De Zwarte Aavoiaat
jL
Zondag 8 Augusti 1886
27s<e jaargang
PrijsdeeliDgen.
32
T
GODSDIENST. - VADERLAND. - VRIJHETD
't Werkvolk.
BUREEL, ACHTERSTRAAT.
Gewoone Annoncea 20 centiemen per regel. Annoncen op de Tweede bladzijde
50 centiemen den regel. Berichten onder't Nieuws, i frank den kiemen regel.
HET
LAND
ABONNEMENTS-PRIJS
5 fr. 's jaars, vooraf betaalbaar —Inschrijvingen worden op alle tijdstippen
genomen, rechtstreeks bij ons of door post of briefdragers.
Kg-V.'T AALSTZaturdag 7 Augusti i88f
r in de Bisschoppelijke Collegiën, den 11 augusti.
0t-'v-
Ing't Collegie van Aalst, den 11 angnsti, ten half
negen.
In St Martens Gesticht den 10 Angnsti, ten 9 ure,
op Stads-Schonwbnrg.
Het volgende Bericht is uit dit Gesticht rondgestuurd:
Mijnheer
Ten einde onze Leerlingen te bereiden om met vrucht
de leergangen te volgen van toekomende jaar, zal in het
Gesticht, te beginnen van 1 September, dagelijks van S
tot 11 1/2 ure klas gegeven worden.
De leerlingen der voorbereidende afdeeling zijn ver
plicht, van dien dag af, den leergang bij te wonen.
Aanvaard, Mijnheor, de verzekering van mijne toege-
J. Steyaert, Directeur.
Een allerbeste maatregel; de tijd is kostelijk; men
moet de kinderen van jongsaf in iever en werkzaamheid
opleiden;'t is in de kinderjaren dat er moet geleerd wor
den; en de voortreffelijke maatregel door St Martens-Ge-
sticht genomen, zal veel deugd doen aan de jonge Leer
lingen en door d'achtbare Ouders met dankbaarheid aan-
veerd worden, 't Sint Martens Gesticht kost aan Stad of
Staat geen centiem; en nogtans 't is een onwaardeerbaar
Gesticht; leeren is wel, zekerlijk; maar de geleerdheid en
de wetenschap zonder de braafheid en de deugd, dient
tot meerdere ramp en verderf. De Christelijkheid moet
er zijn; dat is de deugdelijkheid: dat ia de Welvaart voor
Ouders en voor Kinderen. Wat zou er van 't geluk der
Familiën, wat zou er van ons Geliefde Vaderland gewor
den, indien wij overal gqen edelmoedige herten vonden,
dienevens hooge bekwaamheid en ervarende opleiding,
een bijzondere zorgvuldigheid hebben om d'oude gezonde
leerstelsels in de jeugdige zielen te bewaren en te ver
aterken 1
AALST. Een zaak die d'Ouders bijzonderlijk vragen
in dezen tijd, is dat bun Kinders goed 't Vlaamsch zouden
leeren, dat 't Vlaamsch de grondsteen van 't Onaerwijs
zou zijn... Hoe dikwijls hoort men nu niet zeggen Ach,
hoe spijtig dat ik in mijn kinderjaren geen Vlaamsch heb
geleerd!., 't Vlaamsch komt in eere en in recht... Zon
der t Vlaamsch is men niets meer in Vlaamsch-België;
niets dan een belachelijk snjekt.
AALST. DeBondder Bekwaamheids-Kiezers is in
gericht; Zondag 8 Angnsti zal die Bond een uitstap doen
om de Medebroeders van Mijlbeke te gaan bezoeken;
Bijeenkomst ten 5 ure in de katholieke Herbergen aan
de Grooie Markt, 's avonds ten 8 nre, Aftocht met fak
keltoortsen. De EereVoorzitter van den Bond is M. Gee-
raerdts, de Voorzitter M. Baron Felix Bethune, de On
der Voorzitter M. Cel. Gysselinckx, de Sekretaris M.
Victor Renders,
GrootGoed nieuws voor
Aalst.
