mahii-aiïoiiitti
47
Zondag 22 November 1891
32ste Jaargang
Oe Voorwacht.
De Kamers
Staatkundig Overzicht.
GODSDIENST. VADERLAND. VRIJHEID.
Overwegingskes.
BUREEL, ACHTERSTRAAT,
Gewone Annoncen 20 centiemen per regel. Annoncen op de tweede bladzijde
50 centiemen den regel. Berichten onder 't Nieuws, 1 frank den kleinen regel.
HET LAND
ABONNEMENTS-PRIJS.
5 Pr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tijdstippen des jaar?
genomen, rechtstreeks bij ons of door Post of Briefdragers.
VAN AELST
AALST,2i NOVEMBER 1891.
O
Die achtbare Man is
Staats - Minister
noemd; hij ontvange
onze hertelijke geluk
wenschen... Door de
schuld van dat buitensporig Militarismus, van dat groot
Slavenleger, van die versterking der Maas (75 millioen,
arm Belgenland!) door de schuld van dit buitensporig
Militarismus begint men te zeggen en te schrijven: Bel
genland doet met Frankrijk, Belgenland doet met Duitsch-
land; Z. M. Leopold II is zóó gezind, is andersgezind....
Zedelijkerwijze loopt onze onzijdigheid door al die geruch
ten gevaar en daartegen heeft M. Woeste een boekdeeltje
gescnreven, dat veel gerucht maakt in Europa en daags
na de verschijning in alle Staatshanden was... M. Woeste
bewijst dat onze onzijdigheid, gewaarborgd door de Mo
gendheden, in denzelfden toestand is gebleven van 1832,
4848, 1870, die gevaarlijke jaren. België, door Europa
onzijdig verklaard, mag geen veroveringen doen, doch
niemand der Mogendheden mag een voetje van België's
grond schenden. Hunne Majesteiten Leopold I,Leopold II,
al de Ministeriën en de Staatsmans zijn getrouw gebleven
aan die grondstelsels van Onzijdigheid. De geheime trak
taten zijn louter verzinsels; België is voor Frankrijk noch
voor Duitschland; al de Mogendheden worden ontzien en
Geëerbiedigd; Belgenland is te vrede met den toestand
oor de Mogendheden gewaarborgd en nog onlangs door
Lord Salisbury, opper-minister van Engeland, plechtig
gewaarborgd; van den kant der Mogendheden, geen rede
van onrust; van den kant der Belgische Natie, geen andere
begeerte dan onafhankelijk en onzijdig te blijven.
Het vlugschrift van M. Woeste is een goede en een ge
leerde daad.... Indien het waar is, dat men van hooger-
hand M. Woeste aangemoedigd heeft, dan moet het wel
zijn dat sommige zaken een gevaar waren voor ons onaf
hankelijk bestaan.... Welnu, zouden wij den nagel op den
kop niet slaan als wij zeggen, dat diegevarén er niet zou
den zijn, indien wij dit overgroot Leger niet hadden? in
dien er wat meer gezorgd wierd om de Lasten te ver
minderen, om den stervenden Landbouw te redden, om
de goede Zeden te beschermen, om de goede wetten te
doen uitvoeren?... Wij verderven ons, wij verarmen ons
door dit groot Leger, door die Forten en Kasematten; in
den uitersten nood zou een Land zulke opofferingen mo
gen doen; doch vermits er geen nood bestaat, terwijl de
Mogendheden, zoo sterk gewapend, t'akkoord zijn van
ons buiten slag te laten, om den schender van ons Grond
gebied te straften, ingezien er geen enkel traktaat of ver
zoek ons verplicht tot die groote onkosten, waarom dan
nutteloos ons hertebloed aftappen, ons in slechte verden
king brengen bij de Mogendheden]van Europa, die om
zoo te zeggen de voogden zijn van onze Onzijdigheid?
