Onafhankelijkheidsfront DE PRIJZENSLAG Sis, kampioen vrije lutte Orgaan van het Dirk Martens Roskamt Nieuwe lijst van Woekeraars Abonneert U op ZONDAG 9 JUNI 1946 2* JAARGANG, N' 32 PRIJS 2 FR. OM I. AALST REDACTIE en BEHEER Burgershuis, Groote Markt, 15, Aalst GEWEST AALST Een groot aantal nijveraars, hande- laars en loontrekkenden zijn ontevre den en beknibbelen de verlaging der prijzen. Anderen, die verder zien dan hun neus lang is, keuren dien maatre gel onvoorwaardelijk goed omdat ze er van overtuigd zijn, dat van zijn goe den uitslag het lot van den frank en dat van ons land afhangt. De prijzenslag is een edele onderne ming. Ieder patriot heeft tot plicht, de regeering hierin onvoorwaardelijk te steunen, haar zijn medewerking te ver- leenen en zich desnoods een paar op offeringen te getroosten. Alleen de woekeraars doen dat niet. Het zijn in- civiekers. Zijn incivieken al dezen die de regeering tegenwerken. Dat is dui delijke taal. Wat beoogt de regeering Van Acker 7 De zwarte markt den genadeslag toebrengen. De koopkracht van onzen frank handhaven, laat staan verhoo- gen, en zoodoende het welzijn der loon trekkenden, der kleine spaarders en van het land verzekeren. Wat beoogen de vijanden der re geering 7 Precies het tegenovergestelde dc zwarte markt tot nog grooteren bloei brengen, onze munt kelderen en zich vetmesten ten koste der algemeene ar moede. De voorstanders der regeeringspo- litiek zijn wij, de patriotten, de demo craten, m.a.w. al degenen die tot offers bereid zijn, die hun eischen, hoe billijk die ook zijn, voorloopig op zak willen houden en opbouwend werk wenschen te verrichten ten behoeve der gemeen schap. Eerst en vooral moet de zwarte markt verstikt worden. En dat is enkel mogelijk, ALS ER MEER, ALTIJD MEER VOORTGEBRACHT WORDT. Daaruit vloeit voort, dat werkstakingen tegenwoordig uit den booze zijn, zelfs als er gegronde rede nen tot klagen zijn. Eerst en vooral moet de prijzenslag gewonnen worden en daarna zal het mogelijk zijn, ge gronde eischen in te willigen. Tegenwoordig staken beteekent de nederlaag van den prijzenslag helpen bewerkstelligen. Indien de prijzenslag verloren wordt, zouden de eischen, wier inwilliging thans zou afgedwon gen worden door een staking, toch hun effect verliezen. Dat neemt echter niet weg dat ernstige geschillen langs wet- telijken weg in der minne bijgeleg moeten worden. Dat is niet alleen wen- schelijk, maar ook noodig. Ons ordewoord weze dus werken, voortbrengen, de richtlijnen der regee ring volgen, m.a.w. onzen plicht nauw gezet vervullen. Wij willen de nijveraars en de han delaars ook op hun plicht wijzen, bedoelen natuurlijk, de eerlijke nijve raars en de eerlijke handelaars; aan de bloedzuigers willen wij ons latijn niet verspillen. Het is immers overbodig, een beroep op hun solidariteitsgevoel te doen, want ze dienen uitsluitend hun eigen belangen het is overbodig, een beroep te doen op hun geweten, want ze hebben er geen. De handelwijze di kerels brengt het gilde in opspraak, en dat mogen de eerlijke leden ervan, niet langer dulden. Zij moeten er voor zor gen, dat dergelijke elementen uitge schakeld worden. Ze moeten weigeren nog langer zaken met hen te doen, dien ze in overtreding genomen wor den wegens woekerpractijken. Anderzijds weten we maar al te goed dat sommige nijverheden groote winsten verwezenlijken, namelijk de textielbedrijven. De handelaars mogen tot 40 winst nemen, en wij zijn van meening dat ze geen redenen hebben om te kla gen. Wij kennen nochtans beenhou wers, bakkers, kruideniers die vuur en vlam spuwen tegen Van Acker en hem uitschelden voor dictator. Wij zijn de meening toegedaan dat menschen, die tegenwoordig tegen eersten minister Van Acker schelden, gewoon zijn veel geld te verdienen in den woekerhan del anderen beschouwen hem als een zwart beest omdat hij geen C.V.P.