f DE VOLKSEEUW Mgr Mercier Wat is dat met M Woeste) LL Orgaan der Christene Volkspartij Godsdienst - Vaderland - Vrijheid is :H De groote Uylenspiegel JAN CLERKER De Kamer Korte 'Aanspraak Naklanken der Kiezing van 24 Mei Nnmmer 28 Zondag 12 Juli ,1908 48"* Jaargang BUREELEILAND CHIPKA, WERF, AALST Gewone Annoncen 20 centiemen per regel; Annoneen op de 2*' Bladsgd* 50 Reohterlyke Annoncen 1.00 per regel LAID ABONNEMENTSPRIJS 1*00 Fr. Jure voor de Stad;—8,50 Fr. voor den Buiten; 6,50 fwr al t» meende Insehrjjvingen worden op alle tijdstippen des Jure VAN AELST I IOOKDOP9TFLI.ER-Ö tSTUUBB** Pr Ï>A ENS-MAYAW. Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen, een geleerd man, een verstorven inan, die leeft voor zijn ziel en voor den Godsdienst, die een groote Zending heeftWaal van Ge horte, maar die goed Vlaamsch spreekt, een tweede Bis schop Lambrecht, onlangs t'Antwerpen, voor 2000 Werk lieden, ziehier zijne woorden Vrienden, zegde hij; ik heb u gesproken van uw Plichten gij hebt Plichten gelijk ik, gelijk elk, (1) maar gelijk iedereen, gij hebt ook Rechten; gij zijt geen machienen, maar menschen, en gij hebt recht tot een bestaan, weerdig van een menschelijk wezen gij hebt recht tot een zekere stoffelijke welvaart, die gewone- lijk noodig is voor den gang van het zedelijk leven; gij hebt recht dat er rekening gehouden worde van uwe lichamelijke krachten en van uwen ouderdom gij hebt ook recht op een bijzondere bescherming der openbare machten gij hebt ook het recht u te vereenigen om de belangen van uw bedrijf te verdedigen. O Kardinaal Aartsbisschop, uw woorden, zoo klaar, uitdrukkelijk, 't is voor de uitvoering van uwe woorden dat de Kristen Deinokraten strijden EEN MENSCHELIJK BESTAAN, EEN ZEKERE WELVAART En op 1000 Werklieden in de Vlaanderen, zouden er tien zijn, die het mensciienwaardig leven hebben, de welvaart, voor welke de Kardinaal-Aartsbisschop spreekt En de vrije Vereeniging der Werklieden, kan zij be staan onder het toezicht der rijke Bewaarders En die vrije Vereeniging, de Katholieke Minister Helleputte wei gert ze toe te staan aan de Bedienden en Werklieden van zijn Departement. De woorden van den Kardinaal-Aartsbisschop van Me chelen zijn een aanmoediging voor de Kristen Democra ten; zij bevestigen de woorden van den ouden Paus Leo Democraten, gij zijt op den goeden weg; door u zal in 't Vaderland Vrede en Welvaart bekomen (1) In de Vervulliug der Plicht is de vreugd en 't ge luk. P II.4- k **.-1- l]iheb de briefkaart nog U t Draoant. 1^. gestuurd den l vu 6junj 1906 aan prester Daens en luidde alsvolgt Eerwaardigen Heer, In al de kiesbureelen waar er geen Getuigen hebben geweest, is er zeer groote dieverij gebeurd tegen U; en daarmee zijt gij niet gekozen, tot ons groot spijt en ver driet ik weet het zeer goed, maar ik mag mij niet noe- I men en ik zweer u voor onzen almachtigen goeden God Idat dit zeer waar is. Ik ben uwen goeden vriend, maat ik moet zwijgen, ganders ben ik op het zand. Men schrijft mij uit een groote Parochie van 't Arron dissement BRUSSEL Proficiat Proficiat Daens in stilte heb ik, geloof mij, veel. gewerkt voor den goeden uitslag, waarvan ik op voorhand verzekerd was maar ik inoet voorzichtig rijn, de tijd zal komen dat ik gansch mijn gedacht zal mogen uitdrukken. Nog eens, proficiat Uit een ander groots Gemeente Vriend, Proficiat al uw lijden wordt beloond met opstijging der Kristene Volkspartij. Ik ben in Amerika geweest, in New York, in Chicago, waar de werkmansmacht vereerd word!nie mand is daar mm geacht omdat hij werkt. Een