Ja, 2aea wc« tetli' voorzichtig met die Kivjgsmans en Sdl
daten. Soldaten moeten er zijn in een Landi maar voor onzen
tijd en onzen toestand past bijzonder goed een Leger van
Vrijwilligers gelijk in Engeland.. Dat d'achtbare Ouders er
welaan denken Wij moeten naar een Leger van Vrijwilli
gers, naar een vrij [deftig Leger, of elk zal soldaat worden
voor zijn lot, bet rijkste kind gelijk bet armste. Laat ons bet
eerste kiezen; wij hebben de gelegenheid en de middelen....
De SoldaterijAls ze te veel meester speeltWat heeft ons
Vaderland niet afgezien van de Spaansche Soldaten, onder
Philippus II, van de Fransche Soldaten, onder de Koningen
Lodewijk XIV en XV; hoeveel steden en dorpen zijn er niet
in brand gesteken 1 onder J,het Fransch Schrikbewind en in
r8i5 door de Pruismans en de Russen die bier als vriend in
kwamen, doch God beware ons van zulke vrienden en nu,
gelijk men ziet, door die overdrevene Soldaterij riskeeren wij
tusschen de schors en den boom te geraken.
't Land is voor niet van heden aan de
nieuwe inschrijvers voor 1892. Aan elk de vrien
delijke groetenis. Zie op 4e bladzijde Ledeen
Aalst. Te koop in onze Bureelen: Almanach
Kneipp 1892, redigé par l'abbé Kneipp, 0,70 c.
Ma cure d'eau, 3,5o; Vivez ainsi 3,5o; Un curé
allemand extraordinaire y5 c. Maria's alm. 5o
D'oogen, de
kostelijke 00-
gen uit den
kop! D'oogen wasschen, d'oogen baden met
koud water... Niets beter voor d'oogen dan
d'heldere en zuivere locht. Al d'oogmeesters
zijn kwaad op de dikke damasten dobbele
gordijnen. Schitterend en heet petrollicht is
gevaarlijk voor d'oogen. T'Aalst hebben
d'Heeren Meesters der Zondagschool zondag
11. grooten bijval behaald met hunne Avond
feest: veel Volk en algemeene toejuiching.
De groote Cirque PINDER is hier maandag
geweest. Oprecht merkweerdig, opd'Avond-
vertooning waren wel 1600 Personen. Te
Dendermonde ging M. Eyerman zondag Jubilé vieren
van 50 jaren Advokaat; hij zou omringd zijn van al zijn
konfreers uit Dendermonde, Aalst, enz. in een Bank'
op 't Stadhuis;... en daar nu! eenige dagen voor de blijde
Feestviering krijgt de Man iets aan zijn oog en verliet"
een zijner oogen... God geve dat hij d'ander goed en ge
zond mag bewaren; want blind zijn, 't is zoo droef.
T'Assche-Asbeek, den 29 November, Jubelfeest voor ee-
nen Parochiaan-Eeuweling, Jan-Baptist Gits, schaper,
geboren den 27 November 1791 en nog zeer wel te pas
voor zijn jaren. Over 300 jaar en oneffen is er t'Assche
nog een Eeuweling geweest; zoo vindt men het beschre
ven in de Kronijken. Lippen, de complementen van
Sixtus, kust uw hand als ge niet moet opleggen, en nog
de complementen van Sixtus, dat M. De Windt een lee-
lijke rolle gespeeld heeft op Sinte Martekensdag in
Santa-Fé, Zuid-Amerika en langs noord-oost van Mijl-
beke; pijnlijk voor d'Huismeesters, zegt Uffra; grooten
onkost; Wantjen zit al 4 dagen op het dak, hij moet zijn
leeren van den eenen kantnaar den anderen kant hangen
en daarmee maakt hij al de pannen los; nog grooteren
onkost; nu zullen de pannen al binnen moeten gestreken
worden; ja, dat is wreed, na de kosten die er verleden
jaar geweest zijn. Lippen, Sixtus zit met zijn gedachten
te Wörishofen. T'Hamme is de goudsmid en horlogie-
maker M. Van Heemsberghe op 2 uren 32 minuten om
en weêr naar Brussel-Noord-Statie gereden. Zondag is er
grooten koers tot Antwerpen. Vriend Ivo, ge zijt gij
nog niet dom! uw oude pruts van uwen hoed laten liggen
terwijl Moorsel hier was, en 'ne splinternieuwen meêne-
men... Ze zouden dat moeten in de gazet stellen, zonder
strijd of koleire. Stanley ligt ziek op 't eiland Ceylan.
