t
DE VOLKSEEUW
MüR Mercier
Orgaan der Christen© Volksparty
Godsdienst - Vaderland - Vrijheid
JAN CLERKER
Onderwijs noodzakelijk
In
De Kamer
Bell u. vista
Nummer 30
Zondag 26 Juli 1908
48"* Jaargang
BUREEL EILAND CHIP KA, WEEF. AALST
Gewone Annoncen 20 centiemen per regel; Annoncen op de 8** BUdipde 80
Rechterlijke Annoncen 1,00 per regel
LAND
ABONNEMENTSPRIJS
Ff. ^1 Jaar* voor de Stad;—8,50 Fr. yoor den Buiten; 6,80 im* tl ét mail
Inschrijvingen worden op alle tpdetippeo da Jaan g
l lOOFDOPSTELLER-BKSTVUM**
P. DAENS-MAYAflï.
Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen
Zijn plechtig woord op een groote Vergade
ring te Antwerpen zijn plechtig woord
De Arbeider heeft het recht van treffelijk
te leven met zijn Huisgezin; het dagloon moet
daartoe toereikende zijn; zelfs om een weinig
welvaart te hebben in dit leven; die welvaart
is er noodig voor het zedelijk leven de Ar-
beider mag niet afgebeuld worden de Arbei-
der heeft het recht zich te vereenigen.
Zoü men niet zeggen 't Is Priester Daens
die spreekt van uit zijn Graf
Slaafnoch bedelaar mag de Ar
beider zijn bij moet een vrij en wel
stellend man wezen.
Zoo spraj^ en schreef Priester Daens en
volgde hierin het Programma der Kristene
Volkspartij.
De Democraten vragen niets anders dan hct-
gene de Kardinaal-Aartsbisschop onlangs voor
hield te Antwerpen.
Vrijheid, deftig bestaan, weerdigheid. Zon
dag werd dat ook gepreêkt in ons Sint Mar-
tenskerk door M. den Onderpastoor Van den
Abeele hij sprak over de
wraakroepende Zonden
en haalde den Wereldbrief Rerutn Novarum aan:
Achterhouding van den Icon der Werklieden
de loon moet voldoende zijn tot het onderhoud
van den Arbeider en zijn Familie.
En dat is hij niet in ons Land, in het katho
liek Vlaanderen bijzonderlijk; en daarvoor zijn
de Kristene Demokraten opgestaan daarvoor
en daarvoor alleen werken en strijden ze daar
voor vereenigen zij zich vrijelijk; een onvrije
vereeniging is een slavernij in de oude Katho
lieke Partij is het onmogelijk vrije werkmans-
vereenigingen te stichten. Priester Daens ver
klaarde het tot aan zijne dood. PATER RUT
TEN ondervindt het ook.
/u Zondag een Concert door de
XXcAASTi. Klein Soldaatjes op de Groote
Markt; schoon, aangenaam, wel
luidend spijtig dat er zoo weinig Volk was op die mid
daguur. gewonelijk 't is brandend heet in de zomermaan-
den Aalst zou moeten 'ne VOLKSHOF hebben, een
Park, Alameda veel schoon gelegenheden heeft me., al
laten voorbijgaan Achter de Kerk den Hof van 't Hos-
pitaal, 't zou schilderachtig geweest zijn, achter de Kerk,
dit Volkspnrk en daar de Zomerconccrts, onpartijdig
door alle Muzieken, elk Muziek 560 fr.; nu slokt de Jonge
Garde alles in... Achter de Kerk of achter de Zwemplaats,
of den Hof-De Pauw... Elk moet zeggen dat Aalst slecht
bestuurd wordt. De Katholieke Gazet van Antwerpen
gaf onlangs 'ne kap naar de Gemeentebesturen die water
leiding en Gaz afstaan aan Naamlooze Sociëteiten, en die
groote zekere winsten laten ontsnappen. Zonder het te
weten veroordeelde die Katholieke Gazet het Gemeente-
I bestuur van Aalst; de Gaz immers, die goudmijn is
I afgestaan voor 30 jaar. En aan de Brandverzekering
^-door de Stad durft men niet denken dit artikel stond op
't Programma der vereenigde Volkspartijen. Jaarlijks be
taalt de Bevolking van Aalst meer dan 250 duizend fran
ken aan de Brandverzekeringen.
