28
ïA
Zondag II Juli 1886
27i,e jaargang
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHEID
Spreekplaats.
SCSYVV u
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Gewoone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede Bla
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 fraDk den kleinen rege
HET LAND
ABONNEHENTS-PRIJS
fr. 's jaars, vooraf betaalbaar Inschrijvingeg worden op all e tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
AELST
AALST, Zaturdag xo Juli i88f
Gemengde Berichten.
DB KOMMISSIE VAN HET WERK.
De gewesteli|ke kommissie, gelast met het onderroek
te doen over den toestand der werkende klassen, in
Oostvlaanderenis samengesteld uit
De heeren Lammens, Senator, voorzitter;
De Ridder, professor bij de Hoogeschool van Gent,
sekietari»;
Baron Arnold 't Kint de Roodenbeke, idem
Brants, professor bii de Hoogschool van Leuven
Bols, burgemeester van Brussel
Dansaebt,'gewezen Volksvertegenwoordiger;
Dauby, regisseur van den AlonUeur beige.
Th. Jaxssens, Volksvertegenwoordiger
J. Gullery, gewezen Volksvertegenwoordiger;
De kommissie heelt de eer de nijveraars en werklieden,
welke zouden verlangen in het onderzoek gehoord te
worden, ot welke haar mondelingsche meeaedeelingen
zouden te doen hebben, er kennis van te geven aan de
sekretarissen, de heeren De Ridder, te Gent, Kortrijk-
schensteenweg, 83 en baron A. 'r Kint de Roodenbeke,
kasteel van Ooidonck, langs Deinze.
Een later bericht zal dag en plaats doen kennen waarop
de gewestelijke kommissie zal vergaderen.
De Katholieke Scholen van Antwerpen gaan jo,ooo
fr. subsidie krijgen, vermits de Geuzeuraad de wet van
1884 niet wil uitvoeren... Volgens die wet moeten er
kostelooze scholen zijn voor alle siachvan Ouders dieniet
kunnen betalen,
v Maar hoe schande en wraakroepend, dat wij,
Katholieken, 't schoolgeld moeten betalen van rijke en
welhebbende liberalen, gelijk t'Aalst in de Pontstraat. M'
Eyerman sticht daar ecu liberale Meisjesschool; de liberale
Ministers DWINGEN de Stad die Scüool te onderhouden.
En zou dat bli|ven duren, nu,ouder een katholiek Minis
terie r.. Dan zijnwi] geen Belgen, geeu Vlamingen meer,
maar slaven van de Logic... Elke redelijke mensch moet
zeggen Dal de welhebbende en rijke liberalen zeiven
hun Scholen onderhouden; later zal men aan die jufiers
kunnen zeggeu, dat zij geleerd hebben, ten koste van het
zweet tn 't bloed van TVolk, op den schoefiel van een
Stad, die haar arme menschcn niet kan voeden 1
Een advokaat van Luik had gewed te voet naar
Namcu tc gaan op 12 uren; hij heeft met klank dien weg
afgelegd, op 11 uren 45 minuten.
V Moigeu wordt te Brugge de nieuwe Statie ingehul
digd; ze zijn bezig te Gent uc statie van onder tot uoven
digheden der werkmansklas te onderzoekeu. Aan de
Werklieden heelt de Gouverneur doen zien hoe gevaar
lijk en rampzalig de stelsels van Socialismus zijn.
De Chroniqjje durlt nu vragen dat men te Brussel
de Processiën zou verbieden, nog in de straten te ko
men... Zoo ver is men in dat Brussel gekomen.
MEESTER VAN CLEEMPUTTE uit Geeraardsbergen,
Voorzitter der liberale Associatie, waar hlijltgij? Wij heb
ben u beschuldigd van in uw kiesmanifest onze artikels
te hebben verdraaid.'ketens en willens; en gij zwijgt...
't Wootd is aan u, meestee. Van Cleemputte. Loochent,
als gij durft, dat de Liberaalderij de groote oorzaak is
van de verzwaring der krijgslasten... Loochent, als gij
durft of kunt,dat de menigvuldige geldverkwistingen aie
nog bestaan, het werk zijn van 't Liberaal Ministerie
Land van Aelsl?
Achtbare Lieden.
