I
GENT:
ALST.
I M E D A R
t
Zondag 2 Februari 1890
31st9 Jaargang.
GODSDIENST. -- VADERLAND. -- VRIJHEID
STILLEMAN S
De Loting.
het Bombardement van Orussel.
ANTONÏUS
s ë'Z SÏ?
BUREEL, ACHTERSTRAAT,
Seirone Anaraeen20 c.ntiemeri por r.gel. Amoncen op d« twe.d. kladiijde
60 ■•ntiam.n dsn rogsl. Berichten onder 't Nienwe, 1 frank dsn kleinsn regel.
HET LAND
ABONNEMENTS-PRIJS.
5 Fr. 's jaar», Tooraf betaalbaar. Inschrijvingen wordan op alle t\jdstipptn das jaart
genomen, rechtstreeks bij ons of door Post of Briefdragers.
ÏAN AELST
AALST, i FEBRUARI 1S90.
door de barmhartigheid Gods en de genade van den
H. Apostolieken Stoel
BENOEMDE BISSCHOP VAN GENT.
Aan de Geestelijkheid en Geloovigen van ons Bisdom, zalig
heid en zegen in Onzen Heer Jezus Kristus.
Zeer Lieve Broeders.
Toen ik, zes maanden geleden, bij het schielijk over-
lijden van Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid den wel
beminden Henricus-Carolüs-Camillus,Lambrechtde pijn
lijke taak op mij nam eene stem le geven aan de gevoe-
jleiis van dankbaren rouw die uwe harten vervulden voor
den jeugdigen en heiligen martelaar der herderlijke
plicht, was ik verre van te voorzien dat een grootere last
mij wachtte, en dat ik welhaast zijne bischoppelijke wer-
ken niet alleen zou te loven en te zegenen hebben, maar
het mij ging opgelegd worden die over te nemen en
voort te zetten.
Ik ben, Z. B. Diocesanen, Godlof, niet verblind ge-
noeg over mijne persoonlijke ontoereikendheid, om van
den mij opgelegden last niette schromen. De belangrijk
heid van het uitgestrekte en volkrijke bisdom dat mij te
besturen staat, de verantwoordelijkheid bij God voor het
1 tot verspreinding-in den vreemde van het heilzaam licht
van het geloof.
Gij, Z. B. D., herinnert u dien man en die werken in
j kalme en zegenende dankbaarheidbij mij is dit zoet ge-
j voel vermengd met het strenge gedacht der verplichting
die op mij weegt, mij niet te veel onwaardig te toonen
van die groote en heilige voorgangers en van zooveel an-
dere die sedert drie eeuwen den bisschoppelijke Stoel van
Gent vereerd en opgeluisterd hebben voor God en voor de
I menschen.
Nochtans, God zij dank, geene billijke vrees alleen
maar ook versterkende aanmoediging boezemen Ons die
doorluchtige voorgangers in. Hun voorbeeld zal Ons een
licht zijn en eene kracht. Het oog op hen gevestigd zullen
Wij zien wat Wij God en u, B. D., schuldig zijn hoe
Wij aan God en aan u Ons uit gansciier herten moeten j
slachtofferen en hoe Wij moeilijkheden en des noods ge-
i varen moeten verachten, als het de eer van God of uw
welzijn vepeischt.
En hoeveel andere beweegredens hebben Wij niet om
den zwaren last, welke de Zaligmaker Ons door zijnen
plaatsvervanger den Paus van Rome oplegt, niettegen
staande Onze krankheid en onwaardigheid, min angstig te
gemoet te zien en op te nemen Hebben de geloovigen
die het bisdom van Gent uitmaken, sedert den eersten
temisse, de lofzang Vent creator gezongen worden, met het ge
bed Deus, qui cordafideleum. Onder het Lof, in plaats van de
gebeden die de Z. E. Heer Vikaris-kapitularis heeft voorge
schreven en die buiten de drie voornoemde zondagen moeten
blijven gedaan worden, zal men de litanie van O. L. Vrouw
zingen.
2. Te beginnen met den eersten der aangeduidde zondagen
zullen de°Priesters gedurende drie weken, in de misse het ge
bed, secrete en postkommunie de Spiritn sancto voegen, salvis
subnetszonder daarom de bestaande imperata pro Papa achter
te laten.
