f iCHULDIG 51 Zondag 18 December 1892 33'* Jaargang. Spreekplaats. A list vraagt ter dood veroordeeld GODSDIENST. VADERLAND. VRIJHEID. LOOPENDE NIEUWS. Een goddeloos Volk is onbestuurbaar WORISHOFEN. Pastoor Kneipp BUREEL, ACHTERSTRAAT. Gewone Anivancen 20 centiemen per regel. Annoncen op de tweede bladayde 50 centiemen den regel. Berichten onder't Nieuws, 1 frank denkleinen regel. HET LAND ABONNEMENTS-PRIJS. 5 Pr. 's jaars, vooraf betaalbaar. Inschrijvingen worden op alle tydstippen des jaar» genomen, rechtstreeks bij ons of door Post of Briefdragers. YAN AELST Men wordt in de groote Kerk gewaar dat Mr Kregels- man op d'Okzaal niet is; onze achtbare Vriend is zieke lijk; mocht hij weldra gansch hersteld zijn! 't Is de diep- gemeinde wensch. Wij lezen in de Gazet van Antwer- pen Handen ineen voor de Tentoonstelling.... Alle politieke veeten dienen nu van kant te worden gesteld, de driften getemd, de verdeeldheden vergeten... Er is nu een hooger belang in 't spel: 't Belang van Antwerpen... Zoo moet Aalst spreken en handelen, nu voor zijn Recht bank en later voor de Verzekeiing tegen Brand. Handen Ineen! de verdeeldheden vergeten!... In 't Komiteit van bestendige werking, Liberalen zoowel als Katholieken! Al d'heeren Advokaten herkend, zonder eenig onder scheid... Wat zou men zeggen, in een zaak van openbare gezondheid, indien de raad en de hulp der liberale Ge- neeöhéferen wierd verstooten!.. Die niet gevraagd wordt, heeft geen en iever en blijft werkeloos... In zulke groote ondernemingen mogen geen kleine gedahcten heerschen. T'Aalst zijn veel Werkeloozen; veelmenschen die van honger zouden sterven, wierden zij niet geholpen; 't is beter te doen werken, dan giften uit te deelen; inde plaats van 't Schepen-Collegie we deden met veel zorg den sneeuw en den ijsssl wegnemen en g'heel de Stad zou roepen: Wel gedaan! Eere van!...'t Was afgrijselijk, gelijk zondag achternoen de straten van Aalst lagen... En dien gesmolten sneeuw, doet der gezondheid wee!.. Arme sukkelaars die erdoor moeten en slecht geschoend zijn! 't Is aan de schoenen dat men den kremp en den tekort kan zien... Vivan d'holleblokskes, zegt men in de Kempen; maar de mode wilt gekend zijn en eiken heiligen moet toch zijn lichteken hebben. T'Aalst gingen dijnsdag in de Mis der Gilde van den Edelen Pale 76 Conf eers ten offeren. Te Denderwindeke is overleden een deftig man. Gaspar De Neef, die daar 3® jaar Suisse is geweest der Kerk en dees ambt met veel behendigheid en godsdienstige gevoelens hééft bekleed. Antwerpen heeft zijn Tentoonstelling voor 1894 uitgeroepen; en Brussel doet dezelfde verklaring. Ons Ministerie tracht de twee steden kontent te stellen; niemand kan twee Heeren dienen. Te Dentergem bij den herbergier Hoste staat een plant met 178 spruiten aan haren stam, T'Antwerpen heeft Pastoor Hugo Verriest van Wac- ken, een allerschoonste Voordracht gehouden over Gaaf en Gezond; 't is tc zeggen de middelen om Vlaan deren in goeden staat te houden en te verbeteren... Pastoor Verriest is een ware Volksman, 'ne Christene Socialist, gelijk Kardinaal Manning. Te Rethy is een prachtige ree geschoten door den knappen jager Lode wyk Goelen. 