DE VOLKSEEUW Vergeven. waaat' - ij-a-s.»- Orgaan der Christene Godsdienst - Vaderland - Vrijheid Hoop van hulp en redding voor de HOP DE KAMER Nummer 48 48"* Jaargang BUREELEILAND CHIPKA, WERF, AALST Gewone Annoncen 20 centiemen per regel; Annoncen op de 2<* BUdipd# §0 Rechterlijke AnDoncen 1,00 per regel HET LAND ABONNEMENTSPRIJS MO ft. t J**rs roor de St*d;-8,50 Fr. voor den Buiten; 50 nor al te mende InsehrjjvingeD worden op alle tijdstippen des Jean genomen lOOFDOl 'STELLER-BESTUUR»» P. DAKNS-MAYAÜT. VAN AELS1 Onlangs schreef I'Etoile BeloeLelHoublon, une plante qui disparait De Hop die sterft en verdwijnt. Vriend? SlfS Voiïtó zonder smaak voor zijn eten, 't was als zand geen hulp Dij uoc teurs lan Gent en Brussel, ook geen hoop gegeven voor een ope ratie in St lans-Hospitaal eindelijk voortgegaan zonder genees- van Bmssfl en Aalst aanbevolen, niet veel heeft bijgebracht om de luie sluimerende maag op te wekken. Nu ook voor de Hop, zoolang er leven is, is er Hoop Ge liefde Vrienden, g'hebt over 8 dagen dit schoon artikel uit Hekeh gem gelezen, over Hop en Bier dat in Engeland de *®rva'®cj"18 van 't Bier toeneemt dat de Bierdrinkers klagen van onpasse- lijkheid en ziekte dat de Doktoors vele maag-, lever-, nier zenuwziekten toeschrijven aan de vervalsching van de Bieren. IN BELGIË, sedert 2o A 3o jaren, de Hoogleeraars van Lei; ven spreken In ZELFDEN ZIN hunne woorden hebben mee. maals in de Gazetten gestaan. In de Kamer, als ik handel van Gc lijke Rechten, vele schouders worden opgetrokken maar als ik zegEen Wet tegen de vervalsching van t Bier, dan hoor ik van alle kanten O, dat is iets anders Zulke Wet zou elk willen er zijn nog eerlijke Brouwers doch al meer om meer worden z j overvallen door de Concurrentie van de Brouwers die Bier brou wen bijna zonder Hop. u M. Doktor Terwagne. van Antwerpen, heeft in een boekje De Gezondheid van 't Volk een hoofdstuk over t Bier, tegen de vervalsching en voor het gedwongen gebruik der Hop. Ik heb hem het artikel uit Engeland getoond, ik heb hein gesproken over de HOP die gaat verdwijnen, zonder krachtige maatregels, M. Doktor Terwagne gaat een WETSONTWERP neerleggen in de Kamer, gelijk dat van Engeland. GOED NIEUWS, zal men zeggen zoo zou met het oud kloek gezond Bier de Hop terug in eere komen en herleven. Maar wat gebeurt er wederom De Denderbode van Aalst, de groote gazet van M. Woeste komt die zaak uit Engeland meêdeelen; en wilt ge weten, HOPPLAN- TERS, wilt ge weten Landbouwers, welke gevolgen hij er uit trekt AAN Vlaamsch en Vrij Is er iets slechter dan bedreigen en niet uit voeren G'hebt daar in kwestie van Forten en Kongo Nieuws v. d. Dag en ander Katho lieke Gazetten roepen en zweren Die tegen den wil van 't Volk stemt, kan niet herkozen worden als Volksvertegenwoordiger; Het gaat Kiezing worden en die eigenste Gazetten liggen te smeeken als Geloovige Zie len in 't Vagevuur, dat men toch de Mannen zou herkiezen die zoo VALSCH handelden met hun Kiezers... Gebeurt hetzelfde niet met de Vlaamsche Wet Ik wil hebben dat een kloeke Vlaamsche Jonkheid opkomt, in vollen gloed van oprechten geestdrift nu is die Jonkheid vrij maar morgen Men is geplaatst nis Ad« vokaat, als Notaris, Doktor, Apotheker, men heeft een Plaats in een Bureel, in 't Ministerie, men is in de Schoone Kunsten zijt ge nog in staat op te staan tegen de groote politieke Par tijen Moogt, kunt ge nog een Ministerie in gevaar brengen Door uw Stemming ja, en in dien zin