l"l Misrekend Plezier ONS LAND IN WOORD EN BEELD 39 Een.... één-persoons-orkest. In Londen vond onlangs een eigenaardige gebeurtenis plaats. Men had namelijk een lange tafel opgesteld waarop zich 15 verschillende muziekinstrumenten bevondeneen zekere heer Saierzweig, muziekleeraar te Dublin, demonstreerde zijn groote virtuositeit en buitengewone handigheid door een aardig muziekprogramma af te werken, waarvan een fantasia concerto door hemzelf gecomponeerd de hoofdschotel vormde. Op bovenstaande foto ziet men den musicus met zijn 15 instrumenten. Moet het daarom feest zijn Ik wil me schort niet aan vanavond... Waarom heeft Dries z'n mooie pak aan Die hoeft geen schort te dragen Flauw zeg ik Al haar gezeur had geen effect op 't wroetend mensch, ze keek niet eens meer cp maar kroop gejaagd in alle richtingen voort, alles klikklakkend opeen werpend in de openstaande naaidoos. Plots, met een ruk, gooide ze het zware bovenlijf om hoog, snoof geweldig met 'r neus de lucht in, en ja. waarachtig, daar klonk een gesis en gepruttel van belang van uit de keuken, vermengd met een weeïge geur van gebrand vet en overstroomcnd water. Een schrille kinderstem klonk daartusschen Mientje Mie...ien Alles brandt op 't vuur Met een bruuske beweging had zij zich opgericht, in haar vaart een heele boel knopen een eind verder wer pend, en kwam de keuken binnen gestoven. In een oog wenk was de kachel leeg en stond alles op den vloer te pruttelen en te kissen. Heel 't vertrek was in een dikke smoorlucht gehuld. Mientje rukte vensters open en wreef en wreef zooveel en zoolang ze kon op de gloeiend heete kachelplaat, tot er geen vlekje meer te zien was. Do-mi-sol-do... do-mi-sol-do klonk het nog altijd even eentonig van uit de veranda. Juffer Mientje stapte er kordaat op af en riep het spelend meisje driftig toe Bets, schei nou eens 'n oogenblikje uit met je getjangel op dat meubel, en help me dan eens hier; zoo'n meid als jij, haast vijftien, mag al heel wat helpen, dat pianospel komt straks wel klaar; je hoef daarvoor niet zoo n heele dag te trommelen; 't is om naar van te worden, mag je wel gelooven O maar Bets leert de groote klok te trommelen en dan zullen we straks, als oom Frits binnenkomt, heel fatsoenlijk buigen op haar gebommel, klonk spottend de heldere jongensstem van Dries, en hij maakte daarbij waarachtig een potsierlijke buiging aan het adres van Bets, de pinken sierlijk omhoog gekruld, de broeks pijpen vasthoudend. Bets was hierover geweldig ge stoord en sloeg met 'n ruk de piano dicht. Bets hé slaapkop, luilak Maar Bets verroerde zich niet: zij sliep zoo vast dat ze voorzeker het eerste ur niet zou ontwaken. Wat 'n tegenvaller voor Dries. Want daar was ma met oom Frits al binnen ge komen langs het tuinhek; hij hoorde juffer Mientje al bedrijvig rond scharrelen en roepen op Bets en hem. Jakkers, wat een toestandHij wou juist met een ruk het meubel wegduwen, toen de deur al' open ging juist op het oogenblik dat hij zijn hoofd, zwart als een kooldrager van het stof. naar voren had ge stoken. Oom had hem onmiddellijk in het oog gekregen en keek verbluft van het zwarte hoofd van Dries naar de prachtig be snorde Bets die nu wakker gewerden, gauw was recht- gesprongen, maar gevangen bleef aan het buffet, waar zij hardnekkig rukte aan haar vlecht. Oom wist niet of hij meest lachen of ernstig blijven/ toen hij die twee daar zag, gevangen allebei, duwend en rukkend om los te komen, reed van inspanning tot m hun hals van de vergeefsche moeite. Zulk een ontvangst had hij