T. MAM-qES DgACtëC
Ik, Anna Csillag,
Aalst in de greep van
"Het Land van Coitha"
10 Nieuwe Gazet van Aalst
6 januari 1984
ALLE OEVERIENKOMST MÉ BESTONDJE PERSO"
NOSJES és just mor toeval*
T MOST IENSJ WOO
«De wind die maar
niet wou vallen»
Hoofdstuk 10
CS ILL AG en C, Buda-Pesth.
Alpien Deiol voor fielsie
norbert de keyn
Onze kontaktannonces
Ons deftig hoekxken
uit een zedig boekx-
ken
Wie is de chef
lx ttl*
Ml
Vervolg van ons feuilleton
door de gebroeders Draakmans
Dit verhaal ware staartloos gebleven had Madame Scherlock geen
bevlieging gehad om nog ter elfder ure te gaan neuzen in haar brie
venbus. Daar lag waarempel een "tarjeta postal te blinken, een
postkaart uit verre streken, en subiet was haar opgevallen hoe som
migen, eens 't land uit, hunnen tongval bij 't schrijven verbasterden.
Ze las
"A la Senora Scherlock Maria,
Sakkerloot, of sterker nog Caramba
Kaboel met zijn kristallen-bol-instinct
mag gerust naast bekende zieneressen lig
gen. Het slimme windbeest had ons,
Draakmansen gebroeders, storm voors
peld en zie we hebben het zwierig aan
onze molen. 'T één tempeest in, 't ander
uit. Vraagt de foto palabers No
Wij zijn hier Caraibische kusten aan 't
afschuimen, van het ene eiland onder de
wind naar 't andere boven de wind. Hoe
we hier verzeild geraakten Ja sla ons nu
dood Op 't banket van den baron had
den we ne goeie gang aan van dat
"Ventouse-brouwsel" geslabberd tot we
de peer van ons leven ophadden. Kwaden
turf was 't alleszins want we sliepen onze
roes uit tot godweet hoeveel keer de wij
zer rond.
En toen onze kater begon te wijken, que
sorpresa Al zwalpeieren gezien zwal
pend op nen boot Zo was't. En aldus
halfpenne nog zaten we ons te vergapen
op een casquete alpino, nen berree alpin
zoals ze 't onzent zeggen. En 't was mil-
jaar den Dolf die eronder stak
Den Dolf Nog zo ne galjardo die ten
kastele met de noorderzon verdween.
Ook hij had ooit parelchance gehad
Nen habaladoer of babbeltuit is de man
hier niet hoewel hij dal trekken en sleu
ren aan 't roer met de droogste kwinksla
gen afwisselt. Waarlijk, 'n echte rata
maritima
Hier hield madame Scherlock even op,
het voorhoofd de tijd latend om rimpels
te trekken te meer daar het schrijfsel ver
der één en al schemering werd. Een of
ander op hol geslagen baar, door Aidos
opgezweept, moet plotsklaps man met
pen bedritst hebben want de letters
zwommen nu in malkanderen. Toch kon
Maria er nog 't volgende van maken
"En voor de rest, senora, begin nu weer
niet te piekeren tot kot in de nacht over
los motivos van al ons gebagger hier. Als
uwe frank hiermee kan vallen, wel, wij
duiken waaghalzend naar pareloesters,
madame Wat een gedacht, zegt ge.
Goed, maar daarom moet ge zo geen gip
trekken. Wij doen dat niet uit de zotten
Lees luidop en luister naar uw eigen
stem onzen burgervader Cellino Pau
wels Tricolor gaf er bonken op en deed
een formidabele bestelling miles de
ostras con perlas Nero's systeem had
ferm in zijn been gebeten
Of het nu banketten gaat regenen Dat
hangt af van weer en wind. Of den ajui
nenworp soms een grotere grabbel-
waarde krijgt En gij gelooft dat Ot
parels wel op parels zullen vallen
Goede vraag, senora, maar met ne losse
kop gesteld. Kent ge Cellino tot op den
draad 9 Nee Wel, die heeft ze rap
door. los kornuitos, met al hun trukken
van de foor. En daarbij wij houden hier
een oogsken in't zeil
Adios y 1000 salutos ventosos de noso-
tros, los Draakmanses con Adolfo."
Einde
We kunnen er ook niemendal aan doen dat we, noodgedwongen, nogmaals
moeten terugkomen op het Land van Coitha.