Aan M. Miserez,
Agronoom van den Staat, die aan de Ministers wijs
maakt dat de Hop kan gered worden door pinnekesdraad,
door kortere staken en zijlingsche opleiding, die geen
woerd spreekt van Inkomrechten en Wet tegen de ver-
valsching van veel Bieren, wij vragen hem nogeens aan
de Hop wereld te willen uitleggen, waarop hij zich steunt
in zijn gezegde
Dat d'Hopkeesten niet mogen afgesneden worden.
M. Miserez, 't woord is aan u.
VAN OORDEGEM
op zoek uaar de lduders.
X. IN DE HERBERG DEN ROSKAM
Laat mij met Moor voorop gaan, zegde
Jan, en kom mij voorzichtig achterna. Voorze
ker is hier onraad in het spel.
En de jongeling, zijne pistolen trekkende,
volgde den hond van nabij. Het beest deed
juist hetzelfde wat hij des morgens had gedaan,
toen hij Jan naar den kuil geleidde, waar men
de doode huismeid had begraven, alleenlijk
scheen hij nu veel driftiger en liet steeds een
hecsch gejank hooren. Een boogscheut verder,
aan een der eerste huizen van Melle bleef hij
staan, sprong naar de deur en begon er huilend
aan te krabben.
Hier Moor, riep Jan met gesmoorde stem,
achter
De hond gehoorzaamde aanstonds, doch met
zichtbaren tegenzin en ingetrokken staart,
kwam hij zich achter zijn meester plaatsen.
Jan bekeek nu wel het huis het was eene
herberg, en op het uithangbord dat uit het zol -
dervenster stak en in de ruimte zwierde, las hij
bij het maanlichtIn den Roskambij B. Flee-
minck, logement en herberg. Een floers werd
als van voor zijne oogen weggenomen. Het was
immers de baas uit den Roskam dien hij ver
dacht hield van Moor in een boschje bij Oorde-
gem te hebben doorschoten. Hij hield zich
eenige stonden stil, om te zien of op het gerucht
dat de hond had gemaakt niemand uit het huis
zou komen, doch alles bleef stil. Misschien had
men het niet gehoord of er weinig acht cp ge
geven. Er loopen toch bij nacht meermaals hon
den huilend over straat. Hij trok dan, den hond
bedwingend, terug tot bij zijne gezellen, en
gaf driftig aan Kapitein Delfoer en Stiermarck
Wij leven in tijden waarop het bezit van geleerdheid
als onmisbaar moet worden aanschouwd. De Moravi^ke
bisschop Comenius schreef drie honderd jaar geleden
Wat zijn rijken zonder wijsheid
Met zemelen gemeste zwijnen
Wat zijn armen zonder kennis
Met lasten beladen ezels 1
Voor al wie zien wil en ziet, straalt de waarheid dier
antwoorden klaar als zonnelicht, nog steeds op onze da
gen.
Rijken zonder wezenlijke wijsheid doen veel kwaad;
maar meer kwaad, onder democratisch opzicht, doet de
arme zonder kennis I De onwetendheid is de grootste
stronkeisteen voor den eindtriomf onzer gedachten. Wie
strijdt voor de Democratie, voor haar meerdere wording,
voor lieur zege, ondervindt bij iederen stap, hoe onwe
tendheid en domheid schaadt, verijdelt, vernietigt I
Elk hoort wel dikwijls zeggen: - Om boer te zijn,
moet ge niet veel weten Om dommen boer te zijn, last
dier, slaaf, dier om te werken, te zwoegen, te eten en
te slapen moet ge niets weten 't Is waar 1 Maar leeft
een niensch enkel om te eten, te slapen, te werken
God gaf hem in zijn goedheid de rede die hem boven
al het geschapene verheft. De mensch kreeg van den
Schepper den helderen, vernuftigen geest I Wat moet hij
daarmede aanvangen Wel hij moet die gebruiken, ont
wikkelen, opbouwen, grooter, edeler maken en streven
met klaarder verstand, naar hooger, beter, waardiger
leven I..
