iL May-pES mMW OnH'tH Mengelwerk Vandalenstreken met karnaval Karnaval 1984: 4 maart Waarheen met de 1-aprilgrappen Hoofdstuk 1 12 - Nieuwe Gazet van Aalst - 11 maart 1983 ALLE OEVER IEN KOMST MÉ BESTONDJE PERSoWnOSJES ÉS JUST MOR TOEVAL* *T MOST IENSJ WOOR ZÉN In tegenstelling tot de onhesuisde verklaringen van een geruchtverspreidend personage die de karnavalisten valse hopp gaf met de bewering alsdat karna val t naaste jaar op 4 februari viel en men aldus geen vol jaar zou moeten wachten tot de volgende karnaval, geven wij hier de ware toedrachtkarna val 1984 valt op zondag 4 maart. Deed den geruchtverspreider dit expres of was het de schuld van zijnen bril met dubbel zicht dat hij misgelezen had Wie zal het weten Intussen zijn we al half maart geworden en staat het vast dat wij nu toch geen vol jaar meer moeten wachten tot het alweer zo ver is. Nu de nieuwbakken schepenen gekozen en beëdigd zijn en de onderlinge bevoegd heden verdeeld, dring in de betrokken middens de vraag zich op alwaar de 1 april grappen naartoe gaan, t.t.z. onder wiens bevoegdheid ze vallen. Zouden zij ondergebracht wórden-bij Kuituur, Feestelijkheden,-Middenstand of zou de Burgemeester himself deze materie onder zijn hoede nemén Graag hiero- ver meer uitleg in de «Aalsterse berichten» want de tijd dringt, ja, zelfs?nog meer i als voor de Topdag, waar men, naar 't schijnt, ook al niet goed weg mee weet. 1 Wij wisten reeds dat telkenjare met de Karnavaldagen woesfig- aards hun kenmerken botvieren op lege en volle bierglazen, ja zelfs een kapot limonadeglas zagen we zieltogend in de zep liggen, en ook dat er her en der al eens een vechtpartij losbarst. Deze feiten worden dan in de nationale pers vermeld met nog een grotere titei dan de festiviteiten zelve. De wind gierde... en hatf hij kunnen klappen, hij zou gehuild hebben Zelfs de hazewind van Baron de Beaufort de la Vcntouse, die noch tans goed gevoerd was met hazepaté, viel bijna van zijn stekken. Zijn kot wipte op en neer bij elke windstoot. Het was effenaf gruwelijk om zien en om compassie mee te hebben. Het beest zat dan nog juist met de windpokken en hing, ziekgaandeweg. aan een keten. Enfin, van een beestigen ocragan met omverwaai-bomen en afvlieg-daken kon men nog niet spreken, maar het scheelde geen haar, geen wind, haar zelfs. «Dat is nu toch geen weer om mij door te jagen», dacht de hond van Baron de Beaufort de la Ventouse, «laat staan «m mij hier buiten links te laten liggen en mij te laten bassen tegen weer en wind En ondertussen zit mijnen edelen baas halfhoog en droog op enen kortgepote canapé met zijn lief. Wie weet met welk spelleken zijn ze bezig achter een of andere paravent Zoals beloofd beginnen wij hiernaast met net eerste hoofdstuk van ons dra matisch mengelwerk «De wind die Een zwaardere vandalenstreek is echter aan de persogen ontsnapt en willen wij hier dan ook benadrukken Een bres on verlaten vonden er niets beter op dan de vierkantige bloembakken die onze ver keersvrije markt sieren kris-kras op een hoop te gooien vóór het belfort en vóór een bekend drankhuis dat de naam draagt van een bekende blauwbloedige graaf. Hoe het mogelijk was deze zware gedrochten, waarin nota bene in vollen groei zijnde bomen zich bevonden, op te heffen, laat staan te verplaatsen, is een niet wou vallen» door de gebroeders Draakmans. We wensen den argeloze lezer veel lees- en beefgenot waar raadsel. Het moeten nogal krachtdadige enkelin gen geweest zijn die gezamelijk deze eu vele daad verrichten wat de stelling on derstreept. «Als het bier js in de man, is de wijsheid in de kan, maar krijgt men er stalen spieren van». In ieder geval, pro testeren wij met heel veel klem tegen dergelijke verplaatsingen en vragen aan elkeen die meer weet heeft van de snode daders ons deze door te spelen met naam en toenaam. Het beest kon niet verder doorpeinzen, want standvastig waaiden zijn gedachten weg, en voor de rest klappertandde het maar een goeie gang aan. Het was immers nog