L MAN "OEN De wind die maar niet wil vallen Aerdig dicht van den krom wandelende Kreft Beschouwingen rond het lawijt Onze contact- annoncekes Ons deftig hoekxken uit een zedig noekxken. ALLE OEVERIENKOMST ÉS JUST MOR TOEVAL* *'T MOST IENSJ WOOR ZÉN Gezond van lijf en leden Medische rubriek door DOKTER TISTAERT Den Kreft die sat op strand en sag syn jongskens kruypen En sag hun slimmen gang, en sag hun vremde stuypen. Hy zeyd'Hoe gaedy zoo: wel kinders dit gaet slegt Niet een van al-te-mael, niet eenen gaet'r recht. 't Waer schande dat-men 't sag, zoo leelyk gaen de pooten; G'n weet niet waer gy gaet, gy zoud wel jemand stooten. Foey dat 'n mag niet syn, dat is een vuyl manier, Sa fraeykens, gaet eens regt, oft pakt u strakx van hier. Zy ziden al-te-mael, met een gewisse reden Lief Vaerken gaet eens voor, thoont hoe wy moeten treden. Den ouden gast die kroop, en op syn alder-best En als-men 't welbezag, 't was erger als de rest. 10 Nieuwe Gazel van Aalsl 24 februari 1984 Dokter TISTAERT bedrag mijner consultatie, verpinkte hij niet eens. Toen ik het opgeschre ven had en hem ziende liet, verpinkte hij echter met nadruk en werd er nog onwel van ook. Ik heb hem en zijn oren, zoals gezegd, goed gekregen, weliswaar na maan den, met de gebruikelijke therapie. Nu legt hij zijn oren werkelijk in de watte en stelt ze niet gauw meer bloot aan buitensporige volumes. Tot de volgende keer en houdt Uw oren goed in de gaten Dokter TISTAERT Bericht van Glenn aan Cindy Nooit vergeet ik onze heerlijke ont moeting op de Prinsenverkiezing, elk met ons plakkaat maar elk voor nen anderen kandidaat. Toen onze plakka ten bij de grote plakkatenoptocht tegen elkaar botsten voer er als het ware eenen elektrieken schok door mij vanaf het hoogste punt van mijn plak kaat tot in de tippen mijner schoenen. Alzo kwam het dat ik U trakteerde op eenen heten hond en wij ons terug trokken tegen een reuzengroot karna- valplakkaat aan de muur. Hoe liefdevol streelde gij mijne vosse- peruk en ik uwe kunstmatige tressen. Hoe innig drukten wij onze ge schminkte wangen tegen elkander ter wijl onze plakkaten ook tegeneen stonden. Almeteens werd onze gelukzaligheid grondig verstoord door uwen vader die ons zag zitten en mijn plakkaat staan. Daar mijnen kandidaat intussen gewonnen had en de zijnen dus van- eigenst niet werd gij onverbiddelijk uit mijne klauwen gerukt en naar de ouderlijke woning gesleept zonder dat ik de kans kreeg uwen curriculum vitae te vernemen. Met de karnaval zal ik eiken dag aan den Carroussel staan vanals hij open gaat, verkleed in Happart zijn twee lingbroeder en met het Belgisch Staatsblad onder mijn linkerarm als herkenningsteken. Gij kunt me daar niet mislopen. GLENN Op den Carroussel gaat elkeen nog eens gaarne op en neer. Vanaf 16 februari is in de dagbladwinkels verkrijgbaar: HET TOERISTISCH VADEMECUM met TAALWEGWIJZER. Een gele uitgave van de Kaiserlycke Soevereine Caemere der Draeckenie- ren tot Aelst in samenwerking met De Nieuwe Gazet van Aalst. Een onmisbare gids voor iedere Aalstenaar die ambtshalve of pleziershalve genoopt is in het buitenland te vertoeven Na den verderfelijken invloed van den Aerobiek te hebben behandeld ga ik nu over tot het op den rooster leggen van de schadelijke werking die het lawijt onze gehoororganen aandoet. Het kan niet genoeg gezegd worden, en nu vooral met den nakenden Karnaval in 't verschiet: Mijdt U van lawaaierige plaatsen zoals van de zonde In den modernen tijd worden wij als het ware achtervolgd door het lawijt dat tot in onze kleinste gaatjes doordringt, laat staan in die welke ervoor gemaakt zijn Kunnen wij nog in de natuur verpozen in alle peis en vree Geenszins Alzo begaf ik mij dezen mooien herfst aan eene flikse wandeling in den Osbroek en aanverwante Parkbosjes, alwaar talrijke vogels boven mij en nog talrij kerder herinneringen uit lang vervlo gen dagen op mij kwamen afgevlogen. Herkende ik daar genen boom die zijn best deed om recht te blijven, ik weet niet meer van welk merk, maar waarin ik nog met mijn zakmes van toender- tijd, dat niet veel zaaks was, een hart had ingegrift, dat nog lichtelijk zicht baar bleek, wat me diep naar de keel greep. Ach, wat is de natuur toch wonderbaarlijk De meisjesnaam die ik er bijgekerfd had was