23 kilos gewicht had het dier. Het Vlaamsch Oratorio de Rhyn is uitgevoerd te Dusseldorf, met den grootsten bijval. De Vlaamsche meesters wor de 1 de Petjes van E.iropa en hun roem gaat de zee over, tot in Amerika. Dendermonde is verlost van de Ziekte. Proficiat en den besten staat van gezondheid. M. Van Os De Wolf, de moedige Drukker van Antwerpen, ver volgd om zijn huis en Familie beschermd te hebben, is met klank vrijgesproken. Te Roeselare is ook een werkstaking geweest onder de wevers, voor al te kleinen loon... Men wil onder den prijs verkoopen en den armen werkman moet het altijd bezuren. - Te Mechelen ver wachten ze met Kerstdag Pastoor Van Hamme terug; men weet dat disGeesteiijke een der slachtoffers was der Convoiramp aar. de Paleizenstraat; 't is een zwaar krcis rjwweiïs* v.... Man, zooveei maanden in Brussel moe ten ligg. a, vei 'an zijn Parochianen. De Machienen neme. waarlijk den boterham af van veel menschen; nu is et te Geeraardsbergen een machien om de dooskes der vapeurkes te maken en te plakken. Tot Hamburg is de Wisselbank Care-Bakers gesprongen en beeft een tekort van 2 millioen. De Volksbank van Hamburg verliest er 100,000 marken aan. Dat 't grof is! Leeuwergem heeft nu toch een schuilplaatsken aan de Statie en in ons Land zijn reeds vier Kneippgestichten, o. a. te Sleidinge, in die schoone Gemeente... En 'tis zoolang dat wij den Prelaat van Vichte niet gezien hebben. On/p Premiën v°°r. *89^ tot i Maart. "/'C m i cm icu j}ie een ab nemen voor 1893 ontvaDgea superflu al de N" van 't Verhaal en hebben daarenboven met d'ander inschrijvers recht op de volgende Premiën 't Kasteel der Verdoemenis aan 1,00; Gaston Blan kaert 1,00; Doktor Gorus 1,00; Jan De Licht 1,25 franko 1,55; Marie Antoinette o,25 franko o,3o; Parijs o,25 franko 3a; Baron Van Muinkhuizen 0.S0. Schoone boeken, aangenaam om lezen, die den geest verrijken en 't hert verkloeken. Land van Aalst Achtbare Lieden uit Stad en Dorp, wat zijn de gevallen Hoe is 't in Aalst, Land Stillekens aan, vrienden, veel Volk zonder en met half werk Inderdaad I Gelijk wij u zeggen.. Een afgrijslijke armoede Spreek maar eensaan de Winkeliers, aan d'Huismeesters, aan de Geestelijken, aan allen die bekend zijn met den toestand der Werklieden.. En als 't Volk uitgaat, ziet eens wat uitgemergelde Werklieden! Er wordt nogtans gezwierd en gedronken. Door de jonkheid, geliefde menschen; dat is de plaag tegen welke wij aliijd opkomen D'Ouders, die in 't opbrengen van hun kinderen moeten leven als Trap pisten, met patatten en brood, als ze dat nog hebben, die dikwijls hun kinderkes moeten zien honger lijden; en als de kinderen groot zijn, er geen hulp van hebben, dan moeten gaan bedelen 't Zal eens uitbersten, schrikkelijker dan elders en dan zal men er geen handen kunnen aan steken.. De Fabrieken de Fabrieken D'Orgelbals die hier 20 jaren in florancie zijn geweest; Overheden van d'omliggende Parochiën; waakt toch wel en zijt krachtdadig; in 't begin is 't omdoen, 't Is geen Volksvermaak, maar Volksverderf. En de slechte ga- zetjes, dat is ook de Pest.. Wat zou er moeten gedaan worden, Land Gewerkt, éenparig tegen den vijand 1 Een Komiteit gevormd tot verbetering der Zeden Een machtig Vlaamsch Genootschap van St Vincentius ingericht.. 't Is noodig 't is noodig dringend Geen Congres voor 't Omliggende, maar voor Aalst Ge ziet wel hoe wreed dat Volk versukkeld is te Gent, hoe de Rijke Menschen en de Burgers daar beginnen af te chikken, hoe scha- bouwelijk de Toekomst er wordt 1 Ja,Gent; wat is daar eigentlijk geweest, Land Wij gaan 't u uiteendoen, eerzame Lezers. Er is te Gent geen bijzondere krisis.. Als men de Daghuren zal zien van Gent en van Aalst en van Ninof, men zal verstomd staan. Zal men dat zien Ja Statutum est, zegt Sixtus voor zijn rede Nu te Gent loopen er in den winter altijd zonder werk. Se dert eenigen tijd, er wordt fel geklaagd; de Socialisten hebben de zaak terherte genomen; z'hebben meetingen belegd; ze zijn naar 't Stadhuis gegaan. Dat is hun recht Zekerlijk, menschen; maar de