goed ge lukkig Land, omdat de Democratie daar heerscht. EEN WONDERSCHOON boek en zeer goedkoop 510 bladzijden, met talrijke platen, leerzaam en aange naam boek, echt Vlaamsch, met talrijke Vlaamsche spreu ken, prijs franco thuis 2 00. De kleine UYLENSPIEGEL aan 0,50 c. Elk moet nu toch overtuigd zijn dat de ANNON CEN in 't Land van AelsY een groot voordeel opleve ren; er zijn Gemeenten die 200 N13 hebben; in de Stad, elk leest't Land. - Annoncen van 4 regels 1 maal.50 c. 2 maal 0,75, 3 maal 1 fr, VAN OORDEGEM op zoek naar de binders. VIII. DE MENSCHENJAGER Jan en Victor toonden hun pistolen, waarover Stiermarck zeer te vrede was. Toen begonnen zij hunne opspeuringtot aan de straat teekenden de voetstappen van den moordenaar zich bescheidelijk afhet was duidelijk om zien, dat hij van Erpe was geko men en langs Eipe teruggekeerd men volgde dit spoor tot aan Kerk en Dorpplaats daar werd het moeilijker, want vele menschen en dieren waren daar over en weêr gegaan. Het was half zeven van den avond, zoodat veel Volk opkwam, nieuwsgierig om te weten wat deze Heeren en gewapende Soldaten kwa men verrichten. De Engelsche Opspeurder deed studie op den grond en weldra wist hij te zeggen dat de moordenaar de baan naar Ottergem had geno men. Nabij den weg, tusschen Ottergem en Zon- negem stond destijds een herberg De Zwingelaar. Hier was de misdadiger ingegaan en was ook van daar gekomen. De kerel moet zich in deze herberg bevin den, sprak de Kapitein. Mannen, opgepast Niet te haastig, zegde Stiermarkeen oogenblik, als 't u belieft. Dan ging hij rond het huis, zag alles na en zegde in stilte: Kapitein, de moordenaar is weg van gisteren avond, hij is hier aangekomen te peerd, is te voet naar Meire gegaan, na zijne misdaad is hij hier teruggekeerd en teruggere den langs Sonnegem, gelijk de paardenhoeven, in den grond gedrukt, genoegzaam bewijzen. Laat ons hier evenwel eens ingaan, zegd« de Kapitein. Wie weet of men er geene nadere ZITTING VAN 7 JULI. 2 ure 10. 13 Katholieken, 7 Liberalen, 17 Socialis ten, 1 Democraat. Antwoorden op de Vragen Elk begint Vragen te stel len, dat is goed, dit toont dat er veel Klachten te doen zijn, de antwoorden der Ministers duren tot 3 ure. Daar wordt op gepreuteld, men vraagt om die antwoorden en- kelijk in 't Verslag te doen drukken. Dit zal onderzocht worden. Op mijne vraag over den achterstel vdn betaling aan de Treinoversten voor douanengeld, zegt Minister Lie- baert dat er geen achterstel is; op ander jaren betaalde men nog later; die betaling vraagt veel werk 4 a 5000 boekjes moeten overzien worden. Over 't Pensioen te Bavegem, geweigerd aan eenen ouden ziekelijken Herbergier, antwoordt de Minister dat die man zijne vraag moest hernieuwd hebben en betoogd dat zijn herberg hein niet veel winst oplevert. (Die man had Pensioen in 1906; waarom heeft het Komiteit hem uitgeschrabd Over den nachtdienst der Maneuvers van Aalst, ant woordt Minister Helleputte dat hij zich aan zijne eerste antwoordt houdt, 't is te zeggen 's nachts 1 uur en half isttijd. M. Woeste, die een schuilplaats gevraagd had te Hofstade, antwoordt Minister Helleputte dat die schuil plaats aangeschreven staat, en er eens zal komen, achter al 't ander werk... 3 ure. Carton de Wiart, Woeste en Wauwermans spreken over den Kunstbe g te Brussel, den Berg van 't Hof, waar het 'ne puinhoop blijft van half afgebrokene Huizen. Woeste bijt naar de Ministers hij spreekt als een Anarchist tegen de verkwistingen van millioenen. Ik vraag hem, waarom hij zoo niet spreekt wegens de For ten en