Onderbroken ligt zijn reis naar Afrika. Heden zater
dag in de Taalgilde van Aalst spreekt M. V, R. over:
Drie Sterren in de Duisternis. Dan wordt er gehandeld
over Vlaamsche BelaDgen: Geen Taal, geen Vaderland!
Wie kan dat woord loochenen? Geen wreeder onmacht
dan zijn eigen taal en spraak onmachtig te zijn... Weg
die muffe vaddige ijdelheid van met een vreemde taal te
willen pralen en nog op zulke wijze dat deFranschmans
ermeê den spot houden. De Araabsche Oogmeester
Goolamkader wordt door de Justicie opgezocht. Hij
heeft bij verscheide menschen hun oogen gansch kapot
'emaakc. Er zijn Werklieden stekeblind geworden.
De Keizerin van Oostenrijk is te Corfou voor i»,ooo fr.
bestelen, voor een standbeeld dat zij kocht van twee
Bohemers, eeu grooc kuustsi.uk, zegden ze, en op "slut
van rekening, was't geen 150 fr. weerd. Ze zeggen
dat de ex-koning van Serbië, meester Milaan naar Zuid-
Amerika zou gaan wonen; 't is er nog al plezierig tegen
woordig; dat hij maar oppast van geenen kalseiop zijnen
kop te krijgen. Goed zoo wordt Brussel nu een cita-
delle van zelfsmoorderij Een Oostenrijksche Generaal
is zich daar komen zelfsmoorden in de Lombardstraat.
In Amerika en Zwitserland mag er niemand rooken,
onder de 16 jaar, op straf van zware boet. Een schoen
maker van Eisene M. K. zond maandag een zijner be
dienden naar de Bank, met 289 fr. om te betalen. Ge
leerdheid is alles, zeggen de liberale gazetten, er is te
weinig geleerdheid in de wereld.. De woorden zijn
schoon, zei de Wolf;, de geleerde Bediende van Eisene
is met de 289 fr. wepgeloopen, doch 's avonds zat hij al
vast. Te Gent is Overste genoemd van 'tgrootSpoor-
huis M. De Bruxelles, 'ne Waal, maar ze zeggen dat
hij Vlaamsch kan.. Bara zegt nogtansdatde Walen in
Vlaanderen niet gedoogd worden. Doch ware Bara voor
zijn honderdste leugen opgehangen, zijn neefkes en zijn
nichtekes zouden 't spek al beethebben. T'EEKLOO
doen de Socialisten van Gent nu ook al hun brood ver-
koopen, waartegen de Bakkers en Neeringdoenden van
Eekloo een Vergadering gehouden hebben ten Stadhuize.
