De Zwarte Advokaat.
24
Crisis.- Werkvolk.-Sodalis-
Zondag 15 oluni 1886
27 s'"' jaargang.
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID
De Kieming.
Kiezing. - Arrondissement
Aalst.
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Sewoone Aanoncea 50 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bladzij
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel,
HET LAND
ABONNEMENTS-PRIJS
5 fr. 'a jaar», vooraf betaalbaar. lasctir j/injja »v>p!o.i alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
YAN AELSI
AALST, Zaturdag 12 Juni 188P
Triomf in Vlaanderen! Triomf g'beel België door!
Gewonnen fe Gent. gewonnen ie Waremme, ge
wonnen te Charleroi, op al rl'mider plaatsen ons
Mannen behouden
God zij gedankt en eer e: lof aan alle goedge
zinde Kiezers! Welke vreugd, als men in zijn Huis
en in zijn Parochie terugkeert, en zulke blijde tij
ding mag meêbrengen! In Brussel, Gent, Charleroi,
men mag grijnzende, grollende, grimmige, gramme
en grouwzame wezeus trekken maar de Volkeren
die verzuchten naar peis en orde, naar eerlijkheid
en vrijheid, z'hebben met een hemelsche blijdschap
den uitslag der Kiezing vernomen.
Te Gent ligt het laatste schof nu gevallen dier
vermaledijdde inkwisitie: Willëqqet, Devigne, Lip
pens die zich rijkelijk deden betalen om hier in
Aalst, op ons Stadhuis, de Voorstaanders van 't Vrij
Onderwijs op de pijnbank te leggen, z'hebben nu
dijnsdag ten 4 ure hun Sententie van Verwerping
hooren uitspreken.
Te Gent hebben wij 8 zetels gewunneu, te Warem
me 2, te Charleroi i
Er zijn nu in de Kamers
82 Katholieken.
15 Independenten.
41 Liberalen.
Dijnsdag moet er geballotteerd worden te Ver-
viers, te Charleroi en te Bergen; en daar ook kun
nen wij een aanwinst doen van 2 k 4 zetels.
Nooit is er zulke groote meerderheid in de Ka
mers geweest; te GeDt was 't verschil van 150
tot 175 stemmen; te Waremme is men veel dank
verschuldigd aan de Jonge Katholieke Wacht van
Luik; te Doornijk blijven Bara en Cgnie meester
met 5 4b0 stemmen meerderheid;5 Provinciën:
Oost- en West-Vlaanderen, Namen, Limburg,
Antwerpen zijn gansch Katholiek en Brabant zendt
Buis alleen Daar de Kamers.
De Kiezer» hebben dus een sterke macht aan de
Katholieke Gezindheid gegeveD; de weg is gebaand;
men heeft de middelen bijderhand om 't Katholiek
Vaderland te redden;een roerkweerdig tijdstip dat
bëgiut; de dagen, de weken zijn kostelijk
geen begoocheling;na 4,6 of 8 jaren zullen de libe
ralen terugkeeren; indien men nu laat bestaan,
hetgeen zij onrechtveerd:glijk tegen ons Belang en
tegen odzs Vrijheid oprichtteden, indien men nu
niet afbreekt hetgene de Katholieke Leerstelsels
hier ondermijnt en vernietigt, indien men nu de
Grondwet van 183o niet herstelt, dan zal't katho
liek Kiezerskorps met volle recht tot zijn mandata
rissen mogen roepen: Gij hebt't Katholiek Vader
land en ons allen een onherstelbare schade
berokkend
Wij wenschen en hopen het tegenovergestelde
dat men met kloeken moed en krachtdadig beleid
d'hand zal aan werk slaan, onmiddelijk België's
toekomst hangt er van af
HTe Gent hadden de liberaleu schandige plakkaten uitgehan
gen tegen Mevrouw van Coiirtebourne, die de Grot en de
Kerk van Oostakker heeft doen bouwen, 't Wordt meer en
meer waar hrtgeen een ofllciéele Professor eens te Brussel
uitriepOi.z-j jonkbeden, (de liberale) hebben geen
eerbied meer. noch voor vrouw, noch voorkind, Doch voor
grijsaard. —Er zijn te Gent vlagen geweest van straatoproer,
de Burgerwacht was onder de wapens, maar alles is redelijk
stil afgeloopen.
