De Zwarte Advokaat. 24 Crisis.- Werkvolk.-Sodalis- Zondag 15 oluni 1886 27 s'"' jaargang. GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID De Kieming. Kiezing. - Arrondissement Aalst. BUREEL, ACHTERSTRAAT. Sewoone Aanoncea 50 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bladzij 50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel, HET LAND ABONNEMENTS-PRIJS 5 fr. 'a jaar», vooraf betaalbaar. lasctir j/injja »v>p!o.i alle tijdstippen genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers. YAN AELSI AALST, Zaturdag 12 Juni 188P Triomf in Vlaanderen! Triomf g'beel België door! Gewonnen fe Gent. gewonnen ie Waremme, ge wonnen te Charleroi, op al rl'mider plaatsen ons Mannen behouden God zij gedankt en eer e: lof aan alle goedge zinde Kiezers! Welke vreugd, als men in zijn Huis en in zijn Parochie terugkeert, en zulke blijde tij ding mag meêbrengen! In Brussel, Gent, Charleroi, men mag grijnzende, grollende, grimmige, gramme en grouwzame wezeus trekken maar de Volkeren die verzuchten naar peis en orde, naar eerlijkheid en vrijheid, z'hebben met een hemelsche blijdschap den uitslag der Kiezing vernomen. Te Gent ligt het laatste schof nu gevallen dier vermaledijdde inkwisitie: Willëqqet, Devigne, Lip pens die zich rijkelijk deden betalen om hier in Aalst, op ons Stadhuis, de Voorstaanders van 't Vrij Onderwijs op de pijnbank te leggen, z'hebben nu dijnsdag ten 4 ure hun Sententie van Verwerping hooren uitspreken. Te Gent hebben wij 8 zetels gewunneu, te Warem me 2, te Charleroi i Er zijn nu in de Kamers 82 Katholieken. 15 Independenten. 41 Liberalen. Dijnsdag moet er geballotteerd worden te Ver- viers, te Charleroi en te Bergen; en daar ook kun nen wij een aanwinst doen van 2 k 4 zetels. Nooit is er zulke groote meerderheid in de Ka mers geweest; te GeDt was 't verschil van 150 tot 175 stemmen; te Waremme is men veel dank verschuldigd aan de Jonge Katholieke Wacht van Luik; te Doornijk blijven Bara en Cgnie meester met 5 4b0 stemmen meerderheid;5 Provinciën: Oost- en West-Vlaanderen, Namen, Limburg, Antwerpen zijn gansch Katholiek en Brabant zendt Buis alleen Daar de Kamers. De Kiezer» hebben dus een sterke macht aan de Katholieke Gezindheid gegeveD; de weg is gebaand; men heeft de middelen bijderhand om 't Katholiek Vaderland te redden;een roerkweerdig tijdstip dat bëgiut; de dagen, de weken zijn kostelijk geen begoocheling;na 4,6 of 8 jaren zullen de libe ralen terugkeeren; indien men nu laat bestaan, hetgeen zij onrechtveerd:glijk tegen ons Belang en tegen odzs Vrijheid oprichtteden, indien men nu niet afbreekt hetgene de Katholieke Leerstelsels hier ondermijnt en vernietigt, indien men nu de Grondwet van 183o niet herstelt, dan zal't katho liek Kiezerskorps met volle recht tot zijn mandata rissen mogen roepen: Gij hebt't Katholiek Vader land en ons allen een onherstelbare schade berokkend Wij wenschen en hopen het tegenovergestelde dat men met kloeken moed en krachtdadig beleid d'hand zal aan werk slaan, onmiddelijk België's toekomst hangt er van af HTe Gent hadden de liberaleu schandige plakkaten uitgehan gen tegen Mevrouw van Coiirtebourne, die de Grot en de Kerk van Oostakker heeft doen bouwen, 't Wordt meer en meer waar hrtgeen een ofllciéele Professor eens te Brussel uitriepOi.z-j jonkbeden, (de liberale) hebben geen eerbied meer. noch voor vrouw, noch voorkind, Doch voor grijsaard. —Er zijn te Gent vlagen geweest van straatoproer, de Burgerwacht was onder de wapens, maar alles is redelijk stil afgeloopen. M. De Sadeleer M. Van Wambeke M. Verbrugghen M. Woeste M. van der Noot 1388 stemmen. 