Ja de pogingen onzer heeren Gekozenen van Ka
mer en Gemeente zijn met den besten uitslag be
kroond.
't Goevernement zal voor deu helft
tusschen komen in de voorgestelde
werken aan Dam en Zwotyen Hoek:
in de nieuwe Loskaaien en in de verbreediDg en
verfraaiing onzer Vaart; in de Brug aan den Zwar
ten Hoek; in de brug aan den iloutmolen, in die
loskaaien aldaar.
Terwijl, ond#r 't geleide van het uitstervende
Verbond, de liberalen in 't Statiekwartier zooveel
nutteloos gekrts en embras maakten,ons Gemeente
bestuur werkte, ons Gemeentebestuur zocht naar
nuttige groote verbeteringen, ons Gemeentebestuur
trachtte door den besten invloed de Medewer
king van 't Gouvernement te hebben en die Mede
werking is bekomen.
Thans is de zaak vereffend en beslist.
In begin van 1887 zullen die groote werken aan
gestoken worden.
't Zal een eeuwige schande zijn voor dien pas-ge
boren maar archi-pretentieuzen Dendergalm, van
ZONDER ONDERZOEK die werken afgekeurd te
hebben, van te hebben durven schrijven, dat ze niet
gestemd waren in 't algemeen belang, maar om
d'ambitie van eenen Heer te voldoen!
Schande op zulke vermetele en lasterende woor
den! Zoo zal elke Aalstenaar spreken, die een hert
heeft voor zijn Gebortestad
Eu omdat wij die werken aanprijzen, gelijk wij
sedert 10 jaren het bouwen tusschen Vaart en Den
der behertigen, omdat wij de Pest der Draaiorgels
bestrijden, die Plaag der Plagen, die rewien der
Familiën, die Oorzaak van huiskrakeelen en tranen,
die bron van dieften en misdaden, daarom schrijft
de Dendergalm, dat wij met Kandidaten-Schepene
en Kandidaten-Burgemeesters vooruitkomen.. Aal-
stenaars, Liberalen wat dunkt u? Wie behertigt
hier 't Gemeenebest en wie speelt hier den nijdigen
treêter en breekspeelder?
Wij werken voor geen Kandidaten, maar zoeken
alleenlijk 't Gemeenebest en de Publieke Welvaart.
Als er iemand sterft of wegens ouderdom zijn ont
slag geeft, zekerlijk, men zal zoeken naar bekwame
en weerdige opvolgers; dat gaat ALSDAN de Katho
lieke Partij aan; maar'tis een misdaad tegen Aalst
en bijzonderijk tegen de Werkende Klas van over
d'Openbare Werken te durven schrijven gelijk de
nieuwe liberale gazet het doet.
L00PENDE NIEUWS. —7. ITde Koning gaat
naar Ostende, alwaar nog veel ander groot volk
zijn Zomerkwartieren houdt. De tijd moeten doo-
den, is dikwijls een lastig werk. Te St Nikolaas
gaat een groote Feest gevierd worieri voor Mr
Louis De Bleyzer uit de Zamanstraat die ÖO jaar
werkt in 't Huis-Van den Broeck.De Provinciale
Raad van Antwerpen heeft voor 43,307 fr. belas
tingen afgeschaft, (3 c. van de patenten en van
grondlasten). Het Hooghuis ligt er; en alles zon-1
der malheuren; Mr Meganck haalt er waarlijk eere
van. 'I Huis en Herberg der weduwe Lenssens blij
ven staan tot de naaste jaar... Schoone werken van
Dam en Zaat, elk zegt dat. 't Is hedeu Zaterdag
dat te Mee helen een« nieuwe W
sens wordt ingehuldigd de Aartsbisschop Mgr
Goessens zal er aanwezig zijn. Tot Iseshek, T is
ongeloofelijk welke goede vruchten de Gespaar-
zaamheid er te wege brengt, de wijze Gespaarzaam-
heid; er zijn daar Gilden gemaakt, gelijk in den
ouden tijd, Christelijke Gilden, onder 't bestier
van Geestelijk en Wereldlijk. Ze spreken dat
een EngelscheMaatschappij teBrusselde elektrische
verlichting zou invoeren. Brussel werkt geweldig
om Volk en Reizigers te krijgen... En den 7 Sep
tember, wat heeft Brussel dan gedaan? M.Royer
De Beir, die t'Aalst in de Kring nog is komen Con
ferentie geven, ligt gevaarlijk ziek t'Antwerpen,
alwaar bij sedert eenige jaren woont. In Juni
wierd e Luik een kind gestolen van de Familie
Faenard; nu is het gevonden te Raeren, Pruisen,
bij reizende mandemakers... De vreugd der Ouders
is onbeschrijfelijk. Er was weêral een Volks
catechismus verschenen, van den lekkeren Defuis-
seaux, de Policie heeft dit oproerstokende schrift
aangeslagen. Z. M. de Konipg heeft dijnsdag een
onderhandelingslee gehad met Burgemeester Buis.