Socialisten zijn over dreven in alles; maandag wij waren te Gent en wij zagen daar groote roode Plakkaten, in een taal van vlam en vuur, tegen alle rijke mensche j Dat de Honger met kan wachten Dat er verandering moet komen! dat alle Werkeloozen moesten bijeenkomen 's avonds op een groote Meeting in de Parnassus-zaal En die Meeting heeft plaats gehad Ja, 's avonds; Anseele heeft daar gesproken, krach tig maar kalm, zeggende dat men in den dag moest rond gaan, om d'Armoede te toonen, en niet 's avonds, in den donkelen. En is die raad gevolgd Ge gaat hoonr. Rond de 300 man ware:; Kouter naar de Meeting gegaan, met klaroenen- m ot fak kels, met een Zwarte Vlag die ze gehaald Li lden in Vooruit en waar op stond BROOD OF DOOD Na de Meeting wierd g'heel den trésor wederom op straat geposte .rd. En wat zegde Anseele Men weet het niet. In plaats van 3oo waren er nu 3ooo, waaronder veel jong gesnoer. Men trok op, met de klaroenen, de fakkels en de Zwarte Vlag.. De menigte groeide aan.. Ge weet waar d'H®utlei is, aan de Paters Recolletten. Dien weg volgde men.. Aan den Poel, nabij den grooten katholieken verfranschten kring (wee, die rampzalige verfransching der hoogere klassen; dat komt hier wel niet te pas, maar 't mag toch gezegd zijn) aan den Poel slaat de Policie, sterktallig in 'tmidden der straat: Halte 1 Ge weet dat er verbod is 1 Alle betoogingen zijn verboden 1 G'en hebt de permissie niet 1 Uiteengaan 1 Er volgt 'ne korte pourparlé 1 De Werklieden willen voortgaan; De Policie wil fakkels en vlag en transparant afnemen De dragers slaan met fakkels en vlag op den kop der Agenten; deze gaan overrompeld worden; ze trekken den sabel. Eensklaps, er gaat van uit 't Volk een scheut af 1.. seffens daarop nog twee en dan is 't een rikketiktik van scheuten en van kogels die fluiten en vliegen in de ran gen der Policie. Kogels 111 Ja, zeker, de Socialisten waren gewapend; z'hadden gezegd Wij zullen met geen bloote handen voor de Po licie staan Er wordt gevochten, gevochten, schrijft 't Fondsenblad, met razende stomme woede. Van weêrs- kanten vallen er gekwetsten;, er komt schrik onder de Socialisten; ze vluchten in allerijl langs al de wegen en straten; 12 van hun mannen blijveu in d'handen der Po licie. Zijn gekwetst, o. a. agent Bovyn, die eenen pon jaardsteek in den rug heeft gekregen; als de longen ge kwetst zijn, is hij dood I.. Agent De Neve, die eenen steek in den hals heeft; agent Moens, die eenen hamer slag op zijn hoofd heeft gekregen; onder-kommissaris Coppine, met eenen kogel in de bil; agent Schiettecatse ook gekwetst en 5 a 6 andere, die in den Katholieken Kring zijn verzorgd; er is ook 'ne kogel gevlogen in een rijkfliën-huis.. En van de Socialisten zijn er gekwetst Men weet het niet.. Hebben zij hun gekwetsten kunnen meêdragen? of is er niemand erg getroffen 't zal wel uitkomen. Aanstonds kwamen er 40 gendarms en een peloton van de Pompiers; 's nachts zijn de Socia listen naar 't Gevang vervoerd; ze zongen de Marseil- laisse; g'heel den nacht is er veel onrust en woeling ge- we.st; dijnsdag was een deel der Garde civik onder de wapens; een schoon zaak voor de Burgers uwen Han del laten staan en moeten komen om te vechten tegen 't Werkvolk;.. Vooruit liegt afgrijslijk over die zaak; volgens loffelijke gewoonte: maar de zaken zijn erg, zeer erg, gelijk elk zal bevroeden Van stap tot stap zien wij den toestand verslechten.. Vroeger was 't huilen en roe pen.. Over 4 weken met steenen werpen en met stukken hout. Nu schieten met kogels; na korten tijd, de Dina- miet zal verschijnen.. Elk moet toch zien dat de zaken verergeren. Maar