f
DE VOLKSEEUW
Mgr Mercier
Wat is dat met M Woeste)
LL
Orgaan der Christene Volkspartij
Godsdienst - Vaderland - Vrijheid
is :H
De groote Uylenspiegel
JAN CLERKER
De Kamer
Korte 'Aanspraak
Naklanken der Kiezing
van 24 Mei
Nnmmer 28
Zondag 12 Juli ,1908
48"* Jaargang
BUREELEILAND CHIPKA, WERF, AALST
Gewone Annoncen 20 centiemen per regel; Annoneen op de 2*' Bladsgd* 50
Reohterlyke Annoncen 1.00 per regel
LAID
ABONNEMENTSPRIJS
1*00 Fr. Jure voor de Stad;—8,50 Fr. voor den Buiten; 6,50 fwr al t» meende
Insehrjjvingen worden op alle tijdstippen des Jure
VAN AELST
I IOOKDOP9TFLI.ER-Ö tSTUUBB**
Pr Ï>A ENS-MAYAW.
Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen, een geleerd man,
een verstorven inan, die leeft voor zijn ziel en voor den
Godsdienst, die een groote Zending heeftWaal van Ge
horte, maar die goed Vlaamsch spreekt, een tweede Bis
schop Lambrecht, onlangs t'Antwerpen, voor 2000 Werk
lieden, ziehier zijne woorden
Vrienden, zegde hij; ik heb u gesproken van uw
Plichten gij hebt Plichten gelijk ik, gelijk elk, (1)
maar gelijk iedereen, gij hebt ook Rechten; gij zijt geen
machienen, maar menschen, en gij hebt recht tot een
bestaan, weerdig van een menschelijk wezen gij hebt
recht tot een zekere stoffelijke welvaart, die gewone-
lijk noodig is voor den gang van het zedelijk leven; gij
hebt recht dat er rekening gehouden worde van uwe
lichamelijke krachten en van uwen ouderdom gij hebt
ook recht op een bijzondere bescherming der openbare
machten gij hebt ook het recht u te vereenigen om de
belangen van uw bedrijf te verdedigen.
O Kardinaal Aartsbisschop, uw woorden, zoo klaar,
uitdrukkelijk, 't is voor de uitvoering van uwe woorden
dat de Kristen Deinokraten strijden
EEN MENSCHELIJK BESTAAN, EEN ZEKERE
WELVAART
En op 1000 Werklieden in de Vlaanderen, zouden er
tien zijn, die het mensciienwaardig leven hebben, de
welvaart, voor welke de Kardinaal-Aartsbisschop
spreekt
En de vrije Vereeniging der Werklieden, kan zij be
staan onder het toezicht der rijke Bewaarders En die
vrije Vereeniging, de Katholieke Minister Helleputte wei
gert ze toe te staan aan de Bedienden en Werklieden van
zijn Departement.
De woorden van den Kardinaal-Aartsbisschop van Me
chelen zijn een aanmoediging voor de Kristen Democra
ten; zij bevestigen de woorden van den ouden Paus Leo
Democraten, gij zijt op den goeden weg; door u zal
in 't Vaderland Vrede en Welvaart bekomen
(1) In de Vervulliug der Plicht is de vreugd en 't ge
luk.
P II.4- k **.-1- l]iheb de briefkaart nog
U t Draoant. 1^. gestuurd den
l vu 6junj 1906 aan prester
Daens en luidde alsvolgt
Eerwaardigen Heer,
In al de kiesbureelen waar er geen Getuigen hebben
geweest, is er zeer groote dieverij gebeurd tegen U; en
daarmee zijt gij niet gekozen, tot ons groot spijt en ver
driet ik weet het zeer goed, maar ik mag mij niet noe-
I men en ik zweer u voor onzen almachtigen goeden God
Idat dit zeer waar is.
Ik ben uwen goeden vriend, maat ik moet zwijgen,
ganders ben ik op het zand.
Men schrijft mij uit een groote Parochie van 't Arron
dissement BRUSSEL Proficiat Proficiat Daens in
stilte heb ik, geloof mij, veel. gewerkt voor den goeden
uitslag, waarvan ik op voorhand verzekerd was maar ik
inoet voorzichtig rijn, de tijd zal komen dat ik gansch
mijn gedacht zal mogen uitdrukken. Nog eens, proficiat
Uit een ander groots Gemeente Vriend, Proficiat
al uw lijden wordt beloond met opstijging der Kristene
Volkspartij. Ik ben in Amerika geweest, in New York, in
Chicago, waar de werkmansmacht vereerd word!nie
mand is daar mm geacht omdat hij werkt. Een goed ge
lukkig Land, omdat de Democratie daar heerscht.
