en DE VOLKSEEUW Kamer De nieuwe Schoolwet Nummer 14 Zoudag 8 April 1911 5isle Jaargang Orgaan der Christene Volkspartij Godsdienst - Vaderland - Vryheid Pp Alaajnsclie lloogpsphoot Ijs 5t niet stom en dom Begrootiiig der Gendarmerie Heden Zondag Algemecne Vergadering van den Arrondissementsbond van Aalst, om 3 ure, in hel Lokaal, Lange Zoutslraal. I)e ingeschreven leden die hij vergetelheid gcene uit— noodiging' zonden ontvangen liehben, gelieven dit alszulks te aanscluMiwen. Niemand mag afwezig zijn. De vergadering is van het grootste gewicht. Godsloochening fjoegcre besdjammngea Kusland-China. Jjtf— BUREEL .- EILAND CHIPK.A. WERF. AALST Cowob* Aanoncen 20 centiemen per regel; Annoneen o» de jlaiijia 90 cntiuMi per rag* Rechterlijke Annoncea 1,00 gst regel HEI LAND ABONNEMENTSPRIJS #«00 Fr. *f Jun réfif de Sul; —8,40 Fr. rar len Btuta;—fr«0 reer lasetrpnÈ^a werdea op alio (gdstifpea doe Jun gtmm da rraeade HOOFIXtfSTRl.l.KR- P. DAENvS-MAYAHÏ. YM HOOGER NIEUW LEVEN Men weet nog niet wanneer de nieuwe Schoolwet zal besproken worden in de Kamer. Liberalen cn Socialisten steken stokken en balken tus schen de wielen en vragen zelfs de intrekking. Ware 't niet beter aannemen wat goed is en het Wets ontwerp zooals Leerplicht tot 14 jaarverheffing van 't Lager Onderwijs, invoering van 't Vakonderwijs(het geen alle Demociaten zoolang en zoo dringend vragen), aannemen wat goed is en trachten te verbeteren wat niet aanstaat. Bij voorbeeld de werkende Ouders die nu hun kinderen missen tot hun 14 jaar, een vergoeding doen geven niet door het Armbureeleen geleerd Volk wordt een mach tig en een welvarend Volk doch niets zonder arbeid en zonder opoffering. Kunnen de Liberalen en de Socialisten met de vrije Krlstene Democraten en met veel Katholieken niet vragen dat alle Hongerloonen zouden verdwijnen uit 't Staats onderwijs en daarna ook uit 't vrij Ondetwijs. Wat mij aangaat ik zeg vlakaf Wordt dit artikel niet goed beslist, IK STEM DE WET NIET. DE SCHOOLBONS zijn bijzonderlijk voor de vrijheid der Huisvaders, laat ons ook zeggen om het bestaan van het Vrij Onderwijs te verzekeren voorzeker geen s echte zaak maar met veel gevaren en bezwaren... De Schoolbons 'zijn schoon van verre, maar verre van schoon. Zal de arbeidende Man in vrijheid die Schoolbons kunnen gebruiken In 1893 is een begin van Stemrecht yoed aanvaard doch de werkende Man, kleinen durger, Boer, Arbeider moest in 't openbaar stemmen, zou hij vrij zijn Zou hij zijn Stemrecht niet verwenschen Is 't ook zoo niet met de Schoolbons In 't Wetsontwerp staan strenge straffen doch kom nu eens Een Fabrikant, Liberaal of Katholiek, zou geerne die Schoolbons naar zijnen zin doen gebrui ken. Is 't hem niet genoeg t'oor zijnen Meestergast of anderszins zijne begeerte uit te drukken... Enzoovoorts met Eigenaars, Geldleeners, Pandschuld-heeren enz. Moet dit alles niet neerstig onderzocht worden, bijz. door de Minderheid Meerderheid is meerderheid. Meermaals hebben de Liberalen zeer belangrijke Wet ten doen stemmen met 3 ja met 1 stem meerderheid. Dit dwees-zijn komt hier dus niet te pas Onderzoeken en verbeteren. Pieter DAENS, Volksvertegenwoordiger. Sleydinge, 28 Maart 1911. is neergelegd in de Kamer. De vraag is juist gelijk ze Èesteld en néergelegd werd over 10 jaar door Priester >aens en Advokaat De Backer. Luik een Fransche Hoogeschool, Gent een Vlaamsche, niet onmiddelijk maar trapsgewijze om geen personen te krenken.' Ik ben nieuwsgietig te zien of de Peters van dees Ont werp in hun betoogschrift hunne nederige voorgangers Zullen'in aanmerking houden. 