Waarom dom blijven
Waarom niet beantwoorden aan onze roeping
o mensch
En gij, Ouders der Volksklas, waarom uw kinderen
niet vroeg, niet regelmatig ter school gezonden niet tot
de eerste Kommunie, maar langer, veel langer
En gij, regeerende machten, waarom alle Onderwijs,
zoo middelbaar en hooger, niet geheel kosteloos gemaakt
als het lager Onderwijs? Hoeveel krachtige geesten
baart niet de moeder uit het eenvoudige Volk?.. En
eilaas, hoevele van die heerlijke bloemen, die nooit zich
ontvouwen, verslensen zelfs en te niet gaan, eer ze hun
blaadjes spreiden en geurden 1 Is 't niet jammer en meet
iemand het leed, het kwaad aldus berokkend aan het
Land, aan de Democratie
Is de laatste primus van Rome geen werkmanskind
in de Gentsche volksschool ontlook dat groot vernuft.
De lagere Onderwijzer lei de basis voor dat wordend ge
nie.
De vader, de moeder van dien kloeken jongen leven
nog I Gelukkige Ouders 1
Vaders, Moeders laat uw Kinderen leeren I
Wellicht is er onder uw nakomelingsschap éen die,
zooniet primus wordt, dan toch het tot een kunstenaar
maakt in 't nederig ambacht dat hij koos.
Leidt uw kindeken niet op tot lastdieren. Geeft hu-
ior 't leven de wapens der geleerdheid, schenkt hun dl
rijkdom der kennissen, zoo licht om dragen en zoo noo
dig in den harden levenskamp.
Ach 1 kende de dronkaard het genoegen te lezen voor
de zijnen in een mooi boek bij 't vriendelijk licht der
lamp, wat zou het hem, zijn vrouw en kindertjes beter
gaan
Konden de loonslaven lezen, redeneeren, begrepen zij
beter edele strevingen, wat zouden zij anders zijn en an
ders handelen dan nu I..
In 't Onderwijs ligt de redding, ligt de hoop der demo
cratie I
Wie aast op domheid, moet verpletterd I.
Democraten, zendt uw kinderen naar de School
Loosangher.
1/ Men stelt voor een Kolonialen
tvonqo. Raad, bestaande uit 10 Leden,
3 6 benoemd door de Koning,
2 door 't Senaat en 2 door de Kamerde Voorzitter, de
elfde man, aangesteld door den Koning en met voorkeur
stem, in geval van gelijkheid... Bijgevolg, de Koning zou
het daar al te zeggen hebben. Van den anderen kant
vernemen wij dat Leopold II zeer noordgezind is en g'heel
den Kongo met ap en dependentie zou intrekken. Profi
ciat 1 Beter voorzorg dan nawee, beter bijtijds terugge
treden, dan de beenen worden afgereden.
te kennen wat er tusschen hem en Moor was
gebeurd daags na den aanslag op het Valken
steen, en wat zij reeds meer dan eene maand
iang vermoedden van den baas uit den Roskam.
Wat zegt gij daarvan, mijnheer John,
sprak de Kapitein, zich tot den Engelschman
wendend mij dunkt dat wij hier niet haastig
;enoeg kunnen binnen springen.
Stiermarck, nadenkend, antwoordde
Niet te haastig, mijnheer, laat mij eerst
eens rondom de herberg gaan zien of ik het
spoor van onzen ruiter niet kan vinden. Het is
den aardeweg aan de stalpoortmisschien is
daar niet heel veel getrappeld, en kan ik maar
eenig overblijfsel ontdekken van de indruksels
der hoefijzers, wees verzekerd dat ik dezelve
dadelijk zal erkennen uit al de andere, want
grootte, breedte, lengte en nagelgaten ken ik
van buiten.
Ga, zegde de Kapitein, maar wees voor
zichtig wij zullen hier zoolang vertoeven.
Zijt geruit, mijnheer, men moet geen
ouden aap muilen leeren trekken... Inderdaad
hij was geen vijf minuten afwezig of hij was
reeds terug.
Wat heb ik gezegd, sprak hij, van voldoe
ning glimlachend ginder aan de stalpoort
vind ik voldoende sporen. Ik kan u dan stellig
verzekeren, dat de man dien wij najagen, hier
gisteren te paard uit dit huis naar Meire is ge
reden, en denzelfden avond is teruggekomen.
Kapitein-bevelhebber zegde hij, zich groetend
buigende, de moordenaar der weduwe Verpluy-
men kan u niet meer ontgaan; ik wensch u heil
en zegen.
Ik dank u hartelijk, vriend, antwoordde
de Kapitein maar gij spreekt wat vroegtijdig.
