Rampen Misdaden jfe Ongelukken AALST.
Hertroerende Drama
Baillct en Duthilleul,
Kermis-Aalst.
AALST Andreas Matthys, een achtbare bejaarde
garentwijnder, wonende over deVischmarktbrug, dijns-
dag van half vijf 's uchtends om een lieterke melk gaande
nabij 't Gasthuis en de brug afgebroken zijnde, over een
plank gaande is in 't water gevallen en zou verdron
ken zijn, maar een vrouw zag de bewegingen van zijn
armen in 't water, riep om hulp en Sus den Boer kwam
Adreas redden.
AALST. Aan 't Neerhof, zondag.
Ja zondagavond rond half acht, M. Petrus Stokken,
die zooveel jaren te zegenen gaf in 't Kapelleken en nu
niet meer kan uitgaan, zat pesibel en gerust aan zijn
deur op 'ne stoel, om de beweging van 't Kermisvolk te
zien. En komt er daar geenen Gentenaar, die van Laloi
had, die zat was, en wilt hij daar den braven gebrekke-
lijken jongen niet omverloopen!.. Zat zijn is nu toch
beest zijn. Maar 't en was niet gepast... De menschen
van 't Neérhof sprongen er tusschen; de zatlap wilde
vechten tegen Hertje Willems. M. V. B. zag het, liep de
Policie aan de Vaart verwittigen en vliegens waren er
3 champetters die onzen Gentenaar met lijf en ziel op
pakten en recht de Molenstraat op, de Markt over en op
den Toren, niet in de Wacht maar op den Toren. Hij
liet hem trekken en aanslijpenmaar moest toch meé;
de Gentenaaar tot 's morgends vroeg zal de tijd gehad
hebben van op zijn vrome heldendaden te denken... Ze
schramfelen niet af, t'Aalst, als er te kort gedaan wordt
aan brave Stadsgenoten de Champetters halen er
ecre af.
AALSTOp Schaarbeek, in 't landgoedje der hee-
ren Ducaju, is een penduul gestolen, dezelfde die vroc-
ger nog eens geroofd werd.
GENT. Vrijdag om 10 ure is een leurder met krijt
en tripoli op de botermarkt betrapt, als hij een buiten-
mensch bestolen had. Het wierd gezien hij liet 't geld
vallen, maar 't was juist gepast de policie greep hem
vast. Zondag sprong aan de Bargiebrug een dronk
aard in 't water, doch voelende dat hij nat werd, begon
hij te zwemmen en was blij van in een en boot opgeno
men te worden.
S. AMANDSBERG. Diefstal. Zondag mor-
gend, tijdens de hoogmis, is te S. Amandsberg op den
steenweg van Gent naar Lourdes, een diefstal gepleegd
van 6000 fr. ten nadeele van den heer Tytgat. Men kent
nog de dieven niet.
GENT. Huiselijk drama. Woensdag namid
dag werd de Kastanjestraat, buiten de Brugsche Poort,
in rep en roer gesteld door een huiselijke t vist. De echt
genoten V... waren aan 'tkrakeelen dat hooren cn zien
verging. Op zeker oogenblik had de vrouw des huizes
een keukenmes gegrepen en dreigde er haren man mede
te steken. Deze nam zijne teedere wederhelft het vrapen
af, doch niet voorzichtig genoeg, want hij sneed haar
bijna leterlijk de vier virgeren af Dan was het een ge
kerm en geschreeuw. De policie werd verwittigd, en
de man naar het kommissariaat geleid terwijl twee ge-
buurvrouwen de gewonde vrouw per rijtuig naar het
gasthuis vergezelden. Procesverbaal is opgemaakt.
EEKLOO. Schrikkelijk ongeluk. Woensdag,
i5 dezer, waren twee personen bezig met eenen beerput
te kuischen, die alreeds sedert twaalf jaren toelag, op
de hefstede van de kinderen Bockaert, in Molenstraat.
De werklieden werden bedwelmd door de slechte
uitwassemingen en riepen om hulp.
Een werkman van de hofstede en een schipper die
juist kolen had gebracht, sprongen de werklieden te
hulp en d?ze werden gelukkiglijk bovengehaald.
Doch de twee redders heb en hunne moedige en
menschlievende daad met het leven moeten bekoopen;
zij zei ven zijn door de uitwassemingen verstikt. Beiden
zijn gehuwd en vaders van een talrijk huisgezin.
De droefheid en de verslagenheid is groet.