2 «*-■■■■ liMI..I ii. ^e dien tijde schreef de Denderbode van AalstHet Evenredig Stelsel is den ondergang van Kerk en Staat. pn pu komt de Evenredigheid overalin alle groote Steden de katholieken liefle'vép (jpor'(}e Evenredigheid- Pe Gentenaar, een ga^et der Katholieken van Aalst, yeél verspreid op den Buiten van Gent, waar zij de Werk- pienschen yoedt met gebroken armen en beenen, dat cen tenblad schreef over 14 dagen Wij bestrijden de Leer plipht omdat ze noodlottig zou zijn voof onze Pan ij en yoor den QocjsfjiensL (n zelfde artikel bedreigde de Gentenaar Minister Ren- kin, als hij de wenken zou volgen des Katholieken Kfng Rerum Novarum van Brussel. EERLIJKHEID EN VRIJHEID van Volksvertegenwoordigers Zitting van Dijnsdag 28 Maart 1911. Dagorde Vraag om uitlegging tot verbetering van den toestand der Staatswerklieden. De heer DAENS, Vroeger, wanneer men niet in geld betaalde, hadden de Werklieden nooit te kort. Dat werd mij bevestigd door een Pater Jezuïet, een Rector. En nu Nu gaat het gansch anders. Thans kan de arbei der niet meer voorzien in de behoeften van zijn gezin. In 1904 haalde mijn broeder Priester Daens hier aan wat een arbeidersgezin volstrekt noodlg heeft per week om te kunnen leven. Veroorlooft mij, het u nogmaals in herin nering te brengen. Ziehier Huishuur 2,00 Licht 0,20 Kolen, 50 kilo 1,40 Aardappels, 18 kil. aan 7 centieme* 1,26 Brood, 21 kiio, 24 centiemen per kilo 5,04 Koffie, 500 grammen, 0,90 Suikerij, 500 grammen, 0,15 Koffiemelk, 3 pinten en half 0,35 Botei-Margarina, 1/2 kilo, aan 1,92 de kilo 0,96 Vet, 1/2 kilo, aan 1,80 de kilo 0,90 21 pinten botermelk, aan 0,02 de pint, 0,42 Bloem, 1 kilo, 0,30 Rijst, 1/2 kilo, aan 0,36 de kilo 0.18 Zout, 1 kilo, 0,07 Groensels. aan 0,50 per week, 0,50 Vermisel, 250 grammen 0,12 Zeep, 1 kilo 0,40 Waschpoeder, 500 grammen, 0,40 ZondagnoenmaalVleesch, 750 gram. 1.20 Onderhoud voor kleederen en meubelen 1,50 Tabak en baard 0,20 Vakvereeniging 0,15 Ziekenbond 0,15 U te samen fr. 18.75 Hoe wilt gij dat de Werkman, met zijn karig loon, in dat alles kan voorzien, hoe wilt ge dat hij een cent over hebbe voor de genoegens des levens? Hoe wilt gij dat hij efen talrijke Familie verlange. Onlangs nog stond het schoon gedrukt in Het Recht, van advokaat Piancquaert Is het te verwonderen, dat zij met schrik de geboorte van een kind te gemoet zien Neen, herren Katholieken, niet zij, die het Malthusia nisme aanpreeken zijn de grootste schuldigen, maar gij, Katholieken, die de Hongerloonen behoudt en de Famipe- loonen tegenwerkt. (De heer Anseele valt in de rede). Loochent toch nooif de christene' liyfg?. Wij hebben eenen Pater Damiaan, qien grppten merigchenvriendonze Gasthuizen dragen allen de namen van Heiligen en ik ken nóg geen enkei Gasthuis dat de naam van eenen Socialist draagt. De heer Anseele. Omdat het allen arme lieden zjjn. De heer Daens Mijne heeren, wijlen mijn vriend De Backer zegdeWij hebben bewezen door onzen strijd dat wij welstand y/illen vóór het Volk omdat de welstand in 't algenjeëp moet konten van onder naar bo ven.» En iqijq'geliefde broeder, Priester Daer.s, voegde er deze s'choone woorden bijDe Werkman moet vrij en welvarend zijn, en er kan rust noch vrede ?yn In de Maatschappij, zoolang hij niet mgnscftelük ep betamelijk kan leven door zijnen arbeid. En wie zou