Te ;M$u lebeek, in 't Volksspel naar d'Eieren te
slaan, is een kind van 3 jaar zijn uog uitgeslagen.
Tot Hamburg zijn 8 Socialisten aangehouden in
een hotel van 't Faubourg Pauli en de baas wierd
ook meéaeleid. Z. H. de Paus heefteen giftege
zonden voor den tombola der St-Lukas-School te
Gent. Ze gaan te Gent een Hulde brengen aan
Pastor Claes en Schrijver De Potter wegens hun be
noeming in de Taal-Akademje en t'Aalst wordt door
M. G. DalPape een uitgave begonnen van de schoone
Liederen van Iwein, woorden van den Schrijver Dr
Bauwens, en Muziek van voormelden heer en toon-
kunstuiaül' De Paepe.
Er wordt veel van 't Werkvolk gesproken; 't is een
geluk voor ons Land en misschien de redding, als
't bij geeft ijdele woorden blijft.
't Werkvolk Er is in Aalst nog veel braaf werk
volk, dat met iever arbeidt, tevreden is in zijnen
staat, 's zondags een eerlijk verzet neemt en het Fa
milieleven betracht.
Doch, or komt een slechte soort op, en bijzonder
lijk in de jonge werkende klas is de verwoesting
groot en diep.
Laat ons de waarheid durven bekennen
Als 't jong werkvolk verslecht, als de geest van
Geloof en Huishouden weggeraakt, als men met
rede uitroept:«Wat zal er daarvan geworden! s d at
altemaal geen poerdrooge stof voor 't vuur van Soci-
'alismus en Anarchismus?» als wij zulks moeten be-
kennen, is het grootendeels ons schuld niet
Wat is er hier gedaan, om 't Werkvolk goed en
spaarzaam en achtbaar te houden
De Werkmanswoonsten worden uit de Stad ge^
dreven; dat is een schrikkelijke ellende; dat Volkl
woont daar afgezonderd; het kent de welhebbende
klassen niet meer; het maakt elkaar op, en eens zall
de dag komen, dat dit Volk, zijn Geloof verloren 1
hebbende, met groote troepen en bedreigelijk destad
zal komen ingerukt. y
En ah spreekt van Werkmanshuisjes te bou
wen in de kuip der Stad, de aotwoord is dikwijls:
Wat, ldeltt-huLcen in de Stad laten bouwen I 't Moe-
ten alte n ktl groote schoone huizen zijn!
't l Herbergen vermeerdert schrikkelijk;
me» zegt ^st rond de 1000 gaat bereiken; rond
de oootf ils elk, d'een door d'ander, 5oo fr. per jaarJ
vorkHr» Wi r»r»r» fr. 11'H'hprh^ro'alrf^ vprmn^rHp.
vers00
geven.
der herb
fc 3oc,000 fr.llld'hcrbergckes vermeerde-
Voik kan zijn set luid niet beialen; en met
tï=n~Aun-" moet ucipen. moet
-•t Werfc-Kommlss.': het getal
gen iou moeten verminderen; dat men het
Volk in e deftige vermaken en in den geest van de
SpharzsBi shei moet opleiden.
