t DE VOLKSEEUW MüR Mercier Orgaan der Christen© Volksparty Godsdienst - Vaderland - Vrijheid JAN CLERKER Onderwijs noodzakelijk In De Kamer Bell u. vista Nummer 30 Zondag 26 Juli 1908 48"* Jaargang BUREEL EILAND CHIP KA, WEEF. AALST Gewone Annoncen 20 centiemen per regel; Annoncen op de 8** BUdipde 80 Rechterlijke Annoncen 1,00 per regel LAND ABONNEMENTSPRIJS Ff. ^1 Jaar* voor de Stad;—8,50 Fr. yoor den Buiten; 6,80 im* tl ét mail Inschrijvingen worden op alle tpdetippeo da Jaan g l lOOFDOPSTELLER-BKSTVUM** P. DAENS-MAYAflï. Kardinaal-Aartsbisschop van Mechelen Zijn plechtig woord op een groote Vergade ring te Antwerpen zijn plechtig woord De Arbeider heeft het recht van treffelijk te leven met zijn Huisgezin; het dagloon moet daartoe toereikende zijn; zelfs om een weinig welvaart te hebben in dit leven; die welvaart is er noodig voor het zedelijk leven de Ar- beider mag niet afgebeuld worden de Arbei- der heeft het recht zich te vereenigen. Zoü men niet zeggen 't Is Priester Daens die spreekt van uit zijn Graf Slaafnoch bedelaar mag de Ar beider zijn bij moet een vrij en wel stellend man wezen. Zoo spraj^ en schreef Priester Daens en volgde hierin het Programma der Kristene Volkspartij. De Democraten vragen niets anders dan hct- gene de Kardinaal-Aartsbisschop onlangs voor hield te Antwerpen. Vrijheid, deftig bestaan, weerdigheid. Zon dag werd dat ook gepreêkt in ons Sint Mar- tenskerk door M. den Onderpastoor Van den Abeele hij sprak over de wraakroepende Zonden en haalde den Wereldbrief Rerutn Novarum aan: Achterhouding van den Icon der Werklieden de loon moet voldoende zijn tot het onderhoud van den Arbeider en zijn Familie. En dat is hij niet in ons Land, in het katho liek Vlaanderen bijzonderlijk; en daarvoor zijn de Kristene Demokraten opgestaan daarvoor en daarvoor alleen werken en strijden ze daar voor vereenigen zij zich vrijelijk; een onvrije vereeniging is een slavernij in de oude Katho lieke Partij is het onmogelijk vrije werkmans- vereenigingen te stichten. Priester Daens ver klaarde het tot aan zijne dood. PATER RUT TEN ondervindt het ook. /u Zondag een Concert door de XXcAASTi. Klein Soldaatjes op de Groote Markt; schoon, aangenaam, wel luidend spijtig dat er zoo weinig Volk was op die mid daguur. gewonelijk 't is brandend heet in de zomermaan- den Aalst zou moeten 'ne VOLKSHOF hebben, een Park, Alameda veel schoon gelegenheden heeft me., al laten voorbijgaan Achter de Kerk den Hof van 't Hos- pitaal, 't zou schilderachtig geweest zijn, achter de Kerk, dit Volkspnrk en daar de Zomerconccrts, onpartijdig door alle Muzieken, elk Muziek 560 fr.; nu slokt de Jonge Garde alles in... Achter de Kerk of achter de Zwemplaats, of den Hof-De Pauw... Elk moet zeggen dat Aalst slecht bestuurd wordt. De Katholieke Gazet van Antwerpen gaf onlangs 'ne kap naar de Gemeentebesturen die water leiding en Gaz afstaan aan Naamlooze Sociëteiten, en die groote zekere winsten laten ontsnappen. Zonder het te weten veroordeelde die Katholieke Gazet het Gemeente- I bestuur van Aalst; de Gaz immers, die goudmijn is I afgestaan voor 30 jaar. En aan de Brandverzekering ^-door de Stad durft men niet denken dit artikel stond op 't Programma der vereenigde Volkspartijen. Jaarlijks be taalt de Bevolking van Aalst meer dan 250 duizend fran ken aan de Brandverzekeringen. Aan M. Miserez, Agronoom van den Staat, die aan de Ministers wijs maakt dat de Hop kan gered worden door pinnekesdraad, door kortere staken en zijlingsche opleiding, die geen woerd spreekt van