders aandacht op ons, toen
wij eenvoudig in de stad wandelden, het zal u niet verwonderen
dat bij die gelegenheid, alle oogen op ons gevestigd waren, nu dat
wij zoo hoog gezetenals zoovele Curiosité kassen, tusschen het
volk gedragen wierden: Menige gang-kuei-tze lai-la(de Europeesche
duivels zijn daar) kwam aldan onze ooren verlustigen, terwijl wij
onder ons ferm lachten om die leutige groetenissen, ons door de
kinderen van het hemelsch Keizerrijk zoo milddadig toegeworpen,
wierd onze aandacht verwekt door een gedruis en geschuifel dat
scheen boven onze hoofden uit de lucht te komen. Ganschnieuws
gierig vroegen wij er de reden van aan Confrater Zijlmans. Wel,
waarin dat gij verschiet, zegde hij ons, het zijn eenvoudig die dui
ven die daar boven ons vliegen. De Chinezen om zich dat vermaak
te verschaffen binden eenvoudig een fluitje aan de pluimen van den
staart dat wanneer de duiven vliegen, door den wind in werking ge
steld wordt en het geschuifel te weeg brengt, waarover gij u nu
verwondert. Wel die chineezen hel waar dat zij het gaan zoeken!!!
Wij waren proper en uitgeborsteld uit de noord-residentie der
EE. PP. Lazaristen vertrokken, maar als wij aan de poorten van
de stad kwamen,konden wij weéromal onzen naam schrijven in het
zand dat onze kleèren dik overdekte; patiëntie, wij waren er uit!!
en nu nadat wij nogmaals zonder ongeval de bouwvallige poorten
gepasseerd waren, bevonden wij ons weldra in het wijde veld, waar
wij de vrije en gezonde lucht terugvonden, die wij in Peking
i zoolang hadden moeien d ven. Ja maar I ten waren hier toch ook
al geen rozen die wij 00: ons hadden: ziet eens dien weg waarop
de ezels ons brengen :l rder een vijver onder water dan wel
eene straat voord voorbe waardGe moet weten wij
bevinden ons in den regentijd en alsdan veranderen al de straten
in zooveel rivieren langswaar het water eenen uitvlucht zoekt die
hem op andere plaatsen geweigerd wordt. Bij ons zouden de beesten
door die moerassen niet willen stappen, ja maar in China is het
gansch een verkeerde wereldde beesten zelf hebben er andere, gansch
verschillende neigingen als die van onze streken; ziet liever onze
muilezels, zij zijn tot aan de knieën in het water, en toch zij stappen
lustig voort, ja zelfs lustiger als in het zand van daarevenzoodat
wij door die waterstraten in onzen gang hoegenaamd niet gehin
derd wierden. Hier was het nog altijd platten grond die bezaaid
was met alle soorten van vruchten; zij waren nog te klein, pas uit
den grond komende, kon mennog de natuur of I .- lanighc ien de
planten niet kunnen maar bemerkt op welke wij j. Ch.
zaaien zij doen niet gelijk de landbouwers bij on maar :ij za »ien
alles op roten, juist gelijk men in onze streken dc erwten of bconea
plant, die roten zijn zoo een halve voet van Ik - 1 aar m
al dien grond verkwisten, zult gij wellicht zeggenn
weten de grond is in China zoo mager en zoo licht dat men met te
zaaien gelijk bij ons, weinig of geene vruchten zou bekomen. Ter
wijl wij die schoone groene velden bewonderden, stapten onze mui
len maar altijd vurig vooruit, dezen keer hadden wij er goede aan
getroffen, zonder ongelukken moesten wij voor geene ongevallen
aan de beesten vreezen; nogtans ik moet rechtuit bekennen, dat de
tronen die men ons boven den rug van onze dravers gemaakt had,
verre waren van gemakkelijk te zijn: men moet de voeten vooruit
steken over den hals van de ezels en daar er geene leuning aan is
moet men het hoofd altijd een weinig vooruit houden; door den duur
kregen wij zulkdanige vermoeienis in onzen rug dat wij in den na
middag het bij na niet meer konden uithouden,en voorzeker gelukkig
waren, toen wij in den avond om halver tien in eene herberg aan
kwamen en onze afgematte lidmaten op eenen kang mochten uit
strekken: ik verzeker het u, dat wij dien nachtgoed sliepen, niets
was in staat van ons te storen, en toen wij 's morgens wakker wier
den waren wij verwonderd, dat wij, niettegenstaande het lawijt dat
men geheel den nacht op den koer had gemaakt, zoo goed gerust
hadden. Nu waren wij al gansch nieuwe mannen voor nieuwe cor-
veën of vermoeienissen bereid. Om6 ure verlieten wij onze herberg.
Hier was de platte grond gedaan, voortaan zullen wij ons altijd ne
vens hooge bergen en scherpe rotsen bevinden,die wij soms al eens
met onze zwaar geladene lastdieren zullen moeten beklimmen. Da
bergwegen begonnen voor ons op eene wijze die precies niet in staat
was om er ons een aantrekkelijk gedacht van te geven. Gedurende
4 lange uren, wandelden onze beesten tusschen schrikkelijke rots
klompen en puinen van groote steenen.dieden weg alle stonden be
lemmerden en den gang bijna onmogelijk maakten. Het is moeie
lijk om zich van die wegen een gedacht te vormen, als men ze niet
gezien heeft; ik kan ze niet beter vergelijken dan aan eene kassei,
waarvan men al de steenen zou opgebroken hebben, om ze op de
gansche baan op hoopen te storpelen en zoo den doorgang onmoge-