En wat gebeurt er t'Aalst
Mer: aagt t Volk naar d'herbergskens; men denkt
een groota zaak verricht te hebben, als er veel, JA
VEEL GEDRONKEN IS I Kermis-Aalst heeft
dees jaar al 6 weken geduurd; een brouwer geeft 25
fr. vooruit; de Stad helpt; er zijn Volksspelen en
vermakelijkheden; 't is de Werkende Vrouw en kin
deren uit hun huishouden, van de gezonde wande
ling lokken; 't is brassen en verteeren; 's anderdaags
rollen de bierwagens, en 't Werkvolk draagt zijn
laatste stuksken naar den Berg, en de Winkelier
wacht tevergeefs naar zijn centjes..Men liegt en be-
driegt om alles geborgd te krijgen... Ja, dat is tegen
woordig onze handelwijze 't Werkvolk naar d'her-
bergen jagen
Wat gebeurt er nog
God beware ons van de Waarheid te sparen; nu
meer dan ooit zullen wij vrank en vrij spraken; wij
moeten niet vreezen voor de Kiezingen; als wij kla
gen, het is, omdat M.de Burgemeester van 't Katho
liek bewarend princiep afwijkt; en iedereen weet wsl,
dat een liberaal Bestuur de zaken nog veel zou ver
slechten; hebben wij niet gezien dat de Dendergalm
den neus opsteekt, omdat wij de Draaiorgelderij een
plaag noemen? en diezelfde gazet, in haar Nr van
Zondag, na verklaard te hebben dat het tegen den
Godsdienst niet is,(odienaartsvalschaard)(i)de Den
dergalm roept met vreugd uit, dat het Geloof aan
den Hemel alom aan 't verflauwen is. zoo niet aan
't verdwijnen... Dus, geen Geloofspunten meer I...
Wee, drijmaal wee Aalst, moest het in zulke handen
vallen I
a Als 't kalf verdronken is, wordt de put gevuld,
De liberale gazetten van Antwerpen die 't Werkvolk
naar de verbeestende Draaiorgelkoten hebben ge
jaagd, nu kermen en huilen ze gelijk een blinde die
zijn stok verloren heeftdat er geen Samenleving
mogelijk is I dat men de Draaiorgels moet verbie
den! Nu komt men voor de Werk-kommissiezeggen
dat de Staat over die pest een algemeene Wet zou
moeten maken.
En in Aalst, 't is met droefheid dat wij gedurig op
dezelfde zaak moeten terugkeerenEen groote
oorzaak van 't Bederf der jeugd, van de Volksar-
moede, van de krenking der Huishoudens, dat zijn
de Draaiorgels en de Cafés-Chantants die men licht-
zinniglijk heeft laten opwasten en aangroeien.»
O, denk niet dat er in den Gemeenteraad niet ge-
murmereerd wordtMen zou geen briezei katholiek
bloed moeten in d'aders hebben... Maar 't wordt een
zaak van intrest; en 't geld, dat ongelukkig geld I..
En die rampzalige zwakheid jegens een werk, dat
met eenen reuzenarmzou moeten beteugeld worden!
Eindelijk, na jaren en jaren, er is een Reglement
gekomen; maar 't geeft te veel macht aan den Burge
meester, juist gelijk de Wet van 1884 te veel macht
geeft aan den Koning. D'een toelating verwacht de
andere niet. Artikel 3 zegtHet is op geheel het
grondgebied der Stad verboden verplaatsbare tenten
op te slaan, om er danspartijen of CafésChantants in
te richten.