speelt het Katholiek Ministerie met Vuur doch in uw openbaar optreden zijt gij verlamd is het zoo niet Die niet vrij kan strijden, hoe wilt hij optre den G'hebt daar dien Vlaamschen Pater uit Averbode met den besten wil hij kan of mag niet de preuven waren t'Antwerpen ik was daar met d'heeren Weekers, van Boom; om te kunnen spreken op de Vergadering hadden wij den laatsten Trein gemist, en ik wilde spreken, vermits advokaat Dosfelt, van Dendermonde, er zijn behagen in gevonden had het hert van M- Woeste te verheugen door dwaze woorden tegen Priester Daens, alstoen pas overleden. Na veel moeite mocht ik daar eindelijk spre ken, en op 't eerste woord van Volksmacht in de Kiezing, die Pater sprong recht, en deed mij 't woord afnemen, aan mij, Vlaming en t iutj i nwiu aiiji.iiii.iiaan mijy laiuiug mi Dat zulke Wet hier niet noodig is (hier me noo I Volksvertegenwoordiger, die toch in de Kamer dig doch als nu in Engeland meer Hop moest go- bruikt worden dat er meer Belgische Hop zal naar Engeland gaan. (Zie Denderbode van Zondag 22 Nov. 1908) De Hop staat a So tr. Popetingen 3fr. meet Bloem 26 27 tr. De vreemde Markten staan weifelend Uit een Kasteel wordt ons geschreven door den Dienstbode God gave dat er 2 a 3 of 4 vrije Democraten, gelijk onzen Vriend Daens in de Kamer geraakten De toestand zou veel ver beteren. De Katholieken doen al meer als de stemmen afpakken, ze pak ken het Geloof af van veel brave kristene menschen. Die geen vast Geloof en heeft, moet het verliezen, voor hij wilt of niet, als men de werken der Katholieken nagaat. Ik ken er bij ons ook die met twee, drie koeien op den stal zitten, kwezelavrs, die hebben Pensioen. Nu heer Daens, ik wensch u ook geluk omdat gij de Hop zoo kloekmoedig verdedigtik ben wel geen Hopkweeker, maar ik ben liefhebber van goed bier, en nu ben ik dikwijls verplicht een slechten druppel te drinken, omdat het Bier niet en deugt. Het eenigste middel voor den Alcool te bestrijden is goed en gezond Bier verkoopen. Voor het beste K ASS E-P 4 PIER wendt u tot ons Bureel, waar alle soorten te bekomen zijn. gen of te ondersteunen,de rijke Bewaarders! zouden hem aanklagen, vervolgen en brood-) rooven Althans, hij doet een goed werk met den toe stand der Arbeiders te doen kennen in de hoo- gere Kringen en in de Katholieke wereld zijn woorden t'Aalst over de naasten-liefde hebben diepen indruk gemaakthij werpt een zaad van Democratie in de herten vele jonkheden, die hem aanhooren, zullen vrijen Democraat willen worden want gelijk Paus Leo zoowel zegde en gelijk de gezonde rede ons leert 't Is en kel door de vrije Vereeniging van Christene Arbeiders dat er vrede en welvaart kan komen;» de Socialisten, eilaas hebben nevens goede gedachten ook het gedacht dat de Godsdienst weg moet. Och, menschen, menschen hoe dor en hoe droef te leven zonder het hoog ideaal van den Godsdienst hoe somber oud te worden, de ijdelheid van al het aardsche in te zien, en geen hoogere hoop te hebben, terwijl ons hert snakt naar het Eeuwige... Dood, al dood Dat doet huiveren... De braafste en ge leerdste Heidenen zegden Alles sterft in ons niet Non omnis moriar Daarbij, wie ziet en ondervindt niet de waarheid van het groot Pau- zelijk Leo-woord Niets zal baten als de Kristene' Zeden niet hersteld worden. Ik zeg dus met vaste overtuiging In de vrije Chris tene Democratie ligt de eenige redding. P. Daens, Volksvertegenwoordiger. Aalst, 23 November