BRUSSEL: In den nacht van zondag tot maandag,
rond half 2 is't beginnen te branden op Magdalena-steen-
weg, N° 56, bij den pottograf Trabbé, juist, bij den pot-
tograf Trabbé ze meenden in de stad dat 't Muzeum af
brandde en aanstonds kwam er volk en bluschgerief van
alle kanten. Uit het huis waar 't brandde en de aanpa
lende huizen kwam 't volk in allerijl gevlucht, halfdood
van schrik. Ia 30 minuten was men' 't vuur meester.
Een pompier is gekwetst aan zijn band.
SCHRIKKELIJK ONGELUK. 2 DOODEN.
Ze schrijven ons per expres met veel droefheid Maan
dag na den noen,rond half 2, Hamme enMoerzeke, alle
menschen op de been twee struische jonkheden ver
smoord in de sloot van Lippenbrock deeene moest U
naaste jaar loten, de zoon uit d'herberg de Notelaar,Bul
dijk,met name Bergmans; de aiidére.zoón van den werk
man van burgemeesterDebont.De eenekostzwemmen ea
de andere nietdie zwemmen kost, sprong in het ater,
om zijnen kameraad te redden zij pakken malkande
ren vast en verdrinken alle twee er was nog^en kleine
iongen bij, maar die durfde niet helpen, die is al schreeu
wende naar den Butdij'k geloopen, roepende dat zijn
kameraden versmoord waren En sibot va-; er een
zee van volk die er naartoe kwam de Wet heeft ze
aanschouwd en ze zijn dan naar huis gebrachtde groo-
te droefheid van Moerzeke cn het verdriet der Ouders
is onbeschrijfelijk.
ANTWERPEN Ei, hoe wreed maar ook hoe on
voorzichtig Zondag t'Antwerpen, een jong Sinjoorken
van r5 jaar was bezig met stuivers omhoog te werpen
en in zijnen mond te vatten. Eensklaps,een der stuivers,
een der stuivers of een halve stuiver schiet de keel in en
gaat er door... 't Zal iets zijn om dat uit te halen, als 't
ANTWERPEN. Een melkboer, Jan Voet gehee-
ten, zegt het (Handelsblad), moet stellig in de 5C «vijk
grijze haren krijgen, want schier geen dag gaat erom,
of men besteelt hem, terwijl hij de kalanten bedient
Maandag roofde men van zijne kar een gevulden kope
ren melkstoop en donderdag een pak met 11 kilos boter.
Toen hij de dieven achterna liep, maakten zij het pak
los en wierpen het in 't zand.
Nu vrijdag stool men van zijne kar een paar nieuwe
schoenen en zes frank in geld. Hij zette een dief ander
maal achterna en deze liep vluchtende in de armen van
den onder-commissaris Reusens.
Maar daarmee schijnt het nog Diet gedaan te zijn,
want zaterdag had hij op zijne kar 12 verscheeieren
meegebracht, voor een zieken kalant. Deze zijn ook
langs eenen verkeerden weg opgegaan.
Men ziet Jan Voet heeft weinig geluk in de 5e wijk.
Nachtelijke diefstal. Dubbele aanhouding,
Een dronkaard was in den nacht van zaterdag tot
zondag op eene bank van den Antwerpschen steenweg
in slaap gevallen. Twee nachtraven ontstolen hem zijn
uurwerk en zijnen gouden ketting. Gelukkiglijk was
hunne daad opgemerkt geworden door de policie.
Beide gauwdieven zijn aangehouden, naar het policie-
bureel gebracht en nadien opgesloten. Het zijn twee
Franschmans zonder middelen van bestaan.
ZELE. Veel aardappeldieven die aldaar rondzwer
ven en den geringsten zoowel als den welstcllendsten
man van hunne duurgewonen vrucht berooven; kon
men de Burgerwacht in een Boerenwacht herscheppen
ANDERLECHT Maandagnacht is afgebrand het
huisN0 132 in de Auderlechtstraat, zijnde een herberg,
waar men lot x ure was opgebleven; ten 2 ure vertoonde
de vlam haar, en 't volk moest half gekleed vluchten.
Drij posten van Pompiers hadden er rap mcé gedaan.
BLICQUY Wreed geval. Blicquy bij Ath,
over 8 jaar was een reiziger aldaar verdwenen... Alle
opzoekingen waren vruchtelocs geblevennu, onlangs,
in eenen huishoudelijken twist verweet een vrouw aan
zich naar de Vlaamsche Stad te begeven, voor zaken van zijnen
handel... De Smid staat gereed; hij gaat naar huis, aan zijn Doch
ter zeggen, dat hij dezen nacht voor haastige zaken moet afwezig
zijn- dat zij hem niet moet verwachten..