M. De Sadeleer
M. Van Wambeke
M. Verbrugghen
M. Woeste
M. van der Noot
1388 stemmen.
1332
1381
1360
635
Kiezers, achtbire Kiezers, wat hebt ge gedaan
waar zijn uw arme zinnen geweest? Hebt ge dan
toch geen verstand meer of geen liefde voor uwen
intrest! Baron van der Noot niet gekozen Dirk Mar
tens is bleek van veronlweerdiging en 't oud Stad
huis grinnikt van woede; Kiezers,Kiezers,'t was u
nogtans zoowel gezegd in de Manifesten van baron
van der Noot en in den Dendergalm; nn blijft gij
overgeleverd aan de twee fanatieke gieren, (1)
Mren Jacobs en Woeste die u zullen doen terugkee
ren k naar de tijien van geeslesverdrukking en sla
vernij; nu gaat gij vallen in d'opperheerschappij
de Priesters; nu gaat er jaarlijks 15o,ooo fr. naar
de Broerkens-scholen; nu wordt 't nieuw opko
mende geslacht verstompt; nu zal er niets ge
daan worden voor 't stoffelijk belang van ons Arron
dissement; nu blijven honderde oflicieele Mees
ters uitgehongerd met een belachelijke jaarwedde
van afwachting» (1500 fr. !!!);nu is de smaad niet
uitgewischt den Koning aangedaan, door deManifes-
lalie voor Woeste welke hij uit zijnen raad had ge
schopt.
Eilaas, eilaas! wat hebt gij toch gedaan; men sprak
u zoo zoet en zoo schoon in de liberale papiereu uit
de Korte Zou (straat; wel is waar, men had u vroeger
voor ezel en lompaard uitgescholden, voormenschen
van bekrompen oordeel, omdat gij Katholiek zijt;
maar nu was 't van beminde en geliefde Kiezers;
baron van der Noot, zou 'tWerkvolkredden; hijging
alles verbeteren en veranderen: dag en nacht zou die
man van 80 jaren op de beenen geweest zijn vcorU;
Mozes heeft 't Land van Israël gered; maar baron
van der Noot ging andar stukken uitwerken; al de
dorpen ging hij met een stoomtram aan de stad ver
eenigen; Aalst kreeg dadelijk met den doorsteek op
Baasrode een zeehave met roode visclike» in en een
mosselbank voor al d'aaopalende gemeenten.
En voor al die streelende woorden, voor al die be
loften, voor al die dreigende en zwarte profecién zijn
de Kiezers doof gebleven; M. van der Noot zal ster
ven en naar d'eeuwigheid gaan, zonder in de Kamer
zijn wonderbare plannen en werkingen te hebben
uitgevoerd
Nooit, men mag het zeggen, zijn er voor de Kie
zing dwaasheden geschreven, gelijk de Dendergalm
afgaf, in zijn gazet en in l Kiezingsblad De Strijd;
de liberalen zei ven moeten getuigen dat de artikels
KIERERS, IS 'T WAAR? en KIEZERS, EEN LAvT-
STE WOORD, meesterstukken waren van armgees-
tigheid en van verwaai heii Dut hoorde men zeg
gen van huis tot buis, van herberg tot herberg
Nooit,riep men.hebben wij armer gezeever enzout-
teloozeren klap gelezen;er steekt daar nu toch niets in
dat de moeite weerd is van weerlegd te worden
Frère zegde onlangs: Men heeft ongelijk van de
Katholieken voor domkoppen uit te geven; erzijn in
tegendeel veel verstandige lieden bij onze tegenpartij;
Frère had er moeten bijvoegen om de volle waarheid
te zeggen't Is bij ons, liberalen dat men veel
domheid aantreft. 't Liberalismus immers is hoog
moed, en hoogmoed maakt 'ie mensch dom, ver
waand en laatdunkend.
'T LAND VAN AËLST heelt eenige woorden te
zeggen aan zekeren Pieter of Pauwel Van Cleemputte
uit Geeraardsbergen, die als President der liberale
Associatie, een deel van onzen Brief aan d'heeren
Uittredende Laden heeft overgenomen en aan de Kie
zers meêgedeeld.