3. Wij verzoeken al de leden der geestelijke gemeenten van
het bisdom, in de week Onzer wijding twee kommuniën op te
dragen en eenmaal den heiligen Rozenkrans te bidden te On
zer intentie.
En zal deze Bevelbrief afgelezen worden op den predikstoel
op zondag, 26 Januari 1890.
Gegeven te Gent, onder Ons handteeken. Onzen zegel en
hc tudtoeken van Onzen Sekretaris, den 23 Januari 1890.
t ANTONIUS,
Benoemde Bisschop van Gent.
Op bevel van Zijne Hc ogwaardigheid den Bisschop.
J.-B. LAVAUT. Kan.-Sekr.
vol Volk; elk was bewogen door de treffende Ceremoniën;
^PP^Plïik Vn tiirlpliik «rplnk van z8o veel duizenden ze- net geiooi onuerscneiueu t mj wat vunv net a een 4otal Socialisten, waaronder verschelde Vrou-
geestelijk en tijdelijk geluk ian zoo veei uuizenueri ge geyoel levendigerWaai. ajn (je zeden meer door- 1 we0| 'ja verscheiSe vrouwen zijn, tot drijmaal toe, in de kerk
novicen 11 drongen van de krislene waarheid 1 Wllllt' is er nog een l komen schabaweling en schandaal maken, roepende en grol-
Vlaanderen voor wat de onwrikbare getrouwheid betreft lende tegen de Ceremoniën, tegen den Bisschop, omdat hij van t die Majesteiten goddeloozc wetten eeleekend te krijgen
aan de H. Kerk, aan den Heiligen Vader I Waan is meer Burgers-afkomste is!!! Dat noemen ze Sociahsmns tn ons 8 -
verkleefdheid, 'milddadigheid, zelfopoffering alle St Pie.ers-
kristenc werken en belangen? Wat bodem op a..ïde Penning; veel Volk, alhoewel het een helsch weêr was; smoor
dag dat het licht van het Evangelie hen bestraald heeft,
zich niet onder alle volkeren door hunne getrouwheid aan
het geloof onderscheiden Bij wal volk is het godsdien-
loovigen, mij door Onzen Heiligen Vader toevertrouwd
de lange reeks der uitmuntende mannen die vóór mij den
bisschoppelijken Stoel van Gent beklommen, zijn mij te
wel bekend om mij, bij het aanvaarden van het hooge
herderlijk ambt, geene vrees in te boezemen.
Hoe zou ik het aanvangen, B. D., om waardig de voet
stappen te volgen van den beminnenswaardigen kerk
voogd wiens trekken nog zoo levendig in onze geheugens
en in onze harten zijn geprent, die zijne jeugdige krach
ten zoo grootmoedig voor ons heeft uitgeput, dien wij
vallen zagen op den akker welken hij voor ons heil met
zijn edel zweet besproeide, en bij wiens dood ons nog
ongetrooste Vlaanderen getoond heeft, wat schatten van
kristelijke dankbaarheid onze edele Vlaarasche landaard
nog steeds in de harten blijft bewaren
Slechts één jaar helaas, hebben wij liet geluk gehad
hem te bezittenmaar op dit enkel jaar, wat verbazend
ffetal van belangrijke werken En toen ik bij zijnen droe-
fen maar plechügin lijkdienst vroeg kan de krachtige
spreuk van den H. Geest «in een kort leven heeft hij het M oêderwn^,
werk van veel tijden afgehW» beter dan aan onzen be- Aan aen aus™n uu-u
minden kerkvoogd wordenjtoegepast drukte ik, niet
waar, Z. B. D., Se algemene overtuiging uit van gansch
Maandag en Dijstendag,
Groote Plechtige Dagen ge
weest
Maandag, de Wijding van
den Bisschop; niet door den Kardinaal-Aartsbisschop gelijk
aangekondigd was; Zijn Eminentie ziekelijk zijnde, wierd ver
vangen door den Pauzelijken Nuntius; al de Bisschoppen
van Belgenland waren aanwezig; St Baafs was proppende
Woensdag is 't voor Aalst die Dag van Wee, van Wan
hoop en van Schande
In een vrij onzijdig Landeken, zulke Slavernij
De I-»ting, door 't Volk met recht en rede genoemd
De Bloedwet, niets deugt van al dat er aan of om
trent is...