De wedervarens van dit beruchte boek hebben inderdaad voor heel wat deining
gezorgd in vele middens en nog het meest daar waar ^°uden
verwachten.
Zo heeft de Vereniging ter bevorde-
ring van het Vlaamse Boekwezen het
lef met vreugde te vernemen dat de
Aalsterse bevolking zich weer met brio
aan het lezen heeft gezet, getuige
daarvan de geweldige vraag naar dit
werk in de plaatselijke boekhandels,
waar ontelbare exemplaren in de
kabassen verdwenen, en dan nog in
geschenkverpakking.
Bij de desbetreffende uitgeverij waar
van de naam ons intussen is meege
deeld maar die wij om morele redenen
niet vernoemen, is voor de moment
een herdruk van de persen aan t rol
len, alzo het ijzer smedende terwijl het
heet is.
Deze ongezonde belangstelling is
zelfs, naar het schijnt, aan den weet
gekomen van de Zweedse schrijve-
laars die terug hun koppen bij elkaar
hebben gestoken om een vijfde ver
volg aaneen te flansen.
Ook de planton van dienst op de
kabelmast Erembodegem kon zijn
ogen niet geloven, niet bij het lezen
van het boek, maar bij het aanschou
wen van een aanzienlijke daling der
TV-kijkcijfers de laatste tijd in het envi-
ronnement en ook al toe te schrijven
aan den heersenden leesdrift.
Van een stadspersoneelslid (met ein-
Hier een pas verschenen reisfolder van
het land van Coitha waarvoor een plot
selinge toeristische belangstelling is
ontstaan in onze gewesten.
ons land.
Desalniettemin werden op een ik en
een gij betrekkingen aangeknoopt
langs duistere kanalen om de toeris
ten naar ginder te kunnen versassen.
Een beschaamde boekenliefhebber die incognito «het land van Coithat» 9ele^n
heeft en verslag uitbrengt van zijn bevindingen bij een lid van de nog te benoemen
zufveringsraad die reeds tain fee biadz„den uit het boek heeft gescheurd
Bij het ter perse gaan kwamen we aan
'k heb mijn reusachtig-Loreley-liaar van 175 centi
meters lang verkregen duor het gebru-K. gedurende
i j maanden, van de pommade welke ik zeil uilgevonden
heb. I >eze pommade L hel eenige middel om het haar te
doen groeien, om hei uitvallen te voorkomen en om
de hoofdhuid te versterken /ai brengt hij de mannen
ccne schoone cn sierkc baard ie voorschijn. Reed-, na een
kon gebruik geefi zij aan hel haar en aan de baard een
natuurlijke overvloed en glans Zij belet het grijs-
worden i"t in de verste ouderdom.
PRIJS PER POT 55 l'RANKLW
57. Wolvengrachtstraat, Brussel. C"1
dejaarspremie) vari de bevolkings-
dienst vernamen we met ontzetting
dat reeds verschillende vaders aan
gifte kwamen doen van een vrouwe
lijke boreling met den naam Coitha
opgaven, alhoewel de meters geheel
anders bleken te heten en met reden
ontstemd zijn. Ook was er een geluk
kige vader die deze naam voor zijn
zoon in zijn trouwboek wou laten
schrijven. Onze zegsman echter,
steeds in de weer zijnde en nog Latijn
hebbende gestudeerd, wist hem diets
te maken dat het mannelijk equivalent
"Coithus" was, wat hij met enige
tegenzin aanvaardde
Ge moet niet vragen welk beklagens
waardig lot deze onschuldige kinde
ren nog te wachten staat met alzo
eenen naam. 't Heeft effenaf genen
naam
Ook bij de Aalsterse reisburo's is een
merkwaardige belangstelling waar te
nemen voor een vakantie-trip naar het
land van Coitha, dat naar beweerd
wordt, een redelijk warm klimaat
heeft.
Daar dit land echter niet was opgeno
men in de vakantieprogramma's keer
den de geïnteresseerden voorlopig
terug van een kale reis. Onze inlichter,
die het desbetreffende boek zelf had
verslonden wist ons te vertellen dat
het land van Coitha een maharadjarijk
is dat ergens gelegen is in een vrij
ontoegankelijk dal in het Himalayage-
bied. Alhoewel onafhankelijk is het
niet aangesloten bij de Verenigde
naties en heeft geen ambassadeur in
den weet dat de eerste reisfolders al
klaar liggen op de reisburo-togen.