Tot heden hebben wij den vogel nog niet gevat.
Gij die a'les zoo goed weet te overleggen, zult
waarschijnlijk reeds eenen list hebben verzon
nen om dit met zoo min gevaar mogelijk te
doen
Niets is eenvoudiger, mijnheermaar
men moet te werk gaan met veel omzichtigheid
VAN AELST
Woorden van Priester Daens
in de Kamer.
(Zitting van 20 en 21 Maart 1895).
In vrede willen wij leven met iedereen met iedereen
willen wij werken om de diepe ellende van onze Land
bouwers te heelen en te genezen. Wij zoeken doortas
tende en spoedige middelen, geene lapzalf, geene plaas
ters ia, krachtige middelen moeten er zonder langer
wachten aangewend worden, anders gaat ons Volk over
naar de Socialisten I
Tot de Socialisten zeggen wijUwe voorstellen zullen
wij niet verwerpen alleen omdat ze van u komen. Wij
verschillen over de grondslagen der Maatschappij, maar
dat zal ons niet beletten uwe voorstellen te onderzoeken
waar uwe voorstellen rechtvaardig en doelmatig zullen
schijnen, daar zullen wij samen werken om ze te doen
zegepralen.
Maai Mijnheeren, is dat geen zonde
En hebben wij hier in de Kamer geen woord gehoord
van den ^postel Paulus, die ons oplegt den goeden dag
te weigeren, Ave ne dixeritis aan degenen die met ons
verschillen van meening, zelfs van Geloof, en hun de
hand te reiken
Integendeel leert ons dezelfde Apostel Paulus dat wij,
Christenen, moeten trachten zooveel mogelijk met alle
menschen in vrede te leven, want alle menschen zijn onze
Broeders.
En beveelt hij ons ergens de groetenis te weigeren aan
sommige lieden, hij bedoelt voornamelijk de slechte
Christenende valsche Broeders, de Schijnheiligen en
Phariseörs, die onder den dekmantel van godvruchtig
heid de Religie hatelijk maken door hunne gierigheid en
geldzucht, of door hun lasterlijk leven.
Dat wil echter niet zeggen, Mijnheeren, dat ik bereid
ben de rol te spelen welke de heer Vandervelde mij in
een lustige luim heeft opgedragen de voorlooper te zijn
van het Socialism in Vlaanderen, eene soort van Pieter
de Kluizenaar in den socialistischen kruistocht.
Het achtbaar lid is nog jong de jeugd koestert zooveel
schoone droomen en hersenschimmen Neen, neen, wij,
Christene Democraten, wij willen de bres niet openen
in Vinanderen en na ons zullen de Socialisten niet ko
men met de ontplooide roode vlag. Integendeel, waar wij
gc< zijn, moeten de Socialisten niet meer komen.
ij'i. n her Socialism cp eene doelmahge en
g .h mie wijze.
A 1 «4- Voor die laffe wreede daad, een
ii cLASTi Vrouw slaan met een pintglas, vlak
in haar wezen, om haar dood te
slaan, omdat zij op Kiezingsnacht het Volkslied zong
voor die laffe daad zijn Boeren van Nieuwerkerken naar
Dendermonde moeten komen. Door de schuld van den
Denderbode Die£Woeste gazet had immers geschre
ven De daders zijn lummels van Boeren geweest
want Boeren alleen slaan met pintglazen 1
De Vrouw, 't Slachtoffer, sprak heel anders: Mr,
zegde ze lol den Rechter, het is dien man niet, die mij
geslagen heeft 1 Daar staat hij 1
Landbouwers, wat zegt ge van dat schoon Katholiek
Voor uw Hop, niets, niets I Sterft maar van honger
of gaat naar den Kongo, gelijk de Katholieken vóór Kie
zing zegden.
Als een schelmstuk gebeurt in Aalst, al is er geen en
kele Boer aan of omtrent, de Dendorbode roept't zijn
lummels van Boeren geweest!
En na de Kiezing in Aalst, het is
De stomme beesten van Boeren 1
- Elk moet nu toch overtuigd zijn dat de ANNON
CEN in 't Land van Aelst een groot voordeel opleve
ren: er zijn Gemeenten die 200 N" hebben; in de Stad,
elk leest 't Land. Annoncen van 4 regels 1 maal 50 c.