den Kongo... KIEZERS, 't is den 24 Mei die Woeste doet muilen trekken in zijn oude dagen... WOENSDAG Veel Volk in de Kamer; Flechiet, (li beraal), een Ingenieur, doet zien dat de Goud-, Koper en Tinmijnen in den Kongo donkere putten zijn in plaats van er Ingenieurs naartoe te zenden, 't Ministerie geeft niets dan groote holle woorden; 't is een donkere kelder. Als Van de Walle (liberaal) van Mechelen moet spre ken, vraagt Lemonnier (lib. van Brussel) 't woord en zegt Er is niets dat presseert, laat ons eerst t'akkoord stellen met de Mogendheden en in November de zaken hernemen. Dat woord wordt ondersteund door Destree, Demblon en Daens, maar bestreden door Minister Schol- laert. Donderdag gaan de Debatten voort. van Volksvertegenwoordiger DAENS in Zitting van Woensdag 8 Juli Mijne Heeren, in naam van de Vlaamsche Kiezers en van heel de Vlaamsche Bevolking acht ik mij verplicht u hier eenige woorden toe testuren. J-1 Door onzen achtbaren Voorzitter werd daar even gezegd dat in deze Kamer weinige Leden vijandig zijn aan de 'Overname van Kongo. Ware dit zoo, dan is het hier geen Kamer van Volksvertegenwoordiging. Bij de Bevolking is de overgroote Meerder heid tegen de Aanhechting, de Kiezingen van Mei, zelfs onder dit gebrekkig en onrechtvaardig stelsel, hebben het getoond, en hadden wij het Algemeen Stemrecht, het eenige eerlijke, dan zou hier een ontzachlijkeMeerderheid zijn tegen de Overname van dit ZwarteLand, zoo wijd af gelegen, te groot voor ons vermogen, en waar een 2ojarig Dwang- en Prangbestuur de naam van Belg met grouwel en haat heeft beladen. Ondanks al de ronkende woorden verwekt die Kongo veel Schrik en giooten Angst Angst bij de kleine Burgers en Landbouwers, zoo zwaar belast, en die zich afvragen of door den Kongo die Lasten niet ondragelijk gaan worden Angst bij de klein Staatsbedienden en Staats werklieden, die voor Hongerloon werken en inlichtingen zal kunnen geven. Ik meende uzoo straks hetzelfde voorstel te doen, mijnheer. Zij traden het huis binnen, waar alles, voor eene boerenherberg, er nog al zindelijk uitzag. De baas, die achter iets was gaan verrichten, kwam juist binnen, toen zij langs de voordeur zich vertoonden. De vrouw zat aan het spinnen- wiel en beiden verschoten, toen zij die vreem delingen zagen, met gewapende Gendarmen. Goede lieden, gij moet van ons niet ver schieten, zegde de Kapitein, wij zijn op jacht naar de Binders en komen u slechts vragen of hier gisteren avond geen ruiter is afgestapt Ja, mijnheer, antwoordde de baas, uit be leefdheid zijne tettemuts afnemend. Zoudt gij niet kunnen zeggen om welk ir? Wel mijnheer, dit zou moeilijk zijn, zegde hij, zich bedenkend en in het haar krabbend al wat ik weet, is dat het reeds laat begon te worden, niet waar, vrouw Wel, het kon zoo wat acht uren zijn van den avond, antwoordde de vrouw. Heeft hij hier lang verbleven Neen mijnheer, hij heelt slechts den tijd gebruikt om een potteke bier te drinken en toen was hij schielijk verdwenen, zonder dat wij bij zonder opgemerkt hadden waar hij was heenge gaan mijnen man vroeg of hij was doorgegaan zonder zijn bier te betalen, waarop ik bevesti gend antwoordde, maar ik voegde erbij dat zijn paard, dat hier gestald stond, toch meer waard was dan een potteken bier. En wanneer kwam hij terug Dit kon wel een uur later wezen. Is hij dan dadelijk vertrokken Neen, hij heeft eerst een druppel gedron ken het begon een weinig te regenen toch heelt hij niet blijven vertoeven tot het ophield, maar is te paard gestegen en weggereden, in de richting van