is er daar niets aan te doen Moet de bolle loopen tot zij ten einde is Er is daar veel en alles aan te doen; daarbij, bij slecht Volk is niet3 te betrapen dat deugt; ten dage der wreede kadasters, ongelukkige Steden die met veel rame- nant zitten! Achtbare Lieden.wij gaan U hier twee woor den aanhalen, die de twee redmiddels aanduiden het eerste is van onzen Paus en van Kardinaal Manning Dat de Werklieden zouden Vaderlijk behandeld worden.. VADERLIJK... Stelt dit woord eens nevens de werken; nu met die groote Naamlooze Sociëteiten!.. Men zegde het ons nogdeze week Vroeger, M. Eliaert eu zijn opvolgers. Mr Cumont, papa Jeiio, allen zaliger, ze kenden hun Volk met naam en toenaam, en de ge steltenis van eenieder; de daghuurkes waren dan ook ontoereikende, wij moeten dat zeggen; maar buiten wokolijksehe pive kregen de Vaders van talrijke •nderen van tijd tot tijd iets opVj. en zoo geraakten treffelijk door de wereld., 't En is ouder 't bestuur dier fabrikanten niet, dat men i werklieden zou behandeld hébben als honden; dat vreemde Meester gasten zoudén afgekomen hebben, al vloekonde en roe pen Vlaamschen smeerlap Foert! aan de deur sef fens De Naamlooze Maatschappij van Vaart en Tragel, tobde kosten veroordeeld als Naamlooze So ciëteit, doét nu eenen tweeden aanval tegen Chipka in den pefioon van 3 harer Leden; na eenige dagen rust, en d-'erladen van gelukwenschen, de Vervolging herbegint- De Maatschappij der Fabriek weet nog tans datjile klachten van hun arm en lijdende Werk volk gegrond waren; sedert ons artikel zijn er al vreemde j Meestergasten weggezonden; en moesten d'handejihgen dier vreemde Pacha's gekend zijn, 't en zou tot £èen eer strekken aan die Millionnairs en in 't bijzonder aan den hoogen Ambtenaar die daar ook zijn woordcK.en te zeggen heeft... Men klaagt over 't Werk volk; réén vreest de Toekomst; te Gent wordt er al geroepen Brood of de Dood In de Walen werkt de Dinamiet al; maar, is dat te verwonderen T'Aalst, de roo gazetjes die 't Volk onredelijk ophitsen, zijn gansch vri men laat ze gerust; maar wij, die niets zoeken dan Vrede en Wolvaart, Eendracht en Broe derlijkheid, wij zouden moeten gemuilband zijn!!.' Die Sociëteit heeft ons drukwerk aangeboden.. Wij konden de beste Vrienden der wereld zijn, mits te zwijgen over de zuchten, de klachten en 'Ie vermaledijdingen van 't Werkvolk.. Maar God leeft die 't al geeft; en al loo ped die Millionnairs naar Brussel of Parijs, ze zullen niet ontsnappen aan 't wrakende woord Wee die de kleinen en de geringen veracht! Wee door wie er ver- ergenis komt Vaderlijk handelen Hedendaags is de afstand te groot tusschen de standen... Ze schreven onlangs met verwondering over een stad van 30,000 zielen die 2ö millionnairs telt... En hoevelen zijn er niet in Aalst, waar zulke bittere armoede is De Paus roept het ons toe De Broederlijkheid, de Liefdadigheid, de Christene Liefde, die de Koningin is aller deugden. Een ponske gerust; En e.jn tweede redmiddel aangeduid; Wat zegde Voltaire in zijnen tijd, laat het ons druk ken met groote letters En dat wijst zijn eigen nit Elk moet daarvan overtuigd zijn. En wat zien wij op ons dagen Liberalen van dezen tijd, uw Ouders zaliger zeuden gegruweld hebben van gazetten gelijk Veeruit en Leste Nieuws; ze zouden de gazetten kapot getrokken hebben die al tijd op kerken geestelijkbezig zijn, gelijk Dendergalm... En gij ondersteunt, gij verspreidt zulke gazetten Zondag wederom, Dendergalm ligt daar te tempeesten omdat de Oude Garde naar de Mis is ge gaan op Sinte CaciliaIn de kerk zijn wij OP VIJAN- DIGEN GROND, roept de liberale