Maanden te voren, Droefheid en Angst in d'Huisgezin-
nen; 't is alsof de zeissen der Dood boven 't hoofd hing;
In Egypte, die oude slavernij, waren enkel d'eerstgebo-
renen veroordeeld; hier is 't den helft van 't jong mansge
slacht.
Wie zal de afschuwelijkheid beschrijven van den dag
der Loting Weenen, verwenschei», vervloeken, verma
ledijden
Angst, hartklopping, tortuur, wanhoop, slordige Dron
kenschap
Ouders van Belgenland, ge zijt bitter te beklagen
Is 't daarvoor dat gij uw zoons opbrengt om in die slechte
en helsche kaserns gesteken te worden, niet als vrije man
nen, maar als echte slaven!
De Dag der Loting is een dag van Triomf voor d'Helle;
dan lekken de Duivels hun vingers en hun duimen af; dan
trekken zij veel jonkheden in hun netten; dan rekenen zij
uit, welk batig profijt zij uit die kaserns gaan hebben.
Menschen, ziet ge niet, dat al die verzwaringen van
Bloedwet regelrecht uit de Logie komen Mr Woeste
heeft het geschreven in een groot boekwerk: hoe de Logie
den drift en den lust der Koningen te baat neemt,om van
draagt talrijkere en grootschere bewijzen van godsdienst gelijkte Londen, nadien regenen, oprecht Influenza-weer, dat
on Hotflnrlirrhoifl 2 Wnnr 71'in He dienaars des Hecren ie- elk liep om onder een dak te zijn.... Op die Vergadering heeft
het 'dankbare Vlaanderen.
Toen de zooveel belovende Mgr Lam brecht on,<= zoo
vroegtijdig en onverwacht ontrukt werd, had pas het
graf zich gesloten op de kostbare overblijfsels van zijnen
"oorluchtigen voorzaat Mgr Biucq. In den naam ues Ilee-
vpn. die heilige m?.n Li üijxie h mirtue diocesanen ge
komen, om over hen al de schatten van zijnen zoo rijk
begaafden geest en van zijn edelmoedig hert uit te storten. j
Streng voor zich zeiven, des te milddadiger voor ons, j
zijne kinderen, had hij ons, gedurende meer dan twintig
jaren, alles ten beste gegeven; en toen hij, door den her
derlijken arbeid uitgeput, rijk aan jaren en verdiensten,
den eeuwigen loon ging ontvangen, verloren wij allen,
maar meest nog de armen, de weezen, de noodlijdenden
van alle slag, in den heiligen en den geëerbiedigden grij-
zaard, den besten der vaderen.
Velen van u, Z. B. D.. herinneren zich zooals ik, den
grooten bisschop Ludovicus-Josephus Delebecque. Het be-
stuur des bisdoms in handen nemende, had Mgr Bracq,
die zijne lijkrede had uitgesproken, zijnen lof vernieuwd
in zijnen eersten herderlijken brief. Hij toonde wat me
nigvuldige en groote inrichtingen Mgr Delebecque in lie
leven had geroepenwat al gestichten van onderwijs en
liefdadigheid hij had verwekt wat al uitmuntende genoot-
schappen ingesteld, wat al tempels gebouwd, wat al wer- j
ken ingevoerd tot onderstand, beschaving, verzedelijking
van het volk, tot bloei van den godsdienst binnen het bis- j
dom, tot kinderlijke behulpzaamheid voor den II. Vader,
en liefdadigheid Waar zijn de dienaars des Hecren ie-
veriger, en waar worden zij meer bemind en aanhoord
Oh die dienaars des Heeren ook vermeederen Ons
betrouwen. Wij kennen hen; de vreugd van Ons leven is
geweest, ze te helpen opleiden en vormen Wij weten
wat iever en deugd hen bezielen, en hoe zij bereid zijn
Ons in al Onze pogingen voor het geluk onzer beminde
diocesanen bij te staan.