M- V. C., gij neemt onze klachten op over! over
dreven Militariamus, maar ge vergeet er bij te voe
gen, dat er hier alleenlijk kwestie is te verminderen
hetgene de liberale Ministeriën gedurig verzwaarden;
dus, met liberalen te kiezen, verergeren wij den toe
stand. M. Van Cleemputte, sprekende over de
Crisis in de Steden en op den Buiten, schreven wij
dat er moet gespaard worden, dat de zotte geldver-
kwistingen in 't Ministerie moeten eindigen; maar ge
laat vrijwillig ons woorden achter, in welke wij zeg
gen dat de geldverkwistingen 't werk zijn der Logie,
die nog altijd haar foeffen maakt en haar gestichten
doet voeden op de kosten van den Staat.. M. VanC.,
een deel van onzen brief nemen en voor 't bijzonder
ste puntjes stellen, is dat eerlijk? is dat geen ver-
valsctiing op veel plaatsen?.. M. V. Cl., ge spreekt
van Landbouw; en wie is 't die op valsche wijze de
Rechten op Vee en Granen tegenwerkt? op valsche
wijze, ja? Wie is 't die onder 't Volk der Steden het
woord UITHONGERING werpt, als er spraak is door
een klein inkomende RechtdenLandbouw ter hulpte
komsn Zijn het uw liberale opperhoofden, uw libe
rale gazetten niet? En gij durft voor de Kiezing de
medehulp van den Landbouw vragen, om daarna den
Landbouw te verraden en te verdrukken!!! M. Van
Cleemputte, wij laten alle treffelijke menschen over
uw redeneering en uw handelwijze oordeelen.
(1) De zinsneden tusscben kringsites komen
letterlijk uit Dendergalm en Strijd men kan dus af
meten welke feniksen er in die Ëareelen moeten zitten.
Geen wonder dat zij altijd 't woord ezel in hunnen mond
hebban.
D'affaires gaan slecht, de groote winsten zijn
er niet meer; veel Reizigers van groote huizen
komen terug, bijna onverrichter zake; er is een
zware Crisis, veroorzaakt: le door't kwijoen van
der Landbouw; Boer arm, alles arm, zegt Bismarck;
2* >or de groote onkosten van de Gouvernementen;
ons'Lawdeken geeft nu jaarlijks 40 milhoen meer,aan
den Budjet van Oorlog, dan in 1860, en dat moet
ons uitputten en ten onderen brengen, ONVERMIJ
DELIJK, gansch ten onderen. Men bouwt paleizen
van 60 millioen, als 4 millioen meer dan voldoende
waren; moesten d'Huishoudens te werk gaan gelijk
de Staat, men liep zich stokken dood tegen de ge
ruïneerde menschen. Wij hebben het van over 10 ja
ren geschreven Op Leger en officiéél Onderwijskan
men, van't begin af, 23 millioen sparen. En 25 mil
lioen dat alle jaren MIN moet gestort worden, 't is
veel.
De Werkende Klas gaat ten onderen door 't Zede-
bederf, door de Jonkheid die naar de Draaiorgels en
Cafés-Chantants loopt; dat zijn de kankers die de
werkende Huisgezinnen afknagen en die van bloei
ende en welvarende Familiën, nesten van verrotting
en van ellende maken... De werkende klas van Aalst
lijdt tegenwoordig door den Crisis in de Fabrieken;
in 't Heidendom, vóór Christus geborte, naren er
plaatsen al waar men d'Ouderlingen ombracht,alsmede
de personen die men niet kon gebruiken. Degene die-
durven zeggenWij moeten ons 't Werkvolk nietaan-
trekken dat ze loopen waar ze willen; de Stad moet
daar niet tusscben komen! die personen keeren te
rug tot hetgrofste Heidendom... Wij zijn beschaamd
van zulke taal in een Christen Land gehoord te heb
ben... Als de werkmenschen zonder werk, zonder
geld, zonder borg, als zij niet moeten geholpen
worden door d'Algemeene kas, dan blijft er niets
over, dan de VERHONGERING.