1332 1381 1360 635 Kiezers, achtbire Kiezers, wat hebt ge gedaan waar zijn uw arme zinnen geweest? Hebt ge dan toch geen verstand meer of geen liefde voor uwen intrest! Baron van der Noot niet gekozen Dirk Mar tens is bleek van veronlweerdiging en 't oud Stad huis grinnikt van woede; Kiezers,Kiezers,'t was u nogtans zoowel gezegd in de Manifesten van baron van der Noot en in den Dendergalm; nn blijft gij overgeleverd aan de twee fanatieke gieren, (1) Mren Jacobs en Woeste die u zullen doen terugkee ren k naar de tijien van geeslesverdrukking en sla vernij; nu gaat gij vallen in d'opperheerschappij de Priesters; nu gaat er jaarlijks 15o,ooo fr. naar de Broerkens-scholen; nu wordt 't nieuw opko mende geslacht verstompt; nu zal er niets ge daan worden voor 't stoffelijk belang van ons Arron dissement; nu blijven honderde oflicieele Mees ters uitgehongerd met een belachelijke jaarwedde van afwachting» (1500 fr. !!!);nu is de smaad niet uitgewischt den Koning aangedaan, door deManifes- lalie voor Woeste welke hij uit zijnen raad had ge schopt. Eilaas, eilaas! wat hebt gij toch gedaan; men sprak u zoo zoet en zoo schoon in de liberale papiereu uit de Korte Zou (straat; wel is waar, men had u vroeger voor ezel en lompaard uitgescholden, voormenschen van bekrompen oordeel, omdat gij Katholiek zijt; maar nu was 't van beminde en geliefde Kiezers; baron van der Noot, zou 'tWerkvolkredden; hijging alles verbeteren en veranderen: dag en nacht zou die man van 80 jaren op de beenen geweest zijn vcorU; Mozes heeft 't Land van Israël gered; maar baron van der Noot ging andar stukken uitwerken; al de dorpen ging hij met een stoomtram aan de stad ver eenigen; Aalst kreeg dadelijk met den doorsteek op Baasrode een zeehave met roode visclike» in en een mosselbank voor al d'aaopalende gemeenten. En voor al die streelende woorden, voor al die be loften, voor al die dreigende en zwarte profecién zijn de Kiezers doof gebleven; M. van der Noot zal ster ven en naar d'eeuwigheid gaan, zonder in de Kamer zijn wonderbare plannen en werkingen te hebben uitgevoerd Nooit, men mag het zeggen, zijn er voor de Kie zing dwaasheden geschreven, gelijk de Dendergalm afgaf, in zijn gazet en in l Kiezingsblad De Strijd; de liberalen zei ven moeten getuigen dat de artikels KIERERS, IS 'T WAAR? en KIEZERS, EEN LAvT- STE WOORD, meesterstukken waren van armgees- tigheid en van verwaai heii Dut hoorde men zeg gen van huis tot buis, van herberg tot herberg Nooit,riep men.hebben wij armer gezeever enzout- teloozeren klap gelezen;er steekt daar nu toch niets in dat de moeite weerd is van weerlegd te worden Frère zegde onlangs: Men heeft ongelijk van de Katholieken voor domkoppen uit te geven; erzijn in tegendeel veel verstandige lieden bij onze tegenpartij; Frère had er moeten bijvoegen om de volle waarheid te zeggen't Is bij ons, liberalen dat men veel domheid aantreft. 't Liberalismus immers is hoog moed, en hoogmoed maakt 'ie mensch dom, ver waand en laatdunkend. 