Eensklaps, als hij zijn reispak wil opnemen, ziet hij verbaasd
op- zijn Dochter Julia, zijn liet kind is naar de deur gegaan, heeft
ze toegedraaid in 't slot en voor haar Vader komende staan:
cc VaderVader zegt zij, en haar gelaat neemt een doodsche
bleekheid aan. 1 Vervolgt.)
haren man, dat hij dien reiziger had vermoord. Ver-
scheide personen hadden dit gehoord de Justicie wierd
verwittigd; men bestadigde dat die man, korts na de
moord, eensklaps een huis had opgebouwd en op zijn
gemak was beginnen televen en de vrouw verklaarde
dat het lijk van den reiziger in eenen waterput was
geworpen, welken nadien gevuld wierd met steengruis
en effen gelegd.
UKKEL. Dijnsdag is aldaar afgebrand de weverij
van Ukkel-Stalle. 't Vuur is begonnen in een magazijn
Aanzienlijke schade.
WATERLOO, waar een gendarm op madame De
Vos geschoten heeft. De toestand der vrouw was Zondag
zeer gevaarlijk.... En de gendarm! ja, hoe gaat het
Eerst zottigheden uitrechten en dan zagtn en klagen dat
de stecnen van 't gevang er deernis meè hebben.
MONTEGNÉE: De rampen inde Koolputlen zijn
waarlijk menigvuldig. Donderdag d. v. w. was 't weê-
ral in de koolmijnen van Horloz: de mijner August
Knapen is bezig met kappen, als er een instorting plaats
heeft: hij ligt er onderzijn gezellen komen toegeloo-
pen tc laat, de man is dood!...
ROUX. Er is daar een groote verbittering tegen
de dynamietsmans, die zich niet schamen wraak te ne
men op vrouwen, op moeders en op klein kinderkes...
De goddeloosheid maakt den mensch aartswreed
Ziet een Néro en aldietirans... Ja, ja, maakt de mensch
wreed.
JUWEELENDIEFSTAL. Het onderzoek van den
jnweelen diefstal heeft een grooten stap achteruit ge
daan
Men heeft ontdekt dat de personen, wier portretten de
londensche policie over 2 jaren naar Brussel zond en in
welke men de plegers van den diefstal meende te herken
nen, sedert maanden en maanden in Engeland gevangen
zitten en dus den diefsial van Brussel niet kunnen ge
pleegd hebben. En de echte dieven laten zich niethooren.
FILIPINE. Vrijdag morgend, 10 dezer, ging de
genaamde Adriaan Hulst, 15 jaar oud, met zijnen vader
om mossels. Toen zij met hun vaartuig in het vaarwa
ter gekomen waren ter hoogte der haven van Bouchaute
viel Adriaan over boord. De vader, welke hem trachtte
te grijpen, heeft hem nog bij de twee vingeren gehad,
maar hij heeft hem niet kunnen houden. In het water
springen kon niet zijn, want hij zou minstens een kwart
uurs wijd hebben moeten zwemmen, iets dat in de
stroom onmogelijk was.
De vader keerde dus huiswaarts zonper zijn kind. De
wanhoop der moeder valt niet te beschrijven. Adriaan
was een braaf kind, een voorbeeld van liefde voor zijne
ouders; hij was eenige zoon. Maandag had men, trots
alle opzoekingen, zijn lijk nog niet opgevischt.
ZELZATE stond donderdag in rep en roer, door een
ongeluk, voorgevallen in de creozoot-fabriek van den
heer Bradfort. Een der werklieden is tusschen twee wa
gons als verpletterd en de dood was oogenblikkelijk
De verongelukte heet De Meyer, was 20 jaar oud en
had zich dit jaar uit het lot getrokken. Hij was de eenige
steun van zijn gezin.
J73 6jsr t Te Nancy
Ë3 illfCH fi as, zaterdag onthoofd
de Douanier Mou
nier, veroordeeld voor verscheide moorden, o. a. de
Pastoor van Xivry en zijn meid, Mounier wilde zich
kalm houden, doch zweette weldra met dikke druppels
en begon te beven. Dan dronk hij kaffé en zegde om zijn
eigen moed te geven Koeragie, elke mensch is ter dood
veroordeeld!... Hij heeft rouwmoedig gebiecht.Oei,
met die groote honden!.. Menschen, wat zegt ge van
dees wreed geval Te Parijs, rue Linné, de rentenier
M. Bargeau houdt tafel met verscheide vriendenmen
was al goed aan 't eten, als een der convieven Mr. Defi-
zal zich bukte om zijn servet op te rapen; een Deensche
groote hond, dit ziende, springt toe en zet zijn twee roe
ten tanden in den hals van Mr Defizal, dat de man
huilde in de pijn en veel bloed verloor. Aanstonds wierd
hij naar een Hospitaal vervoerd, doch stierf onderwege.