EEN WONDERSCHOON boek en zeer goedkoop
510 bladzijden, met talrijke platen, leerzaam en aange
naam boek, echt Vlaamsch, met talrijke Vlaamsche spreu
ken, prijs franco thuis 2 00.
De kleine UYLENSPIEGEL aan 0,50 c.
Elk moet nu toch overtuigd zijn dat de ANNON
CEN in 't Land van AelsY een groot voordeel opleve
ren; er zijn Gemeenten die 200 N13 hebben; in de Stad,
elk leest't Land. - Annoncen van 4 regels 1 maal.50 c.
2 maal 0,75, 3 maal 1 fr,
VAN OORDEGEM
op zoek naar de binders.
VIII. DE MENSCHENJAGER
Jan en Victor toonden hun pistolen, waarover
Stiermarck zeer te vrede was.
Toen begonnen zij hunne opspeuringtot
aan de straat teekenden de voetstappen van
den moordenaar zich bescheidelijk afhet was
duidelijk om zien, dat hij van Erpe was geko
men en langs Eipe teruggekeerd men volgde
dit spoor tot aan Kerk en Dorpplaats daar
werd het moeilijker, want vele menschen en
dieren waren daar over en weêr gegaan.
Het was half zeven van den avond, zoodat
veel Volk opkwam, nieuwsgierig om te weten
wat deze Heeren en gewapende Soldaten kwa
men verrichten.
De Engelsche Opspeurder deed studie op
den grond en weldra wist hij te zeggen dat de
moordenaar de baan naar Ottergem had geno
men.
Nabij den weg, tusschen Ottergem en Zon-
negem stond destijds een herberg De Zwingelaar.
Hier was de misdadiger ingegaan en was ook
van daar gekomen.
De kerel moet zich in deze herberg bevin
den, sprak de Kapitein. Mannen, opgepast
Niet te haastig, zegde Stiermarkeen
oogenblik, als 't u belieft.
Dan ging hij rond het huis, zag alles na en
zegde in stilte: Kapitein, de moordenaar is
weg van gisteren avond, hij is hier aangekomen
te peerd, is te voet naar Meire gegaan, na zijne
misdaad is hij hier teruggekeerd en teruggere
den langs Sonnegem, gelijk de paardenhoeven,
in den grond gedrukt, genoegzaam bewijzen.
Laat ons hier evenwel eens ingaan, zegd«
de Kapitein. Wie weet of men er geene nadere
ZITTING VAN 7 JULI.
2 ure 10. 13 Katholieken, 7 Liberalen, 17 Socialis
ten, 1 Democraat.
Antwoorden op de Vragen Elk begint Vragen te stel
len, dat is goed, dit toont dat er veel Klachten te doen
zijn, de antwoorden der Ministers duren tot 3 ure. Daar
wordt op gepreuteld, men vraagt om die antwoorden en-
kelijk in 't Verslag te doen drukken. Dit zal onderzocht
worden.
Op mijne vraag over den achterstel vdn betaling aan
de Treinoversten voor douanengeld, zegt Minister Lie-
baert dat er geen achterstel is; op ander jaren betaalde
men nog later; die betaling vraagt veel werk 4 a 5000
boekjes moeten overzien worden.
Over 't Pensioen te Bavegem, geweigerd aan eenen
ouden ziekelijken Herbergier, antwoordt de Minister dat
die man zijne vraag moest hernieuwd hebben en betoogd
dat zijn herberg hein niet veel winst oplevert. (Die man
had Pensioen in 1906; waarom heeft het Komiteit hem
uitgeschrabd
Over den nachtdienst der Maneuvers van Aalst, ant
woordt Minister Helleputte dat hij zich aan zijne eerste
antwoordt houdt, 't is te zeggen 's nachts 1 uur en half
isttijd.
M. Woeste, die een schuilplaats gevraagd had te
Hofstade, antwoordt Minister Helleputte dat die schuil
plaats aangeschreven staat, en er eens zal komen, achter
al 't ander werk...