igo8. VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS. Zitting van 19 November 1908. De heer Daens (in 't Vlaainsch). God zij gedankt, wij staan hier voor eene Volkswet, ik wil zeggen het grondbeginsel eener goede wet. Aan de rechterzijde wordt gezegd Wij gaan langzaam voortJa, zeer langzaam; en moest gij zoo naar de statie Vrij naar 't Fransch. mijn uiterste beste doe voor de Moedertaal. In andere omstandigheden hoorde ik dien Abdij-heer den raad geven van wijs te zijn in het Vlaamsche Kamp ja, en dan zeggen de j gaan> g'i mistet telkens uwen trein. eroote verfranschte Katholieken Het is eoed De wet v00r de Handelsreizigers, die er zoo noodig grooie venransenre r\arnoneiien net is goeu zjjn VQOr Nijverhejd en Handel, die zoo'n lastig leven dat die Pater daar bij was, om de onstuimige heb5cn op kantoor en reizerii nu et er komen Vlaamsche Jonkheid in de palen te houden. 1 Maar eerst later, als het Volk door het Algemeen Slem- Die niet kan zwemmen, mag in 't water niet, j recht zijn volle macht zal hebben, zullen wij de krachtige buiten zijnen grond. A'. ikswetten hebben, door Paus Leo in 1891 gevraagd. fT'hoht daar Patpr RTTTTFN nnk "~g> Gister hoorde ik met spijt nnjr. Vlaamschen vriend Gr nept aaar fater KU I 1ÜN ook Henderickx opkomen tegen de Evenredige Vertegen woordiging. De heer Buyl. Zonder de Evenredige Vertegen woordiging zou hij niet zetelen te Antwerpen in den Ge meenteraad De heer Daens. Geen enkele Katholiek in de groote steden zou willen de Evenredige Vertegenwoordiging missen anders waren er geen Katholieken in die groote Gemeentebesturen, maar die Evenredige Vertegenwoor diging zou ook moeten bestaan in de Dorpen en in alle Besturen. De heer Woeste kwam af met zijn afgesleten vooiske van De vrouw die 't huis moet blijven om 't eten te koken. Maar weet de heer Woeste niet dat in de Con gregatiën al de Dochters stemmen voor haar Oversten, en elk met een stem geene met twee of drie, anders werd er zeker in de Kerk gevochten I 't Zeilde geldt voor de Beggijnhoven. De heer Woeste kermt en zucht, omdat de Vrouw naar de Fabriek moet. En, als wij het middel voorstellen, het hunne handjes. Eindelijk verdween de hooge gestalte van Andréa en de twee knapen liepen naar huis. Op het enge pad die naar den arendnest leidde, kroop Andréa met de vlugheid van eene kat voort. Een Priester met gouden hart, zoet als een Sint Ambrosius, welsprekend als Lacordaire ik bewonder en ik bemin hem onlangs toonde hij de Hongerloonen aan, van Vlaanderen hij hief een machtige Noodkreet aan, tegen den Menschenhandel alhier in voege Maar dat die geliefde Pater eens verder Dat hij eens uitroepe en verklare Ik wil dat lijdende Volk van Vlaanderen ophelpen door Leerplicht, door zuiver algemeen Stemrecht, ik wil helpen Mannen naar de Ka mer zenden die geen ander gedacht hebben dan het Heil des Volks, door spoedige en krach- lige Volkswetten. Indien Pater Rutten zoo spiak, ge zoudt de kaart zien keeren in plaats van hem te gedoo- I ONGELUKKIGE JACHT De zee is een raadsel. Soms komen hare machtige en bruisende golven met geweld zich tegen de rotsen breken. De baren verhoogen, klimmen, verdikken en schijnen den hemel te bedreigen, om dan weder als machteloozen op zich zeiven neder te storten. Somtijds nog is het eindeloos watervlakte kalm en gerust en zou als symbool der gerustheid en vrede kunnen dienen. De zon spiegelt zich en lacht in die blauwe onmeteliik zoo rustig als een slapend kind. De kleine baren volgen steeds