Te Cantelau, bij Rijssel, is verstikt gevonden in
sliik. erin pfeva'.len, gezoskerr-m "weèr*il v. A ziji
weid, is verstikt geworden, de arbeidci Louis JJe
Braecker, die vroeger nog gewerkt had te Blankenberg
en die van Lommei was. De oudste zoon van Milord
Gladstone uit Engeland is bezweken; hij had een abces
van achter aan zijn hoofdde Doktors gingen opereeren
en hadden hem reeds in slaap gedaaan. Gaande begin
nen, zagen zij dat d'operatie te gevaarlijk was, maar de
jongeling was reeds gestorven door den Chloroform, om
dat hij eene hartziekte had. De sneltrein van Bou-
lonje is zondag nacht nabij Parijs op den trein van Pa
rijs naar Oostende geloopen. De schok was zoo geweldig
dat een rijtuig van 2dc klas verbrijzeld wierd en dat in
al d'ander rijtuigen een vreeselijk geschok plaats had.
Men spreekt van 17 gekwetsten. Er stroomt veel lava
uit den Vesuiviusberghet vuurmonster wordt goed be
waakt.
Onlangs zijn voor het assisenhof van het Noorden
te Douai verschenen de genaamde
de moordenaars der streek.
Baillet alleen werd beschuldigd
van in 1888 te Berck de vroedvrouw Mej. Coppin
vermoord te hebben.
20 van in de maand juli van hetzelfde jaar den pastoor
van Fouquières te hebben gedood.
3° van eene moordpoging gepleegd te hebben te Be-
thune op den priester Devilly.
Baillet en Duthilleul worden te zamen beschuldigd:
ic van in september 1890 te Ronchin, Mej. Dellevöy
te liebben vermoord.
2e van in de maand november van hetzelfde jaar de
meid te hebben vermoord van den pastoor van Ascq en
eene moordpoging gepleegd te hebben op den pastoor
zelve in de maand december daarop volgende.
3e van Mev. Cauwet te Merlimont te hebben ver
moord.
Baillet is te Berck-aan-Zee geboren in i865. Hij is
beenhouwer van stiel.
Louis Duthilleul is metserdiender en ook 26 jaar oud.
Hij werd te Ronchinge boren.
De twee beschuldigden hebben het meerendeel der
hun te laste gelegde feiten bekend.
Baillet werd ter dood veroordeeldde halsrechting zal
te Douai plaats hebben.
Duthilleul heeft verzachtende omstandigheden verkre
gen en werd verwezen tot eeuwigdurenden dwangarbeid.
VERDRONKEN. Vrijdag morgend zijn drie kin
deren die in de Rhone te OuilleDS, bij Lyon, een bad
wilden nemen, versmoord. Geen hunner kon zwemmen,
ook bleven zij langs den oever, doch de stroom was zoo
hevig, dat zij door het water werden mcdegcrukt. Dui
kers die werkzaam waren aan het afdammen der vaart
sprongen hun ter hulp. Doch wanneer zij de kinderen
gingen bereiken, verdienen deze onder water.
EEN BEER OP WANDEL. Men schrijft uit
AmiensZaterdag namiddag is de beer paardrijder uit
den cirkPlège ontsnapt uit de stalling, palende aan den
gemeentecirk. Na eenen galereigang der Longueville-
plaats te hebben doorgeloopcn en in het voorbijgaan een
stuk lekkkerkoek te hebben geplakt uit de uitstalling
van eenen taartenbakker, richtte de beer zich naar de
boulevards.
De ontroering onder de foorelieden en onder de tal
rijke personen, die zich op dit uur op straat bevonden,
wa? zeer groot, te meer dat de beer niet gemuilband
was. De beer isgevar.gen op de Noyonesplanade na on
geveer een kilometer weg te hebben afgelegd. De wach
ters hebben hem terug naar den cirk gebracht.
ONWEÊR IN DUITSCHLAND. - Van alle kan
ten komen berichten over zware onweders met hagel
slag, die onnoemlijk veel schsê hebben gedaan.
Te Sittard, tc Rade en te Bersch, heeft een wervel
storm bijna alle huizen vernield. Veel personen zijn ge
kwetst.
Berichten uit andere plaatsen zijn even bedroevend.