'T LAND VAN AËLST heelt eenige woorden te zeggen aan zekeren Pieter of Pauwel Van Cleemputte uit Geeraardsbergen, die als President der liberale Associatie, een deel van onzen Brief aan d'heeren Uittredende Laden heeft overgenomen en aan de Kie zers meêgedeeld. M- V. C., gij neemt onze klachten op over! over dreven Militariamus, maar ge vergeet er bij te voe gen, dat er hier alleenlijk kwestie is te verminderen hetgene de liberale Ministeriën gedurig verzwaarden; dus, met liberalen te kiezen, verergeren wij den toe stand. M. Van Cleemputte, sprekende over de Crisis in de Steden en op den Buiten, schreven wij dat er moet gespaard worden, dat de zotte geldver- kwistingen in 't Ministerie moeten eindigen; maar ge laat vrijwillig ons woorden achter, in welke wij zeg gen dat de geldverkwistingen 't werk zijn der Logie, die nog altijd haar foeffen maakt en haar gestichten doet voeden op de kosten van den Staat.. M. VanC., een deel van onzen brief nemen en voor 't bijzonder ste puntjes stellen, is dat eerlijk? is dat geen ver- valsctiing op veel plaatsen?.. M. V. Cl., ge spreekt van Landbouw; en wie is 't die op valsche wijze de Rechten op Vee en Granen tegenwerkt? op valsche wijze, ja? Wie is 't die onder 't Volk der Steden het woord UITHONGERING werpt, als er spraak is door een klein inkomende RechtdenLandbouw ter hulpte komsn Zijn het uw liberale opperhoofden, uw libe rale gazetten niet? En gij durft voor de Kiezing de medehulp van den Landbouw vragen, om daarna den Landbouw te verraden en te verdrukken!!! M. Van Cleemputte, wij laten alle treffelijke menschen over uw redeneering en uw handelwijze oordeelen. (1) De zinsneden tusscben kringsites komen letterlijk uit Dendergalm en Strijd men kan dus af meten welke feniksen er in die Ëareelen moeten zitten. Geen wonder dat zij altijd 't woord ezel in hunnen mond hebban. D'affaires gaan slecht, de groote winsten zijn er niet meer; veel Reizigers van groote huizen komen terug, bijna onverrichter zake; er is een zware Crisis, veroorzaakt: le door't kwijoen van der Landbouw; Boer arm, alles arm, zegt Bismarck; 2* >or de groote onkosten van de Gouvernementen; ons'Lawdeken geeft nu jaarlijks 40 milhoen meer,aan den Budjet van Oorlog, dan in 1860, en dat moet ons uitputten en ten onderen brengen, ONVERMIJ DELIJK, gansch ten onderen. Men bouwt paleizen van 60 millioen, als 4 millioen meer dan voldoende waren; moesten d'Huishoudens te werk gaan gelijk de Staat, men liep zich stokken dood tegen de ge ruïneerde menschen. Wij hebben het van over 10 ja ren geschreven Op Leger en officiéél Onderwijskan men, van't begin af, 23 millioen sparen. En 25 mil lioen dat alle jaren MIN moet gestort worden, 't is veel. De Werkende Klas gaat ten onderen door 't Zede- bederf, door de Jonkheid die naar de Draaiorgels en Cafés-Chantants loopt; dat zijn de kankers die de werkende Huisgezinnen afknagen en die van bloei ende en welvarende Familiën, nesten van verrotting en van ellende maken... De werkende klas van Aalst lijdt tegenwoordig door den Crisis in de Fabrieken; in 't Heidendom, vóór Christus geborte, naren er plaatsen al waar men d'Ouderlingen ombracht,alsmede de personen die men niet kon gebruiken. Degene die- durven zeggenWij moeten ons 't Werkvolk nietaan- trekken dat ze loopen waar ze willen; de Stad moet daar niet tusscben komen! die personen keeren te rug tot hetgrofste Heidendom... Wij zijn beschaamd van zulke taal in een Christen Land gehoord te heb ben... Als de werkmenschen zonder werk, zonder geld, zonder borg, als zij niet moeten geholpen worden door d'Algemeene kas, dan blijft er niets over, dan de VERHONGERING. De Socialisten d en veel kwaad in de Samenle ving; ze verbitteren de Rij ken en hitsen 't Werkvolk op... Men spreekt van 't Leger te verzwaren, dat de Rijken en de Burgers ook bij den troep zouden zijn, om desnoods op 't Volk te schieten... O, welke af schuwelijke toekomst! Zijn er geen ander middels dan gewapend tegen overeen slaan! En waar zal men daarmeé uitkomen? 