MARY'S LEVENSGELUK VRIJ NAAR HET ENGELSCH, VAN C. GAR VICE 84 ONS LAND IN WOORD EN BEELD 15 „Ik begrijp het. Wenscht u deze betrekking te aan vaarden, juffrouw Dalton „Jawel," antwoordde Mary zacht. „Dan geloof ik, dat we de zaak maar als beklonken moesten beschouwen." „Dank u," sprak Mary. Zij zag even op. „Ik heb een zuster - een jonger zusje kan 'die bij mij inwonen „Dat kunt u zelf beslissen, daarin bent u geheel vrij. Warley is een afgelegen plaatsje, maar ik hoop dat u er gelukkig zijn zult, met uw zuster. Ik zou zeggen, dat mijnheer... eh..." „Boxall," sprak de kleine man brommend. „...Mijnheer Boxall geen vrees behoeft te koesteren, dat wij niet trachten zullen, het u hier aangenaam te maken." HOOFDSTUK XVI SIR HERON'S GEVANGENE Het was avond; de zon zonk langzaam achter de heuvelen van Wilehire en deed de ruiten blinken van het schoolhuis van Warley, waar in vredige rust Mary en Carrie haar weinig bewogen dagen doorbrachten. Haar gouden stralen vielen ook in de stoffige Lon- densche straten en glinsterden op het lakwerk en het verguldsel der rijtuigen, die huiswaarts reden uit het park en tintten het zachte gelaat van Rose Vavasour, die achterover geleund lag in Lady Letch ford's koets, naar links en rechts de bewonderende groeten beant woordend. De 'laatste stralen speelden ook over een heel ander tooneel, een somberen, rotsachtigen pas, ver weg in het mysterieuze Azië. langzaam verbleekend, niet bij 't gezang en den lach van schoolkinderen of bij het geratel en geroezemoes van het Londensche leven, maar bij den roep van den schildwacht, bij het doffe gebrom van de kanonnen die rommelden in de verte. Turkije lag bloedend aan de voeten van Rusland; alles, zoo spraken de wijze menschen, was gedaan, en de groote, almachtige Beer had het spel gewonnen. Maar al stonden de Russen tot voor de poorten van Constantinopel, toch was er hier en daar nog wel een plekje, dat weigerde, zich verwonnen te geven en dat met den moed der wanhoop den indringer tartte. Op een dezer versterkingen bevonden zich een zestal jonge Engelschen een half dozijn slechts maar met geestkracht genoeg om de enkele honderden zand zakken, waren vijf jonge lieden bijeen, sommigen ge zeten op leege kisten, anderen liggend om het vuur, dat in het midden brandde en een vreemden gloed too- verde op hun baardige, ongewasschen gezichten. Niemand, die het groepje gezien had en hun besmeurd en versleten uniform had 'opgemerkt, hun met touw dichtgebonden schoenen, hun met rook en kruit bevuilde gezichten, zou ooit hebben kunnen denken, dat deze mannen eens de meest verwende menschelijke wezens waren geweest, en dat zij allen, wanneer zij het geluk hadden, aan de Russische handen en bajonnetten te ontsnappen, straks weer eerste plaatsen zouden innemen in de hoogste kringen der Britsche aristocratie. Geen enkele van hen was hier uit noodzaak van plicht of principe zij waren hier. eenvoudig, omdat hun oude léven van nietsdoen hen verv telde en zij een verandering behoefden. „Waar is Letchford vroeg een dergenen, die bij het vuur lagen en die nu den kring rondzag. „Naar het magazijn herhaalde Charlie Hamilton want de lezer heeft reeds begrepen, dat Sir Heron zoo zonder eenige verklaring vertrokken was, om na zijn groote desillusie gevolg te geven aan Charlie's juist ontvangen oproep „ik wou ik wou dat hij wat voorzichtiger was. Hij hoefde daar heelemaal niet heen te gaan. Dat had best een van de mannen kunnen doen." „Hij scheen er anders over te denken," sprak Pier pont. Ch irlie hield een oogenblik op met het slijk van zijn schoenen te schrappen met een kostbaar ingelegd zakmes, eens gekocht in de weelderige dagen van Pic cadilly. „Als er iemand zeker neergeschoten wordt, is hij het," sprak hij. „Zoo'n roekeloozen kerel 'heb ik nog nooit gezien. Ik zag hem gisteravond op de wallen daar zat ie boven op een kanon naar de maan te turen en de granaten en de kogels van de Russen floten 'm om de ooren .Je weet, dat ie op mijn aansporing hierheen gekomen is, maar ik zou er nu waarachtig spijt van krijgen, dat ik 'm geschreven heb. Ik wou maar liefst, dat ie weer veilig en wel thuis zat. En hij is zoo gesloten als 'n pot en je krijgt geen woord uit 'm Stil... daar komt hij, geloof ik." Zij keerden zich om naar de deur, en werkelijk zagen zij Sir Heron's hooge gestalte binnentreden. Zooals bij allen was ook zijn gelaat vol vegen van rook en kruit, zijn overjas gerafeld en vuil, zijn schoenen bedekt met modder. Bij het binnenkomen trok hij zijn overjas uit en wierp dien in een hoek van het vertrek, waardoor zijn bebloed uniform zichtbaar was. „Hallo riep Charlie Hamilton uit. „Wat is er aan de hand, Letchford „Aan de hand? O...," en hij zag eens even naar zijn mouw, „een splinter van een granaat' r.aakte mijn arm. Niet de moeite waard „Alles in orde