Inkomrechten en Wet tegen de ver- valsching van veel Bieren, wij vragen hem nogeens aan de Hop wereld te willen uitleggen, waarop hij zich steunt in zijn gezegde Dat d'Hopkeesten niet mogen afgesneden worden. M. Miserez, 't woord is aan u. VAN OORDEGEM op zoek uaar de lduders. X. IN DE HERBERG DEN ROSKAM Laat mij met Moor voorop gaan, zegde Jan, en kom mij voorzichtig achterna. Voorze ker is hier onraad in het spel. En de jongeling, zijne pistolen trekkende, volgde den hond van nabij. Het beest deed juist hetzelfde wat hij des morgens had gedaan, toen hij Jan naar den kuil geleidde, waar men de doode huismeid had begraven, alleenlijk scheen hij nu veel driftiger en liet steeds een hecsch gejank hooren. Een boogscheut verder, aan een der eerste huizen van Melle bleef hij staan, sprong naar de deur en begon er huilend aan te krabben. Hier Moor, riep Jan met gesmoorde stem, achter De hond gehoorzaamde aanstonds, doch met zichtbaren tegenzin en ingetrokken staart, kwam hij zich achter zijn meester plaatsen. Jan bekeek nu wel het huis het was eene herberg, en op het uithangbord dat uit het zol - dervenster stak en in de ruimte zwierde, las hij bij het maanlichtIn den Roskambij B. Flee- minck, logement en herberg. Een floers werd als van voor zijne oogen weggenomen. Het was immers de baas uit den Roskam dien hij ver dacht hield van Moor in een boschje bij Oorde- gem te hebben doorschoten. Hij hield zich eenige stonden stil, om te zien of op het gerucht dat de hond had gemaakt niemand uit het huis zou komen, doch alles bleef stil. Misschien had men het niet gehoord of er weinig acht cp ge geven. Er loopen toch bij nacht meermaals hon den huilend over straat. Hij trok dan, den hond bedwingend, terug tot bij zijne gezellen, en gaf driftig aan Kapitein Delfoer en Stiermarck Wij leven in tijden waarop het bezit van geleerdheid als onmisbaar moet worden aanschouwd. De Moravi^ke bisschop Comenius schreef drie honderd jaar geleden Wat zijn rijken zonder wijsheid Met zemelen gemeste zwijnen Wat zijn armen zonder kennis Met lasten beladen ezels 1 Voor al wie zien wil en ziet, straalt de waarheid dier antwoorden klaar als zonnelicht, nog steeds op onze da gen. Rijken zonder wezenlijke wijsheid doen veel kwaad; maar meer kwaad, onder democratisch opzicht, doet de arme zonder kennis I De onwetendheid is de grootste stronkeisteen voor den eindtriomf onzer gedachten. Wie strijdt voor de Democratie, voor haar meerdere wording, voor lieur zege, ondervindt bij iederen stap, hoe onwe tendheid en domheid schaadt, verijdelt, vernietigt I Elk hoort wel dikwijls zeggen: - Om boer te zijn, moet ge niet veel weten Om dommen boer te zijn, last dier, slaaf, dier om te werken, te zwoegen, te eten en te slapen moet ge niets weten 't Is waar 1 Maar leeft een niensch enkel om te eten, te slapen, te werken God gaf hem in zijn goedheid de rede die hem boven al het geschapene verheft. De mensch kreeg van den Schepper den helderen, vernuftigen geest I Wat moet hij daarmede aanvangen Wel hij moet die gebruiken, ont wikkelen, opbouwen, grooter, edeler maken en streven met klaarder verstand, naar hooger, beter, waardiger leven I.. Waarom dom blijven Waarom niet beantwoorden aan onze roeping o mensch En gij, Ouders der Volksklas, waarom uw kinderen niet vroeg, niet regelmatig ter school gezonden niet tot de eerste Kommunie, maar langer, veel langer En gij, regeerende machten, waarom alle Onderwijs, zoo middelbaar en hooger, niet geheel kosteloos gemaakt als het lager Onderwijs? Hoeveel krachtige