't Werkvolk blijft altijd 't getal en de macht... In dezen tijd zouden d'herten moeten opengaan, om de Werkende Klas te helpen en te be minnen; dóir isde eenigsteredding. Naar het woord van den Regeerenden Paus zouden wij moeten luis teren: Vaderlijk handelen, Vaderlijk bestieren Ons herinneren moeten wij doen, dat wij allen men schen zijn en Ghristene Menschen; en om alles met één woord te zeggenOm de Samenleving te red den, moet er een Staatkundig, een Christelijk Socia- lismus ontstaan, gelijk in Duitschland... Waarom wachten wij, om zulks tot stand te brengen De 00- genblikken zijn kostelijk; geen andere redding is mogelijk. Men zeet dat er ernstig spraak, is van de Vertegen woordiging der Minderheden,een voortreffelijke,een rechtveerdige, een voordeelige zaak; zekerlijk, er zijn klein moeielijkheden aan vaat, maar in 't algemeen zon de Vertegenwoordiging der Minderheden den partijhaat verzachten, de Besturen verbeteren en het recht der Minderheid waarborgen... Wij wenschen dat deze her vorming tot stand kome. De gruwelen in de Walen hebben in sommige herten angst en schrik gebracht... Er zijn er die den Persoon lijken verphehtenden Dienst en een sterk leger vragen. Ze zeggen, voor han rede, dat de verdediging van het Vaderland du is toevertrouwd aan personen nit de werkmansklas... Hierop moeten wij bemerken Hoe grooter Leger, hoe grooter zedehederf in 't Land; hoe meer woeliDg en onrast; De werkende klas zal altijd 't getal en de macht lijn 5o,ooo man zijn genoeg,om de rust in 't Binnenland te behouden; en die 5o,ooo man kannen wij hebLen door Vrijwillige aanwerving; Engeland, dit groot Land van Nijverheid en van werkstaking, Engeland bewaart zijn inlandsche rust door een klein leger van Vrijwilligers; Amerika, ook In plaats van 't Volk door een groot slavenleger te verlagen en te verbitteren, wij moeten 'tVolk verbete ren en winnen door een goede vrije behandeling want men heeft Volk uit de geringe klas noodig voordeJus- ticie, voor 't bewaken der gevangenissen, voor 't ver voeren en verzorgen der treins, voor de koolmijnen en fabrieken, voor veel ander lastige en zorgelijke zaken. Een sterk gedwongen Leger brengt ons onvermijde lijk 1° tot den ondergang der finantiën; 2° tot deelne- miDg in den eersten Eoropeeschen oorlog die zon losbersten. Op de Vergadering der Kiezers heeft M. Woeste met verontweerdiging geprotesteerd tegen alle verzwaring der krijgslasten; De groote Meerderheid der Kiezers vraagt deen ver zwaring, hoegenaamd niet; maar verzachting en ont lasting, om langzamerhand een Leger van Vrijwilligers te hebben. Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw, IV. GOEDEN RAAD EN OPZOEKINGEN. 4 Goris, sprak de lijnwaadkoopman, zijn pijp vullende en zich terwijlent een weinig bedenkende, zijt ge van zin het kind te be houden en het tot een vrijen deugdzamen Burger op te brengen? Ja, M Steenspecht, mijn vrouw Lisebeth aanziet het als een Voorzienigheid dat dit kind juist in onzen hof wierd begraven. En zult gij in dat goed besluit volherden, Goris? M. Steenspecht, als ik aan mijn vrouw vroeg, of zij later, als wij ander kinders hadden, dit Vondelingske niet zoude verstooten hebben, dan begon zij bitterlijk te weenen en vroeg mij wat ik van baar wel peisde. Luistert nu, Goris; dat kind is hier in uwen hof begraven, door een buitengewone omstandigheid en't is zuiver bij mirakel dat gij juist uw mes en tabak hadt vergeten en in uw onbewoond huis den nacht zijt komen doorbrengen.... 't Was een zonderling gedacht van uwentwege voor een tabakmes ten 10 ure 's avonds uit de stad terug te keeren naar 't Roblijf. 