Dc negen Zaligheden
Cafalonië en de rest van Spanje
EEN STUK GESCHIEDENIS DE VIJANDSCHAP TEGEN DE
BOURBONS CATAL AANSCHE LEIDERS.
Particuliere correspondentie N.R.C.
Barcelona, 13 Mei.
Na het uitroepen van de Spaan-
sche republiek en het wonderrustige
en onbloedige beloop van deze aan-
vangsscène, heeft men te Madrid in
monarchistische kringen de spotten
de opmerking gemaakt, dat indien
de heer Alcala Zamora nog eens
slapelooze nachten mocht hebben,
dit wel door de zorgen, die de
Catalaansche kwestie hem spoedig
zou bereiden, zou komen. Hierin
heeft men zich niet vergist.
Met heftigheid is deze kwestie
reeds vroeger in het parlement be
handeld en ook nu dringt zij zich
meer op den voorgrond dan de vrees
voor het communisme, de tweede
zorg der jonge republiek. Het
voortbestaan van de republiek
hangt dr grootendeels vanaf, hoe,
op welken harmonischen grondslag,
men deze kwestie op voor Catala
nen en niet-Catalanen bevredigende
wijze kan oplossen. Nooit was de
gelegenheid zoo gunstig voor een
oplossing, maar nimmer ook zouden
de gevolgen van een mislukking zoo
gevaarlijk voor het Spaansche volk
en den staat geweest zijn. En daar
het in de Catalaansche kwestie zoo
wel om sociaal-economische en po
litieke als gevoels-motieven gaat, is
het voor de tegenstanders der repu
bliek en voor hen voor wie zij nog
niet radicaal genoeg is (anarchis
ten en communisten), gemakkelijk
de gevoelsmotieven aan te grijpen
om -politieke oneenigheid tusschen
de Catalanen eenerzijds cn de rest
van het Spaansche volk ander
zijds, te zaaien. Met grooten takt en
geduld beproeft men van Madrid
uit alles te vermijden, wat op het
oogenblik bij groote principieele
overeenstemming toch zou kunnen
leiden tot oneenigheid, en ook van
Catalaansche zijde, begint men, na
enkele tactische fouten in den roes
der eerste overwinning begaan, al
lengs te begrijpen, dat een gelegen
heid als deze om voor goed den
ouden strijd te begraven, zich nooit
weer onder dergelijke gunstige om
standigheden zal voordoen.
Men weet te Madrid ook maar al
te goed, hoe groot het aandeel van
Catalonië is in den veranderden
koers en hoezeer men Catalonië
noodig heeft voor het oplossen der
groote problemen, die binnenkort
aan de orde zullen komen. En daar
de strijd tegen het oude regiem en
tegen het politieke gemanoeuvreer,
zooals dit voorheen bestond-, van
Catalonië uit begon, en in Catalonië
voor het eerst zegevierde, moeten
we eerst het ontstaan van de Cata
laansche kwestie beknopt vertellen.
De strijd om de hergeboorte van
het Catalaansch zelfbewustzijn, om
haar oude taal en oude vrijheden,
met het doel tot een gewestelijk
zelfbestuur te komen, begon een 25
jaren geleden in georganiseerden
vorm onder mannen als Prat de la
Riba (inmiddels gestorven) en
Cambo voor wat betreft de politieke
en economische zijde en onder An
gel Guimera voor wat betreft het
opwekken van de liefde voor de
taal, liederen en de roemrijke ge
schiedenis der voorvaderen.
Catalonië, met een oppervlakte
van ruim 30.000 K.M.2, dus bijna
zoo groot als Nederland, en met
een bevolking van plm. 2J4 millioen
zielen, waarvan de stad Barcelona
alléén op 31 December 1930 er
891.000 en de provincie Barcelona
750.000 telde, was in de middeleeu
wen een staat van veel grootere op
pervlakte onder eigen koningen,
vereenigd met groote deelen van
het Zuidelijke Frankrijk (nog he
den wordt van de Pyreneeën tot
Toulouse door de inheemsche be
volking een Catalaansch dialekt als
omgangstaal gebruikt, daar het
slechts heel weinig verschilt met
dat wat aan deze zijde van de Py
reneeën gesproken wordt) en bezat,
later in vereeniging met het ko
ninkrijk Aragon. soms een over-
heerschenden invloed onder de Èu-
ropeesche staten.