gazet... Dus. geen gemeens met de Kerk 't Is den uitroep der Liber pensée Geen Doopsel geen Eerste Communie geen Priester op 't sterfbed Laat ons deze puntjes over wegen en te naaste week voortgaan. een Passerelleken aan de Pontstraatpoort; 't moest er al 2 jaar geweest zijn; een Huisvader-Werkman is er verongelukt. Een Passerelleken. De kalseiding der kerkhofbaan; bij regenachtig weèr, 't is nu een moeras van vetten zwarten grond. En de Medeburgers moeten daardooi op Begrafenissen van Bloedverwanten en Vrienden. Aalst vraagt eeo RECHTBANK, ons Be volking is grooter dan veel andere; t'Oudenaarde blijven d zakeu éen jaar en meer ten achteren; een Rechtbank t'Aalst; laat ons dat vragen met Eéndracht en met aanhoudendheid. Voor zulke zaken, mag er geen Partijschap bestaan. Eén Aalst éen woord. Aalst vraagt nog de 25o,ooo fr. die nu elk jaar uit de stad gaan naar vreemde Socië teiten van Assurancie, dat dit geld hier zou blijven, tot elks baat en voordeel VRAAG Hetgene een verzame ling van 20 van 3o of meer vreemde Heeren kan, zou een Stad dat niet kunnen De 17 Heeren, als stedelijken Raad gekozen en daar zetelende in den naam van 25,000 zielen, zijn ze min bekwaam van uit te werken voor 't al gemeen Belang, hetgene d'Heeren der Verzekerings maatschappijen doen voor hun Persoonlijk Belang Sedert 8 weken is de Pomp kapot aan den Dreef van 't Eiland Chipka nevens de kSai. Sedert 8 weken ligt die pomp stil.. De menschen klagen daar putten in d'eerde.. En op 't Eiland Elba aan den overkant, mankeert de Pomp ook. Vater Kneipp sielt de vraag Mag men ook 's winters, tot wateraanwen dingen overgaan En zijn antwoord is Zekerlijk,ze zijn nog krachtiger dan in den zomer; hoe kouder 't water is, boe voordee- liger het werkt. Doch, voegt Vater Kneipp erbij, Altijd met veel voorzichtigheid en volgens de regels in mijn boekwerken aangeduid. Het is niet in den overvloed van 't water, maar in de juiste toepassing dat de veister kende en genezende kracht gelegen is. En die mijn boeken niet verstaat, Voegt de wijze Man erbij; Dat hij een Geneesheer raadplege Al wie niet te bed ligt, zegt de Meester verder, al wie niet te bed ligt, hij weze ziek of wel te pas, kan met veel voordeel in den Winter 't koud water gebruiken. Het kruimder Boeken van Pastoor Kneipp, een soort van Volksboek of Handboek is het Boekje op Chipka verschenen, zijn leven en zijn raadgevingen met al de platen,met den uitleg der kruiden en planten 2?' uitgave, aan 0.70 c. franko 76. Dit Boek is van allergrootste nut voor elk Huishouden. Zekere heer W, Meester smid, was sedert 10 jaren vreeselijk gekwollen met 't Rhoma tis; meermaals moest hij in zijn bed blijven; de kwaal verergerde; den 24 Januari 1892 kreeg hij eenen nieuwen aanval, zoo erg, dat bij 9 weken moest te bed blijven; zoo slap was hij, dat men hem moest eten geven, gelijk aan een klein kind. Hij hoort spreken van Worishöfen; hij gaat naar een Gesticht volgens 't stelsel Kneipp, 't is te zeggen hij trekt er pijnlijk naartoe, leunende op twee stokken; de eerste dagen moet men hem kn zijn bed wasschen of in omslagen leggeh; drij dagen nadien, de Smid werpt een van zijn stokken weg; men gaat over tot de be gietingen; den /ol,*n dag werpt hij zijn tweede stok weg; hij wordt radikaal genezen en kan werken als een peerd. Exuus. Onderwijzer. Piet, wat zit gij te soesen wat hebt ge nu weer in uw hoofd n Leerling. Ik heb niets in mijn hoofd mijnheer 1 Onderwijzer. Dat is het eerste ver standige antwoord dat ik van u hoor. DRAMATIEK VERHAAL UIT D'ANDER EEUW. III. HUISELIJK KRAKEEL EN SCHEIDING. Als twee vlagen tegeneen opkomen, 't is