'k Moet dit bekennen. M. Steenspecht. En nogtans, zonder dit zonderling besluit was dit arm blool- ken nevens uwen steenput begraven Goris, de wegen der Voorzie nigheid zijn onpeilbaar; dit kind, door u gered, kan bestemd zijn voor groote zaken. Goris stond|verstomd als bij die woorden hoorde. Nu, ging Karei voort, nu valt er te zorgen voor twee zaken: D'eer van dit kind bewaren en beletten dat degenen die het wilden levend begraven, het nadien nog zouden vervolgen en doen om brengen. Uw gedacht was van bij de Policie te gaan, Goris? Ja, M. Steenspecht. Dat moogt ge niet doen, niet doen; dit zou te veel gerucht msiken in de stad. Ge moet bij M. den Burgemeester gaan. Maar, M. Steenspecht, dat zal ook geweten worden en hij zal mij ongetwijfeld naar 't Policiebureel zenden. Moris, sprak de lijnwaadkoopman, wij zullen 't anders schik ken; ik ken M. den Burgemeester van Aalst, reeds verscheide malen ben ik bij hem geweest, voor eenige zaken te vereffenen, en ik heb zijn gedienstigheid en zijn wijsheid bewonderd. Uw Burgemeester is een ware Burgervader, voor rijk en voor gemein, en ik zal met u méégaan naar zijn huis. Wel, M., welke goedheid van uwentwege I Goris, ik wil deel nemen in uw goed werk en 't verheugt mij, dat gij dit betrouwen in mij stelt. Dus, morgen ga ik met u bij M. den Burgemeester, en vermits wijniet weten of 't kind gedoopt is. Neen, M., wij weten er niets van; wij hebben geen ander aan duiding dan dit rijk kistje en die kostelijke keting rond den hals. Goris, deze zaken moet gij zorgvuldig bewaren; dit kind moet van goeden wettigen oorsprong zijn, doch wij weten niet om welke redens men het heeft willen van kant maken.... En't zal moeten gedoopt worden, Goris. Zekerlijk, M Daarin wil ik u helpen en stel mij voor als Peter. O, M., gij zijt de goedheid zelve. Men moet weten dat Karei Steenspecht een groote lijnwaadkoop man was, die in een der bijzonderste Afspanningen der stad logeer de; Goris, die daar tafelknecht geweest was, bad een groote achting voor den rijken Gentenaar. Ik stel mij voor als Peter, zegde Karei, wij zullen 't kind noe men,... 't kind noemen... 't is gevonden dicht bij den steenput, Karei Steenput zullen wij het noemen... Zoo gezegd, zoo gedaan... Goris, mo gen trekken wij samen naar de kerk; ik zal bij M. den Deken alles gaan schikken, Goris; en Wijn begeerte is dat uw vrouw Lisebeth de meter weze van 't kind. En waarom nu juist mijn vrouw} vroeg de jonge baas. Wel, omdat ze daardoor zal Aangedreven worden om dit kindje meer en meer te beminnen.... Baas Goris was nu van al zijn moelelijkheden verlost, dank aan de medehulp van dien braven heer kóópman. Al wat ze besloten hadden, ze gingen het in korte woorden aan Lisebeth meêdeelen. Deze was niet min in haren schik. He; kindje sliep gerust op een pluimen hoofdkuslen; Karei moest de vriende lijke wezenstrekken van zijn bescheri|ielingske bewonderen. Maar de tijd bleef niet stil, een uuij reeds stond zijn peerd aan de deuren begon van ongeduld te ttappjlen.misschien ook al ongerust te worden;! wierd avond en de lijnwaadkoopman had nog eenige za ken in Aalst te vereffenen. Hij zegende dus het kindje, zegde den vrieDdelijken goedenavond aan Lisebeth, drukte d'hand aan Goris, legde een zilveren muntstuk op de tafel en verlrok naar Aalst. In de Koornbloem achter St Mart«nskerk was men reeds aan la- fel; Karei Steenspecht was dien avond luttel van zeggen, hij die doorgaans zoo gespraakzaam was; men schreef dit toe aan bekom mernissen van handel of aan eenig ongemak; maar Karei moest zijn plan bereiden voor 's anderdaags, er» was er ernstig meê bekom merd. Iloe ging hij alles schikken? Zou hij niet best doen de hos pes uit de Koornbloem van zijn zonderling geval te spreken? Ja, dit was een wijze vrouw, die ean geheim kon bewaren...'s Anderdaags, op de Markt, zou hij niet veel aankoopen doen, teneinde vroeg in den namiddag vrij te zijn. 