Arab! Pacha, uw Eiland ligt er weêr,
boven d'oppervlakte van 't water... En
als Ued. naar Aalst komt, Arabi Pacha,
boe zult gij uw oogen opentrekken: Nieuwe kaaien, waarvan
thans de laatste steenen worden gemetseld: een nieuwe Brug
aan Zwarten Hoek. een andere brug aan den Moutmolen die
de schoonste wandeling der wereld oplevert, aan d'Hertshage;
de Vischmarktbrug ook nieuw; voor 5 a 6 weken is de baan
daar afgesloten; en een nieuw Gasthuis dat er gaat komen;
Arabi Pacha, goede Vriend, welke schoone werken! Deze
week is 't Komiteit bijeen geweest, om d'eerste piketten te
slaan; maar de groote slag wordt in den Gemeenteraad gege
ven... Arabi, d'Aalstenaars mogen verheugd en gerust zijn;
er is goeden én grooten iever, om een ruim gezond Gasthuis
te maken en de plaats te kiezeD, daartoe het beste geschikt;
een enkel gedacht zweeft boven: Goed, groot, gezond, niet te
ver van de Volkswijken!... Arabi. de 10 laatste jaren der I9d0
eeuw zullen merkweerdig zijn voor AalstEen nieuw Gast
huis, een Rechtbank en een eigene Assurancie tegen brand
Dat zullen wij hebben, als 't God blieft, eer dat de klok 1900
zal slaan... Maar Arabi. wat hebben wij zondag met be
schaamde kaken gezeten, ten opzichte der Policie van Aalst!
Staat, leest en oordeelt liever, Arabi: in 't Genootschap waren
wij; er wierd nieuws meegedeeld uit Calcutta over Pater Ser-
vais, in de Missiën overleden na eene korte ziekte; 's morgens
nog g'assisteerd in een groote Mis; in de Sakristij komen, zich
niet wel bevinden; Broeder koster hem aanraden van wat te.
gaan rusten; de koorts krijgen; den Dokteur komen; Pater!
Pater! 't is een attak van d'hUte, 3S graden en 42 is de dood!
Rond den noen, geen hoop meer! adios! vaarwel! de taptoe
slaat voor d'Eeuwigheid!... Als brave Christene mensch ster
ven, als Missionnaris, dat is een zaligheid; maar gij, liberalen
die de Kerk helpt vervolgen en verdrukken, die trekt met de
Joden om 't Zaligmakende Kruis omver te krijgen, gij libera
len en Vrijdenkers, die de schuld zijt dat een deei van ons
Werkvolk zoo goddeloos wordt, dat ze gazetten in huis nemen
die vlakaf de Godheid loochenen, gij, liberalen, die in uw ga
zetten alles bespot wat Christelijk en Katholiek is, ach, lieven
Bonapartus. heilige deugd! wat zal dat met u zijn op uw
sterfbed!... D'Eeuwigheid zien, want God en zijn Eeuwigheid
loochenen is een beestachtige stommigheid, op 't sterfbedde
men loochent d'Eeuwigheid niet meer; men ziet ze voor zijn
oogen... Pater Servais is in doodstrijd gekomen en 's ander
daags gestorven, rond i5 Juni, als wij goed onthouden heb
ben... Eereaanden Vlaamschen Belijder en Missionnaris!...
Vijf dagen voor zijn dood had Pater Servais naar zijn Maunen
van Aalst geschreven, een buitengewoon langen brief over
d'Indiën en over Calcutta, hoe 't Christene Geloof daar aan
wint, hoe de Diensten daar geschieden en o. a. de Begrave-
nissen en Lijkdiensten... In dien brief sprak hij van den groo
ten Indiaanschen stroom Ganga, de hoofd-rivier van Voor-
Indië; 20 groote rivieren komen indienstroom uit; op sommige
plaatsen is die stroom9000 Nederlandsche el breed en 17 diep.
Even als de Nijl overstroomt de Ganga alle jaren de oever
landen, 't Is langs de Ganga dat d'Engelschen Indië veroverd
hebben.
Welnu,"Arabi, Pater Servais, van dien stroom sprekende,
bemerkt dat er daar dagelijks te Calcutta met honderden ko
men baden in de Ganga, maar dat de kuischheid er beter
geëerbiedigd wordt dan in de Stad van Aalst!!. Policie, hoort
gij dat? welke getuigenis!... En 't is de wreede volle waarheid!