kouwelijk ook. En toch had Kaboel, Baron's vierpoter, het bij het verkeerde eind. Baron de Beaufort de la Ventouse was met de eerste de beste windstoot vertrok ken, met onder hem zijn paard, een vurig zwart ros met witte manen en één enkel zadel. Hier kon dusgeen sprake zijn van een lief, daarbij dat geroskamde beest was absoluut geen tweezitter, tussen kop en staart wat krap zijnde. Spijtig genoeg... want in ons verhaal was dat andere goed van pas gekomen, maar we mogei) de waarheid geen geweld aan doen; de lezer zou het rap in de gaten hebben. En tenslotte zijn wij geen wind makers van goedkope lektuur met omwindsels rond. Waarheen nu juist onze kasteelheer, gelaarsd en gespoord, en ingeduffeld onder een dikke windjack (een gevoerde zuidwester) naartoe draafde... wie zal het zeggen Wij weten het zelf ook nog niet, maar verder in ons relaas zal het wel uit komen, al moesten de kraaien, in deze winderige streek nogal klapziek, het uit brengen. Maar laten we de lezer nu even Pjotr voorstellen. Pjotr, een witrus met zwar ten baard die, volgens de volksmond, in deze regionen in passant was blijven plakken. Hij had aan zijn been de kas- teelwake, en had verder alleen maar naar de pijpen des barons te dansen. En dat was formidabel veel, als ge 't ons vraagt. Als butler was hij altijd gejaagd door de wind vanachter. Maar nu de kat van huis was, veegde hij daar zwierig zijn oor aan, zoals weldra nog zal opvallen. Het kasteel zelf was ook al niet meer dat. Het mansardedak, opgehangen .tussen twee torekens, was ingesch... tot een zadeldak, alsof het monster van Loch Ness of den afschuwelijken sneeuwman er eeuwenlang paard op gereden had. Maar laat ons die walgelijke schepsels terzijde laten, want ze komen verder toch niet meer van pas. Wind erover. Stukken kornis zwaaiden lawaaierig van links naar rechts en weer naar links als wilden ze stille eenzame wandelaars welkom toe slingeren. Maar er waren er geen. De blaffeturen deden ook hun best en zon gen het lied van de wind meePlak, Klet, Bonk... Plak, Klet, Bonk. De hengsels piepten en kraakten als gebuisde koor knapen. Alia, een klankspel van adel, om nooit te vergeten. Wij rilden ervan, gij niet Zoals de verstandige lezer al doorheeft Pjotr zat binnen. De ellebogen op een rechthoekige tafel die iets of wat ovaal uitgesleten was. De voeten eronder. Een bougie deed in de valavond wat ze kon, ertegen vechtend om zichzelf niet uit te blazen. Scheve vlam die steeds haar lont wou lossen. En dat spektakel was niet zo verbazingwekkendde vensters waren ook niet meer zo water- en windproof. Ze waren al wat ontzand en Pjotr mocht er dan ook nooit met spons en zeemlap over, waarvoor hij echter niet kwaad was,'verre vandaar. Op het tafelblad lag een boek onder Pjotr's neus. Karamazov. Maar Pjotr had miserie met de Gebroeders want de bladen waaiden rapper om dan hij ze kon lezen. Hij legde het boek van kant. Wat verder op tafel bleek ook een stofom- sluierde fles Bourgogne te staan. Een echten Moulin a Vent, goddelijk lekker bij ne Vol au Vent. Maar daarover gaat - het hier niet, 't is nog te vroeg om over menu's te klappen, hoofdzaak is dat de fles half leeg scheen terwijl Pjotr beweerde dat ze nog halfvol was. Maar laat ons daarover geen ruzie uitlokken met een witrus en laten wij hem schoon aan zijn gëpeinzels beginnen, want anders gaan we 't fijne van de historie rateren. «Zie, 'k leg mijn voeten zwierig op tafel en laat mijnen stoel achterwaartsover bij zen op zijn achterpoten». Stoel, die alleen maar «krak» zei op zijn Louis Quinze's. «En 'k zou wel eens willen weten wie mij dat hier kan beletten Een dikke sigaar zou'k ook nog opsteken maar mijnen baas heeft er geen in huis. Ja, sigaren bandjes genoeg... kistjes vol. Schoeffelt die altijd af van zijn invité's. Binnen een goede veertien dagen is 't weer zover». Pjotr had dik gelijk. Baron de Beaufort de la Ventouse had de jaarlijkse gewoonte, en dat speelt in ons kaart, van een banket te geven. Menig grote of klei nere