«Soms heb ik de indruk enkel voor de duiven te spelen» For whom the bell tolls Nieuwe Gazet van Aalst 14 september 1984 11 William DE GEYTER Een paar weken geleden ging ik Hitchcocks heropgeviste filmklassie ker «Vertigo» zien en zoals bekend vertolkt James Stewart daarin de rol van een aan hoogtevrees lijdende detektive. De meest prangende filmscènes waarin die vrees uitgebeeld werd flitsen met terug voor de geest wanneer ik moeizaam stadsbeiaardier Pierre De Smet poog te volgen op de 130 treden tellende smalle wenteltrap, die ons hoog in de belforttoren brengt. Een eeuwigheid duurt het vooraleer we aan belanden in het benepen kamertje van waaruit sinds 1540 majes tueuze beiaardklanken over de stad heen gestrooid worden. Van zodra de stadsbeiaardier aan zijn deuntjes begint, blijkt al onmiddellijk dat ik mijn voor stelling over het beiaardspel dien te herzien. Wanneer je op de Grote Markt de beiaard hoort pingelen, komt dat geluid stee vast als tamelijk gezapig en zelfs loom over. Die adjektieven kan je evenwel niet gebruiken om de handelingen aan het klavier te omschrijven. Het tempo waarop de beiaardier de toetsen martelt is bepaald snedig te noemen en de zweetdruppeltjes maken al snel hun opwachting. Nee, beiaard spelen is geen bezigheid voor kokette juffertjes Nadat ik erin geslaagd ben om heelhuids die vreselijke wentel trap af te sukkelen, hebben we op de begane grond een gesprek. Pierre De Smet ook beiaardier te Denderrhonde vertelt hoe hij er toe kwam om beiaard te gaan spelen. Pierre DeSmetHet kwam in feite toevallig. Alhoewel ik een geboren Dendermondenaar ben, woonde ik als kleine jongen in Turnhout. Toen tijdens een schoolfeest een operette opge voerd werd, speelde ik piano. De man die de operette geschreven had was Marcel Trimbos, de toenmalige stadsbeiaardier van Turnhout. Ik leerde hem beter kennen en ging spoedig al eens mee wanneer hij speelde. Niet dat beiaard spelen me op dat moment veel zei. Toen ik acht tien was verhuisde ons gezin opnieuw naar Dendermonde. Op een bepaalde moment ben ik daar aan de toren de stadsbeiaar dier gaan opwachten. Van die, Pol De Nil, mocht ik mee naar boven en hij was het die sugge reerde dat ik ook beiaard zou gaan spelen. En zo is het dan gekomen. Alhoewel ik er niet veel voor voelde om de beiaard school in Mechelen te volgen. Maar De Nil leerde me de eerste beginselen en uiteindelijk heb ik me dan toch ingeschreven in de beiaardschool, want zonder diploma maak je toch geen kans om tot stadsbeiaardier benoemd te worden. Toen Pol De Nil met pensioen ging, heb ik mijn kan didatuur gesteld voor zijn opvol ging in Dendermonde, alhoewel ik hem toen reeds officieus ver ving. Wettelijk is de zaak een beetje blijven aanslepen zodat ik uiteindelijk eerst benoemd werd in Aalst waar ik ook mijn kandi datuur had gesteld. Wie volgde U op te Aalst De Smet: Robert De Mette. Ik heb hem nooit persoonlijk ont moet. Niet dat ik nooit van plan geweest een om kontakt op te nemen met hem, maar in die tijd kwam ik weinig in Aalst. En daarbij kwam nog dat de ver standhouding tussen De Nil en De Mette niet zo bijster goed was, zodat De Nil me nooit aan gespoord heeft om mijn Aalster- se voorganger te ontmoeten. Daar heb ik nu wel spijt van. Wat is het verschil en de gelijke nis tussen een beiaard en een piano Is het klavier identiek De SmetIn het klavier zitten dezelfde noten, maar een beiaard is met zijn 4 oktaven beperkter dan een piano die er 7 heeft. Men kan op beide instrumenten zeer ruim nuanceren. Hoe harder men op de toetsen klopt, hoe lui der de geproduceerde klank. Een beiaard is 100 mechanisch en biedt net daarom zoveel ruimte voor nuance. Bij een elektrisch orgel blijft het geluidsvolume op hetzelfde niveau hoe lang men ook op de toets duwt. Het ver schil tussen een beiaard en een piano is dat bij deze laatste de klank gedempt wordt van zodra men de toets loslaat. Dan wordt er immers een demper tegen de pianosnaar aangedrukt tenzij men op een pedaal drukt om de demper van de snaar weg te hou den. Bij een beiaard kan men de klank niet dempen. Hij deint langzaam uit. Een beiaard heeft ook wel pedalen, maar die heb ben een andere funktie. Welke eigenschappen dient een goede beiaard te hebben En is de Aalsterse beiaard een goede De Smet: Ik zal eerst op de laatste vraag antwoorden. Indien U me in