3 ure. Carton de Wiart, Woeste en Wauwermans
spreken over den Kunstbe g te Brussel, den Berg van
't Hof, waar het 'ne puinhoop blijft van half afgebrokene
Huizen. Woeste bijt naar de Ministers hij spreekt als
een Anarchist tegen de verkwistingen van millioenen. Ik
vraag hem, waarom hij zoo niet spreekt wegens de For
ten en den Kongo... KIEZERS, 't is den 24 Mei die
Woeste doet muilen trekken in zijn oude dagen...
WOENSDAG Veel Volk in de Kamer; Flechiet, (li
beraal), een Ingenieur, doet zien dat de Goud-, Koper en
Tinmijnen in den Kongo donkere putten zijn in plaats
van er Ingenieurs naartoe te zenden, 't Ministerie geeft
niets dan groote holle woorden; 't is een donkere kelder.
Als Van de Walle (liberaal) van Mechelen moet spre
ken, vraagt Lemonnier (lib. van Brussel) 't woord en
zegt Er is niets dat presseert, laat ons eerst t'akkoord
stellen met de Mogendheden en in November de zaken
hernemen. Dat woord wordt ondersteund door Destree,
Demblon en Daens, maar bestreden door Minister Schol-
laert. Donderdag gaan de Debatten voort.
van Volksvertegenwoordiger DAENS
in Zitting van Woensdag 8 Juli
Mijne Heeren, in naam van de Vlaamsche
Kiezers en van heel de Vlaamsche Bevolking
acht ik mij verplicht u hier eenige woorden toe
testuren. J-1
Door onzen achtbaren Voorzitter werd daar
even gezegd dat in deze Kamer weinige Leden
vijandig zijn aan de 'Overname van Kongo.
Ware dit zoo, dan is het hier geen Kamer van
Volksvertegenwoordiging.
Bij de Bevolking is de overgroote Meerder
heid tegen de Aanhechting, de Kiezingen van
Mei, zelfs onder dit gebrekkig en onrechtvaardig
stelsel, hebben het getoond, en hadden wij het
Algemeen Stemrecht, het eenige eerlijke, dan
zou hier een ontzachlijkeMeerderheid zijn tegen
de Overname van dit ZwarteLand, zoo wijd af
gelegen, te groot voor ons vermogen, en waar
een 2ojarig Dwang- en Prangbestuur de naam
van Belg met grouwel en haat heeft beladen.
Ondanks al de ronkende woorden verwekt die
Kongo veel Schrik en giooten Angst
Angst bij de kleine Burgers en Landbouwers,
zoo zwaar belast, en die zich afvragen of door
den Kongo die Lasten niet ondragelijk gaan
worden
Angst bij de klein Staatsbedienden en Staats
werklieden, die voor Hongerloon werken en
inlichtingen zal kunnen geven. Ik meende
uzoo straks hetzelfde voorstel te doen, mijnheer.
Zij traden het huis binnen, waar alles, voor
eene boerenherberg, er nog al zindelijk uitzag.
De baas, die achter iets was gaan verrichten,
kwam juist binnen, toen zij langs de voordeur
zich vertoonden. De vrouw zat aan het spinnen-
wiel en beiden verschoten, toen zij die vreem
delingen zagen, met gewapende Gendarmen.
Goede lieden, gij moet van ons niet ver
schieten, zegde de Kapitein, wij zijn op jacht
naar de Binders en komen u slechts vragen of
hier gisteren avond geen ruiter is afgestapt
Ja, mijnheer, antwoordde de baas, uit be
leefdheid zijne tettemuts afnemend.
Zoudt gij niet kunnen zeggen om welk
ir?
Wel mijnheer, dit zou moeilijk zijn, zegde
hij, zich bedenkend en in het haar krabbend
al wat ik weet, is dat het reeds laat begon te
worden, niet waar, vrouw
Wel, het kon zoo wat acht uren zijn van
den avond, antwoordde de vrouw.
Heeft hij hier lang verbleven
Neen mijnheer, hij heelt slechts den tijd
gebruikt om een potteke bier te drinken en toen
was hij schielijk verdwenen, zonder dat wij bij
zonder opgemerkt hadden waar hij was heenge
gaan mijnen man vroeg of hij was doorgegaan
zonder zijn bier te betalen, waarop ik bevesti
gend antwoordde, maar ik voegde erbij dat zijn
paard, dat hier gestald stond, toch meer waard
was dan een potteken bier.