Sinds de negende eeuw, was het
een zelfstandige staat met eigen
taal en eigen wetgeving, in zijn
politiek afwijkend van die van Cas-
tilië, ja meestal zelf een tegenstan
der van dien buurstaat.
In het jaar 1410 stierf met Mar-
tyn Elhumano (de menschlie-
vende) de Catalaansche dynastie
uit. De drie pretendenten, onder
wie de graaf van Urgel (Catalaan),
verreweg de meeste rechten had,
verklaarden zich bij voorbaat eens
met de beslissing, die het door den
tegenpaus van Avignon, Benedictus
XIII, gesanctionneerde Hooge ge
recht te Caspe zou nemen. Macht
ging boven recht, zooals de graaf
van Urgel te laat zou inzien, en
door toedoen van den paus en
diens vrienden werd de graaf van
Antequera en zijn nageslacht in
1412 heerscher over Catalonië en
Aragon. De graaf van Urgel die
protesteerde en met gewapende
macht zijn recht wilde verdedi
gen, werd in zijn burcht gevangen
genomen, en later door zijn tegen
stander Ferdinand van Antequera,
eigenhandig vermoord. Hiermee
kwam de graaf van Antequera, een
der grooten van Castilië in het bezit
van Catalonië en Aragon en van dit
oogenblik af hebben steeds niet-Ca
talanen over Catalonië geheerscht.
Toen voor het huwelijk van Fer
dinand van Arangon met Isabella
de katholieke van Castilië. in de
tweede helft der 15e eeuw, Aragon
en Catalonië zich verbonden met
Castilflp en Valencia, vormde zich
de Spaansche natie. Van dit "oogen
blik af heerschte de Castiliaansche
politiek in Catalonië en geheel
Spanje, zooals zij dit iets later ook
onder de Habsburgers in andere
deelen van Europa zou doen. Met
de eeuwenoude tradities en rechten
van Catalonië werd zoo weinig mo
gelijk rekening gehouden, al wer
den ze ook bij het huwelijk van
Ferdinand plechtig bezworen. De
Habsburgsche politiek onder Karei
I (onzen Karei V), was centralis
tisch en werd dit nog meer onder
zijn zoon Filips II, zooals wij dit
uit onze Nederlandsche geschiede
nis maar al te goed A'eten. Castilië
trachtte met geweld zijn politiek en
zijn wezen aan de vele onderwor
pen of met hem verbonden volken
op te dringen. Speciaal van Filips
II af, trachtten de Habsburgers de
oorspronkelijke rechten en vrijhe
den, de persoonlijkheden der onder
worpen gewesten, willekeurig en
met geweld te onderdrukken en hun
een Castillaansch stempel te geven.
Catalonië weet hiervan mede te
spreken.
In het begin der 18® eeuw, in den
ook, ons bekenden successieoorlog,
koos Catalonië, tot zijn schade, de
partij der Habsburgers tegen de
Bourbons. Toen met Filip, V, klein
zoon van Lodewijk XIV, de Bour-
bonsche dynastie, voor het eerst den
Spaanschen troon besteeg, wreekte
deze zich op Catalonië, door volgens
het beruchte decreet de la Nueva
Planta alle nog overgebleven vrij
heden aan dit gewest te ontnemen.