Sonnegem, gelijk hij was ge komen. Hebt gij niet gezien of hij drager was van eenige voorwerpen? vreezen dat hun lot niet meer zal kunnen ver beterd worden. Angst en schrik bij de werkende Menigte, zoo arm, zoo uitgeput en ellendig, thans bedreigd met Werkeloosheid, en die vreest dat alle Volks hulp en alle Volkswetten zullen verzwolgd zijn in de afgronden van den Kongo. Groot gerucht aan Rechterzijde.) Hindert dat Vlaamsch woord u, Heeren gij die uwe macht te danken hebt aan de Vlaamsche Bevolking! M. Persoons. - Dat zal niet lang meer duren M. Daens. En kan iemand ^zeggen dat de arme werkende Menigte zonder rede vreest Nu reeds men hoort niet meer gewagen noch van de Regeling des Arbeidsnoch van dit hatelijk Vergunningsrecht af te schaften, noch van de Hop te redden, die het Leven is van duizenden Boeren. Alles moet achteruit voor dien Kongo, volgens men hier zegde, de belangrijkste zaak sedert het Jaar 3o,en die men nu met haast en geweld wilt op den rug van 't Belgische Volk leggen Ja, met geweld angst en kommer stonden te lezen op de aangezichten der heeren Minister (Minister Schollaett doet een ontkennend t teken) Och, ge kunt het niet loochenen, Udaar ziende, ik dacht in mijn eigen Zouden die achtbare Heeren ziek zijn Angst, zeg ik, bij u, die aan gedreven wordt door den Koning, met zijn bui tensporige macht, ik zou hem alle i5 jaar doen herkiezen, die aangedreven wordt en die op uwe beurt het mes op de keel zet uwer Meerderheid. [Groot, orrrverdoovend gerucht). Een laatste woord: Heeren der Rechterzijde, ge gaat den Kongo stemmen, om uw Ministers aan 't hoofd te houden doch een gedacht dat u ook zal angst instorten:Indien de Kongo een slechte zaak wordt,en het kan bijnaniet anders, wat staat er dan de Katholieke Partij te wach ten in de volgende Kiezingen De Vragen in de Kamer Wij, Volksvertegenwoordigers, mogen nu in elke Zitting vragen doen aan de Ministers Hetzij voor Inlichtingen Om Klachten te doen wegens Misbruiken, 'xTeg^n gepleegd Onrecht Öm Je aandacht in te roepen over Gevaren Om Staatshulp te vragen, enzoovoorts. Vroeger moest men naar de Ministerièn loopen Of maanden en maanden wachten. En teg'en die nuttige Inrichting lagen de Be waarders te monkelen on te knokkelen, dat hun lip een vindeel lang was De Bien Public lachtte Daens achtkantig uit, omdat hij bijna alle dagen vragen stelde M. Woeste was zoo vies van de Vragen, als van rotten Visch En nu, wat ziet men gebeuren Sedert een jaar vele Katholieken hebben den Weg der Vragen ingeslagen In 't Senaat is dat Stelsel ingevoerd En wie zou het kunnen denken hebben De oude stijve koppige Woeste daalt af van zijnen Throon en stelt nu ook vragen. Kiezers, dat is uw Werk, Proficiat. M. Woeste komt Vragen voor te stellen over den Steenweg door Ninove en over de Statie v. Hofstade, te klein voor de Reizende Werklie den. Bravo, Woeste ge zijt op goeden weg Neen mijnheer, hij had niets bij zich dat men kon zien, hij zag er diepdenkend en teleur gesteld uit en was zeer weinig van zeggen. Maar mijnheer, vroeg de baas verlegen, was die persoon misschien een misdadiger of een Binder? Wel, wat peist gij dan, man, viel de vrouw in de rede, het antwoord van den kapi tein voorkomend, daarvoor was hij veel te def tig (gekleed hij droeg eene fijne lakene jas, kaplaarzen, op het hoofd een hoogen hoed naar de mode der stad en achter op zijn paard lag een zijden regenscherm. De Engelschman sloeg een zegevierenden oogslag in het rond, even alsof hij had willen zeggen Gij ziet dat ik mij niet bedrogen heb Toen zegde hij tot den