En wanneer kwam hij terug
Dit kon wel een uur later wezen.
Is hij dan dadelijk vertrokken
Neen, hij heeft eerst een druppel gedron
ken het begon een weinig te regenen toch
heelt hij niet blijven vertoeven tot het ophield,
maar is te paard gestegen en weggereden, in
de richting van Sonnegem, gelijk hij was ge
komen.
Hebt gij niet gezien of hij drager was van
eenige voorwerpen?
vreezen dat hun lot niet meer zal kunnen ver
beterd worden.
Angst en schrik bij de werkende Menigte, zoo
arm, zoo uitgeput en ellendig, thans bedreigd
met Werkeloosheid, en die vreest dat alle Volks
hulp en alle Volkswetten zullen verzwolgd zijn
in de afgronden van den Kongo. Groot gerucht
aan Rechterzijde.) Hindert dat Vlaamsch woord
u, Heeren gij die uwe macht te danken hebt
aan de Vlaamsche Bevolking!
M. Persoons. - Dat zal niet lang meer duren
M. Daens. En kan iemand ^zeggen dat de
arme werkende Menigte zonder rede vreest
Nu reeds men hoort niet meer gewagen noch
van de Regeling des Arbeidsnoch van dit
hatelijk Vergunningsrecht af te schaften, noch
van de Hop te redden, die het Leven is van
duizenden Boeren.
Alles moet achteruit voor dien Kongo, volgens
men hier zegde, de belangrijkste zaak sedert het
Jaar 3o,en die men nu met haast en geweld wilt
op den rug van 't Belgische Volk leggen
Ja, met geweld angst en kommer stonden te
lezen op de aangezichten der heeren Minister
(Minister Schollaett doet een ontkennend t teken)
Och, ge kunt het niet loochenen, Udaar ziende,
ik dacht in mijn eigen Zouden die achtbare
Heeren ziek zijn Angst, zeg ik, bij u, die aan
gedreven wordt door den Koning, met zijn bui
tensporige macht, ik zou hem alle i5 jaar
doen herkiezen, die aangedreven wordt en
die op uwe beurt het mes op de keel zet uwer
Meerderheid. [Groot, orrrverdoovend gerucht).
Een laatste woord: Heeren der Rechterzijde,
ge gaat den Kongo stemmen, om uw Ministers
aan 't hoofd te houden doch een gedacht dat
u ook zal angst instorten:Indien de Kongo een
slechte zaak wordt,en het kan bijnaniet anders,
wat staat er dan de Katholieke Partij te wach
ten in de volgende Kiezingen
De Vragen in de Kamer
Wij, Volksvertegenwoordigers, mogen nu in
elke Zitting vragen doen aan de Ministers
Hetzij voor Inlichtingen
Om Klachten te doen wegens Misbruiken,
'xTeg^n gepleegd Onrecht
Öm Je aandacht in te roepen over Gevaren
Om Staatshulp te vragen, enzoovoorts.
Vroeger moest men naar de Ministerièn loopen
Of maanden en maanden wachten.
En teg'en die nuttige Inrichting lagen de Be
waarders te monkelen on te knokkelen, dat hun
lip een vindeel lang was
De Bien Public lachtte Daens achtkantig uit,
omdat hij bijna alle dagen vragen stelde
M. Woeste was zoo vies van de Vragen, als
van rotten Visch
En nu, wat ziet men gebeuren
Sedert een jaar vele Katholieken hebben den
Weg der Vragen ingeslagen
In 't Senaat is dat Stelsel ingevoerd
En wie zou het kunnen denken hebben
De oude stijve koppige Woeste daalt af van zijnen
Throon en stelt nu ook vragen.
Kiezers, dat is uw Werk, Proficiat.
M. Woeste komt Vragen voor te stellen over
den Steenweg door Ninove en over de Statie v.
Hofstade, te klein voor de Reizende Werklie
den. Bravo, Woeste ge zijt op goeden weg
Neen mijnheer, hij had niets bij zich dat
men kon zien, hij zag er diepdenkend en teleur
gesteld uit en was zeer weinig van zeggen.
Maar mijnheer, vroeg de baas verlegen,
was die persoon misschien een misdadiger of
een Binder?
Wel, wat peist gij dan, man, viel de
vrouw in de rede, het antwoord van den kapi
tein voorkomend, daarvoor was hij veel te def
tig (gekleed hij droeg eene fijne lakene jas,
kaplaarzen, op het hoofd een hoogen hoed naar
de mode der stad en achter op zijn paard lag
een zijden regenscherm.