Catalonië werd van nu af eenvoudig
beschouwd aL t-cn onafscheidelijk
deel van den Spaanschen staat, on
der volkomen negeering van zijn
volkskarakter. Het gebruik van zijn
taal werd op strenge straffe verbo
den en in alles werden zijne wetten
in overeenstemming gebracht met
die van de rest van Spanje. Met de
dynastie der Bourbons begint dus
de verscherpte verdrukking van Ca
talonië en dus ook als natuurlijk ge
volg hiervan, de wrok der Catala
nen tegen de centrale regeering te
Madrid, verpersoonlijkt in een
Bourbon. Ze heeft met meer of
minder kracht tot 14 April, toen Al-
fons XIII het land verliet, voortge
duurd.
De vervolgingen waaraan sinds
Filips V de Catalanen blootgesteld
waren, de zucht om hun oude rech
ten te herwinnen, moest natuurlijk
tot een reactie leiden. Af en toe
braken opstanden uit, die echter
steeds met geweld door de regee
ring te Madrid we- 'en onderdrukt.
Smeulen bleef het eds in den loop
der eeuwen, maar laaide ook her
haaldelijk de vlam er onderdrukte
vrijheid op, door eniis aan geor
ganiseerde krachtc door het ont-
bi eken van samenwerking der ver
schillende sociale I: assen, werd er
nimmer in de vorige eeuwen een
succes befr&ald>*Zoo trad men in de
twintigste eeuw.
Het ineenstorten der monarchie
was, wat Catalonië betreft, niet het
werk van luttele jaren voorberei
ding. niet het gevr g van een plot
seling hartstochtel'ik oplaaien der
volksdriften, maar de logische ge
volgtrekking van een langdurigen
intensen strijd om de renaissance van
den Catalaanschen geest en om de
erkenning van het Catalaansch
recht van bestaan. De doelbewuste
strijd tot bevrijding van het Cata
laansche volk begon, zooals dit ge
woonlijk geschiedt, bij de intellectu-
eele voorhoede, de dichters, de zan
gers, de schrijvers. In dit opzicht
toont deze actie veel overeenkomst
met voorheen die in Vlaanderen. De
dichters en schrijvers waren de
voorloopers van de groote politieke
actie. Zij wekten de liefde voor de
aloude taal. voor de roemrijke ge
schiedenis weer op, en schonken het
volk vertrouwen in de toekomst. De
oude volksdans, de sardana
werd algemeen in stad en land bij
feesten gedanst en de jongeren
hoorden voor het eerst weer thuis
van hun ouders de verhalen over 't
oude verleden, over vervlogen roem,
diep verval. Maar daarna werd hun
verteld van de hoop die weer in de
harten der oprechte Catalanen
was opgeleefd, hoe taal en recht,
zoo men slechts als één man dit
wilde, weer in eere zouden kunnen
worden hersteld. -De naam van den
dichter Angel Guimera moet hier in
de eerste plaats worden vermeld.
Hierop volgde spoedig de politie
ke actie- In 1875 reeds werd den
voorlaatsten Bourbonschen koning,
Alfons XII, een manifest toegezon
den, waarin men hem er aan her
innerde, dat er in zijn koninkrijk
een volk tegen alle billijkheid en
recht in, verdrukt werd. En in 1888
richtte zich een andere groep van
vooraanstaande Catalanen tot de
regentes, koningin Christina, moe
der van den toen nog minderjarigen
Alfons XIII, in denzelfden geest.
Toen dit alles niet hielp en Madrid
steeds weer elke g legenheid aan
greep om Catalonië te kwetsen
door zijn verblinde centralistische
politiek, die elke harmonische
volksontwikkeling verijdelde en op
den duur een systeem van politieken
zelfmoord zou blijken, ontstond in
1903 de Lliga regionalista, een poli
tieke Catalaansche partij, die alle
volksklassen in zich vereenigde,
welke ook haar sociale ideeën
mochten zijn, en slechts als eenigen
eisch voor haar leden stelde
liefde voor Catalonië en op de
bres staan voor de gewestelijke
vrijheid Alle intellectueele krin
gen, of zij nu monarchistisch dan
wel republikeinsch waren, traden
toe liberalen en kaholieken zetten
den partijstrijd ter zijde. In het bij
zonder traden als leiders Prat de la
Riba en Francisco Cambó op den
voorgrond. De eerste werd beroemd
door zijn Catechismus van Catalo
nië en algemeen als leider erkend.