Aalst vraagt of de bei aard een goede is, zal ik zeggen dat het de beste is van het land. Stelt U me die vraag in Dender monde, dan zal ik zeggen dat de Dendermondse beiaard de beste van het land is. Voor elke beiaar dier is zijn beiaard de beste hij mag nog zo vals klinken als een kat. Die ingesteldheid moet er zijn, want anders kan men er niet met overgave op spelen. Objektiever nu. Zowel Aalst als Dendermonde bezitten een goede beiaard. Het zijn 2 nog in goede staat verkerende instrumenten die van Dendermonde is nog in iets betere staat, maar.hij werd dan ook recenter gerestaureerd. Ik kan niet klagen over het onderhoud van de Aalsterse beiaard. Per jaar heb ik gemid deld hooguit 2 gebroken draden (die het klavier met de klokken verbinden WDG). Technisch gezien is het instrument in orde en over de klank mag ik ook niet klagen. De beiaard werd het laatst geres taureerd in 1959. Na 25 jaar is hij nog in goede staat, maar hier en daar begint er misschien toch al iets te haperen. Zijn er geen zaken die U er graag veranderd aan zou zien De Smet: Niet direkt. De moderne beiaarden hebben momenteel natuurlijk wel een veel eenvoudigere mechaniek en vragen minder onderhoud. Er bestaan nu ook vrijwel geluid loze klavieren, die met meer klepperen wanneer men ze bes- speelt. Dat zou allemaal plezieriger zijn maar wrodt het daarom beter Ik zou wel wensen dat gespeciali seerde mensen de mechaniek eens een beurt gaven. Men moet echter ook rekening houden met het aspekt ruimte. In de belfort toren hangen 52 klokken. Dat is fenomenaal veel want die toren is eigenlijk tamelijk klein. De klokken hangen er dan ook echt opeengepakt. Wegens dat plaats gebrek kan men de klokken niet in hun ideale plaats hangen. Veelal dient het draadwerk omwegen te maken wat er de mechaniek niet eenvoudiger op maakt. Een pluspunt van de Aalsterse beiaard is dat de aanslag over gans het klavier praktisch iden tiek is. Er zitten geen toetsen tus- Nederlandse beiaardmuseum te Asten terecht gekomen. Ze zijn daar wel in goede handen maar ik had ze toch liever in een Aal- sters museum zien staan. Wat is de stad zinnens met die salonbeiaard De SmedtDie staat in het Oud- Hospitaal zoals alle andere voor werpen die daar vertoeven. Wan neer men het vraagt ben ik steeds bereid om eens te demonstreren hoe zo'n tuig werkt. Een oefenklavier kost 150.000 fr. Dan dient men voor een beiaard, met alles erop en eraan, «Zo vrij als een vogel in de lucht» hangt er in het minuscule kamertje van de stadsbeiaardier. Zo voelt hij zich waarschijnlijk ook wel, hoog boven de Aalsterse daken, met alleen zijn klokken en de duiven als gezelschap (foto F. Bollaert). sen die een hardere aanslag verei sen om een gelijk klankvolume te bekomen. Veel beiaards kampen met dit euvel dat voor de gast- beiaardiers een nachtmerrie is. De eigen beiaardier weet uit ervaring op welke toetsen hij harder dient te slaan, maar bij bezoekers is dat niet het geval en die zien dan wel eens een noot de mist ingaan. Veel gastbeiaardiers hebben me al gezegd dat de Aalsterse beiaard zich lichter laat bespelen dan de Dendermondse. Dat is eigenaardig want ik had de tegengestelde_indruk. Hoe repeteert een beiaardier eigenlijk Hij kan toch moeilijk in zijn toren gaan zitten oefe nen De SmetNee, dat niet. Hij doet het op een oefenklavier. Dat is een gewoon beiaardklavier, maar in plaats van klokken hangt er een xylofonisch lat- tensysteem aan. Men kan dus horen wat men speelt. Zo'n oefenklavier kost al snel 150.000 fr., niettegenstaande het lelijke dingen zijn. Echte dra ken Ze kletteren daarenboven nog veel meer dan een echte beiaard. Maar je kan niet zon der, want in je 'toren oefenen gaat niet. Kan het zijn dat er in het Oud- Hospitaal ook een oefenklavier staat De SmedtInderdaad. De stad heeft het afgekocht van de fami lie De Mette. Karei De Mette, de vader van mijn voorganger, was iemand die beiaards restaureerde en ook zelf klavieren bouwde. Hij bouwde ook 'salonbeiaards'. Het exemplaar dat wij aange kocht hebben is er. zo één. Het werkt met metalen buizen in plaats van staafjes en geeft een heel apart geluid. De Mette had nog oudere en meer luxueuze exemplaren maar die zijn in het waarschijnlijk al gauw een paar miljoen op tafel te leggen. De Smedt: Inderdaad. De goed koopste kost zeker 5 miljoen en hét kan oplopen tot 50 