De Engelschman sloeg een zegevierenden
oogslag in het rond, even alsof hij had willen
zeggen Gij ziet dat ik mij niet bedrogen heb
Toen zegde hij tot den Kapitein
Mijnheer, daar de kerel die wij hier meen
den aar. te treffen, te paard is vertrokken, kan
hij ons verre leiden het is reeds van in den
voormiddag geleden dat wij hebben geëten ik
geloof dat wij wel zouden doen iets te nuttigen
om onzen honger te stillen, vooraleer ons op
weg te begeven. Later zullen wij misschien de
gelegenheid niet meer vinden en des nachts
eten is altijd ongezond.
Dat voorstel werd eenparig aangenomen
men plaatste zich aan de tafel, vroeg bier of
genever volgens den dranklust dien men ge
voelde, terwijl de Boerin door den Kapitein
bevelhebber werd verzocht vier groote kassaars
te bakken, waarin noch hesp noch eieren moch
ten ontbreken. Dat zou welhaast gereed zijn,
zegde hij, want zulk gerecht vraagt niet veel
werk.
Wijl het gezelschap vertoefde tot er opge
diend zou worden, gaf Jan Clcrker zijne ver
wondering te kennen aan den heer John Stier
marck over al hetgeen hij hem zoo behendig had
zien verrichten. Ik ben door de natuur ook
een weinig begaafd, zegde Jan wanneer ik
naar iets schiet, mis ik zeer zelden het doel,
waarin mijnen vriend Victor Leefmans mij
evenaartook zijn wij, als oude jagers, er niet
ik hope u nevens mij te zien in mijne groote
Ondervraging over de Statiën der Dendervallei.
Maar het is M. DELBEKE, Geneesheer, en
Gekozene van Roeselare, die moedig opgetre
den is, ten voordeele der Barreelwachters.
Nog op heden, zegde M. Delbeke, zijn er barreelwach
ters die van 7,10 ure tot 20 min voor 21 uren gestadig
op hun werk zijn, hebbende met moeite den tijd om op
hun gemak te eten en eenige stonden te rusten. De bar
reden moeten zij bewaken binst den doortocht van rond
de 100 treinen duags en het weg- en wederrijden van de
koopwarentreinen, gedurende uren en uren lang.
Meent de heer Minister niet dat zulke arbeid onmen-
schelijk is, en niet alleen de gezondheid der werklieden
maar het leven der reizigers in gevaar stelt Want, de
overmaat van werk, de uitputting der krachten, en de
gedurig gespannen geest kunnen voor gevolg hebben dat
de werklieden in een oogenblik van vergetendheid de
schuld worden van schrikkelijke rampen, in eene statie
die onder alle opzichten gevaar oplevert aan het verkeer
van de treinen.
Daarom bid ik nogmaals den heer Minister het werk
der barreelwachters op hoogstens 13 uren daags te wil
len beperken.
Het is de oude Woeste die op de tong rijdt
Van den eenen kant, om zijne t u i m e 1 p e r t na de
Kiezing van Meide 15396 Stemmen hebben goed effekt
gemaaktvroeger, als er geantwoord wierd op mijne me
nigvuldige Vragen, Woeste zat daar op zijn hoogte te
prinsmuilen en te grinnikken als een getergde Reiger
En nu, die oude trotsche Waal loopt als een kieken)
zonder kop op 8 dagen heeft hij 3 Vragen gesteld 1
Tegen de hoebbels en knoebbels op den Steenweg door
Ninove om in Hofstade-Statie een Schuilplaats te
hebben voor de Reizende Werklieden voor een Hulp
postkantoor te Vlierzele.
Bravo, heer Woeste ge zijt geproponeerd voor een
Koeragie-prijs ga voort, 't zijn goei die zich beteren
Doch er ziji i ander zaken, die d'hooge Wereld raken
Sedert de Kiezing loopt onze Charel Woeste zoo dwees
als een krabbe zijn gezicht staat op snabben en bijten
dijnsdag snavelde hij naar Minister Delbeke dat de Socia
listen zich achteruit trokken; 't is een feit: Geheel Brussel
is er vol af, bijzooverre datLE SOIR van Vrijdag schrijft:
Welke verandering! Sedert het aftreden van minister
Beernaert was M. Woeste de standvastige Verdediger
van 't Katholiek Ministerie maar de 24 Mei heeft dat
gansch veranderd heer Woeste verbergt zijne wangunst
niet tegen de Ministers Renkin en Delbeke hij verklaart
vlakaf dat Minister Schollaert zeer slecht gehandeld heeft
met zijnen raad niet te volgen (Woeste had aangeraden
den Kongo niet te bespieken voorde Kiezing.)