-er is doch allen worden in 't geniep aan gemoedigd door de eeuwig - dezelfde bende kortzichtige dorpspolitiekere die werken. Wij zullen namen en adressen der galspuwers noemen, met nog meer bij zonderheden, als 't moet, en we heb ben reeds een indrukwekkende reeks dezer incivieken op ons dagboek. De persoon van den hr Van Acber heeft met het geval geen uitstaans. De prijzenpolitiek is trouwens niet uitslui tend zijn werk. De verantwoordelijk heid ervan rust op de schouders der regeering, al de ministers zijn er geza menlijk verantwoordelijk voor, en die ministers worden gesteund door de veertienhonderd duizend kiezers die hun vertrouwen aan een der drie de mocratische partijen geschonken heb ben, juister gezegd, die hun opdrach gegeven hebben de middelen, die de wet te hunner beschikkinq stelt, aan te wenden om de DICTATUUR VAT DEN WOEKER den kop in te druk ken. Dat is de waarheid over dictatuur. Onze spaarcentjes hebben wij sedert 1940 zien verhuizen naar de zakken der woekeraars, en ze hebben de schaamteloosheid te klagen en eerlijke menschen uit te schelden. Onze keel hebben we heesch geschreeuwd in pro test tegen de schandalige practijken der bloedzuigers, en toch wenschen we rechtvaardig te zijn ten opzichte van iedereen, Indien er ondernemingen zijn voor wie de prijzenpolitiek der regee ring een last is en deze gevallen moeten uitzonderlijk zijn moet hier aan voorzien worden. Een aanpassing is noodzakelijk, doch moeten er ook maatregelen getroffen worden tegen diegenen, die te veel winsten verwe zenlijkt hebben en nu nog verwezen lijken, niettegenstaande de ingevoerde prijzenpolitiek. En dit leidt ons tot het onvermijdelijk nazicht der kostprijzen. Die controle moet de eindfase zijn van den thans ingezetten prijzenslag. Het gevolg ervan moet zijn, een aan passing der loonen, alsook de moder nisatie onzer nijverheidsuitrusting. Wie niet meewerkt om dit verheven doel te verwezenlijken, werkt mee aan den ondergang onzer nijverheid, aan de keidering van onze munt, werkt de algemeene ellende in de hand, alsook de ineenstorting onzer nationale eco nomie. Wie meewerkt aan de overwinning in den prijzenslag heeft recht op de dankoaartieid der natie. De prijzenslag winnen beteekent heropleving van ons land, welstand voor de werkende massa, versteviging onzer munt, pacificatie van belgie. Wij moeten en zullen den prijzen slag winnen, en dus ook den loonslag en den slag voor de modernisatie on zer nijverheden 1 k Had juist mijn laatste carambole gemaakt en er een export mede ver diend, toen de deur van de Katholieke Middenstand openvloog en Sis binnen- stuikte. Onze vriend zag er allesbehal ve goed uit want buiten een blauw oog had hij ook nog een ferme bloedneus. Daar hij van die Godlasterende schiet gebedekens las, dachten wij dat er hem een ongeluk overkomen was en wilde iemand om de pastoor en den doktoor loopen. bis stelde ons onmiddellijk ge rust door te roepen laat maar, 't is van Octaafken Een zucht van ver lichting steeg uit onze borst en er vit, een pak van ons hart. Wij, brave, eer lijke, kristelijke CVPkens zien Sus, onze voorman, toch zoo gaarne. Wij hebben hem zorgvuldig gewasschen, gepaloeterd en hem daarna opgemon terd met een half dozijn atoombom men van Nieuwerkerken Toen hij op adem gekomen was, vertelde Sis ons zijn lotgevallen. Sis Ik was door de partij aange duid om in het vooruitzicht van de vol gende gemeenteverkiezing, eens de zit ting van den raad bij de wonen om poolshoogte te nemen. Daar ik een voorgevoel van een naderend onheil had, was ik eerst in Des Fuhrers Hauptkwartier in de Nieuwstraat binnengewipt. Daar stonden er reeds een vijftal van de Concentratie te geel- oogen. Zij kwamen, zooals dat bij ons gebruikelijk is, oui de orders. Toen ik hen vertelde aat ik niet op mijn gemak was, stelden zij mij allen gerust met de belofte mij met hand en tand te zullen bijstaan. Ik liet mij vangen en flikte mijn vaart. Toen ik in de raadzaal bin nen kwam, keken zij mij daar allen aan of ik een wondermensch was. Frans ken Blanchard, die zoo gewillig met de schoolbussen van Winterhulp rondliep en een zoo groote vereering koesterdi voor Rik de Man, keek mij aan alsof ik een draak met zeven koppen was. De stichter van de Unie, de vette Jam bon, scheen uit zijn vel te zullen sprin gen. Octaafken. de stichter van alle weerstandsgroepen van West-Europa sprong op mij toe en wilde mij in eer, handomdraai naar