Na zijn dood werd Cambó de aan
voerder. Deze laatste Bleek een
groot organisatorisch talent te be
zitten (ook op industrieel en finan
cieel gebied gaf en geeft hij hiervan
blijk en is daardoor in de haute—
finance door zijn fortuin en prestige
zeer invloedrijk.) Menigeen kan
hem niet vergeven van een onbe
kend, arm advocaatje tot dergelij-
ken rijkdom en macht te zijn ge
raakt.
Reeds na een jaar bond de Lliga
de strijd met de róuleerende regee-
ringspartijen (liberaal en conserva
tief) aan, die in Catalonië het cen
trale gezag vertegenwoordigden.
Men leerde het volk prat gaan op
zijn stemrecht, men toonde het de
vernedering aan als stemvee te
fungeeren voor den plaatselijken
regeeringsvertrouweling, die slechts
aan zijn eigen welzijn, niet aan
dat van het district dacht. Hun eer
ste verkiezingsstrijd werd een ge
weldig succes. Voor de eerste maal
veroverden Catalanen zetels in het
gemeentebestuur en drongen in
groot getal in de provinciale corpo
raties door. Zij togen als parle
mentsleden naar Madrid, 'bm daar
voor de eerste maal sinds eeuwen
de stem van het Catalaansche volk
voor het forum der Spaansche natie
te verheffen. En toen de in hun
rust opgeschrikte regeeringspartij-
en die stem meenden te mogen en
kunnen negeeren, werden de de
batten hartstochtelijker, werd het
volk in Catalonië onrustig en ging
de partij in het parlement tot stel
selmatige oppositie over. Dfe eene
regeeringscrisis volgde op de ande
re. Men kan gerust beweren dat de
herhaalde val der ministeries het
gevolg was van de gedurige char
ges der Catalaansche leden van 't
parlement, verbitterd door het stel
selmatig negeeren van hun eischen,
niet alleen van zelfbestuur, maar
zelfs van administratieve vrijheden
en decentralisatie, zooals b.v. de
Baskische provincies wel bezaten.
Het gevolg van deze campagne
der Lliga en hun leider Cambó was
de ondermijning van de rouleerings
partijen, die totnutoe te Madrid de
steunpilaren der monarchie waren
geweest. De ineenstorting van dit
oude systeem, dat alle prestige ver
loor, als speelbal in de handen der
oppositie van Catalanen en republi
keinen (uit het overige deel van
Spanje) had tot gevolg de formatie
van «ministeries van concentratie»
onder Maura, Dato, Ramones, Al-
ba, enz., en waartoe ook de Catala
nen uitgenoodigd werden met de
belofte dat men hun gewestelijke
vrijheid zou toestaan. Dank zij deze
belofte traden mannen als Cambó
en Ventosa in deze ministeries en
gelukte het hun na groote moeite
en opoffering en als dank voor hun
groote prestaties voor land en mo
narchie. ondanks feilen tegenstand,
voor de Catalanen de Mancomu-
nidad te veroveren. Dat is het
recht, dat de Catalaansche provin
cies, vier in getal, zich tot een ge
heel groepeerden en zoo de oude
eenheid van Catalonië herstelden.
Madrid had n.l. Catalonië wille
keurig in vier provincies geslitst
die elk direct van Madrid afhanke
lijk waren. Maar aan deze Manco-
munidad, een soort van gemee-
nebest gaf men zoo weinig be
voegdheid, dat haar bloei uiterst
moeilijk, zoo niet onmogelijk werd.
Om deze meerdere rechten nu te
verkrijgen, ontspon zich een nieuwe
strijd. Maar niet meer met één Ca
talaansch front. Monarchisten en
republikeinen onder de Catalanen
scheidden zich van elkaar af. De
republikeinen meenden, dat er nooit
van een monarchie goedschiks vrij
heden voor Catalonië verkregen
zouden worden en beweerden, dat
deze vrijheid slechts in een Spaan
sche republiek mogelijk was. Tot
deze republikeinen behoorden o. a.