Janson is waarlijk hét afbeeldsel van den goddeloozen
Volksvriend., 't Werkvolk beminnen en helpen door
woorden... Met zijn woorden Belle en Baasrode geven;
maar aan de werken, niets goeds te bemerken. T'Aalst,
wie heeft er alle medehulp geweigerd in de wreede krisis
van 1885 86 De liberale Drukpers.. T'Aalst wie zit in
't vel van een Orgelbaas om tegen 't Reglement op te ko
men en 't Werkvolk te kruisen De liberale Drukpers
T Aalst en overal, onder 't Liberaal Ministerie; als al dat
eeuwig geld verkwist wierd ten nadeele van 't Werkvolk,
als al die wreede verdrukkingen plaats hadden door de
Wet van 1879, wie keurde dit goed, wie liep er applaus,
zelfs als er Beulenwerk uitgevoerd wierd door liberale
Armbesturen De liberale Drukpers.En wie durft nu
roepen: Wij zijnde ware Volksvrienden De liberale
Drukpers
En gij Janson, opperhoofd der Radikalen, apostel der
civiele Fraternité, Egalité, gij die nu te Brussel in een
Paleis woont en er gediend wordt als eenen Prins, 't beste
en t lekkerste is nog niet goed genoeg, straks wordt de
kok van Gambetta ontboden, gij Janson, is de liefde voor
t Werkvolk bij u ooit verdei gegaan dan in woorden?...
Waar zijn uwe werken?... Waar zijn de Sociëteiten van
Liefdadigheid, van Volkswelvaart door u geholpen en
ondersteund? Hebt gij ooit éen Huisgezin in zijnen nood
bijgestaan?... Van 1879 tot 1884, als al 't geld en d'eer
en de vrijheid der werklieden verdrukt lagen, waar zijt
gij gebleven met uw grove stem Waar vinden' wij u in
d(e droeve jaren? Bij d'Inkwisiteurs, die hun eigen zoo
rijkelijk betaalden, om 't Vrij Christelijk Onderwijs op
de pijnbank te leggen.
En wat gebeurt er nu in de Kamers?
Janson, die zoogezegde Volksvriend, in plaats van een
wijze uitbreiding des Stemrechts voor te staan, gelijk
elke demokraat zou behooren, wat doet Janson?... Wat
hij doet! Den tijd der Kamers verkwetteren, tegen Mi
nister Van den Peereboom uitvallen, voor deZondagrust,
omdat de Minister niet gedoogd dat zijn bedienden, fak-
teurs en andere, bondgenootschappen maken met eenige
Socialisten, afgedankte Postboden; daarom speelt Janson
in de Kamers op zijnen poot, dat men hem tot buiten op
straat kanhooren, den hansworst.,.. Maar heeft Janson
een tong van klokspijs, Minister Van den Peereboom kan
op hevig gedruis een kalme en bezadigde antwoord ge
ven.
Ja, zegde hij, wij hebbende Zondagrust aan ons
klein Bedienden verschaft en de Zondagrust dusdanig
geschikt dat al wie WIL, de gelegenheid hebbe om Mis
te hooren. (Janson zou maar de Zondagrust willen voor
den achternoen; Minister Van den Peereboom geeft in
den voornoen eenige betamelijke uren, en g'heel den ach
ternoen).... Ja, zegt de Minister, wij hebben den Bond
der Postboden ontzegd, omdat hij revolutionnair was en
vol slechte inzichten... Ja, wij zullen voortgaan het lot
der klein bedienden merkelijk te verbëiSIS-n; hun jaar
wedde hebben w:j verhoogd met i5o d aooTf.I §n we
zullen in dien zin Voortgaan...
Wel geantwoord, achtbare Minister; ge zv* op d-c rechte
lirijej ga voort op dien wegV dat de Staat ei?" de Gemeen
ten het voorbeeld geven van een Vaderlijke behandeling
voor de klein bedienden; dit voorbeeld zal opwekken en
aanvoeren
Na Janson is meesterken Bara rechtgestaan en Neu-
jean, een der grootste embrasmakers uit de Walen....
Bara gaf zijnen la over de Wachtgelden... Ja, hij, Bara,
stelt tegen alle recht en rede heeren Onderpastoors af en
er zijn er met 3 dagen wachtgeld; de wet van 1879 bad 't
Land overrompeld met een groot getal jonge Staats-
meesters; ze zaten daar te koekeloeren in leege scholen;
ons Ministerie geeft wachtgeld, tot zij een Plaatshebben;
velen willen geen plaats zoeken of houden ievers den
boek, gaan op voyagie, dat duurt al 8 jaren; er moet 'ne
kom-af aan komen; reeds 5 millioen zijn aan wachtgelden
betaalt; men spreekt van op zachte wijze dat zot spel te
doen eindigen; en Bara valt daarop uit gelijk een liberale
gazet....
