Een beloftevol debuut Ook de NIEUWE GAZET VAN AALST trekt zijn tent op in de Aalsterse Jaarbeurs. Bezoek onze stand nr 65. Speciale voorwaarden p£ A\fc?MTUt?t M VAN) Vreemde verhalen Nieuwe Gazet van Aalst 24 augustus 1984 7 ÉH good ANIDgRe UIT HARD WE£*£ND£ KgfLFN. - of uevaz: "eg"- STOND, want Uir F£6STfIë'J5£N -3UIPLAPFFM en vtfet RAKKêN BOSTAaT PlNNERENë 15 DE NAAM LUITE- NAUr-eeNePAAU PINNEKSNS, CHEF VAN DE GENERALE 5FAF. IK BEN HIER INCOGNITO.' •STY GEEN WOORD, 8URGSR. ARSEEN, ALVORENS HET MAN- ©AT GELOKEN 16/ P0FOM popoM (MILITAIRS MAPASO MOOI Tta) prima. niemand uiAr denkt u te sullen AANTREFFEN IN MUN Kl®ePKA«T"/ hoofd man DE AVOND. lui step. HgT" eoMe£(2N€6/zr étN on- 5Q2 STEDEN, MEf NAME £(2COT- AU*3Tia, WAAdVAN V6 B6VOIXINJ6 VR02. Tc?/^ WE RUN NU AU P0E AFLEVERtNG&J GE TROUWD, SOE-WELUEN. Eind vorig jaar maakte de jonge Erembodegemse auteur Patrick Bernauw zijn entré in Letterland met de, bij Heideland-Orbis uitgegeven, verhalenbundel "Mijn lieve spooklidmaat,,. Zoals dat met {'t'™*® debuten wel meer het geval is, ging het boek toen vr.j onopgemerkt de m.st in Zelfs deze krant, die nochtans met zoveel Aalsters literair werk ter recensie mag ontvangen, zag "Mijn lieve spooklidmaat,, over hethoofd. Bij wijze van laattijdig eerherstel brengen we in deze editie van de Nieuwe Gazet van Aalst een recensie van Bernauws verhalenbundel. Dat "Mijn lieve spooklidmaat,, flopte zou, aldus de auteur, in niet geringe mate toe te schrijven zijn aan de ongeïnteresseerde houding van de uitgeverij. Vorig jaar maakte Heideland-Orbis met enig poeha bekend dat ze een reeks zou beginnen waarin hoofdzakelijk nieuwe en jonge auteurs aan bod zouden komen. Dat werd de "Alfa-serie,, waarvan in de herfst van vorig jaar 3 deeltjes - waaronder Bernauws boek - verschenen. Sindsdien is er nog weinig gehoord van de Alfa-serie en het lijkt dan ook meer dan aannemelijk dat ze een stille dood gestorven is. En dat is niet meer dan voor de hand liggend. Het uitgeven van nog onbekend schrijvers is een enorm waagstuk en indien men dan nog verzuimd om de nodige promotie te voeren is de afloop voorspelbaar. Volgens Bernauw was van enige publiciteit rond de Alfa-serie nauwe lijks sprake. Dat mag o.a. blijken uit het feit dat "Mijn lieve spooklidmaat,, in sommige Aalsterse boekhandels amper verkrijgbaar was. Maar dan nu ter zake. "Mijn lieve spooklidmaat,, omvat 8 kortverhalen die thuishoren in een genre dat onder de gemeenschappelijke noemer valt van lichte horror, fantastiek en het paranormale. Het betreft hier geen echt nieuw werk. De meeste van de geselekteerde verhalen verschenen eerder reeds* in diverse literaire tijdschriften. Zoals bekend zijn literaire tijdschriften een ideale leerschool voor jonge schrijvers. Ze krijgen er de kans om, in afwachting dat ze met hun eerste boek voor het voetlicht treden, hun stijl op punt te zetten. En die kans heeft Bernauw zich blijkbaar'niet laten ontglippen. Tijdens de jaren dat hij leerzaam antichambreerde in het wereldje van de literaire tijdschriften heeft hij zijn stijl kwasi perfekt gekristalliseerd voor het genre verhalen dat hij schrijft. Koel, zakelijk en in staat om de lezer geboeid te houden. Dat is al meteen het geval in "De zeven schoonheden van Sergeo Vergilio,, waarmee de bundel opent. We krijgen hier de belevenissen van Vergilio, een beeldend kunstenaar, en de verteller, een aankomend schrijver - meerdere verhalen situeren zich overigens in het artiek milieu. Vergilio's levensdoel is het vastleggen van schoonheid, "het conserveren van het ultieme moment van esthetische verrukking,, (blz. 20). Dat is natuurlijk een gigantische taak, maar Vergilio brengt ze tot een goed einde en mondiaal sukses is het gevolg. Tot er een gruwelijk addertje onder het gras blijkt te zitten. Met kunde wordt dit verhaal naar zijn climax geschreven, alhoewel gezegd dient te worden dat Bernauw iets té vlug in zijn kaarten laat kijken en aan oplettende lezers de essentie van het verhaal verraadt. Het feit dat er naar het einde toe nog een enigszins verrassende wending komt, kan de lichte ontgoocheling niet helemaal uitvlakken. De lezer zal zich waarschijnlijk geërgerd hebben aan de abstraktheid waarmee over "De ze v e n schoonheden van Sergeo Virgilio,, gesproken werd. Maar dat is noodzakelijk bij een bespreking van IJernauws kortverhalen. Indien je teveel over de inhoud doorboomt, onthul je de afloop. Het is een beetje zoals met films van Hitchcock. Die verdragen ook niet datje ze van naald tot draadje navertelt. Eén van de betere verhalen uit "Mijn lieve spooklidmaat,, is ongetwijfeld "Curriculum Vitae,,. Wouter Vandewale biedt zich, na een leven vol noeste arbeid, aan op het Bureau