zoo iets dqrven afkeuren Men moet óok stekeblind zijn om te loochenen dat de kleine Staatsbedienden te weinig wfnn^n dat hun lot moet verbeterd worden. Men heeft ons verbetering beloofd, doch zij komt zoo langzaam, op looden, voefep, aangekropen, eyenale eene schildpad. Iq April 1908, bekwamen we eindelijk 3 frank voor onze Staatswerklieden en toen vroeg ik aan den heer Minister: Wat zqlt gij met d? oude Werklieden doen? waprop hij antwoordde Voor hen ook is er vermeer dering nftódtè. Als ik weder vroeg of die vermeerdering jang zou achterblijven, klonk zijn antwoord Neen 1 Eilaas, eilaas wij wach'en nog. Thans doe ik een beroep op u, heer Minister Laat u Do Moeder Ward Tfeïd geroepen. <Sij boves- tigd'e net'gezegde van Goor: maar sedert een vyftal jaren ging ze naar de Hoofdstad niet meer en ver kocht zij dus het wild niet. Stroopte uw Zoon alleen Neen, ze waren 'getweeën. Wie de andere was weet ik niet. Hij heeft het u nooit gezeid Zij schudde het ouwe, grijze hoofd. En dan. na een poosje, zei ze, niet iets onzeglijk wreed in de stem En wist ik het, ik zou het u niet zeggen... Ik heb hem lief, den andere, die mijn brave jongen heeft ge wroken Hoe kunt ge zulke dingen zeggen, een mensch van uwe jaren Zij schuddebolde voort cp dikke tranen zijpelden Uiligs haar dorre, vijalgerimpelde wangen.De Heer jnogp het hui vergeven mpay dpa'r vopd ik het bij dat ik hem liefheb oh hem niet zou verraden Nog eens, het is u niet toegelaten zulke dingen te zeggen. Overigens wij zullen den moordenaar wel Tinden. Den wie Den moordenaar -- Diktus is de moordenaar. Hij die Diktus neer schoot verdient dien naam niet!'Hij was alleen de wrekende arm De wraak is niet, toegelaten. En wat doen de Rechters zooniet wreken Straffen... Neen, wreken. En gelijk in de zaak der Ivroon- weide, onschuldigen vcroordeelen en de plichtigen met opgeheven hoofde laten loopen. Slechte onmen- schelijke wraak dus Genoeg Diktus heeft den gezel van uw zoon gonoemd veoraleer te sterven. toch niet misleiden door sommige bestuurders. Gij zijt een braaf man. Welnu, luister alleen naar de ingeving van uw harte. De goede wil is er. doch ge durft niet handelen, ge durft niet de krachtige middelen aanwenden waarvan de groote Paus Leo XIII sprak ge durft zelfs in uwe nieuwe Schoolwet den toestand der Onderwijzers niet verbeteren; ge durft niet, omdat ge de rijken niet wilt treffen door be lastingen op den grooten overvloed, zooals op het inko men, klimmende belasting enz.; zonder zulke belastingen kan de toestand niet grondig verbeterd worden het zijn immers de rijken, de machtigen die moeten betalen. De Kardinaal van Mechelen, die zoo helder blikt in de toekomst, heeft u reeds gewezen op het gevaar der Hon gerloonen die de ontvolking als nasleep heeftop het einde van het Congres te Mechelen sprak hij deze uit drukkelijke woorden Mijne Heeren, de ware geest van het Evangelie is de opoffering de liefde, de liefde tot den Evenmensch de heiligheid tot welke het Evangelie u roept, is de beteugeling eener ikzucht onder al hare vormen. Deze woorden sprak Mgr Mercier tot u, rijke Katholieken, die daar aanwezig waan. Waarom geeft gij geen gevolg aan dien oproep Waarom schaft ge de Hongerloonen niet af Ach ons leven is zoo kort, en toch gaat ge voort met het opeen- hoopen van steeds aanzienlijkere fortuinen. Ik hoop dat de heer Minister een anderen weg zal op gaan en eindelijk voldoening schenken zal aan de ge gronde en rechtmatige