Nevens Onze priesters, zien Wij andere duurbare me
dehelpers in de kloosterlingen, die met Ons zullen samen
werken, en al lmnne krachten met de Onze zullen veree
nigen om het gemeene doel, de glorie van God en de za-
op u steunen
de, priesters des HeerenJ die aan Onze zijn i arbeidtv-?v
trouwende op de gebedëp der talrijk r Soostt-rling'
beide geslachten, en op,hunne kr- hi-, m;
tot al wat goed ,is; vertrouwende op de
edëlihoedige hulp van zó^el uimiuntej
wereld,, die de heil-ome V- kt. wee'
-»»j rfpiïn >>l',r-ion; en v e'ïmt
bijsta
ren lr
en terzei ver tijd door de kaserns en door 't gedwongen
soldaten-leven de Volkeren ongeloovig en zedeloos te
maken.
Als wij 20 jaren achteruitgaan in België, wat zien wij
De liberalen, de magons krijgen alles geteekend, seffens,
aanstonds; de Katholieke Ministeriën bekomen schier niets.
Is 't niet gelijk Mr Woeste schrijft
M. Verspeyen krachtig en schoon gesproken; voor Paus en
Kerk; voor Recht en Waarheid, voor Eerlijkheid en voor
Liefdadigheid; als hij den grooten manhaftigen Volksvriend
Bisschop Lambrecht herinnerde, zijn groote werkingen, zijnen
hemelschen dri/t voor de Volkeren, dan was de beweging al
gemeen en 't is afgesjoerd, d'oogen der Bisschoppen schoten
vol tranen... O zoo wel als 't Volk, ze zagen den jongen Bis
schop toch zoo geerne!.. Na M. Verspeyen hebben gesproken j
Bisschop Stillemans, om elk te danken en moed te geven,
Z. E. den Pauzelijken Nuntius en den Bisschop van Luik. die I u
zich bijzonderlijk tot de Jonkheid richtte, opdat zij haren j (J'han^ladïli om 't. Volk te verlossen 't Werkvolk pn
geestdrift en hare edelmoedigheid aan de goede werken voor 1IldIlu Ut ,uei.' om 1 vu' W veiiOSSen, weiMOlhen
Kerk en Volk zou opofferen.?.. llun eigen kinderen; want de Bloedwet grimt ons toe
I Heden zij en morgen gij;
7""" Heden de zoons der werklieden, der klein Burgers en
Nieuws! nieuwsLandbouwers; Morgen den Persoonlijken Dienst en uw
en voor goprjs ook in de kasern en naar de slachvelder»
Wat zal de Geschiedenis zeggen van de Belgen die nu
leven
Dat zij in veel gewichtige zaken weinig wilskracht en
moed bebben getoond
Dat de katholieke Kiezers die nu leven, de middelen bij
voer de Stad en voor
de Dekenij! 't was stil
gehouden als een Tes-
jijnsdag te Gent. <f Ta; ns en .Kanunnikken verzeker-
bet etn Geestelijke. geweekt zijn «tad van
tge mannen, Pesse irsten die n^ets ze
er van zijn. zoo alsof zwar
woorden: eer -
Wij hebben de macht en wij gebruiken ze niet;
Wij hebben aanvoerders en wij volgen ze niet
Onze
nen te zegcen
po- ofw'
Hifi :0e<;
'nze bo j, en .vönien Wij tot i
om alles y at Wij zijn en kunnen voor uw tijdelijk eeu
wig geluk. op te olleren.
Leve Jezus! de groote Weldoener èn Zaligmaker van
het mensclidom Leve Jesus mijn voorbeeld, ópoai ik u
als Hij beminne en als Hij voor li' mij slachtoffere i Leve
Jesus in uwe herten, de goeden heiliger makende, de
lauwen vuriger, en de arme zondaars brengende tot den
vrede met God en de rust des herten Leve Jesus en
make zijn geest uwe huisgezinnen gelukkig Leve Jesus!
en dat zijne leering van gerechtigheid en liefde alle stan
den der maatschappij verlichte en geleide Leve Jesus
en vrede zal er heerschen op aarde, geluk in den tijd en
in de eeuwigheid.
Om over Onze wijding, die plaats zal hebben den 27
dezer, en over geheel onze bisschoppelijke bediening den
zegen en de bescherming des Hemels te bekomen, begee-
ren Wij vurig dat er in gansch het bisdom openbare ge
beden geschieden.