Die zaak te Brussel, 't ts dan toch een schelmstukI
Ja, Menschen, en een grouwelijk schelmstukI er
gaat ietsom, in dat Brussel! en wij weten nog het
honderdste paart nietEn ze durven dat Beschaving
noemen En de luifers.met hun liberale gazet in de
hand en hun bert vol nesten en vuiligheden, ze
meinen dan nog beter te zijn dan alle andere men
schen... Ach, 't staat van overouds geschreven Er
is niets hooveerdiger dan een goddeloos en bedor
ven hert I... Men zal de details over dit schelmstuk
verder vinden, alsook den brand van d'Universiteit
te Brussel, die woensdag heeft plaats gehad.
Land van \elst, wat zeggen ze van 't politiek
Dat de Logiemans bezig zijn met de Katho
lieken in 't garen te jagen; 't is nu Al vrede en peis
dat de klok slaat; men zou geerne hebben dat de
Groote Katholieke Meerderheid daar zoo stil bleef
zitten als 'ne marmeren pilaar en alles liet bestaan
wat de liberale Ministerifin tegen 't Katholiek hebben
opgetimmerd
Maar, Land van Aelst, wat ge toch schryft\
Ja, Vrienden en Lezers, de Logie is een oude
listige prij en heeft veel pijlen in haren koker. De
Katholieken moeten oppassen, of hun Meerderheid
zal varen gelijk 't groot Fransch Leger van 1812 in
Rusland.
1 en tc schilderen... Ge ziet dat er nu geld komt - Hoe is 't nu met den Koning
icnhar. w/»rtr» n A/Tpfr 7iin T ..nnnM
vuor d'openbare werke
•.•Te Zonnegcm heeft een koe van de kinderen Ca-
simieren St. De Lanisheer drie süeren-kalveren gegeven.
Er is te Mechelen een sterke Sociëteit ingericht
van Jonge Katholieke Strijders... T'Aalst woiüt een
-Riiiig gevormd van Bekwaamheids lüezers.'In .'t kertzsü
d'Eeisie Algemeene Vergadering plaats hebben.
Goede tijding uit Frankrijk Een groep Katholie
ken met Mgr de Ereppelaan 't noofd, heeft voorgesteid
van pensioenkassen tc maken voor d'oude cn zieke werk'
lieden. De pensioenkassen zouden recht van eigendom
hebben en verplichtend zijn voor Bazen en Werklieden.
M. Malou is ziek geworden; de n: an wordt oud, doch
is nog kloek, heeft wei gewerkt, de buitenlucht ingea
demd en verders deftig en gerust geleefd.
De Deputatie van den Provincialen Raad heeft voorge
steld belastingen te verminderen.
Men 2al verder zien hoe de dierentemmer Bidcl bijna
verscheurd is door een zijner leeuwen. Hij was gevallen,
zoohaast een leeuwentemmer valt of ophoudt de leeuwen
vlak in d'oogen te zien, is er gevaar.
Men zegt dat de Keizerlijke Familie van Oostenrijk
zoo wel ïsvoor 't Volk,dat zij haar rijkdommen gebruikt,
doch zonder eenige troischheld.
De Koning van Holland zal zijn Staten-Generaal
niet openen.
in zijne openingsrede van den Provincialen Raad
vau Oost VI. heeft gouverneur de Kerckhoven ccnen op
roep gedaan tot de welhebbende klassen om de noodweo^
Met Zijn Majesteit Leopold? Hij resideert in
Oostende.
Jamaar, hoe is hij met 't Ministerie
Och, moet het gezegd worden De Katholie
ken hebben van Leopold 11 niet veel goeds te ver
wachter.; ..Bei t liberaal Ministerie, mj teekendo
alles, aanstonds, zelfs de rampzaligste akten; en als
de katholieken iets vragen dat recht en redelijk is,
ge zoudt zeggen er moe en bergen verplaatst wor
den en Stadhuizen afgebroken. De katholieke Huis
vaders van Antwerpen vragen Scholen volgens de
wët van 1884, hun recht is onbetwistbaar, en om
een deel van hun recht te leekenen, wordt de kie
zing .an Juni 11. afgewacht. Daarbij, men heeft een
groote macht gegeven aan den Straatoproer.
Wat is er aan te doen
Krachtdadig zijn, durven, of verzinken. Geen
Katholiek Ministeiie, geen Katholieke Meerderheid
zal ons redden, tenzij men die lauwheid afschudde
en kloekmoedig te voorschijn kome, om de liberale
schavotten af te breken... Men gelieve deze woor
den niet te vergeten.