De wandeling langsheen 't water is schier onbetamelijk en
onmogelijk geworden... 't Gebeurt langs den Tragel, dat men
jongens en meiskens in 't water ziet gaan, onbetamelijker
wijze... Arabi, we zijn beschaamd dit te moeten zeggen over
Aalst; maar voor verzwegen pijn, geen medecijn.. Wil ik er
iets bijvoegen, Arabi Wij Katholieken, moeten manhaftiger
zijn, de Politiek mag van ons geen drooge avokaten, geen
mannen zonder hert maken; wij, bijzonderlijk Kiezers, moe-
•tn Rechters beginnen te zijn, deftige Rechters en geen Pila-
tussen.. Alle laat ons hopen dat de Policie zal beter gedaan
worden in 't vervolg, waaimeê vriend Arabi. dtn goeden Dag
en als 't U blieft eens naar ons Eiland te komen zien, ge zult
er ontvangen worden, hartelijk, op zijn Dacknams.
uit de Sicilaansche Vespers;., uit Sicilië dat daar in Ita
lië ligt.
Marcus. Waar Charelke Lievens gestorven is,
't braaf manneken Die toch Roomen en den Paus wilde
zien.
Wisius#Veel voojer, Marcus, nog over den Ve-
suvius-berg
Marcus. Waar d'ander week dien rijken Ameri
kaan in gevallen is.
Hoort eens, welke schoone variatie van spel;... al-
zoo een mengeling, gelijk 't Loopende Nieuws, van alles
wat.. Dat verzet nog...
Wisius. Marcus, die Kunst! die Kunstdat is
toch wonder schoon dingen
Marcus. Een eer voor 't Menschdom, Wisius; ge
ziet daar ons Stadhuis, zoo fel en zoo recht, ge ziet ons
groote kerk, dat spreekt en dat verheft
Wisius. Marcus, er zijn weinig Aalstenaars die
met de kermisdagen niet eens rond hun kerk gaan; maar
als ge die Schilderijen ziet; dien Otto Venius, dien Rub-
bens..
Marcus. O, dien Rubbens, alzoo zijn er weinige
meesterstukken in Europa.. En als ge peist Eén hand,
éen man heeft dat gemaakt.
Wisius. Marcus, is 't zelfde niet met de Muziek-
konst G'hebt daar een gerief in hout of koper en er
komen daar toonen uit; die een Kermis zijn en een ver
rukking voor uw ooren...
Marcus. Wisius, ze moeten de Jonkheid aanmoe
digen in de Kunst.
Wisius. Dat zeg ik ook Eereaan de Kunst
Marcus. 't Is roem en profijt... Ziet eens hoe
mannen gelijk Rubbens, Van Dyck, Teniers, Rossini,
Keribini, Mozart,., toe noemt er nog eens eenigte..
Wisius. Coecke, Dirk Malkus, Offenbach..
Marcus. 'K wil zeggen, Wisius, hoe zij hun Ge-
borteplaats en hun Vaderland opluisteren en vereeren
zoolang er menschen leven.. Kameraad, 't leste stuk:
De Schaverdijnders.
Wisius. De Schaatsenrijders, moet ge zeggen,
Marcus, want de Letterkundigen zouden ons kunnen
hooren en er valt op te letten in ons Oiltsj...
Marcus. 'Ne wals is 't, van Waldteufel.. Een
Duitscher... Die Duitschmans leeren hun noten muziek
vóór hunnen A. B. C....
Wisius. Een locht gladdig stuk, zoo effen als ijs.
Marcus, ge zwijgt ge ziet er zoo dubbineus uit, als
uwen Patroon die daar in den zwarten Mettaai staat..
Marcus. Och, ja, JWisius, 'k peisde daar op de
Kunst en op de geruchten die jn Aalst loopen wegens
d'Akademie...
Wisius. Wat is er af, Marcus
Marcus. Wisius, ze wachten mij thuis, Vriend,
aan de kermistafel.. We zullen daar later eens pourparlé
overhouden; ze zeggen dat er in ons Akademie weinig of
geen Aanmoediging is in de Kunst.
Wisius. Oei, dat is grof!
Marcus. Dat de bijzonderste Professors van de
familie zijn van Meester Vlieg en zich weinig aantrekken
als de Leerlingen vooruit gaan ofte niet... Zoo zeggen ze
toch, en er moet iets af zijn, Marcus, want wat levert
ons Akademie op
Wisius. Dat is de vraag, Marcus, die wij later
eens zullen onderzoeken.. Wel thuis en smakelijke maal
tijd.
M ar cu sVansgelijken Wisius.
Wisius. Marcus, nu
zijn we toch op onzen post.
op ons beste gekleed.
Marcus. Comme-de
just, zegt de Waal; 't is goed
weêr ook, goed en niet t'heet!
Wisius. Maar zie'ne
keer in de Kerkstraat dat
Volk!