M. Woeste zegt ook dat Minister Schollaert niet op de
hoogte is van zijne taak, dat hij de Ministers veel te veel
Meester laat. dat geheel 't Ministerie niets beteekent, dat
hij nog liever een Ministerie Beernaert zou zien, of zelfs
een Ministerie-Hellinckx.
Ge ziet, ze zijn schoon geleverd, met dien Woeste.
Men verzekert dat hij ook aan de Ministers toebrengt,
dat zij in de Kongo-zaak te veel toegevingen hebben ge
vraagd aan den Koning.
Is 't niet juist gelijk hier in 1894-95 Bisschop Stille
mans had Priester Daens en de Democraten zoo wreed
behandeld als hij kon... Doch Woeste vond dat de Kerk
voogd niet genoeg gedaan had; 't is een Boeren-Pastoor,
zegde hij... Priesters, ge ziet hier den eerbied der Katho
lieke Bewaarders voor U zoolang gij hun dienstknecht
wilt zijn, goed en welmaar eens dat gij u vrij en Volks
gezind toont... Wat zag men hier in 1897 als de Belgische
Bisschoppen een enkel woord spraken ten voordeele van
het Evenredig stelsel Denderbode schreefDe Bisschop
pen kunnen in politiek onder zero 0 staan... Elk is krieus
hoe het nu gaat uitspelen met Woeste.
Talrijke Brieven zijn mij toegezonden Gelukwen-
schen, Bedankingen, Aanmoedigingen, Raadgevingen
enz.. Allen konden niet opgenomen worden, ;doch, zijn
zorgvuldig bewaard en velen zullen te pas komen zie
hier een Brief uit het
ARRONDISSEMENT GENT
De Kiezers van Gent-Eeckloo aan de kiezers] van het
arrondissement Aalst
Met bewondering en aandoening hebben wij den uit
slag der Kiezingen in uw Arrondissement vernomen
gansch het Land staat in bewondering over uwen moed
en opoffering. Ondanks dën dwang, de lasterlijke aantij
gingen, den banvloek der bewaarders, hebt gij den
vrijen nederigen man boven den machtigen dwingeland
verkoren; ik heb hier brochuren en manifesten voor mij
liggen van de bewaarders van Aalst; ik huiver bij de ge
dachte wat katholieken durven schrijven; ik vraag mij af
hoe kan een mensch zoo vervolgd worden welke mis
daad heeft Daens toch bedreven welke is de misdaad
der Democraten Een Democraat kan of mag niet an
ders wezen dan een kristen mensch, wiens hoop berust
op Rome en het Kruis, een vrije man en geen slaaf der
geldmacht, maar een vriend van den arme of van zijnen
lijdenden evenmensch; en die deze gaven bezit, moet de
vervolging lijden o verdwaalde Bewaarders' waartoe
heeft de leugen en laster uwer manifesten gebaat, on
waardig door kristen menschen geschreven te worden
Het dankbare Volk van het arrondissement Aalst heeft
er anders over gedacht; zegevierend hebt gij den marte
laar, den kloeken strijder voor de verdrukte rechten van
burger of werkman, gevoerd uit de klauwen van eene
woeste bende en geplaatst op eene rols waar de macht
(Zie vervolg 3J« bl. 1* kol.)
vreemd aan om een spoor te volgen, maar het
geen gij doet, heb ik mij nooit als eene moge
lijkheid kunnen inbeelden
Gij doet mij veel eer aan, jongeling, ant
woordde John grimlachend, nochtans is bij dit
alles niets zonderlings men moet alleenlijk om
goeden opspeurder te zijn, begaafd wezen met
een scherp gezicht, vasten wil en volharding
om eene begonnen zaak wel uit te voeren. Maar
vooral behoeft men jong te beginnen.
Gij zijt dan vroeg begonnen, mijnheer
Stiermarck
Niet zeer vroeg, slechts van mijn zestiende
jaar.
('t Vèrvolgt),