Kapitein Mijnheer, daar de kerel die wij hier meen den aar. te treffen, te paard is vertrokken, kan hij ons verre leiden het is reeds van in den voormiddag geleden dat wij hebben geëten ik geloof dat wij wel zouden doen iets te nuttigen om onzen honger te stillen, vooraleer ons op weg te begeven. Later zullen wij misschien de gelegenheid niet meer vinden en des nachts eten is altijd ongezond. Dat voorstel werd eenparig aangenomen men plaatste zich aan de tafel, vroeg bier of genever volgens den dranklust dien men ge voelde, terwijl de Boerin door den Kapitein bevelhebber werd verzocht vier groote kassaars te bakken, waarin noch hesp noch eieren moch ten ontbreken. Dat zou welhaast gereed zijn, zegde hij, want zulk gerecht vraagt niet veel werk. Wijl het gezelschap vertoefde tot er opge diend zou worden, gaf Jan Clcrker zijne ver wondering te kennen aan den heer John Stier marck over al hetgeen hij hem zoo behendig had zien verrichten. Ik ben door de natuur ook een weinig begaafd, zegde Jan wanneer ik naar iets schiet, mis ik zeer zelden het doel, waarin mijnen vriend Victor Leefmans mij evenaartook zijn wij, als oude jagers, er niet ik hope u nevens mij te zien in mijne groote Ondervraging over de Statiën der Dendervallei. Maar het is M. DELBEKE, Geneesheer, en Gekozene van Roeselare, die moedig opgetre den is, ten voordeele der Barreelwachters. Nog op heden, zegde M. Delbeke, zijn er barreelwach ters die van 7,10 ure tot 20 min voor 21 uren gestadig op hun werk zijn, hebbende met moeite den tijd om op hun gemak te eten en eenige stonden te rusten. De bar reden moeten zij bewaken binst den doortocht van rond de 100 treinen duags en het weg- en wederrijden van de koopwarentreinen, gedurende uren en uren lang. Meent de heer Minister niet dat zulke arbeid onmen- schelijk is, en niet alleen de gezondheid der werklieden maar het leven der reizigers in gevaar stelt Want, de overmaat van werk, de uitputting der krachten, en de gedurig gespannen geest kunnen voor gevolg hebben dat de werklieden in een oogenblik van vergetendheid de schuld worden van schrikkelijke rampen, in eene statie die onder alle opzichten gevaar oplevert aan het verkeer van de treinen. Daarom bid ik nogmaals den heer Minister het werk der barreelwachters op hoogstens 13 uren daags te wil len beperken. Het is de oude Woeste die op de tong rijdt Van den eenen kant, om zijne t u i m e 1 p e r t na de Kiezing van Meide 15396 Stemmen hebben goed effekt gemaaktvroeger, als er geantwoord wierd op mijne me nigvuldige Vragen, Woeste zat daar op zijn hoogte te prinsmuilen en te grinnikken als een getergde Reiger En nu, die oude trotsche Waal loopt als een kieken) zonder kop op 8 dagen heeft hij 3 Vragen gesteld 1 Tegen de hoebbels en knoebbels op den Steenweg door Ninove om in Hofstade-Statie een Schuilplaats te hebben voor de Reizende Werklieden voor een Hulp postkantoor te Vlierzele. Bravo, heer Woeste ge zijt geproponeerd voor een Koeragie-prijs ga voort, 't zijn goei die zich beteren Doch er ziji i ander zaken, die d'hooge Wereld raken Sedert de Kiezing loopt onze Charel Woeste zoo dwees als een krabbe zijn gezicht staat op snabben en bijten dijnsdag snavelde hij naar Minister Delbeke dat de Socia listen zich achteruit trokken; 't is een feit: Geheel Brussel is er vol af, bijzooverre datLE SOIR van Vrijdag schrijft: Welke verandering! Sedert het aftreden van minister Beernaert was M. Woeste de standvastige Verdediger van 't Katholiek Ministerie maar de 24 Mei heeft dat gansch veranderd heer Woeste verbergt zijne