2 maal 0,75, 3 maal 1 fr.
want riekt men lont, dan zou onze aanslag nog
gedeeltelijk kunnen mislukken.
Zeg ons dan maar spoedig uw gedacht,
mijnheer Stiermarck
Vooreerst moeten wij beiden, zonder van
iemand vergezeld te wezen, in de herberg trach
ten te geraken. Ik geloof dat dit zeer gemak
kelijk zal gaan, want er is nog licht in het voor
huis. Wij vragen dan 'ne pot bier en zetten ons
dicht mogelijk aan den herbergtoog. Kort
daarna moet Victor Leef mans binnenkomen,
maar zich houden alsof hij ons niet kent en
zich niet ver van de voordeur plaatsen. Einde
lijk komt mijnheer Clerker in, met den hond
wanneer hij Victor bemerkt, handelt hij alsof
hij eenen ouden vriend ontmoet dien hij in
langen tijd niet heeft gezien en moet hij zeer
deelnemend en luidruchtig tot hem spreken.
Inmiddels laat hij Moor zijn werk beginnen,
terwijl wij ons gereedhouden om in alle omstan
digheden tusschen te komen.
Goed overlegd, citoyen John, sprak Kapi-
te n Delfoer. Gij zijt waarlijk geld waard voor
het Gerecht. Mijnheeren, gij hebt wel verstaan
wit onzen opspoorder heeft gezegd.
Ja, ja, antwoordden de beide vrienden
wij branden van ongeduld om het spel te be
ginnen
iNog een oogenblik, hervatte de Engelsch
man. De Gendarmen moeten ondertusschen het
huis van buiten bezetten indien er iemand uit
vlucht, gevangen nemen of is hij hun te rap,
ntderschieten.
Bravo 1 dat noem ik spreken, zegde de
Oerste. Uw raad is onfeilbaar goed. Wij gaan
disn volgen.
De toebereidselen waren welhaast gemaakt
en de Kapitein met den heer Stiermarck na
derden het huis. Zij duwden aan de deur en
deje ging al krassend open. Dit was buiten
hunne verwachting zij meenden haar gesloten
te yinden. Zij traden dan de herberg binnen.
Tvee personen bevonden zich aan den haard
eek manspersoon van ongeveer veertigjarigen
In de Kamer, hoe is 't
Goed eerste k(as, gelijk de Statie van Hofstade; nog
altijd aan 't werk geen vakancievoor den Kongo 1 Nu
is men aan de koloniale wethoe 't zwarte land zal ge
regeerd worden, in geval van overname.
Spreken ze daar nog altijd van
O, ja, de Koning houdt eraan en zijn Ministers
moeten hem volgen. Zelfs dreigt de Koning alles terug
te trekken.
Zou dat slecht zijn
Ba neen 'tDie op slechten weg is, hoe eer hij
terugkeert, hoe beter... Koppig zijn in slechte zaken is
verderfelijk.
Wai is 't deze week geweest
Dijnsdag geen zitting voor den Deum-te, woensdag
antwoorden op de vragenafscheids-redevoering van
M. Van de Velde die vandaag (23 Juli) naar den Konga
vertrektredevoeringen van Hoyois, van Beernaert, van
Minister Renkin waarschijnlijk moet ik heden spreken
over 't artikel
BESCHAVING IN CONGO.
Wat denkt men verder
Zonder aksidenten zal de Kongo gestemd worden
korts voor Half-Oogstvan stonden-af aan is 't zitting
van I ure 45 tot 5 ure 45, juist den tijd om naar Statie-
Noord te loopen.
En't Vergunnings recht? De Wet voor de Hop I
De regeling van den Arbeid I... De Leerplicht 1 Eerlijke
kieswettendat alles moet weg, moet achteruit, voor
den Kongo.
DE ANTWOORDEN DER MINISTERS:
Over den Duiventrein zegt Minister Helleputte, dat
hij enkel 8 keeren is ten achteren geweest door de werken
t'Aalst en vertragingen onderwege 5 dier vertragingen
waren van 30 minuten en 3 van 30 tot 40. De Statie
Haeltert-Eede moet hare beurt afwachtenen de voi-
tuurkuischers van Schaarbeek worden betaald zondag
gelijk werkendag, 365 dagen per jaaiOp de vraag
van eenige reiskoupons voor de gepensionneerden geeft
de Minister geen antwoord, alsmede over de 3 fr. mini
mum. Over 't Vergunningsrecht zegt Minister Liebaert
niets.