piet mocht zich dan komen uitleven tijdens een oester-slag. Een mosselslag ware misschien méér aangewezen geweest in deze al vieze tijden, maar een kasteel heeft zijn «must» vooral in culinaire geplogenheden, daarbij er is nog een reden te meer. Blijf stil en ge zult het gaan doorhebben. Oesters En welke Van 1 tot 5 zero's uit de Caraïben dan nog En iedereen weet het, de invité's zeker, een op vijftig van die schelp-week-dieren houdt een parel vast Hebt g't weg Met mortelen hebt ge letteren, 't mogen nog Filli) inse zijn. «Veel gegadigden voor het banket aldus Pjotr in zijn verder raisonnement, «wel, 't een jaar is 't ander niet maar dat speelt hier zo geen grote rol. Wat mij sur- tout opvalt, partank niet zo snugger zijnde, is dat ik elk jaar ene van die smul papen minder uitlaat dan ik binnen liet. Eigenaardig». Mocht het nu voorkomen, beste lezer, dat er onder U vitters zijn die eerder geo grafisch overhoop liggen met die Caraï ben, voor dezen even een truk' aange haald. Pak uwen wereldbol en wijsvin ger. Draai en volg den evenaar. Stop in de geburen van Venezuela. Klim op naar Caracas toe en ge valt op de «Eilanden onder de Wind» voorzover ge ne Vlaam sen bol hebt. Maar daar is het nog niet. De Caraïbische Zee is wel al 'n goede vin gerwijziging. Voila, zijt g'r Maar ons verhaal moet vooruit. Waar waren wij blijven steken Ah ja, Pjotr zat met problemen, problemen met- rim pels. «Ieder jaar nen invité spoorloos. Den tel kwijt of 'n peer op en mij laten doorgaan voor een dronke-vodka-Iot, allez, allez, zoekt ge ambras Laat mij voortklappen en daarmee uit. Alle disgenoten slapen 't onzent met of zonder dubbel tong hun roes uit, nog voltallig, in ijzeren engelse beddekens met koperen bollen. Tot hier klopt alles als een bus. 's Morgens echter, laat er telkens eenen verstek gaan op 't appel. Dat is geen toeval meer, en als 't wel een is, explikeer mij dan nekeer hoe 't komt dat de voortvluchtige immer de charel is die 'l geluk had een Caraïbis- chen parel tussen zijn tanden te krijgen. En gij nu Metterwijl dacht de wind er nog geen seconde aan van te gaan vallen. De kaars gaf het meteen ook op en dat begon def tig op Pjotr's zenuwen te werken maar dat was moeilijk te zien in den pikkedon- keren. De meer geschoolde lezer denkt algauw dat hij het in 't snótjen heeft. Die parel visser zou er 's nachts met de stille trom van onder muizen en 't mysterie is opge lost. Pas op, er zijn nog minstens twee tekenen aan de wand die men maar te weten komt als men voortleest. Ten eerste, de baron was bijlange geen domoor, 't Vorig jaar nog moest Pjotr de hele nacht sentinel zitten op de onderste trede des traps en het was hem in de oren geknoopt«Remember, de tien negerkes van Agatha». Dit knoopsel had hij echter willens nillens in de wind geslagen geen notie hebbend van een of andere Agatha. In alle geval, zelfs een slaapwandelaar met of zonder parelmoer, zou hij bij zijn schabbernak gepakt hebben. Tweedens, de laatst verdwenen passagier had, mysterieus genoeg, zijn tandenstel achtergelaten. Verdronken in een glas water op de nachttafel had het Pjotr met verstomming geslagen. Wie rolt er nu zijn matten op zonder gebit De butler zag het dan ook niet meer zit ten, en toen hij juist met zijn vingers op de tafel wou gaan trommelen werd plotsklaps op de kasteelpoorte gebonkt als door een op hol geslagen stormram. De witrus viel achterover met stoel en al, wat te verwachten was. «Verdomme, diene smerige wind...». Deze keer was het echter meneer de wind niet, helemaal niet en, horresco referens... zelfs Kaboel, his master's winddog, kreeg er kiekenvlees van... wordt vervolgd Hier een beeltenis van de neergekwakte bloemenbakken. Onze fotograaf was er subiet bij om, incognito, hett wanordelijke tafereel op zijn, gevoelige laag te brengen. Men ziet hemA tijdens het aanschouwen en B tij dens het trekken van de bloembakken in kwestie.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Nieuwe Gazet van Aalst | 1983 | | pagina 12