stellig niet verwacht. Bets stonden de tranen al in de oogen, maar ze wou tochr niet schreien en bleef dus maar rukken wat ze rukken kon, alle kopjes in het buffet tegen een kletterend. Dries stonden de gezwollen aders op het voorhoofd van het wringen, maar hij waagde het toch niet meer veel beweging te maken om wille van hetgeen bovenop de piano stond, en al een heele tijd staan dansen had. Oom, die dit alles eerst bedaard had aangekeken, schoot in een bulderend ge lach, en toen ma en juffer Mientje daarop binnen kwa men om te dekken voor het avondmaal, kregen ze het plezierige schouwspel te zien, oom Frits met zijn ééne hand Bets losrukkend van het buffet, en met zijn andere hand den haardos van Dries omhoog tillend om hem alzoo uit zijn neteligen toestand te verlossen. FEE FONNE. n Do-mi-sol-do... do-mi-soi-do... klonk het eentonig gedempt door de openstaande verandadeuren. Binnen in de zonnige keuken sleften de groote pan toffels van juffer Mientje over en weer tusschen messen en vorkengerinkel, en van tijd tot tijd het joepend geluid der pomparmen die striemend water pletsten op den harden, blauwarduinen steen. Tusschendoor klonk regel matig een doffen bots tegen de keukenwanden en op den gangvloer, gevolgd door vlug voetengeschuifel van benagelde schoenen. Bij iedere bots werd juffer Mientje wat gejaagder en hief het dikke hoofd schuins omhoog, om te kunnen hooren van welken kant het botsen kwam. daarbij neep ze haar lippen opeen, en haar kleine ronde oogjes schitteiden van ingehouden drift. En altijd maar door klonk het dof ge- bcts op den muur aan den eenen kant, en harmonieerde aan den an deren kant met het eentonig getjin- gel van do-mi-sol-do... do-mi- sol-do... Juffer Mientje keek eens rond, ze wist me: wat beginnen van opge wondenheid. O die kinders toch Krijschend klonk haar harde stem, terwijl ze gejaagd van links naar rechts draafde, kleine Lis meesleu rende die aan haar rokken hing te zeuren om een suikerbol. Cor, blijf daar toch in 's he melsnaam niet staan plukken aan dat tafelkleed: haal vlug de naaidoos, en maak de scheuren van je schort dicht; hop. vooruit, meidRep je watWel, heere m'n tijd, en dat op m'n versch geschuurde gang Drieslummelsche jongen, wil je wel eens effen wegkomen Kijk nu eens wat natte vlekken van je plom pe schoenen en je vuile bal 1... Loop de tuin in, zeg ik je Lisy, zeur nou niet, en hang zoo niet aan m'n kleeren Kijk nou me schort eens aan Hce heb ik nou toch ooit fat soenlijk uitzicht Doe je veters vast en kijk wat in je prenteboek. Nee maar Cor Co...or Wat zet je daar nou weer uit De naaidoos rolde van al de trap pen met haar inhoud van knopen, linten, garen, en heel de boel bolde een eind de gang in. Nou, dat er ook nog bij, wel heere m'n tijd Wat n kinders, wat n kinders Raap op. en vlug wat. meid Dries, eruit jij, wil je wel, vle gel, je mag de gang niet in voor alles is weggeruimd Blijf in de keuken, Lis. je trapt hier alles aan stukken... hoor je wel Pas op, pas op! Trap toch nergens op. Krak, krrrak. krrrak dacht ik 't niet Och, die mooie pe- relmoeren knopen, nog van me vroe gere zomer juk. Wat 'n zonde Wat 'n zonde jammerde al maar door haar heesche stem. Bedrijvig zat het mensch reeds op den grond gehurkt en scharrelde met een breeden zwaai van haar forsige armen de knopen en lintjes bij el kaar. op haar kieen voortkruipend de heele gang door, terwijl de zweet druppels op haar handen en den vloer druipen. Ccr stond nog altijd boven aan de trap en keek snokkend toe op de beweeg lijke massa