Enkele persoonlijke anekdoten bewij
zen de onsmakelijke Coitha-rage die
momenteel onze geliefde stad in den
greep heeft.
Zo was er eenen ferventen belotter,
reeds een cP plusser, die niet kwam
opdagen op cj wekelijkse kaartavond
ten huize van eenen vroegeren
schoolvriend.
Toen de drie medespelers, teneinde
raad en het wachten beu, hem per
auto naar de reden van zijn afwezig
gedrag kwamen vragen, troffen zij
hem ten zijnent aan, diep verzonken in
het land van Coitha.
Met vereende krachten hebben ze
hem er moeten uittrekken en ter kaart
tafel dwingen.
Waar gaan we naartoe als ons ook nog
werd geseind dat menig ouder, het
boek ter hand nemende, verplicht
wordt aan hunne opgroeiende adoles
centen explicatie te vragen over som-
migte woorden en zinsneden die zij,
evenals den modernen wiskunde,
nooit vroeger ten schole hebben
geleerd.
Uit slechtingelichte bron vernamen wij
dat het bekende etablissement 't
Land van Riem'' in 't gat van de Markt
zijn naam wou veranderen in 't Land
van Coitha". Een trouwe pannnekoe-
keneetster heeft echter ter plaatse zelf
geïnformeerd waar men het tenstel-
ligste logenstrafte.
Ik weet alleen dat gij Kornél heet alswan-
neer gij bij mij thuis Sinte Maarten zijt
weesten spelen na het gepensionneer-
denfeest. Ge beloofdet nadien nog eens
binnen te wippen maar ge kwaampt niet
meer opdagen. Had ik misschien te nijg
aan uwen baard getrokken? Ge hebt
nog één kans om als stoere koning emgte
drie-kobibgenliedjes bij mij te komen zin
gen. Vergeet uw ster niet mee te bren
gen: ene die kan draaien met een koor
deken
Ik zal mijnen kerstboom totdan laten
staan met mijn pinklichtjes die nog altijd
aan en uitgaan en rminen mistel'oe laten
hangen.
Kom nog deze week want miinen kerst
boom hangt al over zijnen helles en be
gint al gralijk te ruiven er is zelfs al
eenen bol efgerezen
De Bokma staat koud maar het onthaal
zal warm ejn.
n 315 356/112
Toen 't mensenlijf werd geschapen
wilde elk onderdeel ervan (de) chef
zijn.
De kop sprak vermits ik commande
ren kan en denken moet voor
d'andere delen, aan mij om chef te
zijn.
De voeten zeiden echter zonder ons
komen we geen stap vooruit, aan ons
om chef ten zijn.
De handen wierpen op wie doet t
werk en verdient de centen ter lafenis
van 't vege lijf Wij Aan ons die
post van chef.
Ook het hart, de ogen, de oren en de
longen pleitten, elkeen pro domo sua,
om chef te zijn.
'T holleken echter kwam als laatste
aan de beurt en eiste met klem zijn
rechten op, wat d'andere lichaamsde
len deed schaterlachen.
Hierop maakte 't kleinood zich kwaad
en sloot zich hermetisch af.
O wee De kop zwol van d'hoge
koorts, d'ogen werden glazig en lod
derig, de voeten slepen zich moei
zaam voort, de handen hingen loom
en slap, 't hart sloeg over, de longen
piepten.
En wie nu chef werd, kan iedereen wel
raden.
Moraliteit de kop is dikwijls maar in
schijn het brein
(medegedeeld)
Ook het feit dat den slecht befaamden
flasher van Meldert weder in gank is
geschoten in het Meldertse Kravaal-
bos is van allen grond ontbloot en
berust op waanvoorstellingen van al te
emotionele lezers van het bewuste
boek.
In elk geval is het einde van deze
onverwikkelijke belangstelling nog
niet voor morgen, tot ontsteltenis van
onzen zedenmeester die niet weet
welke klacht 't eerst aanhoren en
daardoor totover zijn oren in 't werk zit
en dat dan nog in de nieuwjaarspe
riode.
Hopelijk hoeven wij ten derde male, t
naaste maand, niet meer op deze
opgeschroefde affaire te moeten
terugkomen, maar wij geloven er niet
veel van.