de deur flanzen. - Maar hij was vergeten van Pee Jee mede te brengen. Ik draaide hem daar een tweetal van die knepen, waarmede ik in den tijd honderdvijfenzestigdui zend kilo kolen in mijn mouw deed ver dwijnen en hij wist er alles van. Dan kwamen Jambon en Leon den Boer hem ter hulp en i khad er gelegen. - Leon kent mijne knepen, daar wij al een paar malen in zijn schepenbureel geoefend hebben in de vrije lutte. Dc zwaargewichtbokser Jambon gaf mij 'n uppercut in miin oog en den buitenwip per Octaafken deed de rest. Maar dat alles is niets. De stiel brengt dat mede. Wat mij verdriet doet is dat er van al de concentratie- gasten geen enkele een vin verroerd heeft om mij te helpen. Ze stonden in tegendeel in bewondering voor dt prestatie van mijne tegenstrevers. Die lamzakken, die zoollikkers, 'k Zal het aan den baron zeggen. Van al die slap- perikken mag er bij de volgende kie zing geen enkele op de lijst komen of ik kom alleen op. Wij moeten vechters hebben. Mannen uit één stuk die kun nen pikken en verdragen dat er gepikt wordt. De Fred moet weg. Ik kom in zijn plaats. Valt het zoo niet uit, dan heeft den duivel er zijn kloefen aan ge vaagd Als Sis alleen opkomt, zullen alle eerlijke menschen voor hem stemmen en in de eerste plaats de broederkens en pasterkens welke hij gedurende de bezetting voorzien heeft van dat sma kelijke varkensvleesch. Herr Hyjx>iiet Schotte. ledeiiabri- kant van ae r annerie O Hremooüegem, is onlangs oij zijn twee ooren gcKiueid en er werü een f. Vopgesteld, riet ware misscmen zeer nuiug er aan te herinneren dat de moffen meerdere be zoeken aflegden en er groote zware pakken leder afhaalden, tenware Hy- ponet zulks vergeten was, wij met - evenmin het inroepen der Duitsche overheid om het werkvolk te beteuge len en waarvoor memand minder dan Herr Ortskommandant zich de moeite getroostte om naar de 'f annerie te gaan en daar de afgevaardigden van het werkvolk toe te spreken. Hr moest meer loon komen. Maar Herr Hypohet vaagde er zijn polevieén aan, alhoewel de motten dien keer zelf zegden dat de loonen te laag waren Destijds werden lage loonen uitbe taald aan degenen die in koppige ver betenheid, in honger en ellende, hier wilden blijven, terwijl door Hypoliet die op goeden voet stond met de mof jes, groote winsten opgestreken wer den. (Herinner U, Hypoliet, de groote koffer met prachtschiiderijen)En op dat oogenblik da tde Regeering Van Acker zijn best doet om het leven normaal peil te brengen, wordt Hypo liet in overtreding genomen voor woe ker. Dirk Martens feliciteert van harte de kontroleurs die bij Heer Schotte dit toertje uitgehaald hebben. Het ware te hopen dat overal eerst bij de groo- ten kontrool gedaan werd en dan de anderen. Bij Mertens in de Zoutstraat, de fa meuze referent der Waffen S.S., kwa men juist dezelfde Mofjes, die de Tan- nerie bezochten van Herr Hypoliet. - Dit gebeurde met een gewoon voertuig zonder in het oog te springen en i, kenmale dat die Offizieren er een paar uurtjes doorgebracht hadden, kwamen ze beschonken en woest brullend weer buiten. Dus de Herr referent der Waf fen SS Mertens maakte zijn spitsbroe ders dronken en de noodige schurken streken bleven natuurlijk niet uit. Dat was eenmaal in het moffentijd- perk zoo de gewoonte nietwaar 7 DIRK MARTENS. Onder dien titel lezen wij in De Roode Vaan van 27 Mei een lijst van woekeraars die in overtreding werden genomen. Op die lijst komen o.a. voor: 1. Weverij L'Eolienne, Aalst 2. Lederfabriek H. Schotte en zoon. Erembodegem 3. Dendria, Onkerzele (alcohol). Aan de leiding dier drie onderne mingen staat de heer Hypolyte Schotte die dus recht heeft op de hartgrondige verachting der bevolking. Wij hopen van harte, dat die bloed zuiger een boete van ettelijke tientallen millioenen zal moeten afduimen. Wij kennen het systeem dier heeren: millioenen uit het volk zuigen, en daar na eenige rondekens betalen ten einde door te gaan voor de goeden onder de besten en voor echte onvervalschte volksvrienden. FRONT 35 ft. O. F. - F. I. 27 fr. 3 maand 3 maand

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

O.F.-F.I. Aalst | 1946 | | pagina 1