Land,, 't is Aalsi-Kermis gevierd
Ja, Aalst Kermis.
En hoe zijn de dagen gepasseerd
Redelijk wel, stiliekens, er is niet veel geld in
de werkende huishoudens; het derde der mastellen
is min verkocht; verders zijnde Feestelijkheden zeer
maatschappijen; men speelde op 3 plaatsen; op het
einde der liberale Regentie wierden de Medaillen
uitgereikt door den Kamerbode van 't Stadhuis; de
Katholieke Regentie heeft van 't begin af, de eer
der stad beter weten te kavelen; op de Groote Markt
was de heer Burgemeester bijna van 't begin tot het
einde, en op Keizerlijke Plaats en Overdekte Markt
waren Heeren Schepenen en Raadsheeren. De Mu
zieken hebben zeer wel gespeeld, 's Vooruoens had
de Jonge Garde op de Groote Markt een schoon
Concert gegeven; en 't was ook de Jonge Garde die
de M uzi eken ging afhalen en den Stoet opende; wij
moeten hier den ieverigen heer Directeur Van den
Bügaekdb meteere vermelden, benevens al de heeren
Werkende Leden dier bloeiende Maatschappij.
Hebben de Soldaatjes ook gespeeld
Ja, woensdag avond, volgens gewoonte, en
zeer wel gespeeld; men ziet, er is orde en tevreden
heid in die school; 't zijn immers vrije Soldaatjes.
Den donderdag avond was er Concert, weèral door
de Jonge Garde, en den dijnsdag achternoen was het
St-Josefsplein opgepropt van Volk; er gingen ver
sierde luchtballen op, en eindelijk steeg M. Glorieux
met zijn grooten Luchtbal Le Titan in d'hoogte.
Was er nog ander volk in
Ja, twee Stadsgenoten, M. P. De Paepe en
M. Ducaju; 't weêr was zoo zacht als een vierklaver-
ken; de luchtbal klom statig in de lucht, terwijl M.
Glorieux op de koorde klom en dat de Stadsgenoten
van uit de mande de menigte groetten; na een goede
wandeling in 't luchtruim, is hij boven Hekelgem
zachtjes neêrgedaald.
Land van Aelst, zijn er geen ongevallen geweest
met de Kermis, geen mociclijkheden t
- Wij hebben niets bijzonders gehoord, tenzij,
indien wij zwegen, wij miskenden ons plicht, tenzij
dat M.de Burgemeester, och, altijd die zwakheid
en die lichtzinnigheid, dat M. de Burgemeester,
op de kat, nabij de Jongensschool gedoogd heeft dat
3 orgelbazen in Associatie een gioote barak op
Stadsgrond plaatsten.
Hoe is dal mogelijk
Menschen, wij vragen dat ook, elk, g'heel de
Jtad vraagt dit. Hoe is 't mogelijk nu dat de Ge
meenteraad een streng Reglement heeft gemaakt op
de Draaiorgels i^O|Vs*>nu dat men ziet en leest
dat zeifs libera le gazetten uit Antwerpen
de gan6che af- schaffing der draaiorgels
vragen, men komt die zaak aanmoedigen en onder
steunen; ach, in dien zin is Aalst een ongelukkige
stad; 't jong werkende Volk verslecht geweldig; en
wie is er de schuld van? Waarom zou men te naaste
jaar d" Groote Markt niet leenen aan een Associatie
van T saaiorgciriazeu?
Maar, Land, die Orgelbazen, waarom zijn ze zoo
hardnekkig i
Och, menschen, uit loutere geldzucht; een
tonne bier in een Draaiorgelbarak verkocht, brengt
70 2 90 fr. op. Maar ze zouden moeten denken dat
zulk geld nooit of nooit kan gedijen.
En hoe komt het dat de Burgemeester, die in de
Kamers zit, zoo zwak is 1
Zoo zwak is? Misschien ziat hij daar niet veel
kwaad in, omdat hij niet nagaat, welke gevolgen dit
nachtloopen, die draaiorgelderij heeft; nogtans, als
de liberale gaxetten zeiven beginnen ts roepen, dan
moet de nood wel dringend zijn... Daarbij, 't is hem
misschieD gevraagd door d'eene of d'andere kennis.