Macia, oud-kolonel van het Spaan
sche leger, een man vol idealen,
ietwat romantisch aangelegd, en
van onkreukbare eerlijkheid. De Ca
talaansche monarchisten oftewel
pseudo-monarchisten, meenden, dat
men, zoolang er een monarchie be
stond, alles moest doen om in het
kader der monarchie de erkenning
der Catalaansche vrijheden te ver
krijgen. Ik zeg pseudo-monarchis
ten, want 'n rasechte Catalaan was
in de laatste eeuwen nooit een vol
bloed monarchist (enkele adelijke
niet meegerekend), en zeker niet
wat DEZEN tak der Bourbons be
trof. Dan was de aanhankelijkheid
der Catalaansche Carlisten aan hun
koning den kroonpretendent
Don Jaime heel wat oprechter. Men
nam de monarchie als het kleinste
DOOR JOZEF SIMONS.
(Vervolg)
De Eerwaarde Heer Deken deed
even zijn oogen toe, krabde in zijn
haren en begon
I. ZALIG ZIJN DE ARMEN VAN
GEEST WANT HUN BEHOORT
HET RIJK DER HEMELEN.
Zijn er op onze dagen nog ar
men van geest Behoeftigen, die
hun onvrijwillige armoede geduldig
verdragen rijken, die hun hart
niet aan den rijkdom hechten De
gravin zaliger was zoo, maar ze is
dood, Ford is zoo (ik citeer ook mo
derne Kerkvaders) die verklaart
Ik misprijs he* ^eld Maar voor
overgrc len hoop is et goud de
p Dat is Heer heeft gezegd
%Vee u i<ijken laat i. m koud.
/Je verdraaien de reust tot een vul
gaire mop Gemakkelijke: kruipt
een rijke door het oog eene. naald,
dan dat een kameel in den hemel
zou komen
Dc armpn zijn al niet v beter,
lelijk een naald in een ooimijt
moet ik onder dc mensc' de be
hoeftigen zoeken om hm -eed ver
duldig te verdragen. I. kken en
<'v">n!:en1appen zitten -l met een
iidelc beurs, rr.aar t.vens met een
hart dat hunkert naar geld en goed.
De communisten prediken de ge
meenschap van goederen, niet als de
eerste christenen, uit misprijzen
voor het slijk der aarde maar
omdat zij er naar snakken. De so>
cialisten, even platte materialisten,
roepen enkel om hun deel van den
koek. Voor de liberalen is de ar-
j moe de grootste schande. En zijn
de katholieken beter Voor geld is
alles te koop. Wordt rijk luidt
het eerste gebod, steelt, bedriegt,
■sjachert, speculeert, leidt de argeloo
zen om den tuin, verzadigt uw goud
honger op gelijk welke wijze als
ge maar uit de gevangenis blijft,
wordt ge geëerd. Ge vindt den
gouddorst waar ge hem allerminst
zoudt verwachten. Kunstenaars, ge
leerden. flaminganten, in aanbidding
voor het gouden kalf 'k heb ge
weten dat ze in een studiekring een
svndikaatje stichten om de beurs-
i waarde op te drijven als vulgaire
bankiers. Ze hebben het deksel op
j hun neus gekregen Alle morgen
den vroeg de stoeltjeszetter de laat
ste beurs tuyau aan den facteur.
De bankiers hebben toch de vreem
de verdienste dat zij toch vele
menschen onthechten aan de aard-
sche goederen AI dc boeren die
onder den oorlog op hun geldkoffer
bleven zitten opdat het, van de op
geperste marken niet zou opensprin
gen, lieten den telefoon leggen naar
hun wisselagent. Wie spreekt daar
nog van armen van geest Zij die
niet meêdoen in den dans worden
aanzien als geestesarm, als men
schen die niet meetellen.