eischen van zijn Volk dat zoo flink en zoo kloek arbeidt. Zoo zal hij een werk van vrede en van rechtvaardigheid stichten VRAAG door PIETER DAENS gericht tot den heer Minister van Openbare Werken cn Landbouw Reeds lang werd eene brug over de Schelde te Schd- lebelle gevraagd tol groot nut van talrijke Gemeenten van het Land van Aalst en het Land van Dendermonde. Kan de heer Minister die brug niet toestaan ter gelegen heid van de aanstaande uitvoering der werken aan de dijken tusschen Wetteren-Schellebelle Schoonaarde Een steenweg langs een der dijken der recht te tiekken vaart van Calcken naar de Schelde, zou die Gemeente recht streeks met Sche lebelle, Cherscamp, Smetlede, Corde- gem enz. verbinden en den Landbouwers van groot nut zijn. 2° Door de jongste overstroomingen hebben Landbou wers van Calcken, Overmeire, Uitbergen, Schellebelle en Wetteren opnieuw beduidende schade geleden. Zou de heer Minister van Landbouw en Openbare Werken die lieden niet schadeloos kunnen stellen, des te meer daar zij lijden wegens het niet uitvoeren van de dijken langs de Schelde die alleen de jaarlijksche overstroomingen kun nen verhinderen, Voor 1911 9,094,774,75 Een vermindering van 253,803,50. Er zijn thans 76 Officieren en 3519 Gendarmen. 95 Paarden voor de Officieren en 1749 voor de overige manschappen, In de Sektiën werd geklaagd 1° dat de Gendarms te veel gebruikt worden om mobilisatie en bewaking der verlofgangers 2° dat de ziekelijke dagen van de verlof dagen worden afgetrokken 3n dat de Gendarmen al te groote uitgaven moeten doen voor hunne uitrusting 4" dat zij op hun nachtronden de inwoners der platte- landsche Gemeenten moeten stooren voor hun handteeken. Daarop is geantwoord 1° Dat dit s'eeds in den dienst viel der Gendarmerie 2° dat de zaak welwillend onderzocht wordt3° dat de geleverde waren beterkoop zijn 4° dat die zaak der handteekens een einde gaat nemen. Verders is men ieverig aan 't werk voor de kas van Weduwen en Weezen, alsmede voor 't Pensioen der Gen darmen. Dat wist ik niet... 't Was Goor Dompelmans die bij uw jongen was. Ik heb u gezeid dat Goor niet meer stroopt se dert zijn huwelijk en ik houd er aan u te zeggen, te zweren op de doorboorde borst van mijn kind, hy net nïct was Ge liegtzei de Rcc^tW tyarsct), dpm Wards Moederke stak den gèkVóm.clen rug recht. Een oogenMik flikkerde haar moegetylikt oog. Zij stak hcure hónd uit'; heure vëreeltq band met kromme, knoestige vingers ën met bevende stem sprak zij Wftt mensph jfljt gij dan Ik zweer u op wat me liefst is op de wereld en gij durft my in 't aangezicht slingeren dat ik lieg? Neen, go zegt de waarheid niet Dat is 't zelfde gezeid met andere woorden Ge liegtGe zegt de waarheid niet Trekt ge, Ja of neen, die woorden in Ver over de tafel heen stak zij haar mager li chaampje zij siste hem in 't gelaat en hare door l u wen arbeid afgesleten vingers bibberden onheilspel lend... De Veldwachter rukte het menschje zonder moeite weer recht. Ge wilt niet zeggen wie de gezel was van uw t jongen? i Trekt ge uw woorden in vroeg 't vrouwtje schamper. Was er haat, vijandschap tusschen hem en den Boschwachter Trekt gij uw woorden in Gij zult mij antwoordensprak de magistraat streng, zoo niet zal ik u wel weten te dwingen. De kinderlooze Moeder haalde misprijzend de schouders op en ging zich doodbedaard op een stoel nederzetten. Gij zyt een onbeleefde, kwalijk opgevoedde Vrouw, wedervoer de Rechter on bijtenden toon. Gij