Op de vraag van M. Woeste en De Sadeleer, om de
Statie-Aalst te stellen op den voet der ander Nijverheids-
Statiën antwoordt de Minister dat die zaak ter studie
ligtOver Vlierzele wordt aan M. Woeste geantwoord
dat daar enkel 13 brieven aankomen per dag.
Woensdag heb ik twee vragen gesteld 1" voor eenen
trein te Ninove 's avonds tusschen 5 ure en 8 ure 30
2® Voor de kostelooze reis om de Arbeiders die naar
Brussel om hun Werkmans-Decoratie komen.
OE SCHOON Hoe schoon 'ne mensch die
fraai van manieren is Hoe schoon 'ne mensch
die eerlijk is Hoe schoon 'ne mensch die eerbaar
is, ja nauwkeurig in eerbaarheid I Hoe schoon een kind
dat zijne Ouders eert, helpt en lief heeft I Hoe schoon
'ne Vlaming die zich overal Vlaming toontHoe schoon
een Staatsbediende die zoo beleefd is met den minderen
man als met den rijksten I Hoe schoon de Arbeider die
neerstig werkt en deftig aan zijn Brood komt I Hoe
schoon de Arbeider die kloekmoedig en waardig recht
staat voor de verheffing van zijn geslacht I Hoe schoon
de Burger, de welhebbende man, de rijke mensch die
daaraan medehelpt 1 Hoe schoon de dag die opkomt in
de eerste uchtenduren I Hoe schoon, de zomeravond in
't vrije vlakke veld I Hoe schoon, hoe schoon, schrijft
dichter Lamartive, hoe schoon een Familie aan tafel,
Vader, Moeder, Grootmoeder, Grootvader die allen de
handen vouwen voor het eten om het Opperwezen te
bedanken voor de spijzen... Hoe schoon een Priester in
zijn heilige zending, en het eenig gedachtden weg te
toonen tot de deugd en tot de zaligheid 1 Hoe schoon de
hand die geeft en de hand die weldoet, de hand die ze
gent en de hand die zalft, de hand die oprecht en die
verhefthoe schoon hoe hemelsch schoon het hert dat
vlamt van liefde tot den Evenmensch, het hert der Demo
cratie 1
leeftijd en eene vrouw die er wat jonger uitzag.
Alles was daar zeer in zijn schik en het geleek
er in 't geheel niet aan eene moordenaarskroeg.
De roode steenen vloer schoon geschuurd, ta
fels en stoelen, potten en glazen, alles kraakte
van netheid. Aan den wand hing een jachtroer;
dat was het eenige, wat een weinig verdacht
zou hebben kunnen voorkomen. Maar in de
onveilige tijden welke de menschen toen be
leefden vor.d men dit schier overalbijzonder
lijk sedert men niet meer gedwongen was zijne
wapens te verbergen.
De menschen van den huize, waarschijnlijk
Baas en Bazin, verschoten in het geheel niet
toen zij binnenkwamen.
Goeden avond, zegde de Kapitein, zouden
wij hier nog 'ne pot bier kunnen krijgen
Wel waarom niet, mijnheeren, zijt zoo
goed u neder te zetten het is immers niet te
laat.
Het is daar zoo even twaalf uren geslagen
op den dorpstoren, sprak Stiermarckwij
dachten uwe herberg reeds gesloten te zullen
vinden.
Wij zijn niet gewoon vroeg slapen te gaan,
hervatte zijopstaande om hun den gevraagde
drank te gerieven. Onze herberg is voordeelig
gekend van de reizende passanten. Zouden de
heeren hier misschien willen vernachten
Ja, indien het mogelijk is.
Wel zeker, ik kan u elk een goed bed ge
reed maken, want er is hier vandaag geen enkel
reiziger om te vernachten.
De Kapitein en John bezagen elkander het
was juist wat zij wenschten.
Wij zijn beiden bediende van den Accijns,
zegde hij, reeds van gisteren nacht op de baan
en dapper vermoeid. Gevolgenlijk gaan wij
hier maar blijven slapen.
Gij logeert hier ook voerlieden en stalt
paarden, niet waar
O neen, mijnheer, daarvoor is onzen paar
denstal te klein. Maar een of twee paarden
zouden wij toch niet ontzeggen, ('t Vervolgt).