De Socialisten d en veel kwaad in de Samenle
ving; ze verbitteren de Rij ken en hitsen 't Werkvolk
op... Men spreekt van 't Leger te verzwaren, dat de
Rijken en de Burgers ook bij den troep zouden zijn,
om desnoods op 't Volk te schieten... O, welke af
schuwelijke toekomst! Zijn er geen ander middels
dan gewapend tegen overeen slaan! En waar zal men
daarmeé uitkomen? 't Werkvolk blijft altijd 't getal
en de macht... In dezen tijd zouden d'herten moeten
opengaan, om de Werkende Klas te helpen en te be
minnen; dóir isde eenigsteredding. Naar het woord
van den Regeerenden Paus zouden wij moeten luis
teren: Vaderlijk handelen, Vaderlijk bestieren
Ons herinneren moeten wij doen, dat wij allen men
schen zijn en Ghristene Menschen; en om alles met
één woord te zeggenOm de Samenleving te red
den, moet er een Staatkundig, een Christelijk Socia-
lismus ontstaan, gelijk in Duitschland... Waarom
wachten wij, om zulks tot stand te brengen De 00-
genblikken zijn kostelijk; geen andere redding is
mogelijk.
Men zeet dat er ernstig spraak, is van de Vertegen
woordiging der Minderheden,een voortreffelijke,een
rechtveerdige, een voordeelige zaak; zekerlijk, er zijn
klein moeielijkheden aan vaat, maar in 't algemeen zon
de Vertegenwoordiging der Minderheden den partijhaat
verzachten, de Besturen verbeteren en het recht der
Minderheid waarborgen... Wij wenschen dat deze her
vorming tot stand kome.
De gruwelen in de Walen hebben in sommige herten
angst en schrik gebracht... Er zijn er die den Persoon
lijken verphehtenden Dienst en een sterk leger vragen.
Ze zeggen, voor han rede, dat de verdediging van het
Vaderland du is toevertrouwd aan personen nit de
werkmansklas... Hierop moeten wij bemerken
Hoe grooter Leger, hoe grooter zedehederf in 't Land;
hoe meer woeliDg en onrast;
De werkende klas zal altijd 't getal en de macht lijn
5o,ooo man zijn genoeg,om de rust in 't Binnenland te
behouden; en die 5o,ooo man kannen wij hebLen door
Vrijwillige aanwerving;
Engeland, dit groot Land van Nijverheid en van
werkstaking, Engeland bewaart zijn inlandsche rust
door een klein leger van Vrijwilligers; Amerika, ook
In plaats van 't Volk door een groot slavenleger te
verlagen en te verbitteren, wij moeten 'tVolk verbete
ren en winnen door een goede vrije behandeling want
men heeft Volk uit de geringe klas noodig voordeJus-
ticie, voor 't bewaken der gevangenissen, voor 't ver
voeren en verzorgen der treins, voor de koolmijnen en
fabrieken, voor veel ander lastige en zorgelijke zaken.
Een sterk gedwongen Leger brengt ons onvermijde
lijk 1° tot den ondergang der finantiën; 2° tot deelne-
miDg in den eersten Eoropeeschen oorlog die zon
losbersten.
Op de Vergadering der Kiezers heeft M. Woeste met
verontweerdiging geprotesteerd tegen alle verzwaring
der krijgslasten;
De groote Meerderheid der Kiezers vraagt deen ver
zwaring, hoegenaamd niet; maar verzachting en ont
lasting, om langzamerhand een Leger van Vrijwilligers
te hebben.
Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
IV. GOEDEN RAAD EN OPZOEKINGEN. 4
Goris, sprak de lijnwaadkoopman, zijn pijp vullende en zich
terwijlent een weinig bedenkende, zijt ge van zin het kind te be
houden en het tot een vrijen deugdzamen Burger op te brengen?
Ja, M Steenspecht, mijn vrouw Lisebeth aanziet het als een
Voorzienigheid dat dit kind juist in onzen hof wierd begraven.
En zult gij in dat goed besluit volherden, Goris?
M. Steenspecht, als ik aan mijn vrouw vroeg, of zij later, als
wij ander kinders hadden, dit Vondelingske niet zoude verstooten
hebben, dan begon zij bitterlijk te weenen en vroeg mij wat ik van
baar wel peisde.
Luistert nu, Goris; dat kind is hier in uwen hof begraven,
door een buitengewone omstandigheid en't is zuiver bij mirakel
dat gij juist uw mes en tabak hadt vergeten en in uw onbewoond
huis den nacht zijt komen doorbrengen.... 't Was een zonderling
gedacht van uwentwege voor een tabakmes ten 10 ure 's avonds uit
de stad terug te keeren naar 't Roblijf.