geesten baart niet de moeder uit het eenvoudige Volk?.. En eilaas, hoevele van die heerlijke bloemen, die nooit zich ontvouwen, verslensen zelfs en te niet gaan, eer ze hun blaadjes spreiden en geurden 1 Is 't niet jammer en meet iemand het leed, het kwaad aldus berokkend aan het Land, aan de Democratie Is de laatste primus van Rome geen werkmanskind in de Gentsche volksschool ontlook dat groot vernuft. De lagere Onderwijzer lei de basis voor dat wordend ge nie. De vader, de moeder van dien kloeken jongen leven nog I Gelukkige Ouders 1 Vaders, Moeders laat uw Kinderen leeren I Wellicht is er onder uw nakomelingsschap éen die, zooniet primus wordt, dan toch het tot een kunstenaar maakt in 't nederig ambacht dat hij koos. Leidt uw kindeken niet op tot lastdieren. Geeft hu- ior 't leven de wapens der geleerdheid, schenkt hun dl rijkdom der kennissen, zoo licht om dragen en zoo noo dig in den harden levenskamp. Ach 1 kende de dronkaard het genoegen te lezen voor de zijnen in een mooi boek bij 't vriendelijk licht der lamp, wat zou het hem, zijn vrouw en kindertjes beter gaan Konden de loonslaven lezen, redeneeren, begrepen zij beter edele strevingen, wat zouden zij anders zijn en an ders handelen dan nu I.. In 't Onderwijs ligt de redding, ligt de hoop der demo cratie I Wie aast op domheid, moet verpletterd I. Democraten, zendt uw kinderen naar de School Loosangher. 1/ Men stelt voor een Kolonialen tvonqo. Raad, bestaande uit 10 Leden, 3 6 benoemd door de Koning, 2 door 't Senaat en 2 door de Kamerde Voorzitter, de elfde man, aangesteld door den Koning en met voorkeur stem, in geval van gelijkheid... Bijgevolg, de Koning zou het daar al te zeggen hebben. Van den anderen kant vernemen wij dat Leopold II zeer noordgezind is en g'heel den Kongo met ap en dependentie zou intrekken. Profi ciat 1 Beter voorzorg dan nawee, beter bijtijds terugge treden, dan de beenen worden afgereden. te kennen wat er tusschen hem en Moor was gebeurd daags na den aanslag op het Valken steen, en wat zij reeds meer dan eene maand iang vermoedden van den baas uit den Roskam. Wat zegt gij daarvan, mijnheer John, sprak de Kapitein, zich tot den Engelschman wendend mij dunkt dat wij hier niet haastig ;enoeg kunnen binnen springen. Stiermarck, nadenkend, antwoordde Niet te haastig, mijnheer, laat mij eerst eens rondom de herberg gaan zien of ik het spoor van onzen ruiter niet kan vinden. Het is den aardeweg aan de stalpoortmisschien is daar niet heel veel getrappeld, en kan ik maar eenig overblijfsel ontdekken van de indruksels der hoefijzers, wees verzekerd dat ik dezelve dadelijk zal erkennen uit al de andere, want grootte, breedte, lengte en nagelgaten ken ik van buiten. Ga, zegde de Kapitein, maar wees voor zichtig wij zullen hier zoolang vertoeven. Zijt geruit, mijnheer, men moet geen ouden aap muilen leeren trekken... Inderdaad hij was geen vijf minuten afwezig of hij was reeds terug. Wat heb ik gezegd, sprak hij, van voldoe ning glimlachend ginder aan de stalpoort vind ik voldoende sporen. Ik kan u dan stellig verzekeren, dat de man dien wij najagen, hier gisteren te paard uit dit huis naar Meire is ge reden, en denzelfden avond is teruggekomen. Kapitein-bevelhebber zegde hij, zich groetend buigende, de moordenaar der weduwe Verpluy- men kan u niet meer ontgaan; ik wensch u heil en zegen. Ik dank u hartelijk, vriend, antwoordde de Kapitein maar gij spreekt wat vroegtijdig. Tot heden hebben wij den vogel nog niet gevat. Gij die a'les zoo goed weet te overleggen, zult