elkander op, streelen zachtjes de rotsen en de boorde- lingen vragen zich dan verwondert af hoe het geweldig en woelig element zoo zacht en zoo uitrustend kan zijn. De zee is het beeld eens menschenshart. Hij ook is dikwijls een raadsel en al te veel een afgrond. Vandaag zullen de woedende driften aan een tempeest gelijken. Geene macht kan hen dan tegenhouden, geene palen zullen ze kennen geen wet gebiedt hen of heeft het recht hen te zeggen Sta, want er bestaat eene eeuwige wet die altijd het laatste woord voeren zal. Het oproerig hart miskent alles, zelfs het heiligste en morgen dit zelfde hart, indien het Gods gratie afsmeekt en bekomt, dan zal men er eene heele verandering in vinden. Het wordt kalm en zacht, gehoorzaam en goed. Zijn wraak lust verandert in vrede en vergiffenisvolle ge voelens. Het menschenhart is een raadsel raadsel van genade en barmhartigheid. Ginder ver, te midden van den blauwen mediterraanschen Oceaan, op het eiland, op zijne boorden door zandhoopen gevormd daar vertoonen zich nette en lachende visschershuis- jes op den Corsikaanschen bodem. De bewo ners zijn arm en leven armoedig van dc op brengst der vischvangst, doch ze zijn gelukkig en tevreden met hun lot. Verder het eiland in, verheft zich eene reus achtige bergketting, groote, diepe wouden, waar de jagers een overvloedig en rijk jachtwild vin den, hetwelk ze dan op markten aan goede prij zen weten te verkoopen. De gelukkige jager brengt dan met blijdschap de schoone munt stukjes naar zijne kroost. Zoo was het nog al dikwijs 't geval met Andréa, alom gekend in de streek. Jong en sterk, stevig gespierd, was hij de geduldigste en de beste jager van gansch 't omliggende. Zijn oogslag was onberispelijk, zijne ervaren heid en fijnheid beroemd. Hij beminde de jacht evenals zijn broeder de vischvangst lief had. Ongehuwd woonde hij bij dien ouderen broeder die gehuwd en vader van twee kinderen was. Andrea werd zeer gaarne gezien in het huishouden en de kleinen hadden in hem een tweeden vader. De grootvader der twee gebroeders had het huisje, die ze bewoonden, voor hen doan bou wen. Hunne dagen sleten ze in geluk en 1 vrede, ondereen het brood, het werk, vreugde en smart deelende. Eens vertrok Andréa naar de jacht, j Wanneer denkt ge terug te zijn vroeg hem zijn broeder Battista. Dezen avond laat of morgen vroeg. Ik heb ginder ver een arendnest met jonger ontdekt en al jagende zal ik ze wel weten te krijgen. Goed I maar wees toch voorzichtig. Waag u niet te veel. Ge weet, mijn vrieni, wat ge voor ons zijt. Wees gerust. Ik ken mijn stiel. Tot straks. En het geweer onder den arm, vertrok hij, een eindsweg door de twee kinderer vergezeld, voor wien hij na iedere jachttochtj iets meê- bracht. Aan den omdraai der baan omhelsde hij de kinderen. Keert nu naar huis lieven en weest braaf. -Zult ge me bloemen meebrengen, vroeg de kleine Maria, van die welke nen nergens dan op de hooge bergen vindt Eu voor mij eene groote schejp, vroeg het manneken. Ja, ja. Ga nu weder En dit God u be- scherme Zoo ver ze hun oom Andréa jagen, bleven de kinderen staan en deden hen teekens met 's Avonds wilden de kinderen hun oom tegen gaan, doch hij kwam niet. 