miljoen en meer. De prijs wordt vooral bepaald door de prijs van het brons. Het gewicht speelt ook een belangrijke rol. Onze zwaar ste klok weegt ongeveer 100 kilo. De zwaarste klok uit de Mechelse beiaard weegt echter bijna 8800 kilo dat is méér dan alle Aal sterse klokken samen. Hoe zwaarder de klokken, hoe duur der ze dan ook zullen zijn. Maar ik ben niet jaloers op die reus achtige Mechelse beiaard. Ten eerste zou hij gewoon in de bel forttoren niet kunnen hangen en ten tweede zou hij hier in Aalst niet passen. Want een zware bei aard hoort in een hoge toren te hangen en dat is de belforttoren nu niet bepaald. Een andere vijand van de klok ken zijn duiven. Die deponeren van alles op de klokken, maar wat doe je daar tegen In Den dermonde kan men kippengaas rond de meeste klokken hangen omdat die zich in de toren bevin den. Maar in Aalst hangen de meeste klokken buiten en je kan de belforttoren dan ook moeilijk overspannen met kippengaas. Ik heb ergens gelezen dat een beiaard best in de toren hangt. Een 'buitenbeiaard' is misschien esthetisch mooier maar zou een geluid produceren zonder veel draagkracht en samenhang. De SmedtBij klokken die bin nen hangen kan het geluid zich inderdaad beter vermengen vooraleer het naar buiten gaat. Maar we mogen daarover in Aalst niet klagen, ondanks de 'open' toren. De regel dat klok ken moeten binnen hangen geldt méér voor een zware beiaard dan voor een lichte. Helemaal buiten hangt de Aalsterse beiaard nu ook weer niet. Minstens twee derden van de klokken bevinden zich in de toren. En dan vooral de zware die de vermenging van de klank nodig hebben. Krijgt U speciale opdrachten van de stad of speelt U wat wil De SmedtBij speciale aangele genheden leg ik het schepenkol lege een programma ter goed keuring voor. Ik heb daar even wel nog nooit moeilijkheden mee gehad. Je moet alleen zorgen dat je de kerk in het midden houdt. Mocht ik nu bvb. de ganse mei maand socialistische liederen gaan spelen en pertinent weige ren een Maria-lied te vertolken, dan zou ik wel moeilijkheden krijgen. En met reden 1 Overi gens heb ik, gedurende de jaren dat er geen socialisten in het schepenkollege zaten, zonder de minsten problemen op 1 mei steeds socialistische liederen ge speeld. Wanneer bepaalde sche penen, stadspersoneel of gewone mesen me vragen of ik dit of dat niet kan spelen, dan doe ik dat. Ik poog altijd iedereen een ple zier te doen. Dat is ten slotte mijn funktie. Een beiaardier in stadsdienst dient alleen maar te zorgen voor het vermaak van het volk. Je kan ons dan ook verge lijken met de narren uit de mid deleeuwen. Echte beiaardmuziek, bestaat die of kan je op het instrument ge woon alles spelen De SmedtPraktisch alles en men doet dat dan ook. Een bei aardier haalt natuurlijk het meeste plezier uit muziek die spe cifiek voor het instrument ge schreven werd. Ik denk dan aan de komposities van Mathias Van Der Geyn. Zijn werk is voor bei aardiers wat Bach voor orgelis ten is. Speelt de grootte van de klok een rol in haar levensduur De Smedt: Niet bepaald, behalve dat kleine klokjes meer kans maken om oud te worden want in geval van oorlog zal men altijd de grootste klokken eerst nemen om kanonnen van te gie ten. De oudste klok van Aalst is de zogeheten «alarmklok». Ze dateert van 1457, als ik me niet vergis, en hangt in een apart torentje van het belfort. Tot voor enkele jaren werd dat klokje nog gebruikt. Toen deed ik het elke vrijdagavond luiden vooraleer ik met het beiaardkon- cert begon. Die alarmklok moet overigens één van de oudste klokken van België zijn. Van het stadsbestuur heb ik echter ver bod gekregen om ze nog verder te gebruiken. Men meent dat het torentje niet sterk genoeg meer is en uit zijn voegen zal gerukt wor den indien men de klok nog ver der gebruikt. Persoonlijk ben ik het daar niet mee eens. Er zou dan ook eens serieus over ge praat moeten worden. Met een verantwoordelijke ingenieur van de stad bijvoorbeeld. Mocht ze in werking blijven dan zou ze trouwens toch niet overmatig gebruikt worden. Wei is er enig gevaar om de klok te bereiken. Eén van de vloers in het torentje is namelijk niet meer verankerd in de muur en indien je niet weet waar je mag lopen, zou je door de vloer kunnen zakken.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Nieuwe Gazet van Aalst | 1984 | | pagina 11