voor Ouderdomstoelagen om als gepensioneerde een rustige oude dag tegemoet te gaan. Maar dat vooruitzicht wordt grondig verstoord wanneer blijkt dat Wouter nergens terug te vinden is in de werknemerslijsten. Dit impliceert dat hij administratief gezien niet bestaat en geen aanspraak kan maken op een ouderdomstoelage. Meer nog, daar hij nooit gewerkt heeft is hij een asociale parasiet geweest die teerde op de arbeid van anderen. Wouter Vandewale moet dan ook terstond opgeruimd worden, want als nonproduktief element verdient hij het niet om nog langer te leven. Bijzonder knap evokeert men hier de ongelijke strijd tussen het individu en de administratie die halsstarrig zweert bij de alwetendheid van de komputer. De ontknoping van dit kwa thematiek Kafkaiaans verhaal is tot slot een knipoog in de richting van de sf-film "Soylent Green,,. "Wachten op de gastheer,, vertolkt een beetje de rol van pièce de résistance. Het hele verhaal is een opéénvolging van brieven van Peter, een popvedette die het stresserende glitterwereldje ontvluchtte, aan zijn vriendin. Na abrupt alle banden met de showbizz verbroken te hebben, neemt Peter zijn intrek in een klein Brussels hotelletje. Maar zo raakt hij verstrikt in een sinister komplot, waarbij men poogt hem de identiteit van een overleden huurder poogt op te dringen. Aanvankelijk speelt Peter geamuseerd het spelletje mee, maar wanneer hij het welletjes begint te vinden is het te laat. De geestesreïncarnatie komt er en blijkt een onderdeel te vormen van een niet eindigende cyclus. Een enigszins soortgelijke thematiek - reïncarnatie - is het onderwerp van "Mijn lieve spooklidmaat,, het verhaal waarnaar de bundel genoemd werd. Leuk is tevens dat het zich situeert in Aalst, "...'t Usinneke was een vierkant, bakstenen gebouw dat vroeger een textielfabriek was geweest (vandaar die naam) en hoegenaamd niets had dat potenfiele klanten zou kunnen aantrekken. Bovendien lag het gebouwtje temidden van een smerig fabriekscomplex, dat zich van de kade van de D. een weg had gevreten naar de buitenwijken van de stad. De stank van de toen reeds sterk vervuilde D. teisterde de ontvolkte buurt zowel overdag als 's nachts, en vermengde zich met die andere penetrante geuren, afkomstig van raffinaderijen en verwerkingsfabrie ken. Voortdurend hing er boven de buurt een dikke mist, die enige gelijkenis vertoonde met de Engelse fog. Gele rookwolken torenden als reusachtige paddestoelen boven de melkachtige nevel uit, en vaak gebeurde het dat een fijne motregen die geen motregen was uit de onzichtbare hemel viel en zich zurig in je kleren nestelde...,, (blz. 167- 168). Dat het hier CSV 't Fabrieksken zaliger en Amylum betreft is wel duidelijk Zelfs zij die de verhalen van Bernauw maar matig lusten, zullen moeten toegeven dat hij heel goed sfeer kan neerzetten op papier. Zodoende slaagt hij erin om uit een verhaal zoals "De camping aan het eind van de wereld,, meer te halen dan er in zit. Het basisgegeven is, op de keper beschouwd, erg mager, maar de auteur vertelt de geschiedenis op een dermate beklemmende manier dat je als lezer praktisch gebiologeerd wordt. Opvallend is eveneens dat de nog jonge literator die Bernauw is, zich niet aanstelt als een roekeloze jonge turk. Zijn werk wordt gekenmerkt door een zelfverzekerde beheersing die bij veel van zijn leeftijdsgenoten ver te zoeken is. Irritante betweterij is geheel afwezig en dat komt het leesgenot alleen maar ten goede. "Mijn lieve spooklidmaat,, is een debuut dat meer aandacht verdiende dan het kreeg. Mocht Patrick Bernauw ooit onderdak vinden bij een degelijke uitgeverij, dan kan hij het beslist nog ver schoppen binnen de momenteel ietwat op apegapen liggende Vlaamse literatuur. (WDG) "Mijn lieve spooklidmaat,, van Patrick Bernauw, uitgegeven bij Heideland-Orbis, 190 blz. In Hofs lade bouwden kinderen hun fiets om lol de gekste en originele sak en. Naai onze mening zag dil schip er hel mooist van al uit. hoewel wlj er aan twijfelen da de dochters hier geen hulpje van de vader zouden hebben gekregen (foto boven). De dolle kever zoals hij hel zelf noemt zal wel eigenhandig gefabriceerd zijn. (foto onder) (JC) Wat voorafging: Terwijl de Gelbische top in spoedvergadering bijeen komt, wordt eerste adjuoct- hoofdonderbureauchef op het Ministerie van Dringende Zaken, Arseen, bij het verlaten van j onderbureau door een sinister heerschap geschaduwd... \lK 2Ou U RANK WETEN IN \plEN 61) Mi) Mi)N INRI502E- VpE IWILPET V£f?£eMÖN£N, \&V(2&ee. IK 3AL thans EEN VE(2|CLAI2|N(S tfLZG' Iner eaigve u mü even te ver^NTseHULDiéEN, doch ik MtfET

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Nieuwe Gazet van Aalst | 1984 | | pagina 7