Maar d'heeren Woeste en Van Helleputte hebben de
zaak heel anders uiteen gedaan en laten hooren dat het
geen klein wraak begint te roepen, het kostelijk geld der
Burgers, Boeren en Werklieden zoo noöloos te laten
opeten.
Het wordt schandalig, riep M. Van Helleputte; ik
ken een Gemeente waar een Onderwijzer is die nooit éen
leerling heeft gezien en sedert tien jaren elke maand zijn
100 fr. opsirijkt, 1244 ^r- 's jaars; en dat gebeurt als 't
Vaderland in zulken krisis verkeert.
Achtbare Landgenoten, wilt gij weten wat M. Neujean,
de compagnon van Bara daarop antwoordde
Als de Boeren achteruit gaan, 't is uw schuld!
Hoe dat? vroeg men; wat hebt gij gedaan voor de
Boeren?
Wij hebben ze willen onderwijzen, riep de prij...
Wij hebben ze willen onderwijzen Menschen,
menschen, zoudt ge geen malheur doen als ge dat hoort!.
De Landbouwers willen niet gered worden, omdat zij
niet wilden van eenen Onderwijzer in opstand tegen de
Kerk' Indien men Minister Van Humbeek had laten ge
worden, met zijn Schoolwet, de Boerderij zou welvarend
geweest zijn, Neen, 'ten verwondert ons niet dat er
maar 66 Leden in de Kamers bleven, want om zulken
nuchteren-muttekes klap te hooren, zou 'ne mensch daar
geen pijn aan zijn hert van krijgen?... Met voldoening
mogen wij aankondigen, dat 't Ministerie en de Meerder
heid een einde gaan stellen aan die schreeuwende geld-
verkwisting door de Wachtgelden Een oude Meester,
dat kan er nog door! maar jong fel Volk, dat er expres om
doet, om geen plaats te krijgen, dat zwiert en floreert
met ons geld!... 't Wordt krimineel.
Ziehier welke regels de heer Minister Burlet, met
voorbehouding van de bijzondere gevallen, heeft bepaald:
ie Minder dan 18 maanden werkdadigen dienst en
meer dan 5 jaar wachtgeld, afschaffing van het wachtgeld.
2e Minder dan 5 jaren dienst en meer dan 5 jaren
wachtgeld, vermindering tot den helft van 't wachtgeld.
3C Beneden de 15 jaren dienst en meer dan 5 jaren
wachtgeld, vermindering met een derde.
4C Minder dan 25 jaren dienst, vermindering met een
vierde
5e Eindelijk, voor meer dan 25 jaren werkdadigen
dienst, geene vermindering.
De in beschikbaarheid gestelde onderwijzers die hun
pensioen kunnen krijgen en het weigeren, moeten zich
verwachten aan de afschaffing van hun wachtgeld.
Dat zijn de regelen die ik heb aangenomen en mij
dunkt dat, als men rechtvaardig wil zijn, men ze niet
kan afkeuren.
In Italië blijft Paus Leo, (door Dendergalm onlangs
zoo wreed bespot wegens zijn oude jaren), Pau» Leo, de
Vader der Werklieden, de Rechten der Christene Kerk
manhaftig verdedigen. Koning Humbert is gedwon
gen strenge maatregels te nemen tegen heetekoppen Ga
ribaldisten, en zijn eerste Minister di Rudini heeft aan
gekondigd dat de toestand der Staatskas zal verbetoren,
alswanneer men door opslag van douaanrechten en be
lastingen nog 20 millioentjes uit de zakken der belasting
betalers zal gehaald hebben... Een schoone beternis.