En wat gebeurt er, d'eerste Kermis die dat Re-\
glement beleeft, men laat op de Kat rechtover de
Stadsjongensschool op stadsgrond een groote tent
zetten, waar 3 geassocieerde bazen een Draaiorgel
brengen en spelen van den morgend tot den avond./
Zekerlijk, 't Werkvolk moet weten dat die nacht-
looperijen een kanker zijn, de Vaders en Moeders
moeten van jongsaf op hun kinders waken, de Va
ders en Moeders moeten van jongsaf hun gezag hand
haven, doch van den anderen kant een Stadsbestuur
moet zijn Volk beschermen on mag nia. toelaten,
dat bijna wekelijks de Volkw >er iu iepen...-
worden gesteld, door die barhf.arr-.hs Draaiorgel., v
't Nieuw Reglement zegt ook dar kinderen ones, de
16 jaar in de danszalen en Cafés-Chantants verboden
zijn, en op't Volksbal der Vischmarkt, op dit volks
bal voor 't welk de Stad heeft doen affichen drukken,
daar krielde het 's nachts van jonge, och God, van
jonge dochters en van jonkheden, die nog Kinderen
zijn.
Wij klagen over 't Werkvolk, maar moeten wij op
ons borst niet kloppen? En als later dit Werkvolk 'ue
last wordt, een plaag en kastijding, zal 't onze schuld
niet zijn
omdat wij dit Werkvolk uit de kuip der stad drij
ven;
omdat wij t'hooveerdig zijn, van nevens ons
schoon woningen een werkmanshuisje te hebben;
omdat er geen Bescherming is tegen 't Volksbederf;
omdat wijdeWerkmans-kwestie niet onderzoeken;
omdat wij, integendeel, vooreen arme kwestie van
geld, voor een schoon-komen-spreken, om 'ne kie
zer te winnen, die ons toch ontsnapt, omdatwij lauw
en krachteloos zitten, tegen het groote middel van
Volksbederf in onze dagen
B5J. - Dramatiek Verhaal uit de verledene eeuw,
t- a.IV"naar 't groot werk van S. VAN DER GUCHT.
12
ffR - - - XII. Veel herten in angst.
gjLaat ons nu Karei volgen, om van hem te vernemen boe onze
arme vriend de Lijnwaadkoopman het mag stellen.
De jonge Karei die niet beter meinde of zijn Vader ging volgen,
was langzaam den Gentschen steenweg opgegaan; eeoige stappen
ver zijnde, zag hij met verwondering dat Jantje zijn exster al klap
wiekende op zijn schouders kwam gevlogen. Dit diende tot leni
ging aijner smart. Aan de hut der kluizenares gekomen, deze zat
volgens gewoonte voor haar deurken bezig met haren Paternoster te
bidden, en bezag met bijzondere deelneming den jongen Karei.
Mij dunkt! mij dunkt, herhaalde de krankzinnige vrouw, dat
ik die wezenstrekken heb gezien, in de stad... ja... maar... jongeling
ik heb gemeend dat ge ziek waart I 't is twee dagen dat ik u niet ge
zien heb?
Veel werk gehad, goede vrouw, en nu moet ik op reis, voor
een droef geval. Mijn Peter is boven Wetteren aangerand; hij ligt
voor dood; ik ga er aanstonds bij en mijn vader zal volgen.
En ge draagt die ekster meê 1
Och, 't is meêgevlogen; maar g'hebt gelijk, vrouw;het zal niet
staan dat ik daar met dien vogel kom. Maar wat kan ik doen? Hij
zal mij toch willen voigen.
De Kluizenares gaf hem den raad den vogel bij haar te laten; dat
zij hem 's avonds zou hebben laten vliegen; Karei jonde haar een
karitaat en verzocht haar aan zijn vader te zeggen, dat hij stillekes
voorop was gegaan. De Kluizenares volgde den jongeling met d'oo-
gen,zoover zij maar kon.
En hij, voortgaan en gedurig omzien; maar wie niet kwam, was
zijn Vader. Misschien is er haastig beletsel geweest, dacht de jon
geling, en zal hij in den namiddag mij bij Pachter Speykers komen
vervoegen.
't Is een droeve baan die men in angst en schrik moet afleggen;
Karei vroeg gedurig: a Hoe zal 't zijn?Zal ik nog in tijdskomen?