Daarom bevelen Wij alsvolgt
i. De drie zondagen na het ontvangen van dezen brief, zal
er. in Onze kathedrale kerk vóór de Koormisse, en in al de
andere kerken des bisdoms, vóór de parochiale of de gemeen-
- -
Vtj*J voorgesteld
11c JK '•'n- l,,f tevoeren, zoo voordeelig
aan de Welvaart en aan mA rijheid van 't Land
Onze Aanvoerders daX >,ijn de Mannen van 'f'Vrijwilli-
■ie Bnrr.is en de Burger'^0'''1
,ot komen o; stra:.' ^oi naar ae Utol
ét o nSLis .e jtveik, ze zien daar den f. suisse staan, in zïjU
ahaftige houding; men verwacht den nieuwen Mr den Dfe-
r .- 'ie is t' wie is 't? wie gaat ons Kerk bestieren en de
St Martens-Parochie van 17,000 zielen, en die groote Deke- gers-Leger uit Antwerpen,
jiij? Wie?... Nooi. was de krieusheid grooter. lang had het j
gewacht, natuurlijk, omredewil Aalst geen Vlassenbroeck is, n onn;„Q T
maar een hoogst gewichtige plaats, de derde en misschien de eeniöe JarGH, T LAND van AELST Schreef geweldige
tweede stad van't Bisdom; Drtikplc fpo-pn rlio vanmoInrti'LLi» ni1
En wie is benoemd als Pastór-Dekenl
De E. H. RAEMDONCK, die al 22 jaren te St Nikolaas
staat, alwaar hij thans is Leeraar van Wijsbegeerte en Ge
schiedenis in 't Klein Seminarie; E. H. RAEMDONCK. ge
boren te Temsche den i3 Mei 1843; 'ne Priester in den fleur
van zijn leven; hij is hier maandag achternoen geweest, in de
Kerk, inde Dekenij, bij de BorgerlijkeOverheden, bij d'Hee
ren van den Kerkraad, in 't Collcgie. enz. enz. Toen M. den
Deken Raemdonck weg was, riep de Suisse aan 't Volk; Men
schen. d'Inhaling en d'Instelling, zondag en 8 dagen onge
twijfeld!.... En 't en kan bijna niet anders; want den zondag
nadien is 't Vastenavond; en in den Vasten zijn de Kerkelijke
Plechtigheden verboden; en Aalst, dat sedert 4ojaren geenen
M. den Deken heeft ingehaald, zal nu ongetwijfeld niet willen
ten achteren blijven, vermits, nademaal terzelver tijde Bis
schop Stillemans hier zijn Imxede zal doen....
Zondag zal 't Land van Aalst zijnen Welkom aanbieden
artikels tegen die vermaledijdde Bloedwet. Een'Volksver
tegenwoordiger uit ons Arrondissement -zegde Maar
't Land valt uit, maar wat zal 't Land in de piaats geven
'1 is gemakkelijk tegen iets uivallen! Wij stuurden aan
dien iirer de Plans van Antwerpen, 0111 een Vrij Lc"er te
maken en namate de Vrijwilligers komen, dn Slavernij te
verminderen; wij zouden de stukken aan dien heer Volks
vertegenwoordiger en tot nu toe hebben wij geen ant-
woord ontvangen.
W ij kunnen gered zijn. als wij ons willen een krachtio-e
en ware Volksvertegenwoordiging aanschaffen.
O kt CC O O O O I
JO OMOCOI-
-1 O O t< O O 'A
a
<v
O B
00 O fcfl
- o <u s-
.g-j}' c c
Jpg-Jpl
m 5 n
o
"O^"® 1
o
c - o a
-5-si
P •-
1 "o
o <D
5
o ai S
'Ojntc wsCoos?
o
O
O -öS
occzq j- om
O -r! B O O
a CC wOQ-O
H
I
J-t-OOCO-r-OT-O»—-
-70^ "tS
-2 4?
OF
Dramatische Geschiedenis uit de voorgaande eeuw, door S. Van der Gucht.
XII. BESTOLEN"! DOOR WIE
Lisebeth hoorde dus een groote schreeuw en liep naar Luiten. 1
Zij zag haren man bleek als de dood, bevende als een riet en met
de hand toonende eenen gedolven put onder de bank.