In Frankrijk gaat de Aartsbisschop van Aix voor de
RecÈ4kank ko^en, wegens zijn manhaftig woord
over de gruwelfeiten van Roomer., in Noort-en zijn
onlusten door werks:akingen en de opper-minister van
Rusland, heer de Giers, is donderdag avond te Parijs
toegekomen. De steenen zullen te koud zijn, waar hij op
gaat; de fransche furia zal in haar element zijn. In
Duitschland is de Rijksdag geopend, zeer zachtjes, 't is
overal Vrede dat men hoort en moge het blijven duren!
In Duitschland is de budjet van uitgaven beraamd op
1,222,416,597 marken!... Welkegrouwelijkesom!. 't Is
28 millioen marken me«r als verleden jaar.
Maar in Zuid-Amerika, daar zijn 't nesten! Dat komt
van 'ne jonge generaal aan 't hoofd te bre»genl... Presi
dent en generaal da Fonseka die zich boven de wet wil
stellen; een deel van 't Leger dat van zijnen kant is; op
verscheide plaatsende Burgers die zich wapenen;handel
en nijverheid die slamankelen; schermutselingskes tot
hiertoe, maar nu schijnen de groote gevechten, de veld
slagen te zullen beginnen! Rio-de-Janeiro is nu instaat
van beleg; te Rio grande is men bijzonderlijk verbitterd
tegen da Fonseka. Veel Steden spreken van zich onaf
hankelijk te verklaren. G'heel Zuid-Amerika lijdt door
die Troebels; in Argentina zijn ook onlusten wegens de
Kiezingen; op 14 dagen is de goudtaks 100 fr. gedaald;
maar de dag kan daar niet opkomen, of 't moet rust en
peis zijn.
OF
DE SCHOONSTE VROUW DER WERELD, DE RIJKSTE EN DE ONGELUKKIGSTE.
III.
De valsche boosheid liegt
Gelijk de vogel vliegt.
Van 4780 tot 4790 was 't een aaneenschakeling van
listen tegen Lodewyk XVI en van leugens en lasteringen
tegen zijne jonge Echtgenote, de Dochter van Maria The-
resia.
Men kan niet gelooven tot welke valsche middelen het
goddeloos Geslacht haren toevlucht durft nemen.
Liegen altijd liegen gelijk Voltaire voorhield, op
dat er toch iets zou vau overblijven.
Tegen MarieAntoinette ging men zoover van haar hand-
teeken na te maken, om te doen gelooven dat zij 't geld
van den Staat verkwistte om juweelen te koopen.
De Ministers, die eenige krachtdadigheid toonden,
schilderde men bij 't Volk af, als de Vrienden van Marie
Antoinette, van die Duitsche, die Oostenrijksche, welke
van deze Ministers geld kreeg om de vijanden van Fran
krijk te onderhouden.
Zoo praalden de vijanden van alle Orde en Vaderlands
liefde met een valsche liefde voor hun geborteland.
Niets bijgelooviger als een Volk dat wankelt of weifeft
in zijn godsdienstige leerstelsels. In die leerstelsels heb
ben wij eenen grond van vaste Waarheden, en eens daar
uit, 't zijn al doolhoven en kronkelwegen.
De feiten waren er menigvuldig, dat er zelden een
vrouw in Frankrijk was geweest die zoo weinig hield
van de pracht; elke maana had zij 500 goudstukken voor
haar en zeer dikwijls was die som reeds den eersten
der maand aan den Armen gegeven. Het gebeurde zelfs
dat zij geld leende, om behoeftige Familiën te konnen
helpen.
Dat zij op haren Echtgenoot drukte, om hem tot man
haftige besluiten over te halen, dit was echt, maar dit
deed zij in 't belang van Frankrijk, om wreede rampen
te voorkomen.