Wat geeft datEen stad moet op Kermis en Vas-
ienavond al iets laten gebeuren, maar die Draaiorgels
beschermen en aanmoedigen, dat is toch een wraakroe
pende verergernis
Eilaas, ja, we zijn er oprecht droef en spijtig om;t
Burgemeesterschap vau M. Van Wambeke heeft zekerlijk
veel goeds in, maar als mcu later zal bestatigen hoe het
werkvolk in deze jaren is gevalle* tot lage vermaken en
tot familiekrenkende buitensporigheden,dan zal een groot
deel der schuld en der verantwoordelijkheid op het te-
Zulks is onze-innige overtuiging en we zouden ontlast
zijn en verheugd, indien men ons het tegenovergestelde
kon bewijzen.
11 Ullll V V.I AWV.1.1, Tb.UUlü A.Jii JL .b., UCC1 UC1 dtUUlU til UL1 T Liaun r
wel afgeloopen; op den Festival waren 25 Muziek 1 genwoordig Burgemeestersschap moeten gelegd worden
Openbare orde, Burgerlijke vrijheid en miliraire
overmacht.
MOET HET LEGER GROOT ZIJN
Wij spraken er meermaals over en wij komen
er nog eens op terug:
Wij hebben over dit vraagpunt verschillende ge
zindheden geboord ,en buiten degene die alle heil
en zegen in een sterk en schoon uitgedoscht leger
zien, zijn de bevoegdsten liet eens om le zeggen, dat
voor eene zending als degene waarmede ons leger
belast is, 40,000 man ruim voldoende zijn.
En gaat het slechts na onze kwaadste dagen
hebben wij doorleefd zonder dat er in wezentlijk-
heid meer manschappeu onder de wapens waren.
Tijdens Risquons-tout waren er geen 40,000
man te been. verre van daar
Met den oorlog tusschen Pruisen «n Frankrijk,
zegt men dat er 40,000 aan de grenzen waren, die
veel gebrek moesten lijden, daar men bestuurlijkge
sproken, niet bij machte was het noodige te ver
schaffen, doch, wat men deed met de 40,000 man,
hadde men even goed door lo,ooo of 2o,ooo man
kunnen verrichten.
Bij den opstand van bet Walenland, heeft generaal
Van der Smissen zijn glorierijkste palmen geplukt,
met de hulp van een kompagnie chasseurs en een
troep gendarmen, dus Vrijwilligers.
Rechtuit gezegd of wij nu 100 of 200 man on
der de wapens hebben, of wij nu, 021 te handelen
in den zin van het a ledereen Soldaat allen den
arbeid lieten staan om wapen man of soldaat te wor
den, zullen wij daarom in dagen van gevaar beter
opgewasschen zijn tegen de millioensterke legerson-
zer machtige naburen of iets meer vermogen?
Niets, nietsja toch iets, in plaats van door onze
legermacht de rust en vrede en dus den welstand
des volks bevorderd te zien, zullen wij door onze
dwaze geldverspilling bij den eenen de onrust, en
bij den anderen den afgunst verwekt hebben, om
ten laatste onder den hebzucht van beiden verplet
te worden.
En gij zult zulks verstaan
Twee in strijd zijnde legers zouden elkaar afgemat
hebben en wij met onze i 00,000 rnau of meer, wer
pen ons ter hulp vau eenen dezer in den weer en wij
doen hem winnen. Is dat voorzichtig? Is dat recht
vaardig
De Mogendheden weten zulks en het is hun belang
dan wanneer ze nog versch in den strijd zijn, ons le
ger schadeloos te maken of wel in te palmen. Zie
daar het gevaar van in aanmerking te komen door
uw gehalte.
En de gevolgen
Verliezen wij met onzen Bondgenoot den slag,dan
is onze soldatenzucht de oorzaak van het verlies van
de bloem onzer jongelingen en dan wordt gij bij den
hoop sog met millioenen brandschatting geslagen en
uwe onafhankelijkheid is vernietigd
Wint onzen Bondgenoot, dan zijn wij niets beter;
daarvan hebt gij het bewijs door de veldtochten van
den Pruis, waarvan SaxeD, Beieren, enz., de vassa-
len zijn geworden.
De kans kan zoo niet keeren of zij die uitgaven
boven hunne machtdoen, voorbereiden hunnen eigen
ondergang.
Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
VIII.Edelmoedigheid van Karei Steenspecht.
Ik heb in Aalst morgen zaken te verrichren, herhaalde de
Deurwaarder... en met personen van uw kennis?
Met personen mijner kennis!