II- ZALIG ZIJN DE ZACHT-
MOEDIGEN, WANT ZIJ ZULLEN
DE AARDE BEZITTEN.
Preek daar 'nen keer over in de
zen tijd, waar zachtmoedigheid ver
sleten wordt voor lafheid en ge
hoond als gebrek aan eergevoel
De wereld leest zalig degenen die
beschikken over veel kanonnen en
bajonnetten want zij zullen de
aarde hunner vijanden onder elkan
der verdeelen. De wereld geeft de
coraties aan wie ze een geweer in
handen heeft geduwd om hun broe
ders omver te schieten. In plaats dat
die zich de handen zouden wasschen
van 't vuile werk en boete plegen.
Voor den onbekenden soldaat
richten ze tempels op en houden ze
eeredienst als vroeger de Grieken
voor 'n onbekenden god. Alle jaren
loopen ze nog met fakkels van den
haat om den vechtlust aan te vuren.
Millioenen worden weggeworpen
aan wilde boksmatchen waarbij
zelfs 'n Kaffer gruwen moet Praat
in zoo'n wereld van zachtmoedig
heid Is het te verwonderen dat
mijn buitenmenschen 's Zondags in
de herbergen vechten dat de haren
stieven en dat op de kermissen
de veermessen van zelf uit de slob
kousen komen
III. ZALIG ZIJN ZIJ, DIE TREU
REN" WANT ZIJ ZULLEN
VERTROOST WORDEN.
Treuren en vertroost worden
Ei, mij, mijn voeten De menschen
tegenwoordig houden er aan zich
zelf te vertroosten, van de andere
wereld zijn ze_ niet heel zekerdaar
is nog nooit iemand van weerge
keerd. Treuren Ze houden het meer
met die andere woorden uit de H.
schriftuur Gelijk de mot schade
lijk is voor 'n kleedingstuk, en de
worm voor het hout, zoo de droef
heid voor het hart van den man.
Drijf de droefgeestigheid ver van
U. Want velen heeft de droefgees
tigheid gedood, en zij heeft geen
nut. Treuren Ik heb zélfs een
cinema moeten openen om de socia
listen vóór te zijn Treuren om de
zonden van anderen Omkransen
wij ons met rozen, eer ze verwel
ken
IV. ZALIG ZIJN ZIJ, DIE HON
GEREN EN DORSTEN NAAR DE
RECHTVAARDIGHEID WANT
ZIT ZULEN VERZADIGD
WORDEN.
Wablief Onbekend in Europa,
'k Zou u spreken gelijk aan blinden
over kleuren. Hongeren en dorsten
naar bifstukken en bier, bravo
Naar de rechtvaardigheid Wat
voor een beest is dat Macht is
recht in het moderne Europa, dat
woelt in onrust op traktaten die al
le rechtvaardige basissen missen.
«Cuique suum rapuit» mag prijken
in de meeste wapenschilden. En in
ons land, wat schenkt men aan hen
die hongeren naar 't Vlaamsche
recht Na honderd jaar scheldt men
hen nog uit met «hurluberlus» en
ndere Brusselsche lieflijkheden.
Onze Lieve Heer is toch veel té*
goed dat hij dat al zoo maar laat
eebeuren.
V. ZALIG ZIJN ZIJ DE BARM-
HARTIGEN WANT ZIJ ZUL
LEN BARMHARTIGHEID
VERWERVEN.
De klove tusschen rijken en armen
wordt breeder en dieper, ook op de
dorpen. Sinds de boeren met den.
oorlog rijker geworden zijn, sinc\
de slijpers een ponk hebben ver^
gaard, kennen ze geen arme men*
schen meer. Barmhartigheid Ieder
voor zich en God voor allen
ken en armen één hart ,één zn» f
De zeepbarons schamen zich voor
hun armgebleven familieleden. De
nieuwe rijken apen de oude bezit
ters na, verlangen slechts barmhar
tigheid en opriame in het midden
van hen die weer 'n trap hooger
staan in grooteren of ouderen rijk
dom.