's Voornojns bij M. den Deken, 's na middags bij M. den Burgemeester ei korts daarna den Doop. En zoo geschiedde het. De bazin uit de Koornbloem liet bp hare wijze medehulp niet wachten. Bij M. den Deken ging dfc lijnwaadkoopman alles schik ken voor den Doop en d'inschrijving op de Kerkregisters; en 's na middags ging M. Steenspecht met baas Goris den Burgemeester 6preken. Deze hooge Ambtenaar was verontweerdigd over het schelmstuk dat men te wege geweest was in zijne stad te plegen doch hij verstond de redens van den Gentschen Koopman en be- loofde de misdadigers op te zoeken in 't grootste geheim. Hij prees Goris voor zijn liefdadig ontwerp van dit wichtje op te brengen als een kind van den huize en drukte hartelijk d'har.d van Karei Steen- specht... u Wat geluk voor Aalst, zegde Karei aan Goris, toen zij dit huis verlieten, wat geluk voor Aalst, van zulken braven recht- zinnigen Burgemeester te hebben I 's Namiddags had de plechtigheid van den Doop plaats Karei Steenspecht zorgde voor alles, rijkelijk 't was 'ne man die geen verkwistingen deed, die alles nauw nazag, doch als 't er op aan kwam,kon hij zich mild en edelmoedig toonen. Dien zaturdag bleef hij in Aalst, 's zondags hoorde hij d'Hoogmis in St Martinus en toen hij naar huis reed en aan 't Roklijf stil bleef, zijn peerd vast bond, binnen ging, als een Vriend en beschermer van den huize; er eenigen tijd bleef klappen; zijn petekind met gewijd water op het voorhoofd zegende, dan zegde een stem in zijn binnenste Karei, g'hebt niet veel marktzaken verricht, maar g'hebt een goed werk gedaanl Nu bleef hij op zijne wekelijksche reis met meer lust dan ooit,in 't Oud Roklijf verwijlen. Hij had een vaderlijke zorg voor den kleinen Vondeling en zag hem met voldoening en vreugde opko men en opgroeien. Baas Goris, zijn zaken gingen allerbest en zijn genoegen van den Gentenaar als Vriend en Beschermer te hebben, was buitenmate groot. Eiken vrijdag achternoen schikte hij zijn huis op en stond aan den steenweg naar Erpe te zien of de Lijn waadkoopman nog niet kwam afgereden. Dan dronken zij samen gesmakelijk een fleschje Leuvens bier en klapten over den tijd, over de zaken, over 't kind, dat de eenige schat van Goris haishou- den bleef. De Burgemeester van Aalst, te vergeefs had hij gezocht en op gespeurd, te vergeefs zijn subtielste ambtenaars in 't werk gesteld, alle opzoekingen waren vruchteloos gebleven. De zaak bleef een geheim; en nogtans, had de Burgemeester eens geweten, dat de woning van de plichtigen slschts op weinigen afstand van de zijne was gelegen I Dat het rijke menschen waren I Dat de rede der mis daad niets anders was dan een buitensporige gierigheid I... Het gene M. den Burgemeester onbekend was, gaan wij aan onze Lezers in 't volgende hoofdstuk meêdeelen. Men zal er in zien, hoe de ingewortelde drift van begeerlijkheid naar geld en goed, het beste huiselijk geluk kan vermorselen en den mensch brengen tot een laffe en grouwelijke misdadigheid. De driften verblinden den mensch, maar bijzonderlijk de gierigheid maakt hem doof en versteend voor zijn eeuwigeen tijdelijke welvaart. (Wordt voortgazet.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1886 | | pagina 1