waarschijnlijk reeds eenen list hebben verzon nen om dit met zoo min gevaar mogelijk te doen Niets is eenvoudiger, mijnheermaar men moet te werk gaan met veel omzichtigheid VAN AELST Woorden van Priester Daens in de Kamer. (Zitting van 20 en 21 Maart 1895). In vrede willen wij leven met iedereen met iedereen willen wij werken om de diepe ellende van onze Land bouwers te heelen en te genezen. Wij zoeken doortas tende en spoedige middelen, geene lapzalf, geene plaas ters ia, krachtige middelen moeten er zonder langer wachten aangewend worden, anders gaat ons Volk over naar de Socialisten I Tot de Socialisten zeggen wijUwe voorstellen zullen wij niet verwerpen alleen omdat ze van u komen. Wij verschillen over de grondslagen der Maatschappij, maar dat zal ons niet beletten uwe voorstellen te onderzoeken waar uwe voorstellen rechtvaardig en doelmatig zullen schijnen, daar zullen wij samen werken om ze te doen zegepralen. Maai Mijnheeren, is dat geen zonde En hebben wij hier in de Kamer geen woord gehoord van den ^postel Paulus, die ons oplegt den goeden dag te weigeren, Ave ne dixeritis aan degenen die met ons verschillen van meening, zelfs van Geloof, en hun de hand te reiken Integendeel leert ons dezelfde Apostel Paulus dat wij, Christenen, moeten trachten zooveel mogelijk met alle menschen in vrede te leven, want alle menschen zijn onze Broeders. En beveelt hij ons ergens de groetenis te weigeren aan sommige lieden, hij bedoelt voornamelijk de slechte Christenende valsche Broeders, de Schijnheiligen en Phariseörs, die onder den dekmantel van godvruchtig heid de Religie hatelijk maken door hunne gierigheid en geldzucht, of door hun lasterlijk leven. Dat wil echter niet zeggen, Mijnheeren, dat ik bereid ben de rol te spelen welke de heer Vandervelde mij in een lustige luim heeft opgedragen de voorlooper te zijn van het Socialism in Vlaanderen, eene soort van Pieter de Kluizenaar in den socialistischen kruistocht. Het achtbaar lid is nog jong de jeugd koestert zooveel schoone droomen en hersenschimmen Neen, neen, wij, Christene Democraten, wij willen de bres niet openen in Vinanderen en na ons zullen de Socialisten niet ko men met de ontplooide roode vlag. Integendeel, waar wij gc< zijn, moeten de Socialisten niet meer komen. ij'i. n her Socialism cp eene doelmahge en g .h mie wijze. A 1 «4- Voor die laffe wreede daad, een ii cLASTi Vrouw slaan met een pintglas, vlak in haar wezen, om haar dood te slaan, omdat zij op Kiezingsnacht het Volkslied zong voor die laffe daad zijn Boeren van Nieuwerkerken naar Dendermonde moeten komen. Door de schuld van den Denderbode Die£Woeste gazet had immers geschre ven De daders zijn lummels van Boeren geweest want Boeren alleen slaan met pintglazen 1 De Vrouw, 't Slachtoffer, sprak heel anders: Mr, zegde ze lol den Rechter, het is dien man niet, die mij geslagen heeft 1 Daar staat hij 1 Landbouwers, wat zegt ge van dat schoon Katholiek Voor uw Hop, niets, niets I Sterft maar van honger of gaat naar den Kongo, gelijk de Katholieken vóór Kie zing zegden. Als een schelmstuk gebeurt in Aalst, al is er geen en kele Boer aan of omtrent, de Dendorbode roept't zijn lummels van Boeren geweest! En na de Kiezing in Aalst, het is De stomme beesten van Boeren 1 - Elk moet nu toch overtuigd zijn dat de ANNON CEN in 't Land van Aelst een groot voordeel opleve ren: er zijn Gemeenten die 200 N" hebben; in de Stad, elk leest 't Land. Annoncen van 4 regels 1 maal 50 c. 2 maal 0,75, 3 maal 1 fr. want riekt men lont, dan zou onze aanslag