Lisebeth! onzen ponk-!... ons geldons geldons geld
Welnu, Jasparke lief, wat is 't
GestolenGestolen gestolen tot de laatste duitLise-
beth Moord en brand We zijn geruineerd Laat mij door!
ik loop de wereld uit Mijnen ponk van 500 gulden
En mijn honderd en 6 kroonstukken
Alles weg alles weg
En Lisebeth naderde de bank en Lisebeth zag den putEn 1
Lisebeth zag dat de ponk or niet meer was en zij ook begon lucht 1
te geven aan hare wanhoop, en man en vrouw vielen neer op de
zelfde bank, waar zij eergisteren zulk zoet gedroom van fortuin en
van rijkdom hadden en man en vrouw begonnen te mijmeren en
te zuchten, totdat eindelijk een zilte tranenvloed hun hert ont
lastte en dat Jaspar uitriep in woede en gramschap:
Lisebeth den dief! den dief! wij moeten hem kennen
Ja man, maar wie is 't
Die ons dien valschen brief geschreven heeft, is de dief
En wie heeft hem geschreven
Dat zullen wij achterhalen; van nu af ga ik rond en ik zal
den bode wel vinden, die ons den brief beeft gebracht; en eens
dien bode aan d'hand, hij moet ons noemen wie hem gezonden
nen rijken menonkel dood was
Wij gaan naar Gent; wij komen terug,... al ons geld is ge
stolen, dat verborgen lag in onzen hof, onder de bank Peerken
den Baardscheerder troostte de Echtelingen zooveel mogelijk, zeg
de dat hij alles zou aanbrengen wat hij zou hooren, en als hij weg
was begon Lisebeth ook vee! goei redens af te geven; die vrouwen
bosch waarvan hij het minste boschje en wegeltje van jongsaf
kende.
Al gaande maakte hij zijn plan. Recht naar 't huis van Jaspar
Verkeulen zou hij gaan en daar trachten uit te hooren wat Robi-
neau daar kwam doen...
Van tijd tot tijd sprong een haas of eeu wild konijn uit de hees-
i- Tv----- 0j- iiuuo ui ecu vviiu ivuiiiju nu, uo uees-
zijn in lastige omstandigheden veel moediger en geduldiger dan ters, doch Jan Onversaagd liet springen wat sprong en loopen wat
de mans; we zijn toch gezond, zeide zij; wij kunnen voort met liep. lk zal, zegde hij in zijn eigen, den schelm ontmaskeren;
I ÜfD
sp-p
a So o eg o
i -yT Vv O o O 'B-
ons werk; hetgene |ij alleen gespaard hebt, kunnen wij te samen
weêr bijeengaren... t Is een droef geval, doch wat is er aan te
doen Met honderde menschen zijn nog veel slechter dan wij....
Hoevelen die zonder broodwinning zijn, ziek of zuchtig En het
bezonderste, Jaspar mijnen rijken menonkel, g'hebt wel gezien
hoewel hij ons onlfangen heeft Vroeg of laat moeten wij daar
toch alles erven Hij zal toch niet eenwig blijven leven Jaspar
antwoordde niet, doch hij gevoelde dat zijn vrouw de waarheid
sprak, echter zuchtte hij nog bitter, vooraleer te bedaren.
Maar zijn woord en zijn gedacht bleef altijd Wie heeft onzen
ponk gestolen
Drij dagen nadat de twee hoofdmans der wildstroopers Jan On
versaagd en Sterken Dries in den naam van al de geburen, bij M.