's Anderdaags zelfde wegblijven. Men werd ongerust bij zijn broeder. Mijn God, kermde Theresia, de vrouw van Battista, mijn God Als hem maar geen onge luk overgekomen is Battista trachtte zijne vrouw te troosten, al hoewel hij zelf niet al te gerust wat. Kom, kom, vruuw, de zwartste gedachten komen het eerst, wees niet ongerust en zie als hij tegen den avond nog niet wedergekeerd is, zal ik hem gaan opzoeken. De avond viel langzaam en Battista zette zich op weg. Hij begon de bergen op te klimmen, aan ieder voorbijganger vragende of ze zijn broeder Andréa niet hadden gezien. Niemand kon hem een geruststellend ant woord geven. Eindelijk alvorens een weg in te slaan ontmoette hij een reeds bejaard man die hem zegde Ja, ik heb gisteren uw broeder gezien met Pietro den jager, ze gingen te zamen dien weg daar op. - Nu was de zon heel en gansch verdwenen, 't Was geen dag meer en 't was nog geen nacht. Een zacht, zoel windje blies in het houtgewas die den weg omzoomde. Battista eenige middel, om de Vrouw in haar huis te houden, ik zeg het familieloon, M. Woeste spreekt en stemt er te gen. Gij ook M. Colfs. De heer Colfs, (in 't Vlaamsch). Gij zult erkennen dat het onmogelijk is de dagloon zoo dadelijk op te slaan in die mate anders maak ge de nijverheid kapot, het is be er iets winnen dan niets. De heer Dgens (in 't Vlaamsch.) Het is beter ziek te zijn dan dood, niet waarMaar gij kunt niet loochenen dat al de pogingen van mijn broeder, van mij en van tal rijke Volksgezinden om tot een familieloon te komen, door u, Mijnheer Colfs, en door Mijnheer Woeste, ver- stooten en verworpen werden. Ik stel vast dat de aclueruitstrevende heeren der Rech terzijde kiagen en kermen over den ellendige» toestand der Arbeidersgezinnen, doch altijd stemmen te en de maatregelen die wij voorstellen om dien toestand te ver beteren. In Duitschland, het Vaderland van den heer Woeste, gaat men het minimum op 1,250 frank brengen, en met Nieuwjaar zullen alle bedienden 200 frank opslag krijgen; en het geld zal men halen, niet bij de kieine menschen, maar in den overvloed, bij 't rijk Volk. Houdt dus op met uw valsch gekerm! Het is uw schuld dat het zoo slecht gaat. In Aalst, de bedienden en handelsreizigers, onpartijdig vereenigd, vragen ontslagen te zijn van patentrecht; af slag op de treins deelneming aai; pensioenkas en voor- deelen van huisbouwing, alsmede 15 dagen veriof per jaar. Een zware zaak is het vervalschen der Kiezerslijsten voor de Werkrechtèrsraden, vervalsching die in Aalst ge schiedt op onbeschaamde en losbandige wijze het is on gehoord en ongelooflijk wat de Woesten van Aalst dur ven plegen In 1907 zag men op de kiezerslijsten 212 bazen zonder gasten, dus zonder recht; 13 apothekers waren kiezer als fabrikanten van siffons niet éen koffij- brander stond aangeschreven bij den Ontvanger en 12 koffijbranders kwamen kiezen. De heer Lampens (in 't Vlaamsch). Bij ons schrijft men de klokluiders en de grafmakers ook al op die lijsten. De heer Verheybn (in '1 Vlaamsch). Men had beter gedaan ze te stellen onder rubriek jap- fabrikanten De heer Daens (in 't Vlaamsch). Zij hebben het oud spreekwoord van Baekelandt toegepast Hebben is heb ben en krijgen is de kunsl I (Gelach). Er zijn immers al tijd Advocaten om de zwartste schelmstukken wit tewas- schen. Hetzelfde geldt voor de lijsten der werklieden. En wilt gij reclame:'en, gij krijgt nog een boet toe. Er zijn werk- litden die 25 jaar bij een meester werken geen kiezers er zijn werklieden die niet meer werken kiezers. En toch wat is de wereld zonder rechtvaardigheid Zegt eenmaal voor goed wij willen alle valschheid af werpen en uitroeien. Ware ons Volk in den grond niet eerlijk, wij zagen de heele hoogere wereld bedreigd. Ik wenschte