wangunst niet tegen de Ministers Renkin en Delbeke hij verklaart vlakaf dat Minister Schollaert zeer slecht gehandeld heeft met zijnen raad niet te volgen (Woeste had aangeraden den Kongo niet te bespieken voorde Kiezing.) M. Woeste zegt ook dat Minister Schollaert niet op de hoogte is van zijne taak, dat hij de Ministers veel te veel Meester laat. dat geheel 't Ministerie niets beteekent, dat hij nog liever een Ministerie Beernaert zou zien, of zelfs een Ministerie-Hellinckx. Ge ziet, ze zijn schoon geleverd, met dien Woeste. Men verzekert dat hij ook aan de Ministers toebrengt, dat zij in de Kongo-zaak te veel toegevingen hebben ge vraagd aan den Koning. Is 't niet juist gelijk hier in 1894-95 Bisschop Stille mans had Priester Daens en de Democraten zoo wreed behandeld als hij kon... Doch Woeste vond dat de Kerk voogd niet genoeg gedaan had; 't is een Boeren-Pastoor, zegde hij... Priesters, ge ziet hier den eerbied der Katho lieke Bewaarders voor U zoolang gij hun dienstknecht wilt zijn, goed en welmaar eens dat gij u vrij en Volks gezind toont... Wat zag men hier in 1897 als de Belgische Bisschoppen een enkel woord spraken ten voordeele van het Evenredig stelsel Denderbode schreefDe Bisschop pen kunnen in politiek onder zero 0 staan... Elk is krieus hoe het nu gaat uitspelen met Woeste. Talrijke Brieven zijn mij toegezonden Gelukwen- schen, Bedankingen, Aanmoedigingen, Raadgevingen enz.. Allen konden niet opgenomen worden, ;doch, zijn zorgvuldig bewaard en velen zullen te pas komen zie hier een Brief uit het ARRONDISSEMENT GENT De Kiezers van Gent-Eeckloo aan de kiezers] van het arrondissement Aalst Met bewondering en aandoening hebben wij den uit slag der Kiezingen in uw Arrondissement vernomen gansch het Land staat in bewondering over uwen moed en opoffering. Ondanks dën dwang, de lasterlijke aantij gingen, den banvloek der bewaarders, hebt gij den vrijen nederigen man boven den machtigen dwingeland verkoren; ik heb hier brochuren en manifesten voor mij liggen van de bewaarders van Aalst; ik huiver bij de ge dachte wat katholieken durven schrijven; ik vraag mij af hoe kan een mensch zoo vervolgd worden welke mis daad heeft Daens toch bedreven welke is de misdaad der Democraten Een Democraat kan of mag niet an ders wezen dan een kristen mensch, wiens hoop berust op Rome en het Kruis, een vrije man en geen slaaf der geldmacht, maar een vriend van den arme of van zijnen lijdenden evenmensch; en die deze gaven bezit, moet de vervolging lijden o verdwaalde Bewaarders' waartoe heeft de leugen en laster uwer manifesten gebaat, on waardig door kristen menschen geschreven te worden Het dankbare Volk van het arrondissement Aalst heeft er anders over gedacht; zegevierend hebt gij den marte laar, den kloeken strijder voor de verdrukte rechten van burger of werkman, gevoerd uit de klauwen van eene woeste bende en geplaatst op eene rols waar de macht (Zie vervolg 3J« bl. 1* kol.) vreemd aan om een spoor te volgen, maar het geen gij doet, heb ik mij nooit als eene moge lijkheid kunnen inbeelden Gij doet mij veel eer aan, jongeling, ant woordde John grimlachend, nochtans is bij dit alles niets zonderlings men moet alleenlijk om goeden opspeurder te zijn, begaafd wezen met een scherp gezicht, vasten wil en volharding om eene begonnen zaak wel uit te voeren. Maar vooral behoeft men jong te beginnen. Gij zijt dan vroeg begonnen, mijnheer Stiermarck Niet zeer vroeg, slechts van mijn zestiende jaar. ('t Vèrvolgt),

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1908 | | pagina 1