Morus Van Biesbal te raden waren geweest, zat Jan Onversaagd in
zijne hut in diepdenkende gedachien hegraven. De roof van hun
wild lag hem nog loodzwaar op het hart en hij ook vroeg Wie
1 mag ons kostbaar wild gestolen hebben Wie bedreigt ons brood-
winning
Jan was een slimme kerel, en al zoekende naar schurken die in
staat waren arme lieden te bestelen, dacht het hem aardig dat hij,
van Vleckem terugkeerende, Robineau uit de woonst van Jaspar
Verkeulen had zien komen. Jaspar, zegde hij, is braaf, maar leep
en geldzuchtig, daarbij nogal eenvoudig... Wie weet wie weet
of ja... Indien Robineau eens ons wild gestolen had! Jaspar woont
dicht bij dc heirbaan en Robineau is schelm genoeg om Jaspar
had, of zijn hert haal ik hem uit zijn lijfMaar ondertusschen,
ons geld ons geld ons geld i wijs te maken dat hij hem een eerlijken dienst bewijst, met dit
En Jaspar begon weêr in zijn zwarte wanhoop te vallen, toen er wijd op den Postwagen te leggen
2 o
£3 c
is i
j O K o 1
ij=i -O
o .2 :S'o
H C Z H C-
op de voordeur wierd geklopt
't Was Pierke Giepers den baardscheerder der Parochie Ha,
Jaspar en gezelschap ge zijt eindelijk thuis... 'k Ben hier dezen
morgend geweest en nu kom ik u scheeren. Ja scheerensche
ren f Wat is er Jaspar Toch geen ongeluk gebeurd Dat tk
mij niet laat scheeren... Kom morgen terug en als ik nog leef, wij
zullen zien Als gij nog leeft Zijt ge dan van zin u kapot te
maken! Peerke Giepers, een Christen mensch bedrijft geen
zelfsmoord, dat weet gij, maar is 't niet om disparaat te worden
als ge dat peist!We gaan gisteren naar Gent..,
Geroepen, zei Lisebeth door eenen valschen brief, dat mij-
Jan Onversaagd, of om zijn echte naam te zeggen Jan Spellaert,
bleef nog oen oogenblik dubbende zitten; dan stond hij schielijk
rechtIs dit waar of niet riep hij; daarvan wil ik mij overtuigen,
niet langer als vandaag En zijn pijpje ontstoken hebbende en zijn
jachtgeweer genomen
Trien, zegde hij aan zijn vrouw die bezig was met spinnen....
Trien keek op Trien Ik ga uit op verkenninh; kom ik dezen
nacht thuis, 't is wel; blijf ik uit, ge moet niet ongerust zijn over
uwen Jan... 'n Avond
Daarmcê schuifelde hij zijnen hond en was weg.
Stilzwijgend stapte hij op in de halve duisternissen, door het
wie weet of hij niet aan 't hoofd eener bende is!..
Hij klopte aan 't huis van Jaspar en meinde binnen te gaan met
de woorden Is er geen beletmaar reeds was de deur in het
nachtslot en geen licht in huis te zien
Kijk, zegde hij in zijn eigen, reeds slapen Wij zullen eens
gaan^ zien bij zijnen gebuur den wever; daar was men nog vinnig
aan t rikketikketakke; Jan sloop binnen en vernam er dat Jaspar
Verkeulen met zijn vrouw Lisebeth naar Gent waren en maar des
anderdaags zouden terugkeeren.'t Is voor familiezaken, sprak
de wever, en wie weet of ze nog niet langer wegblijven... Zet u
neêr en klapt een uur of twee... We zullen een pijp rooken, want
't is tijd dat ik uitscheê van weven
Zoo gezegd zoo gedaan; men rookte, men klapte van de jonge
jaren, als men samen naar de Kermissen ging, van 't wild en van
t weèr, van den manken Kasteelheer, die groote Volksvriend en
van de schuwe en slechte tijden. Meer dan een kwinkslag kwam er
tusschen, want de Vlaming komt uit voor de leute en voor de
klucht en voor de scherts, zoodat het zeer laat was als Jan Onver
saagd het huis van den wever verliet...
Waar nu gegaan? vroeg Jan aan zijn eigen... Maar zijn ver
stand bleef stom en hij trok op Gods genade stillekes voort, langs
achter den hof van Jaspar Verkeulen, welken afgesloten was door
een Spaansche haag en met een poortje van achter...
Zoo met zijnen hond achter de hielen onder half stap voort
gaande, bleef de wildstrooper eensklaps boomstil staan en trok de
haan over van zijn geweer
Wat zag hij
't Poortje gingopen.
En wie komt er uit
Niemand anders dan Robineau, de gewezen kapitein der Dra
gonders
Robineau
Laat ons scherp zien, zei Jan Onv^aagd in zijn eigen, wat
draagt hij daar Eenen leeren reiszak, zeer zwaar, hij heeft er al
zijn vracht aan,... Geen twijfel moer.hij maakt van Jaspar zijn
huis een bergplaats Voor zijn gestolen goed... 0 de schurk
En 't eerste gedacht van Jan Onversaagd was een aanhitsing tot
wraak en een geweldige bekoring om den schurk een kogel door
't hoofd te zenden... Een wangedrocht te min in de wereld, ze^de
Jan Onversaagd