'k Moet dit bekennen. M. Steenspecht.
En nogtans, zonder dit zonderling besluit was dit arm blool-
ken nevens uwen steenput begraven Goris, de wegen der Voorzie
nigheid zijn onpeilbaar; dit kind, door u gered, kan bestemd zijn
voor groote zaken.
Goris stond|verstomd als bij die woorden hoorde.
Nu, ging Karei voort, nu valt er te zorgen voor twee zaken:
D'eer van dit kind bewaren en beletten dat degenen die het wilden
levend begraven, het nadien nog zouden vervolgen en doen om
brengen. Uw gedacht was van bij de Policie te gaan, Goris?
Ja, M. Steenspecht.
Dat moogt ge niet doen, niet doen; dit zou te veel gerucht
msiken in de stad. Ge moet bij M. den Burgemeester gaan.
Maar, M. Steenspecht, dat zal ook geweten worden en hij zal
mij ongetwijfeld naar 't Policiebureel zenden.
Moris, sprak de lijnwaadkoopman, wij zullen 't anders schik
ken; ik ken M. den Burgemeester van Aalst, reeds verscheide malen
ben ik bij hem geweest, voor eenige zaken te vereffenen, en ik heb
zijn gedienstigheid en zijn wijsheid bewonderd. Uw Burgemeester
is een ware Burgervader, voor rijk en voor gemein, en ik zal met
u méégaan naar zijn huis.
Wel, M., welke goedheid van uwentwege I
Goris, ik wil deel nemen in uw goed werk en 't verheugt mij,
dat gij dit betrouwen in mij stelt. Dus, morgen ga ik met u bij
M. den Burgemeester, en vermits wijniet weten of 't kind gedoopt is.
Neen, M., wij weten er niets van; wij hebben geen ander aan
duiding dan dit rijk kistje en die kostelijke keting rond den hals.
Goris, deze zaken moet gij zorgvuldig bewaren; dit kind moet
van goeden wettigen oorsprong zijn, doch wij weten niet om welke
redens men het heeft willen van kant maken.... En't zal moeten
gedoopt worden, Goris.
Zekerlijk, M
Daarin wil ik u helpen en stel mij voor als Peter.
O, M., gij zijt de goedheid zelve.
Men moet weten dat Karei Steenspecht een groote lijnwaadkoop
man was, die in een der bijzonderste Afspanningen der stad logeer
de; Goris, die daar tafelknecht geweest was, bad een groote achting
voor den rijken Gentenaar.
Ik stel mij voor als Peter, zegde Karei, wij zullen 't kind noe
men,... 't kind noemen... 't is gevonden dicht bij den steenput,
Karei Steenput zullen wij het noemen... Zoo gezegd, zoo gedaan...
Goris, mo gen trekken wij samen naar de kerk; ik zal bij M. den
Deken alles gaan schikken, Goris; en Wijn begeerte is dat uw vrouw
Lisebeth de meter weze van 't kind.
En waarom nu juist mijn vrouw} vroeg de jonge baas.
Wel, omdat ze daardoor zal Aangedreven worden om dit
kindje meer en meer te beminnen....
Baas Goris was nu van al zijn moelelijkheden verlost, dank aan
de medehulp van dien braven heer kóópman.
Al wat ze besloten hadden, ze gingen het in korte woorden aan
Lisebeth meêdeelen. Deze was niet min in haren schik. He; kindje
sliep gerust op een pluimen hoofdkuslen; Karei moest de vriende
lijke wezenstrekken van zijn bescheri|ielingske bewonderen.
Maar de tijd bleef niet stil, een uuij reeds stond zijn peerd aan de
deuren begon van ongeduld te ttappjlen.misschien ook al ongerust
te worden;! wierd avond en de lijnwaadkoopman had nog eenige za
ken in Aalst te vereffenen. Hij zegende dus het kindje, zegde den
vrieDdelijken goedenavond aan Lisebeth, drukte d'hand aan Goris,
legde een zilveren muntstuk op de tafel en verlrok naar Aalst.