Marcus. 't Is d'Elf
ure Mis die uit is, Wisius;
Wisius. 't Is gelijk
een Leger van Napoleon
Marcus. Wisius, zijt
wie ge wilt, maar die's zon
dags geen Misken hooren, en
is geenen mensch in mijn land, hij zou bijna mogen op
handen en voeten kruipen...
Wisius. Hoort, ze beginnen, 't Eerste Stik.
Een march Militair.
Marcus. Ja, de Keizer jkomt, Duitsch Muziek.
WisiusFel Muziek Er zit macht en kracht in,
iets triomfantaal
Marcus. Ge zoudt zeggen De Keizer doet inder
daad zijn intrede; 't is daarop dat ik altijd mijn zinnen
zet of 't Muziek iets wil zeggen..
Wisius. Zouden ze van-de-jaar 't Convoi niet
spelen
M arcusWie weet het, Wisius; de Kaiser komt,
is toch schoon; alzoo zullen ze gespeeld hebben te Lon
den, waar de Keizer van Duitschland d'ander week is
ingehaald...
Wisius. Daar zal 't 'ne gloria-mundi geweest
zijn.
Marcus. Ge kunt dat denken: En de jonge
Petje-Pruis heeft daar gesproken in 't Engelsch voor
g'heel 't Publiek
Wisius. Dat moet nog 'ne felle zijn
Marcus. Extraordinair, Wisius, en hij heeft het
op, in den goeden zin Voor den Vrede, zegt hij, en voor
't Werkvolk Hij heeft al een pensioenkas ingericht,
voor oude WerkliedenHoort n° 2 Een fakkeltocht
van Meierbeer...
Wisiui. Non-de-tonnerre, Marcus, dat is wel
afgegeven
Marcus. Wisius, ons Muzieken mogen g'hoort
worden, alle drij.
Wisius. Alle vier, Marcus, de Pompiers hebben
nu ook een Muziek...
Marcus. Ja alle vier, Wisius, we mogen er glo
rieus op zijn; maar van Pompiers sprekende, ze willen
wel hebben dat de Stad een Assurancie zal inrichten en
daarmeê alle jaren een paar Hondert Duizend frank win
nen
Wisius. Een paar Hondert Duizend franken
Marcus. Opzijn minste!
Wisius. Oei, dan zou de Stad floreeren... Maar
Marcus, ge zegt dat om meê te lachen
Majrcus. Pas-de-tout, Wisius,'t is Kermis en we
mogen wel eenlapke fransch spreken gelijk te Derre-
monde, 't is wreed 't geld dat uit de Stad gaat naar d'As-
suranciën, Wisius; en waarom kan de Stad dat met win
nen 't Is de Stad die de Pompiers moet inrichten; 't zijn
Stadsgenoten die hun rust moeten sacrificeeren om te
gaan blusschen Daarbij, 't brandt hier weinig en als
't brandt, 't is vliegens gebluscht, want ons Pompiers
mogen er zijn, Wisius; ons Pompiers..
Wisius. Marcus.. M- Van den Bogaerde geeft
't signaal, wat gaan ze nu spelen?
Marcus. De blijde Postiljon, solo voor koperen
klephoorn.. Hoor 'ne keer, hoe zuiver dat daar uitkomt..
En alzoo aanhouden...
Wisius. Marcus, als ge klapt,'k en kan niê wel
hoorenPerbliksem, suikerstroo, miljaar dat is
schoon, dat is lief...
Marcus. Dien solo en al d'ander instrementen
daar tusschen, ge ziet de Postiljon rijdt voort, blij en
verheugd, de bellekes klinken: de kinderen komen toe-
geloopen;. hij is in een Stad; hij ziet d'herberg... hij
gaat rusten.
Wisius. En een goei pint drinken
Marcus. Dat mag hij, Wisius; en dat mogen ons
Muzikanten ook me ritum. Z'hebben dikwijls lastigen
dienst, Wisius; in de Processiën, met instrument en teni;
nu op kermisdagen, terwijl wij hier staan te sjoeren, zij
moeten hun oogen uitzien op die klein boekjes en zien
dat ze juist spelen, want hun Direkteur heeft ooren aan
zijnen kop.... Niets ontsnapt hem...
Wisius. Marcus, ze beginnen n* 4 Potpourri,
UIT DEN TIJD DER NIHILISTEN IN RUSLAND
I.
Uit den tijd der Nihilisten!
Is die sekte nu vernietigd en verdwenen
Neen, ze sluimert en ze rust, ze zal zekerlijk met meer
geweld losbersten, doch 't was over 10 a i5 jaren dat zij
g'heel de wereld over hare onversaagdheden en over hare
wreede schelmstukken deed spreken.