nog gedeeltelijk kunnen mislukken. Zeg ons dan maar spoedig uw gedacht, mijnheer Stiermarck Vooreerst moeten wij beiden, zonder van iemand vergezeld te wezen, in de herberg trach ten te geraken. Ik geloof dat dit zeer gemak kelijk zal gaan, want er is nog licht in het voor huis. Wij vragen dan 'ne pot bier en zetten ons dicht mogelijk aan den herbergtoog. Kort daarna moet Victor Leef mans binnenkomen, maar zich houden alsof hij ons niet kent en zich niet ver van de voordeur plaatsen. Einde lijk komt mijnheer Clerker in, met den hond wanneer hij Victor bemerkt, handelt hij alsof hij eenen ouden vriend ontmoet dien hij in langen tijd niet heeft gezien en moet hij zeer deelnemend en luidruchtig tot hem spreken. Inmiddels laat hij Moor zijn werk beginnen, terwijl wij ons gereedhouden om in alle omstan digheden tusschen te komen. Goed overlegd, citoyen John, sprak Kapi- te n Delfoer. Gij zijt waarlijk geld waard voor het Gerecht. Mijnheeren, gij hebt wel verstaan wit onzen opspoorder heeft gezegd. Ja, ja, antwoordden de beide vrienden wij branden van ongeduld om het spel te be ginnen iNog een oogenblik, hervatte de Engelsch man. De Gendarmen moeten ondertusschen het huis van buiten bezetten indien er iemand uit vlucht, gevangen nemen of is hij hun te rap, ntderschieten. Bravo 1 dat noem ik spreken, zegde de Oerste. Uw raad is onfeilbaar goed. Wij gaan disn volgen. De toebereidselen waren welhaast gemaakt en de Kapitein met den heer Stiermarck na derden het huis. Zij duwden aan de deur en deje ging al krassend open. Dit was buiten hunne verwachting zij meenden haar gesloten te yinden. Zij traden dan de herberg binnen. Tvee personen bevonden zich aan den haard eek manspersoon van ongeveer veertigjarigen In de Kamer, hoe is 't Goed eerste k(as, gelijk de Statie van Hofstade; nog altijd aan 't werk geen vakancievoor den Kongo 1 Nu is men aan de koloniale wethoe 't zwarte land zal ge regeerd worden, in geval van overname. Spreken ze daar nog altijd van O, ja, de Koning houdt eraan en zijn Ministers moeten hem volgen. Zelfs dreigt de Koning alles terug te trekken. Zou dat slecht zijn Ba neen 'tDie op slechten weg is, hoe eer hij terugkeert, hoe beter... Koppig zijn in slechte zaken is verderfelijk. Wai is 't deze week geweest Dijnsdag geen zitting voor den Deum-te, woensdag antwoorden op de vragenafscheids-redevoering van M. Van de Velde die vandaag (23 Juli) naar den Konga vertrektredevoeringen van Hoyois, van Beernaert, van Minister Renkin waarschijnlijk moet ik heden spreken over 't artikel BESCHAVING IN CONGO. Wat denkt men verder Zonder aksidenten zal de Kongo gestemd worden korts voor Half-Oogstvan stonden-af aan is 't zitting van I ure 45 tot 5 ure 45, juist den tijd om naar Statie- Noord te loopen. En't Vergunnings recht? De Wet voor de Hop I De regeling van den Arbeid I... De Leerplicht 1 Eerlijke kieswettendat alles moet weg, moet achteruit, voor den Kongo. DE ANTWOORDEN DER MINISTERS: Over den Duiventrein zegt Minister Helleputte, dat hij enkel 8 keeren is ten achteren geweest door de werken t'Aalst en vertragingen onderwege 5 dier vertragingen waren van 30 minuten en 3 van 30 tot 40. De Statie Haeltert-Eede moet hare beurt afwachtenen de voi- tuurkuischers van Schaarbeek worden betaald zondag gelijk werkendag, 365 dagen per jaaiOp de vraag van eenige reiskoupons voor de gepensionneerden geeft de Minister geen antwoord, alsmede over de 3 fr. mini mum. Over 't Vergunningsrecht zegt Minister Liebaert niets. Op de vraag van M. Woeste en De Sadeleer, om