In de Koornbloem achter St Mart«nskerk was men reeds aan la-
fel; Karei Steenspecht was dien avond luttel van zeggen, hij die
doorgaans zoo gespraakzaam was; men schreef dit toe aan bekom
mernissen van handel of aan eenig ongemak; maar Karei moest zijn
plan bereiden voor 's anderdaags, er» was er ernstig meê bekom
merd. Iloe ging hij alles schikken? Zou hij niet best doen de hos
pes uit de Koornbloem van zijn zonderling geval te spreken? Ja, dit
was een wijze vrouw, die ean geheim kon bewaren...'s Anderdaags,
op de Markt, zou hij niet veel aankoopen doen, teneinde vroeg in
den namiddag vrij te zijn. 's Voornojns bij M. den Deken, 's na
middags bij M. den Burgemeester ei korts daarna den Doop.
En zoo geschiedde het.
De bazin uit de Koornbloem liet bp hare wijze medehulp niet
wachten. Bij M. den Deken ging dfc lijnwaadkoopman alles schik
ken voor den Doop en d'inschrijving op de Kerkregisters; en 's na
middags ging M. Steenspecht met baas Goris den Burgemeester
6preken. Deze hooge Ambtenaar was verontweerdigd over het
schelmstuk dat men te wege geweest was in zijne stad te plegen
doch hij verstond de redens van den Gentschen Koopman en be-
loofde de misdadigers op te zoeken in 't grootste geheim. Hij prees
Goris voor zijn liefdadig ontwerp van dit wichtje op te brengen als
een kind van den huize en drukte hartelijk d'har.d van Karei Steen-
specht... u Wat geluk voor Aalst, zegde Karei aan Goris, toen zij
dit huis verlieten, wat geluk voor Aalst, van zulken braven recht-
zinnigen Burgemeester te hebben I
's Namiddags had de plechtigheid van den Doop plaats Karei
Steenspecht zorgde voor alles, rijkelijk 't was 'ne man die geen
verkwistingen deed, die alles nauw nazag, doch als 't er op aan
kwam,kon hij zich mild en edelmoedig toonen. Dien zaturdag bleef
hij in Aalst, 's zondags hoorde hij d'Hoogmis in St Martinus en
toen hij naar huis reed en aan 't Roklijf stil bleef, zijn peerd vast
bond, binnen ging, als een Vriend en beschermer van den huize; er
eenigen tijd bleef klappen; zijn petekind met gewijd water op het
voorhoofd zegende, dan zegde een stem in zijn binnenste Karei,
g'hebt niet veel marktzaken verricht, maar g'hebt een goed werk
gedaanl
Nu bleef hij op zijne wekelijksche reis met meer lust dan ooit,in
't Oud Roklijf verwijlen. Hij had een vaderlijke zorg voor den
kleinen Vondeling en zag hem met voldoening en vreugde opko
men en opgroeien. Baas Goris, zijn zaken gingen allerbest en zijn
genoegen van den Gentenaar als Vriend en Beschermer te hebben,
was buitenmate groot. Eiken vrijdag achternoen schikte hij zijn
huis op en stond aan den steenweg naar Erpe te zien of de Lijn
waadkoopman nog niet kwam afgereden. Dan dronken zij samen
gesmakelijk een fleschje Leuvens bier en klapten over den tijd,
over de zaken, over 't kind, dat de eenige schat van Goris haishou-
den bleef.
De Burgemeester van Aalst, te vergeefs had hij gezocht en op
gespeurd, te vergeefs zijn subtielste ambtenaars in 't werk gesteld,
alle opzoekingen waren vruchteloos gebleven. De zaak bleef een
geheim; en nogtans, had de Burgemeester eens geweten, dat de
woning van de plichtigen slschts op weinigen afstand van de zijne
was gelegen I Dat het rijke menschen waren I Dat de rede der mis
daad niets anders was dan een buitensporige gierigheid I... Het
gene M. den Burgemeester onbekend was, gaan wij aan onze
Lezers in 't volgende hoofdstuk meêdeelen.
Men zal er in zien, hoe de ingewortelde drift van begeerlijkheid
naar geld en goed, het beste huiselijk geluk kan vermorselen en
den mensch brengen tot een laffe en grouwelijke misdadigheid. De
driften verblinden den mensch, maar bijzonderlijk de gierigheid
maakt hem doof en versteend voor zijn eeuwigeen tijdelijke welvaart.
(Wordt voortgazet.)