bliksem en donder; op gramme woorden stille rede, dat brengt bezadigheid en vrede. Ben ik hier dan niets zoo tierde Fridus, de Boer der groote Pachthoeve, moetik hier met natte kleêren blijven De sleutels, zeg ik u, zoo riep hij in klimmende gramschap. Die eerste verbitterde woorden hadden de vrouw ontsteld, doch willende toonen dat zij meester was Uw sleutels, sprak zij, uw sleutels-. Zoek waar ze zijn.. Gij hebt ze!.. Waarom kunt ge ze mij niet geven of drooge kleêren gereed leggen, gelijk voor UW Volk Ik leg gereed wat ik wil en voor wie ik wil Gij moet doen wat ik u zeg Ja, ja, uw slavinne zou ik moeten zijn Uw schotelvodde Jeanne Jeanne Ja, ja,'t moet er uit; ik ben vermoeid van uw zagerijen; meint ge dat ik met u getrouwd ben, om uw meissen te zijn1?.. Voor uw geld alleen heb ik u gewild; en gij houdt voor mij uw vuisten gesloten, gij... Joanna, riep Fridus, pasop, verwijt of bespot mij niet;., tot heden ben ik te goed geweest met u; tot hiertoe ik was te zwak; ik heb al zwijgende mijn leed verkropt! mijn hert is toegenepen, gij weet het, door al uw zotte grillen... Zonder spreken en zonder klagen heb ik hier geleden en afgezien, terwijl gij met uw volk Feest vierdet!. Mij hebt gij durven verachten en doen verachten, zelfs door de knechten, mij, die u,een arme dienstmeid, zoo hoog hebt gebracht, die toegelaten heb. dat uw Volk hier is komen brassen en zwieren.. Maar nu, ik herhaal hetu, pas op, de maat loopt over... ik wil hier zijn wat ik ben Baas en Meestermijn wilskracht is teruggekomen... Ik bid u, dwiDgmij niet, verander van gedrag jegens mij, ik wil alles vergeten en vergeven; denk toch op ons eerste liefde, beken uw schuld en ik zal u geerne ver giffenis schenken Zoo sprak die getergde man, in eenen vloed van verontweer- digde woorden. Zijn vrouw was eensklaps zoo bleek geworden, als de gewitte muur; hare moeder ei oom, de knecht stookten met hun oogen de gramschap in haar Kiel. Mij vergiffenis aeven zoo huilde zij,... en waarom, als 't u blieft Ben ik plichtig ik die hier mijn jong leven slijt bij eenen harpagnon, bij eeneif wrek en gierigaard!.. Hoort, houdt uw sermoenen., ik aanhoor u zelf niet.. Ik verfoei en veracht u. Zoo tierde dit boo^ wijf en was vervaarlijk om zien, het wezen getrokken, de lipped bleek en gespannen, d'oogen als twee vuur kogels; g'heel haar lichaam beefde, onder den indruk eener ra- zige gramschap. Fridus had hèar durven weerstaan en bedreigen in de te genwoordigheid van al dat Volk zij die den hoogmoed had eener Jezabelle.... Even als hij het losbreken van een vervaarlijk onweêrheerschte er nu een groote stilte. En eensklaps, de rampzalige, die nooit geleerd had hare slechte neigingen te overwinnen, eensklaps vloog zij bedreigelijk naar haren man, ep grijnslachende de tanden doende klapperen, nam zij den bussel sleutels uit den zak van haren voorschoot en wierp ze uit al hare kraobt in 't wezen van haren man, huilende Daar, uw ïleutels zijn daar g'hebt ze nu, uw sleutels Godfried zijn wezeD kreeg een doodskleur, een doodskleur die nog meer afgetekend wierd door een straal van zijn bloed Hij was gewond aan zijn voorhoofd. Zonder te weten wat hij deed, deinsde hij achteruit, keersrecht als een marmeren beeld en bleef eene wijl als am den muur vastgehecht. Het docht hem dat hij ging verstikken; nooit had zulke ontroering hem overmeesterd... In zijn huis, hij de haas en meester, hij die altijd zoo deftig met elk had gehandeld, hij die sleutels in zijn wezen krijgen!!!. Plot selings wierd hij door de gramschap overmeesterd en d'oogen star op de vrquw gericht, vloog hij op haar toe, gelijk