de Statie-Aalst te stellen op den voet der ander Nijverheids- Statiën antwoordt de Minister dat die zaak ter studie ligtOver Vlierzele wordt aan M. Woeste geantwoord dat daar enkel 13 brieven aankomen per dag. Woensdag heb ik twee vragen gesteld 1" voor eenen trein te Ninove 's avonds tusschen 5 ure en 8 ure 30 2® Voor de kostelooze reis om de Arbeiders die naar Brussel om hun Werkmans-Decoratie komen. OE SCHOON Hoe schoon 'ne mensch die fraai van manieren is Hoe schoon 'ne mensch die eerlijk is Hoe schoon 'ne mensch die eerbaar is, ja nauwkeurig in eerbaarheid I Hoe schoon een kind dat zijne Ouders eert, helpt en lief heeft I Hoe schoon 'ne Vlaming die zich overal Vlaming toontHoe schoon een Staatsbediende die zoo beleefd is met den minderen man als met den rijksten I Hoe schoon de Arbeider die neerstig werkt en deftig aan zijn Brood komt I Hoe schoon de Arbeider die kloekmoedig en waardig recht staat voor de verheffing van zijn geslacht I Hoe schoon de Burger, de welhebbende man, de rijke mensch die daaraan medehelpt 1 Hoe schoon de dag die opkomt in de eerste uchtenduren I Hoe schoon, de zomeravond in 't vrije vlakke veld I Hoe schoon, hoe schoon, schrijft dichter Lamartive, hoe schoon een Familie aan tafel, Vader, Moeder, Grootmoeder, Grootvader die allen de handen vouwen voor het eten om het Opperwezen te bedanken voor de spijzen... Hoe schoon een Priester in zijn heilige zending, en het eenig gedachtden weg te toonen tot de deugd en tot de zaligheid 1 Hoe schoon de hand die geeft en de hand die weldoet, de hand die ze gent en de hand die zalft, de hand die oprecht en die verhefthoe schoon hoe hemelsch schoon het hert dat vlamt van liefde tot den Evenmensch, het hert der Demo cratie 1 leeftijd en eene vrouw die er wat jonger uitzag. Alles was daar zeer in zijn schik en het geleek er in 't geheel niet aan eene moordenaarskroeg. De roode steenen vloer schoon geschuurd, ta fels en stoelen, potten en glazen, alles kraakte van netheid. Aan den wand hing een jachtroer; dat was het eenige, wat een weinig verdacht zou hebben kunnen voorkomen. Maar in de onveilige tijden welke de menschen toen be leefden vor.d men dit schier overalbijzonder lijk sedert men niet meer gedwongen was zijne wapens te verbergen. De menschen van den huize, waarschijnlijk Baas en Bazin, verschoten in het geheel niet toen zij binnenkwamen. Goeden avond, zegde de Kapitein, zouden wij hier nog 'ne pot bier kunnen krijgen Wel waarom niet, mijnheeren, zijt zoo goed u neder te zetten het is immers niet te laat. Het is daar zoo even twaalf uren geslagen op den dorpstoren, sprak Stiermarckwij dachten uwe herberg reeds gesloten te zullen vinden. Wij zijn niet gewoon vroeg slapen te gaan, hervatte zijopstaande om hun den gevraagde drank te gerieven. Onze herberg is voordeelig gekend van de reizende passanten. Zouden de heeren hier misschien willen vernachten Ja, indien het mogelijk is. Wel zeker, ik kan u elk een goed bed ge reed maken, want er is hier vandaag geen enkel reiziger om te vernachten. De Kapitein en John bezagen elkander het was juist wat zij wenschten. Wij zijn beiden bediende van den Accijns, zegde hij, reeds van gisteren nacht op de baan en dapper vermoeid. Gevolgenlijk gaan wij hier maar blijven slapen. Gij logeert hier ook voerlieden en stalt paarden, niet waar O neen, mijnheer, daarvoor is onzen paar denstal te klein. Maar een of twee paarden zouden wij toch niet ontzeggen, ('t Vervolgt).

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1908 | | pagina 1