In welken toestand zal mijn Peter zich bevinden Die aanranding
moest juist aan hem voorvallen. Misschien ligt hij sprakeloos, mis
schien is hij al dood. En in zijn inbeelding zag Karei aan een
pachthof het strooien kruis voor de deur liggen; hij klopte; men
opende omzichtig; men vroeg: Wat komt gij bier doen Ik ben het
Petekind van M. Steenspecht. De lijnwaadkoopman? hij is ge
passeerd sedert een uur!
'ne Mensch in droefheid stelt hem dikwijls het ergste voor,en pij
nigt zich met zaken die nimmer zullen gebeuren.
Altijd voortgaan, door Wetteren langs Kwatrecht,gevraagd
waar Pachter Spijkers woont, te rechte gekomen, geklopt,
ingelaten, zich aldaar doen kennen, wel ontfaugen, op oude
Vlaamsche manier, hartelijk. zich aangebeden als ziekenoppas
ser en aanstonds in bediening gekomen.
De lijnwaadkoopman lag nog altijd buiten kennis.
Een uur te voren had M. de Pastoor van Wetteren hem van zijn
H. Rechten komen bedienen;
Want er was groot gevaar van sterver
Gevaat van sterven;
0 Goris, Goris, wat zal er van 11 geworden, als de Gentenaar
sterft, zonder zijn moordenaar te hebbc r k innen roemen? Die geld
beugel in uw bezitl Daagsnade aanranding! als gij ingrooten nood
waart! Karei, die te Wetteren gezegd heelt aan deurwaarder Snak
kers, dat hij u niet kon en niet wilde helpen En gij die eensklaps
zijn geld hebt, zijn geld en zijnen geldbeugel, gij die uw schuld en
al de kroosen en onkosten betaalt I Goris, Goris, de Schout en de
Onderschout van Aalst beschermen u maar als Karei Steen-
specht sterft, zullea zij u, door al die vei g.etterende bewijzen, niet
moeten aanhouden en veroordeelen?
Het hert van den jongeling klopte onstuimig als hij bij den zieke
wierd gebracht; de zieke lag in de grooie kamer van't pachthof;
want de echtgenoten Speykers en hun eenig kind Lucia waren lief
dadige en teêrhertige Personen: geen pracht op die kamer, maar
alles properen geriefelijk geschikt: op deschouw een gebeeldhouwd
Christusbeeld; aan de witgekalkte muren eenige gekleurde prenten
met bruine lijsten, verbeeldende 't Leven der H. Genoveva; een
groot bed in eiken hout, met rood geperkte gordijnen; en de brave
Christelijke dochter Lucia die den ziek: appaste, alsof het haar ei
gen Vader geweest ware.
Hij lag daar, de brave Gentenaar, uitgeput van bloedverlies, zon
der taal of teeken, zonder 'ne vinger te verroeren.
Karei naderde en zilte tranen leken ap zijn wangen zonder
schier te weten wat hij deed, naderde hij en boog zich over het hoofd
van zijnen gemartelden weldoener, om hem het voorhoofd te zoe
nen, doch met schrik trok hij zich achteruit; dit voorhoofd was ijs
koud en hij riep uitDooddood I cc a v 0:1 God
Neen, niet dood, zoo klonk een vree aide stem, niet dood, maar
toch in groot gevaar.
Karei zag om; een bejaarde heer stond aan 't ledikant; 't was de
Geneesheer: M. Docteur, vroeg dc Pachter, hebt gij nog eenige
hoop
Zeer weinig, Pachter, zeer weinig; echter is de lichaamsgestel-
tenis van den man zeer kloek en struisch.
zorg.
Och, Mr, Mr, sprak Karei, wee^cek
niet ontbreken; die brave menscben st
blijven en ik zal hier dag en nacht bij m-j
De Geneesheer had medelijden met 1
antwoorddeniet, doch bezag den lij
Misschien, met veel
de goede zorg zal hem
mij immers toe hier te
1 goeden Peter blijven,
jongen; de Geneesheer
op sene wijze, die scheen
te zeggen.dat er volgens hem zeer wcini J hoop overbleef, en schreef
de noodige medikamenten voor.
't Wierd avond, 't wierd nacht; geen veiandering in den toestand.