wel eens in Aalst een openlijke redetwist met den heer Woeste te hebben, maar iielaas, hij kent mij niet, zegt hij. Maar hij weet nu toch hoe laat het is, en hij zal moeten eindigen met in te zien dat ons Volk zijn recht moet krijgen, of anders is hij een verloren man. Vrijdag is de Kamer voortgegaan met de Wet voor de Handels-Reizigers en Bureel-Bedienden. Het schijnt dat die Wet niet heel korrekt op heur pik- kelkes stond, want opvraag van den Alinister werd ze terug naar de Centrale Sektie gezonden en zal weldra in de Kamer terug komen, beter opgeschikt. Na die besllssin werd rond 3 ure gesproken over de dagorde. Dat gaat gelijk aan een schipVooraleer de plank goed vast ligt, hoort men de Vaartwerkers pero- reeren en twisten 't was in de Kamer 'ne klisj-klas van voorstelleneindelijk men geraakte in akkoord van dijnsdag en woensdag het woord te laten aan M. Snoy, (Zie 't vervólg 3" bl. lc kol.) Vermoeid zette hij zich een weinig neder zijn geest werd door droeve en pijnlijke gedachten bestormd Nooit was Andréa zoolang uitgebleven mis schien lag hij gekwetst in een afgrond, snak kende naar hulp misschien is hij reeds dood 1 Dood Andréa, zijn broeder, dood Battista sprong bij dit pijnlijk gedacht recht zijne ziel werd nog onrustiger, zijn hart klopte sneller. Hij heeft nog de .hoogte des bergs niet be reikt cn als een zinnelooze begint hij te klim men langs de gevaarlijkste en slibberachtigste paden. Zonder nieuws mag of wilt hij naar huis niet komen dood of levend moet hij hem we- dervinden. En hij klimt, altijd hooger om hooger- Het zweet pere't op zijn voorhoofd de weg wordt steeds moeilijker doch immer gedreven door een onweerstaanbaren drift, klimt hij, springt van de eene rots op de andere. Van daar boven kon hij ver zien, misschien nog redden. En steeds hooger en hooger klimt hij, worstellende tegen de talrijke moeilijkheden die hij op zijnen weg vindt. Eindelijk, nog een eindsweg en hij is er. Zich van de eene rots naar de andere vastgrijpende, komt hij uitgeput, de kleederen gescheurd, de handen ten bloede op het hoogste bergtop. Angstig staard hij rond zich heen. Hemel Daar onder zijne voeten, op een kleine bergvlakte, ligt een roerloos lichaam, daar ligt zijn broeder Andréa. Hetgeen op dit oogenblik in die ziel omging is onbeschrijfbaarde smart overstelpte dit hart en uit zijnen gejaagden boezem ontvloog een heesche kreet ia Andréa! Andréa! Broeder! ging een heelcn ,,d voort, strekte zich tegen Dc ccho z01)d hem d lïO0rdcn Het eene rots uit, hulde ach in zijn grooten mantel schecn hcm nog,a||s da, men antwoorddo He_ en sluimerde gauw in laas hij ondervond weldra dat hij zich bedro- Bij het dag worden ontwaakte hij. Daar hij had wan, dtzc dic hj den juisten weg gevraagd had welke zijn broe- antw00rdcn P De opkomende zon kleurde de toppen der ^Qc zou hjj Je plaats bergen, verlichtte de afgronden en valleien van het schilderachtige landschap. En alleen het zacht gemurmel van eene beek onderbrak de stilte van het vroege morgenduur. Met angstigen oogenblik doorzocht Battista de afgronden of hij niets ontdekken konde. Rechts en links zag hij, zocht hij, doch niet_ ongelukkige brooder lag Zijn besluit was gauw genomen. Ten koste zijns levens liet hij zich van de hoogte glijden zich aan de rotsen vastkluisterende ewzoo met veel moeite geraakte hij tot bij het levenloos lichaam zijns broeders. ('t Vervolgt.)

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1908 | | pagina 1