Van hare Moeder Maria Theresia had Marie Antoinette
die manhaftigheid geëerd; in zeer moeielijke omstandig
heden was die Vorstinne geweest, haar Rijk stond op het
punt van overweldigd te worden door de vijanden; wei
nig hoop bleef haar over; haar Generaals en Soldaten lie
ten den kop hangen, en 't was alsdan dat zij verscheen
op den balkon van haar Paleis, met een harer kleinste
kinderen op den arm en roepende Zult gij uw Keizerinne
en haar Kinderen verlaten
Die woorden liepen voort als vuur; de moed wierd in
d'herten geblazen en gered was het Oostenrijksch Vor
stenhuis.
Aan Lodewyk XVI bleven maar twee redmiddelen Zich
aan 't hoofd zetten om de gevraagde hervormingen te
doen, of wel de Revolutie dempen, door krachtige wetten
en strenge bevelen tegen de Ruststoorders..
Marie Antoinette praamde hem tot een dezer middelen.
Hij deed noch het eene noch het andere, maar liet zich
als lam naar de slachtbank voeren.
Zoo jong, zoo jong, zoo schoon en zoo rijk en reeds
zoo ongelukkig; alles doen voor 't Volk en gedurig hotsen
en botsen tegen die valschheden en die lasteringen
Hoe moest zij lijden, die jonge Vorstinne. Dikwijls zag
men haar met betraande oogen in de Kerk zitten; zelfs
op de Feesten had haar wezen eenen zweem van droef
heid.
Ach, jonge Koningin, wisttet gij wat u te wachten
staat, gij zoudt van droefheid bezwijken
In 4/85 wierd een tweede Zoon geboren en deze ge
lukkige gebeurtenis wierd niet alleen gevierd in de Ko
ninklijke Familie, maar ook te Versaillen en te Parijsdoor
overvloedige aalmoesen, aan de Noodlijdenden en aan de
schamele Armen; deze laatste zocht Marie Antoinette ge
durig op en men zal later zien dat het Volk niet ondank
baar bleef; zij alleen die maar goed gedaan hebben in
hun inbeelding, zullen zeggen dat'tVolk ondankbaar is.
4785, 86, 87, 88, jaren van woeling en van vooruit
gang der slechte soort.
Veel groot Volk bleef onverschillig, in de woelde ver
zonken en met verachting neêrziende naar 't klein Volk
dat honger leed, op veel plaatsen verdrukking afzag en
al te veel luisterde naar slechten raad van baatzuchtige
of goddelooze menschen. De vermaningen ontbraken er
nietIn schriften, op vergaderingen, in de kerken weêr-
klonk dikwerf Frankrijk Frankrijk gedenk dat gij
eèn Christen Natie zijt, bekeer u, kom terug naar de
Christelijke Broederlijkheid, verdrijf het zedeberf uit uw
midden; doe boetveerdigheid of gij zult vergaan
Maar Frankrijk luisterde niet;
De groote meerderheid der heerschende rijke klas
bleef in de weelde verslommeld.
Men dacht zich genoeg beschermd door Leger en Po-
licie, alhoewel Voltaire uitdrukkelijk had geschreven
Een Volk zonder Godsdienst is een stad in de locht;on-
mogelijk, zelfs in een gehucht goed Orde te houden zon
der Godsdienst.
Men luisterde niet, en de straffen volgden schrikkelijk:
Een eerste losbersting der Revolutie, was de inneming
der Bastille; den 14,lcn Juli 4789.
De Bastille, in 4370 gebouwd, diende sedert eeuwen
tot Staatsgevangenis; er waren 4 zware halfronde torens
met 5 verdiepingen en samen verbonden door een terras,
met kanonnen bezet; de muren van deze torens waren 3
Nederlandsche ellen dik; en daar binnen waren gevan-
genhokken die licht ontvingen door kleine openiugen
met sterk traliewerk afgesloten-
Vreeselijk gevang zult gij neggen wee die daarin
gebracht wierd!. Ja menschen, ïnaar nog veel vreese-
lijker waren de onderaardsche kerkers der Balstilje; 5
meters diep in den grond, laag en klein, er waren er
zelfs in ijzer, maar de noodige verlichting ontvangende
om niet te versmachten; plichtigen, misdadigers wierden
daarin gebracht ja, maar ook veel onschuldigen, men
schen die men geerne uit het wereldtooneel zag verdwij
nen en daar levend begroef.