hebt uw zoon slecht opgekweektgij hebt nu uw straf... Of denkt gc misschien dat hazen schieten, fezanten steken, patrijzen en kwakkels vangen zoo maar een eerlijk stieltje is Wards Moederke stond recht. Indien er geen wihleters waren, zei ze, er zouden geen wildstroopers zijnDe oenen zoowel als de anderen handelen strijdig met de wet. Weet gij wie onze beste klanten warenRechters, Advokaten mannen van de Wet Liberalen en Socialisten zijn gestoord en gesard, als hun aangelegd wordt van al wat Godsdienst is, te willen afbreken. En wat is er wederom gebeurd ie Brussel in den Gemeenteraad. M. Theodoor sprak over onzijdig Onderwijs, dat het binnen de palen niet blijven mag, dat in d'Onzijdige School het bestaan eener Godheid niet mag geleerd worden, waarop M. Purneniont hem onder brak en riep De GodheidWie geboft daar nog aan t En zonder groet veyfcrok ze en sloot zetfe de deur niet achter zich,'/ 't Is nu: onzeglijk treurig in het huizeken van Goor Dompelmans op den boord van 't Eekenbosch. Nog even zindelijk is de woning. Het haagje is ge schoren de wegelkens geraakt. Maar 'l geluk is weg, geknakt als de knoddige lentebloem door den wilden adem van den wind. Dat nu de rozen geuren dat de groote madelieven fleuren in 't groen der weiden Dat nu de nachtegaal zingt in 't inooie van zoele nachten cn de leeuwerik hangt desdaags in 't vlekkeloos zwerk Dat de kin dertjes nu zingen in reien in den Lindendrcefdroef eii stil blijft het om en in het huizeken. Twee dagen na het verhoor op het Gemeentehuis werd Goor"naar de Hoofdplaats vap het Arrondisse ment geroepen en na cenc lange ondervraging in echtems genomen. Reeds driemaal heeft de kamer van inbeschuldi- gingsleliing die opsluiting bekrachtigd Goor is be schuldigd deu Bosch wachter neergeschoten te hebben. Alles slaat hem tegen getuigt tegen hem. Goor zegt dat het negen en half was als hij zijn mociije verliet aan de andere zijde van 't woud. De oude Vrouw zegt dat het tien uren was of meer. Waarom beweert hij dat hij reeds op dat uur te huis was Als de Onderzoeksrechter aan Diktus vroegWie was by Ward Dan zei de wachter met stervende stemWard Goor En een halve minuut nadien zei hij nogmaals in 't breken van't hartGoo... GoorWard! Waar!» Had hij de vraag van den Rechter begrepen Beweerde hy dat het Ward en Goor waren die hem in den nacht overvielen en hem afmaakten, nadat h\j /ijn leven duur had verkocht 't Was waarschijnlijk. Dit getuigenis was verpletterend voor den armen man Algemeen aanzag men Goor als de dader en of schoon zijn misdrijf eenigszins werd verschoond om dat Diktus zijn gézol neervelde, toch werd hij zeer gelaakt en waren de Boeren van oordeel dat hij een ferme straf verdiende en krijgen zou. En, zooals het veel gaat, Vrouw en Kinderen, arme Alle menschen willen ja het goed, en vertoonen al iets goeds in hun icoordcn en werkenen zoo worden er velen door den schyn van goed bedrogen. De Natuur verblijdt zich in de menigte van Vrien den cn magen, zij draagt roem op haar verkeven staat en op den adel van haar geslachtzij lacht de mach tigen toe, zij vleit de rijken, zij prijst haars gelijken. de Genade bemint hare vijandenen verheft zich niet wegens het groot getal harer Vrienden zij acht noch afkomst,noch geboorte, tenzij die met meerdere deugd gepaard zijn zjj is den arme gunstiger dan den rijke, zj is meêdoogendtr met den onschuldige dan met den machtige, zj verheugt zich met den Waarheids- minnaar, niet