echter voor eeuwig uitgewist, wat me niet mishaagde aangezien ik de draagster ervan niet in discrediet wil brengen, destemeer daar ze allang getrouwd is met een carrièremaker. Ik zal dan ook haren liefelijke naam niet vernoemen. Lichtelijk aangedaan door het weerge vonden hart en er er kortasemig van geworden, vleide ik mij neder op het terras van een welbekend etablisse ment ter stadspark, waarvan ik de naam evenmin zal noemen, op een stoel. De gebroeders Draakmans, auteur van onze feuilleton «DE WIND DIE MAAR NIET WOU VALLEN», laten hierbij weten dat het niet hun fout is dat reeds maandenlang, met tussenpozen weliswaar, de wind deerlijk heeft huis gehou den in onze kontreien en daarbuiten. Het is aan een ongelukkig toeval gelegen dat deze periode van hoge beauforts terzelfdertijd is aangevangen als het verschijnen van ons mengelwerk. Ten bewijze van onschuld werpen zij op dat het feuilleton is geëindigd in onze uitgave van 6 januari jl.terwijl in werkelijkheid tot op heden de wind nog steeds niet is willen gaan vallen, laat staan liggen. De ware oorzaak en toedracht kan Armand Pien misschien opklaren Voor zover wij hem kunnen volgen heeft het iets te maken met een lucht- golf stroom. Wat het feuilleton betreft, dit zal in het voorjaar gebundeld worden en op aanvraag te bekomen zijn. Wie dus het werk «DE WIND DIE MAAR NIET WOU VALLEN» niet in zijn boekenkast wil missen kan deze wilsuitdrukking van nu af aan kenbaar maken aan een der Draeckenieren, bereikbaar aan een of andere tapkast. Platgedrukte oren vangen minder wind op maar evenveel lawijt als uit staande oren. Nog willende nagenieten van het ge- kwintelier der vogels werd mij daartoe plotsklaps den pas afgesneden door eene jankende muziek die hortend en stotend de luidsprekers verliet. Alhoe wel de decibels nog door den beugel konden werd mijn oor toch dermate gepijnigd alsdat mijne stemming subiet zakte en mijnen bloeddruk zien derogen steeg. Ik was dan ook ogen blikkelijk genoopt mijne biezen te pak ken en mij Grote Marktwaarts te bege ven waar ik dorstig neerstreek op een overdekt terras van een gekend Hore cabedrijf met pilaren waarvan ik den naam eveneens voor mij houdt En ja, ge hebt het al geraden, 't was daar van hetzelfde laken een broek metaalachtige schlagers wilden er krakend optornen tegen de kristalhel dere tonen van onzen trotsen beiaard, die mijne fijngevoelige oren daarente gen wel goed verdragen. Wat moeten de oren van de heden daagse jeugd dan niet te verwerken krijgen bij vertoeving in disco-bars, waar den enen decibel den anderen overtroeft. Ik spreek dan nog niet van hun ogen met al die lichtflitserij, maar daarover later meer. Ja, in deze oorverdoevende lawaailo- kalen is reeds ontelbaar trommelvlies gescheurd en, naar het schijnt, is ook het maagdenvlies er niet veilig. Gewoonlijk behandel ik de gehoorge stoorde gevallen, benevens mijne gewone vitaminedosissen, met stilte- kuren in volledig afgesloten ruimten en met driedubbele oorlappen op en met absoluut vrije-radio-luister-ver- bod. Gedoseerd TV-kijken mag wel, maar dan zonder geluid. De onder schriften dienen toch ook voor iets. Ook geef ik waterbegietingen in het oor, met een copyright-produkt van mij, die ook hun duit in het zakje en het oor goed doen Aldus heb ik onlangs nog een zwaar geval weer goed gekregen maar ik heb op geen moeite en de patient op geen kosten gezien Deze jongeling had werkelijk met zijn oren gemoosd, om mij niet sterker uit te drukken. Hij was namelijk eenen Dee-Jier van bijberoep alsook grosse- caisse slager in de plaatselijke fanfare van zijn geboortedorp Ge moet niet vragen wat hij alzo te verduren kreeg om van zijne oren nog te zwijgen Toen hij mij opzocht constateerde ik dat er geen karottentrekkerij in 't spel was en hij zo doof was als de vergelijk bare pot want bij het noemen van het Het nieuwe Aalsterse zwembad mocht reeds een ware stroom van bezoekers ontvangen. Ziehier een snap-shot op een doordeweekse dag Een grosse-caissist, horendul gewor den van zijn eigen voortgebracht geluid en er de brui aan gevend, over denkt wat hem te doen staat. Uitstaande oren vangen veel wind maar nog veel meer lawijt op.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Nieuwe Gazet van Aalst | 1984 | | pagina 10