daar beneden. Toe meid, vooruit, help nou 'ns wat, steek je handen uit... Kan je nou toch nooit eens netjes voor zichtig zijn La me dan 'n nieuwe schort aandoen, zeurde de stem boven aan de trap, en Cor zette zich ongegeneerd op de hoogste trede, liet zich gemakkelijk achterover leunen, en keek van onder haar half gesloten wimpers het gedoe beneden gade. De corpulente massa richtte zich moeizaam op en trachtte zich min of meer in pos tuur te zetten, de breedgebalde vuisten in de heupen, daarbij alle moeite doende om het evenwicht te houden, daar ze nog altijd op een knie voortkroop. Zoo en wat zal dan de jonge juffer straks aan doen, als haar ma en oom Frits thuis komen Zeker je fluweele jurk Mis, hoor meid Nog één frischge- wasschen schort van jou heb ik nog en die is voor vanavond. Dat mag je best gelooven Zoo n rakkers troep als jullie heb ik van me leven niet gezien Meteen boog het goeie mensch opnieuw haar om vangrijk corpus en scharrelde weer ijverig voort. Daar boven dreinde de stem van Cor maar voort Hé, wat flauw, wat flauw van je, met me schort aan tafel En ma die h'r mooie zijde kleed aan heeft. Doe toch niet zoo bazig, ventje, en vooral, mors straks niet aan tafel lijk verleden week.... en wasch je maar eens eerst flink, dan mag jij misschien efkens komen kijken straks kibbelde Bets uitdagend terug. Zoo, de preek is uit besloot Dries wijsneuzig, nu dan groet ik je En meteen holde hij de gang door jn de tuin in, Lisy hem achterna, hangend aan een van zijn jaspanden. Bets was nu heelemaal uit heur spel en heur humeur. Ze slenterde de keuken in, haalde vieselijk haar neusje op en draaide vlug links af de eetkamer binnen; ze zou maar wat gaan lezen om de tijd te korten; binnen >en goed half uur zou ma met oom thuiskomen. Zij nestelde zich behaaglijk in de breede clubfauteuil van pa, de voeten op de zitting van een andere steel, en sloeg met een zuchtje een miniatuurromannetje open. Het duurde geen tien minuten of Bets dutte lekkertjes in, wegzin kend in de diepe kussens. Even later kwam Dries binnen ge wipt op zoek naar zijn bal en zag de slapende Bets; onmiddellijk was hij bedacht op kattekwaad en keek eens bespiedend rond in het vertrek. Hij hurkte neer achter de breede club-fauteuil en wou har. zoo, ruk kend aan het puntje van haar lange vlecht, wakker krijgen. Maar ineens kreeg hij een leuker gedacht. Hij spoedde zich weg op de teenen, scharrelde wat rond in de keuken en kwam spoedig terug met een groot stuk houtskool in de hand. Hij bond eerst de vlecht stevig vast aan een der zijpilaartjes van het buffet en teekende dan vlug en ietwat bruusk twee prachtige monstersnorren vlak onder Bets haar wippend neusje. Deze maakte een beweging als zou ze gaan wakker worden, wat Dries, vlug als een kat, deed achter de piano springen. Die plaats was juist maar breed genoeg voor hem. Na een tijdje wou hij zich omkeeren om w»g te sluipen, maar het ging niet: de piano helde vervaarlijk naar vo ren en de lange fluitvaas kletterde verdacht tegen Mozart's steenen hoofd. Wat nu gedaan Hij wou natuur lijk niet roepen en zeker niet de hulp van Bets inroepen. Had hij haar nu maar niet- vast gebonden, dan zou hij zich wel redden wanneer ze daar vandaan was, al was het dan ook ten koste van die vaas of dat stee nen beeldje. Zoo zat hij nu reeds" een kwartier lang te wachten op het ont waken van Bets en wat er dan ge beuren zou. Hij trachtte haar stille tjes wakker te krijgen en bromde daarom binnensmonds

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 7