Ja, heer Steenspecht, en ernstige zaken, met Goris Versche
pen, uit 't Roklijf I Ge moet gij dat wel weten I
Geenszins, zei Karei, het is mij onbekend I
Weet gij dan niet, dat men morgen Goris Verschepen gaat
onteigenen
Goris onteigenen?
Wel, mijnen God, ja.
Voor een groote schuld
Toch te groot voor hun; honderd vijftig kroonen.
Groot voor een iegelijk, mijnheer Snakkers.
Maar, hernam het klein manneken, hoe kan bet wezen dat
men aan u niets heeft gezegd, aan u, die den Peter zijt van Katel?
Goris is beschaamd.
En zijne Lisebeth, hoogmoedig, dat is waarheid, echterdeugd-
zaam en braaf. Zoo gansch deurwaarder dat ik ben, en gehood-
zaakt, door mijn bedrijf, mijn hart te versteenen.vond ik mij gansch
ontroerd toen ik in dit huis gezegeld papier moest dragen.
Is het reeds lang dat zij zich in moeielijkheid bevinden
Reeds meer dan een jaar,
En ik heb over eenige dagen bij hen nog geweest 111
Dit kan ik gelooven.. Lisebeth heeft zooveel goedheid als
hoogmoed Toen ik bij hen een aanbod deed, niettegenstaande
het ten hunnen nadeele is, bezetten zij mij telkens met een goed
glas bier; doch dit is niet bij mijne schuld...
Zekerlijk) zekerlijkI antwoordde Karei Steenspscht.
Na een reeks van onvruchtbare jaren, leenden zij honderd
vijftig kroonen van den heer Stupites Biunneel, voor een jaar, aan
acht; den valdag is verschenen vooraleer zij konden betalen. Brun-
neel hééft den uitstel op zestien maanden vernieuwd, maar daar
men Iben nog niet kon betalen, heeft hij alle bijlegging geweigerd;
morgen vroeg worden zij onteigend.
En over dit alles heeft men mij geen woord gesproken.
Zoudt gij hebben betaald? vroeg de Deurwaarder.
Neen, gaf de kbopman tot antwoord, niettegenstaande hij
in zijn hert wel anders meende,maar om in de oogen van snakkers
niet al te gevoelig te schijnen; neen, dit zou ik niet gedaan hebben
Wat kon hun dan uwe mededeeling baten
In diergelijke omstandigheid is het toch aan eenen ouden
vriend dat men gewonelijk zijne noodwendigheid klaagtl
Indien men van deze iets verwacht, ja, maar van u is men
beschaamd...
Zij beginnen mij te verachten.
Over een oogenblik stoftet gij nog op het goed onthaal dat gij
bij uw laatste bezoek in het oud Roklijf hebt genoten.
Zij aanzien mij ten minsten als onbekwaam voor hun nog
dienst te bewijzen.
Zoudet gij hun die aangeboden hebben
Daarvan behoede mij Godl sprak de koopman.
Waarover beklaagt gij u dan
Zij vernederen mij...
Omdat zij u de hand niet reiken
Men is toch altijd te vreden van aangesproken te worden.
Achl ik versta, dit streelt de eigenliefde.
Ik ben niet rijk, mijnheer Snakkers.
Het doet dat gij toch op uw renten kunt leven, Mijnheer.
Al gelijk, ik heb vandaag reeds al te veel geld uitgegeven aan
mijn paard om deze buitensporigheid te bedrijven; tot wederziens,
heer Snakkers.
Vandegelijken, heer Steenspecht.
En wijl de koopman het geld, bestemd om zijn paard te betalen,
in een linnen beursje stak en in den binnenzak zijner jas liet glij
den, den lederen gordel die nog een aanzienlijk tal goudstukken
inhield, aan de lenden vastriemdc, verliet de Deurwaarder de her-
berg.
Karei Steenspecht gevoelde, niettegenstaande al hetgeen hij
kwam te zeggen, een innig medelijden met.Goris Verschepen, en
het speet hem uit den grond van zijn hert, dat de zaak reeds zoo
ver was gekomen en hij hem niet vroegtijdiger had kunnen helpen.
Hij bleef dan diepdenkende aan de tafel zitten in afwachting van
den koopman in paarden, om na te hebben voldaan, aanstonds naar
Aalst te vertrekken en aan Goris het noodige geld te verschieten.
Er was niet zeer veel volk in de herberg; het weêr was overheer
lijk en de meeste menschen bevonden zich ter straat of ter markt.