Er zijn er die 20, die 30 jaren in die kerkers bleven
opgesloten, men schrijft van zekeren Arnot de la Motte dat
hij er 44 jaren, 5 maanden en 5 dagen gevangen bleef.
Veel gevangenen had de Bastilje niet gezien in 4760,
maar 70; en in 4789 maar 7, de zachtmoedige Koning
Lodewijk XVI wilde van geen streng gevang voor Staats
zaken hooren.
Toch bad het Volk van Parijs, van geslacht tot geslacht,
allerhande gruwelijke drama's over die Bastille hooren
vertellen; er waren verdichtsels opgemaakt en treurge
zangen, alles was merkelijk vergroot en verzwaard over
't getal en over de tortuur; de sterke fransche inbeelding
meende een gezucht en gekerm uit die oude steenen te
hooren opgaan; die torens en bastons waren als vermale
dijd aanzien.
En toen in 4789 Lodewijk XVI de naam bleef behou
den, van aan den leiband der adelijke partij te loopen.toen
een sterk leger te Parijs bleef, in weerwil van de vertoo-
gen der Nationale Vergadering, toen de roep ging dat
men met geweld de klachten van 't Volk ging smooren;
toen daarbij broodgebrek de menigte uit haar huizen dreef
en tot opstand aanvuurde (ei, hadde elk gedaan gelijk
Lodewijk XVI en zijne Echtgenote, er zou geen broodsge
brek geweest zijn); toen de vonk in de reeds lang opge-
tastte brandstoffen was 'gevallen, ging de roep binnen
Parijs NAAR DE BASTILLE; en uit alle wijken der
stad vloeide eene opgewondene menigte te samen en be
stormde het dreigend kasteel.
De valbrug was opgehaald.
Men riep dat de Gouveneur Delaunay de kanonnen zou
verwijderen;
De Gouveneur deed zeggen dat ze reeds achterwaarts
waren gesteld.
Ja maar, riep men, er staan nog 3 kanonnen od den
ingang naar het plein gericht. En 40 Zwitsers met 80 in-
valieden staan onder de wapens.
Ze staan onder de wapens, ja; maar ze zullen ze niet
gebruiken, dan om zich te verdedigen.
Gouverneur, riep zekere Thuriot, ia den naam van
't gepeupelsel sprekende, Gouverneur, in den naam des
Vaderlands, stel u toch niet als een vijand des Volks.
Terwijl men aan 't onderhandelen was, loopen twee
mannen vooruit, breken de ketingea af, de eerste op
haalbrug valt neór; aanstonds staat zij vol Volk; men loopt
naar de tweede brug; men wil de hoofdwacht in brand
steken; daar flikkert het kanonvuur; een ladingkardetsen
doet veel aanvallers sneuvelen.
De mannen van 't Stadhuis willen den storm bedaren;
vruchteloos
De Volkswoede neemt toe; De Bastillemoet men hebben;
aIs dit 4 uren geduurd heeft,
De Nationale Garde verschijnt met zwaar geschut, om
de belegeraars bij te staan.
De Zwitsers en de invalieden der Bastille worden moe
deloos en smeeken den Kommandant om 't kasteel over
te geven.
Overgeven, roept Delaunay, nooit
Dit zeggende neemt hij een brandende lont, ea loopt
ermeó naar 't buskruid, om het Kasteel te doen in de
lucht vliegen met al wat erin was;
Men houdt Delaunay tegen;
Men legt de wapens neêr;
De witte Vlag van wapenstilstand wordt uitgesteken.