met dsn Bedrieger. (Nav. Chr. boek 3, hoofdstuk 55). Is 'i w >ar? Slaan ze waarlijk vechlensgeretd I Sedert lang is het een schimpen en een schampen aan de gren zen '<e jonge gasten van China zingen liêkes tegen de Russen, ia beginnen eigendommen te vernielen, terwijl de Kozakken op Chineesch grondgebied rukken, en roepen- voor niemand wij bukken... riet was zoo verre gekomen dat den Rus vrijdag liet weten Bijaldien den 28 Maart mij geen volie voldoening wordt gegeven, dan zal ik weten wat mij te doen staat. Te Gent en te Brussel wordt in Cinema's vertoond de Bittere Passie onzes Heeren, 't is aandoenlijk en stichtend. Te Brussel in den Grooten Theater wordt een Tooneelstuk aangekondigd De kin derjaren van Christus. Zoo wordt het woord van den ouden Tolstoï bevestigd Ik acht het noodig aan allen die leven zonder Godsdienst te bevestigen dat de Mensch niet leven kan zonder Godsdienst, doch ons Geloof mag niet uitwendig zijn en valsch, maar inwendig en werkda dig. EERSTE COMMUNIE, die schoone blijde Dag, het staat zoo zielstreffend schoen in de Navolging Christ! Zie, ik kom tot U, o Heere, opdat ik welvare door uwe gave en verblijd worde aan het H. Gastmaal dat Gij, o God, in uwe goedertierenheid voor den armen mensch hebt bereid. Zie, alles wat ik verlangen kan, bevindt zich in u Gij zijt mijn heil en mijne verlossing mijne hoop en mijne sterkte, mijn eer en inijn roem. Verheugd das vandaag mijne ziel, want tot U, Heer, heb ik mijne ziel opgeheven mijne ziel verlangt} naar U, inijn hert snakt om met U vereenigd te zijn. onschuldigen, droegen het zware deel der algemeene verachting. Berdijntje werd zonder groet voorbijgegaan, achter- nageroepen. De straatvlegels wierpen haar met stee- nen en slijk. In de kerk, een zestal weken geleden wilde niemand haar een stoel overhandigen en dé aanwezigen schoven eer van haar weg, zoodat ze als een pestzieke afgezonderd stond. Sedert is zij in het Huis Gods niet meer binnengegaan, maar met de mantelkap over de oogen getrokken, staat ze buiten en bidt er van verre, als do Tollenaar uit Jezus' para bel, vol rouw en moedige gelatenheid. Maar het ergste was nu gekomen. Gisteren had ze heur kantwerk binnengedragen en de Patroon had haar gezeid dat ze voor hem niet meer werken kon. Waarom Ach hij wilde geen reden opgevendoch zij rond die zonder wijd te zoeken. Zonder werk De spaarpenningen op! Morgen zonder brood Armoe, ellende, jammer en wee overal rondom haar heen En Goor, die arme man, in 't gevang, boetend voor een anderellij zal veroordeeld worden. Hij zei het haar immers als zij laatst nog hem bezocht! Een en kele straal blinkt er nog de piichtige kan spreken Vage hoop, eilaas Hoop die wellicht nooit zich verwezenlijken zal En jammerlijk schreit ze voort, jammerlijk lijk ze 't nooit deed in de smarten en beproevingen van haar bitter ariue-menschen-leven Berdijntje! Zij schrikte op by den onverwachten klank der stem. De ouwe Pastoor was stil deurke binnengekomen en keek haar trouwe, g..edige uoge.i. Hy naderde met korte stapkes en met den hoed in de hand en medelijdend zei hij Ik wist wel dat ik weer eens komen moest. Het gaat u dan wel slecht mijn kind?» Huilend zonk het arme vrouwtje op de knieën voor hem neder. Hij zegende haar op het voorhoofd en hief haar op mei zoete, troostende woorden. ('t Vervolgt). door 't openstaande aan met zfjn

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Het Land van Aelst | 1911 | | pagina 1