'tWas den i3 Maart 1881, dat de Czar en Keizer
Alexander II, na 4 maal aan moordpogingen ontsnapt te
zijn, 't was den i3 Maart dat hij door eene bom-Orsini
wierd vermoord, ja vermoord als eenen hor'1 op straat*
Hetgene wij gaan verhalen, js een waarachtige gebeurte
nis uit die geschokte tijden:
De jonge graaf van Paskewitch was in 1880 eenige
der zomermaanden komen overbrengen in Gallicië, een
schoon vruchtbaar Land, palende aan het Russisch Po
len. In 1812, na den droeven veldtocht, als de Vluchte
lingen den grond van Gallicië betraden, hieven zij dank
baar de armen in d'hoogte; daar moesten ze de lansen
der Russische Kozakken niet meer vreezen.
Ivan, een felle vurige jonkheid, was doorzijne Ouders
buiten Rusland gezonden; hun zoon was een Minnaar
der Vrijheid, hij verfoeide het slavelijk bestuur van
den Czar; men vreesde dat hij in de sekte van 't Nihi-
lismus zou gevallen zijn; reeds kwam zijn naam verdacht
voor; eiken oogenblik kon het uitkomen en dan volgde
Gevangen ballingschap naar Siberia
D'arme Moeder had gebeden en gesmeekt, tot dat
haar zoon SintPetersburg verliet, waar het toch zoo woe
lig ging, St Petersburg verliet, tot dat de tijden rustiger
zouden geworden zijn.
Ivan was nu in Gallicië en bewoonde er een Kasteel
dat zijne Ouders er bezaten; zich overgevende aan de
wandeling, aan de jacht,aan de uitspanningen van 't bui
tenleven, had Ivan weldra d'hoofdstad en de woelingen
van 't Nihilismus vergeten en de dagen gingen er spoedig
en vrolijk voorbij.
Zekeren avond, na lang gewandeld en geloopen te heb
ben, over bergen en dalen, op breede wegen en op
smalle kronkelpadjes, door bosch en veld, Ivan, naar
huis keerende, blijft staan in de stilte der Natuur; hij
hoort het zacht geruisch der bladeren, hij ziet de zon
verdwijnen met de majesteit van eenen schoonen zomer
avond, tusschen purperrood en goud, als de Koningine
van den dag.
Eensklaps, wat hoort hij
Zoetluidende toonen in de verte;
Hij treedt toe, zacht, langzaam;
Er wordt op een harp gespeeld;
Een vrouw zingt;
In de Poolsche taal;
Een gezang an 't Vaderland.
Ivan nadert meer en meer;
Hij ziet, half in't bosch gedoken, een boerenhuizeken,
waaruit de stem en 't muziek komen.
Och, hoe schoon, hoe treffend
G'hoort de jammerklacht van 't verdrukte Polen;
Het lijden van dit Land;
De verontweerdiging
De zucht naar Recht en Vrijheid;
Het geroep ten strijde;
Eindelijk de Zegepraal, de Verlossing, deVrijheid..
Ivan blijft in verrukking staan;
Als gezang en gespel eindigen, blijft hij nog aan den
grond genageld; eindelijk zegt hij Ik wil weten wie daar
gezongen heeft; ik wil die vrome zielen geluk wenschen!
Hij gaat en klopt aan 't huizeken.
Een grijsaard met vroom en deftig opzicht komt voren
en verzoekt hem in te treden
Wees welkom, Mr, zegt hij in 't poolsch; ongetwij
feld heeft de avond u verrast; gij hebt rust noodig en
zoekt eenige verversching?
In de Landen waar weinig herbergen zijn, is een groo-
tere gastvrijheid.
Ja, antwoordt onze jonge Rus, ook in 't Polaks, een
taal die hij zeer wel sprak, ja Mr, ik ben hier ver van
mijn Kasteel verwijderd... In 't naar huis keerende,
hoorde ik eensklaps in de stilte van den avond een zoet-
luidcnd gezang; ik ben genaderd en heb het met verruk
king gehoord. Mejuffer, zegde hij, aan een jonge dochrer
die recht stond aan tafel; ik wilde naar huis niet keeren
zonder u geluk te wenschen en te bedanken over uw
schoon muzikaal talent.
De jonge dochter sloeg d'oogen neêr en boog het hoofd.
Mr sprak de Grijsaard, Mr die zoo zuiver onze taal
spreekt, is waarschijnlijk Polak gelijk wij Ge zijt dus
een broeder
Vergeef mij, heer, ik ben van St Petersburg, maar
in deze streek veel eigendom bezittende, heb ik er dik-