een wild dier op zijne prooi. Hij vloog, zeggen wij, en ging haar bereiken, toen vier ijzeren amen hem vastknelden en hem achteruit rukten. Oom en dimslknecht waren er tusschen gesprongen. Maar Godfried, die macht had als een peerd en nu ontembaar was door de gramschap, Godfried wierp die twee manskerels verre van hem, dat zij in eenen hoek der kamer vlogen, en zich herinnerende dat het laagheid is voor eenen manspersoon van een vrouw te slaan, dan trok hij, het hoofd omhoog en het misprijzen op de lippen, de kamer uit, waar al degenen zaten die hem sinds zoo lang het leven vergalden. In den breeden gang van zijn huis bleef hij een oogenblik staan. Neen blijven kon hij nu niet meer het leven was hem daar onmogelijk.. En met verscheurd hert vluchtte hij uit zijn huis. Uit zijn huis, waar hij zoo gelukkig had kunnen zijn Alles hebben; geld, goed, gezondheid, kracht en macht, alles hebben waar zoovelen vruchteloos naar verzuchten, en'zóó ongelukkig zijn! Buiten op den koer zag hij een jonge dochter op een bank zit ten te weenen en met haren voorschoot haar wezen bedekken. Het was 't weezekind Virginie, de goede engel des huizes, de eenigste die medelijden had getoond voor dit slachtoffer. Zij had gehoord wat daarbinnen gebeurde en was van droef heid weggeloopen. De bedrukte man liep naar 't meisje en haar hand vastgrijpende: Virginie, ik moetu bedanken;., gij alleen zijt hier goed en beleefd jegens mij geweest... Ik verlaat mijn Pachthof om er nim mermeer in weêr te keeren... U zal ik niet vergeten... Gij weet het, ik ben rijk.. Aan u zal mijne fortuin eens toebehooren.. Zeg het aan niemand, ik zal vooru zorgen. Vaarwel, mijn braaf kind. Och oom, goede oom, wat heb ik medelijden met u!.. Vaarwel, Virginie, voor u zal ik zorgen. En Fridus was zijn hof af.. Zeg het aan niemand En er was een getuige van deze woorden de knecht Jan PoHdy had zijn meester gevolgd, was zich gaan verschuilen in 't Melk huis en had van daar alles gehoord. Dat moeten ze weten, zegde hij; binnenmonds;.. mijn fortuin zal aan u zijn;... ik zal voor u zorgen Daarmee liep hij binnen. En Fridus Het hoofd vol vuur en vlam, liep hij in bosch en langs veld; Niet wetende waarin of uit; Ulzinnig en dol van woede. Nu regende het niet meer; De frissche en koele lucht verzachtte zijn gemoed;... het bloed dat opbruisebte door zijn aderen en zijn hert bestormde, begon nu kalmer rond te vloeien; Het was nacht geworden; Tegen eenen boom geleund, begon hij te overwegen over die akelige gebeurtenissen;... spijt gevoelde hij niet van zijn Hof ver laten te hebben; al tegoed en te verdraagzaam was hij geweest; sedert lang reeds moest hij meer moed en wilskracht getoond heb ben tegen zijne vrouw, tegen zijne schoonmoeder en al d'andere die hem in zijn huis kwamen den duivel aandoen; bijzonderlijk .tegen zijn schoonmoeder was hij gesard; haar aanzag hij als de schuld van zijn ongeluk; zij was het, de nijdige kwabette, die zijn vrouw tegen hem ophitste... Ja, ja... Wat gedaan?.. Een oogen blik dacht hij eraan, van aanstonds naar huis terug te keereu en al die ondankbaren hunnen opzeg te geven; daar was hij de meester van; dat was zijn recht; maar niet lang bleef hij bij dit besluit;., indien zijn vrouw daartegen in verzet kwam?.. Zou hij de macht hebben zijnen wil door te drijven Zou zijn Vrouw hem niet overhalen Ging, na eenige dagen, datzelfde helleleven niet herbeginnen Zou hij altijd zijn gramschap kunnen over meesteren Io zijn inbeelding zag hij de schrikkelijkstetafereelen. Wat gedaan Welk besluit genomen

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1892 | | pagina 1