Men wachtte met angstde komst af van den Docteur. Deze scheen
verwonderd den zieke nog levend te vinderhij had een in wen
dige bloedloop gevreesd; deze bloedloop scheen bijna onvermijde
lijk; doch hij had geen plaats gehad en nu was er ernstige hoop op
redding, mits,zegde de oude Geneesheer, mits uiterst voorzichtig te
zijn en den lijder alle hoegenaamde aandoeningen te sparen.
Men leefde dus op hoop, en de brave Landbouwers-Familie begon
in den gekwetste zooveel belang te stellen als de jongeling Karei.
De tweede nacht ging rustig voorbij gelijk de eerste; de lijnwaad
koopman bleef liggen, zonder taal of teeken te geven, doch zijn we
zen was bleeker geworden, hetgeen een goed teeken was. De jonge
Karei was van zijn bed niet af te trekken; stipt op de gestelde oo-
genblik gaf hij de geneesmiddelen en gedurig bad hij God en zijn
Heilige Moeder opdat zijn Peter toch de genezing zou bekomen.
In den namiddag kreeg Pachter Speykers 't bezoek van 'ne vent
welken wij reeds kennen; deurwaarder Snakkers kwam met zijn
grijnzend wezen naar den toestand van M. Steenspecht vernemen,
en hoorende dat de jonge Karei daar was, en dat men Goris Versche
pen verwachtte, gaf zijne venijnige tong te kennen: dat Goris niet
komen zou, vermits hij het grondgebied der stad Aalst niet mocht
verlaten, omrede dal er zware vermoedens waren, alsof hij zelve de
aanrander en moordenaar ware geweest. Er zijn bewijzen van,zegde
de kwaadspreker, ik die u spreek, heb iu zijn huis den geldbeugel
gezien, welken M. Steenspecht daags te voren te Wetteren aan zijn
lichaam droeg.
Pachter Speykers wierd nu radeloos; zou hij dien goeden zieken
oppasser moeten verdenken?... Neen! op zijn wezen stonden braaf
heid en eerlijkheid te lezen! Maar toch, die woorden van den Deur
waarder! Wat gedaan! wat gedaanDe Landsman wist niet wel
ken Heilgen aanroepen, toen er een cheese aan zijn pachthof bleef
staan; drij heeren stapten eruit: het was de Onderschout van Aalst
met zijnen Sekretaris en eenen We.sdoktor; ze maakten ztch beleef
delijk bekend en zegden dat zij een onderzoek kwamen doen; zij
bestatigden den toestand van M. Steenspecht, onderhoorden de per
sonen die er eerst bij geweest waren, en dankten den Pachter voor
zijn liefderijke verzorging.
Toen zij gereed stonden, om in de chees te stappen, had pachter
Speykers een gedacht;en het schielijk willende uitvoeren, wenkte hij
M. den Onderschout op zij en deelde hem meê, wat deurwaarder
Snakkers hem had gezegd. Snakkers is een babbelaar, sprak de Ma
gistraat; van alles wat hij komt te zeggen, is niets stellig; baas Goris
wordt niet verdacht; alleenlijk heeft de Burgemeester hem aangera
den de stad niet te verlaten, vooraleer de zaak zou opgeklaard zijn.
En de jongeling,vroeg Speykers,zou ik hem hier houden?Ze
kerlijk, waarom niet? 't Geval van den geldbeugel schijnt aardig;
doch niemand heeft in Aalst eenig vermoeden tegen baas Goris, en
laat ons hopen, dat M. Steenspecht zal kunnen spreken en den aan
rander bekend maken.
Daarmeê was de Onderschout met zijn gezelschap vertrokken....
Pachter Speykers was ganschgerust gesteld en vermits de jongeling
in grooten angst verkeerde wegens zijne Pleegouders, zoo besloot
hij zelve zich naar Aalst-Schaarbeke te begeven, om die menschen
van alles te onderrichten en om Karei te berichten hoe baas Goris
en zijne brave vrouw het stelden. ft Vervolgt.)