Echter zat er op eenigen afstand van den heer Steenspecht, aan een
andere tafel een marskramer met het hoofd op de handen te rusten.
Hij kwam zijn ontbijt te nemen en scheen zeer vermoeid. Deze
vent die aan den koopman ten minsten geen achterdocht baarde,
had korts achter den Deurwaarder zijn gelag betaald, zijn pak
op de schouders genomen en de herberg verlaten, scbiers zonder
door iemand opgemerkt te worden. Karei Steenspecht bevond zich
echter in het geheel niet op zijn gemak,hij bewoog zich ongeduldig
op zijnen stoel, keek gedurig op zijn uurwerk, binnensmonds mom
pelende: Is dit weg blijven
Wijl hij aldaar vervelend zat te wachten, keek hij toevallig door
de ruiten van het venster de straat op, en nu zag hij bescheidelijk
denzelfden Goris Varschepen aan welken hij zat te denkan, met zijn
vier koeien, die hij voor zich heèn s.uwde, voorbij de herberg
passeeren.Dadelijk had hij geraden wat er ging gebeuren,hij sprong
recht en liep hem op de straat achterna; welhaast had hij hem in
gehaald, en sloeg gemeenzaam op zijne schouders. Goris bleef
staan, wendde het hoofd om,en bevond zich in de tegenwoordigheid
van zijn oude kennis.
Goris, zegde deze, ik had niet gemeend u op deze jaarmarkt
aan te treffenl De baas uit het oud Rolkijf wierd rood van schaamte.
Ik hoopte nog altij d, sprak hij zuchtende, van niet genood-
zaakt te zijn er mijne beesten te komen verkoopen.
Ik weet, ik weet... Ik heb den deurwaarder Snakkers ont
moet die mij gansch uw ongeval heeft verteld. Stupites Brunneel
is onmeêdoogend met ongelukkige lieden... Het jaar heeft aan ons
allen niet gunstig geweest en gij reikt aan niemand de hand, even
alsof de vrienden en Peters voor niets behoefden te dienen, dan om
een knaap over de Doopvont te houden of aan uwe tafel te eten en
te drinken..,. Ik gevoel iets voor u aan het hart... Maar het is hier
geen plaats om te praten, ik ben hier inde Afspanning thuis, stalt
er uw koeien, aldaar zal ik met u onderhandelen,om het hart, licht
als Leeuwerikken, malkanderen te verstaan. Stemt gij daar in toe,
beste vriend?
Goris verbleekte schrikkelijk, de blijdschap had hem schier
versmacht. Hij vond geen woord om Karei Steenspecht te antwoor
den, alleenlijk drukte hij hem de hand, zoo beduidzaam dat de
koopman in lijnwaad er zich waarlijk geraakt over gevoelde.
Korts daarna zaten de beide vrienden, bij het drinken van eenen
lekkeren borrel, inds fspaaning tc praten; de tijd ging met genoe
gen voorbij. Goris antwoordde op het verwijt dat Karei hem deed;
dat bij hem voorzeker zijnen nood zou hebben geklaagd, hadde hij
zich den verleden vrijdag even als gewoonte naar Aalst begeven, en
zegde nu toch anders geen uitkomst meer te hebben gevonden dan
zijne koeibeesten te verkoopen.
Wijl het tweetal deelnemend zat te praten, begon het reeds laat
te worden, de voormiddag was reeds een goed einde voorbij, en
Steenspecht had reeds verscheide maal zijn verwondering medege
deeld aan zijnen gezel, daar de koopman in paarden toch zoo lang
bleef vertoeven om zijn geld te komen ontvangen, toen deze ein
delijk binnen trad.
De man scheen bijzonder in zijnen schik, hij had zijne andere
paarden voordeelig verkocht, en scheen te vrede.
Karei ontving hem met veel beleefdheid, welke deze wecierkeerig
beantwoordde en vroeg aan den waard pen en inkt om den heer
Steenspecht een behoorlijk k.vijtbriefje te teekenen, en daar deze
reeds het linnen beursje uit den binnenzak zijner jas had getogen
en d= koopsom van zijn paard op de tafel had beginnen te tellen.
Dit was dan welhaast een afgedane zaak, men bleef onderling
een wijl tijds gemeenzaam praten, en daar het reeds middag was
geworden en Karei Steenspecht op voorhand een behoorlijk noen
maal had doen klaar maken, bood hij den paardenkoopman aan,
(Zie tweede bladzijde.^