aan het magazijn vroeg een stem naast hem. „Ja, we hebben het rondom met zandzakken be veiligd, en waarachtig niet te vroeg, want zij schenen het ontdekt te hebben, en schoten er een granaat recht op af. Twee man gewond." „Drie met jezelf mee," mompelde Hamilton. „Ze zijn naar het hospitaal gebracht," ging Heron verder, zonder op de onderbreking fe letten. „Ja, het magazijn is nu wel veilig, denk ik." „Gelukkig dan maar," sprak Hamilton grommend. „Je zal nu zekerwel weer 'n ander gevaarlijk karweitje bedacht hebben, niet ,'t Is moeilijk iets te vinden, dat niet gevaarlijk is. Zijn de wachten betrokken „Ja, maak je daar maar niet ongerust over," ant woordde Hamilton. „Ga zitten en gebruik je souper. Wij zijn al bijna klaar. Wil je wat champagne „Ik wou, dat het water was," sprak Heron glimlachend. „Ik ookbeaamde Pierpont. „Ik zou Wel 'ns heel even m'n gezicht willen wasschen. 't Begint nu wel erg krap te worden, hé „Ja," wist een ander, „de mannen staan al op half rantsoen. Er zal iets gedaan moeten worden, want lang kan het zoo niet meer duren." „Een uitval doen, om proviand en water machtig te worden," besliste Heron. „Ja, natuurlijk," riep Hamilton uit, „jij bent direct voor de dolste streek bereid. Ik zou een lief ding willen geven, als ik jou dien brief niet geschreven had." Plotseling werd er op de deur geklopt, die daarna geopend werd en een magere, kleine figuur in Turksche uniform trad binnen. Het was de Turksche generaal, die het bevel voerde over het fort. „Blijft zitten, heeren," sprak hij, zijn fez afnemend. Hij trad op het vuur toe en warmde zijn handen bij den gloed. Hij leek zoo klein en onbeduidend, dat men hem voor bij geloopen zou zijn, zonder hem een tweeden blik te gunnen, en toch was hij een van de beroemdste bevel hebbers van zijn tijd. „Goeden avond, mijnheer Hamilton," begroette hij hen dan; „goeden avond, Sir Heron. Ik ben juist bij het magazijn geweest. U hebt het werk prachtig uitgevoerd." „Ik ben blij, dat u er zoo over denkt, generaal," sprak Heron met een lichte buiging. De kleine man zette zich rustig op een leege kist en rolde een cigarette, maar ieder zag toch aan zijn houding, dat hij gekomen was met een doel. Hij maakte nog een onbeduidende opmerking en zag Pierpont aan. „Hoe is het met 't water vroeg hij. o „Schaarsch, erg schaarsch." „Ja," sprak de generaal nadenkend, alsof hij niet tot op een liter nauwkeurig wist, hoeveel water er op het fort was. „Ja, daar was ik al bang voor. En brood is er ook heel weinig meer. Maar er is een convoi onderweg." Allen zagen hem belangstellend aan. De generaal knikte. „Den twintigsten zou het afgezonden worden. Wanneer zij aari de andere zijde woord gehouden heb ben, moeten zij nu juist buiten de vijandelijke linie zijn. Wij moeten het convoi binnen halen heeren Wij moe ten. óf we kunnen het fort wel overgeven „Nooit riep Charlie Hamilton uit. „Het eenige lijkt me, heeren," ging de kleine man voort, en hij trok groote rookwolken uit zijn cigarette, „dat wij een uitval doen naar het oosten, en terwijl de vijand zich daar concentreert, aan den westkant het convoi, dat daar aangekomen moet zijn, binnen ha'len. Wel heeren, wie wil er graag den uitval leiden?" Allen sprongen dadelijk op, maar Heron stak boven hen allen uit. „Ik zal den uitval leiden, met uw welnemen, generaal." „Jij bent vandaag aan het magazijn en gisteren op de wallen geweest, nu is het mijp beurt," meende Charlie. ..Dat had ik wel verwacht," sprak de generaal met een voldanen glimlach, toen ook ieder ander een recht op deze eer meende te mogen laten gelden. „Maar u kunt niet allen gaan, heeren „Dan loten," sprak Heron. Pierpont haalde een brief uit zijn zak en scheurde dien in zes stukken. „Wie de onderteekening treft lachte hij en wierp de papieren in zijn kepi. Ieder op de beurt trok een lot. „Aan mij," sprak Heron rustig, onder het teleurgesteld gemompel der anderen. „Ik kon geen beteren wenschen," zeide de generaal hoffelijk. „Wanneer u dadelijk in mijn' kwartier wilt komen, sir Heron, zullen wij den uitval regelen. Goeden avond, heeren." Heron trok zijn jas aan, vulde zijn pijp, en ging, ook met een goeden avond heen. Een uur later vertrok de aanvalspatrouille geruischloos uit het fort en verdween in den duistëren nacht. Er was geen wapen, dat kletterde, geen woord werd uitgespro ken dan een enkel kort» en zacht commando; als een roofdier, dat voortsluipt om zijn prooi te gaan besprin gen, zoo zocht de kleine troep zijn weg door de duisternis. In zijn lange overjas reed Heron aan het hoof, zijn hand op het gevest van zijn sabel, ieder oogenblik ge reed om het te trekken met het commando tot den aan val. Naast hem reed de rechte figuur van zijn huisknecht Park, die Lady Letchford hem had nagezonden, toen hij haar van uit Frakrijk had bericht, dat hij met de Turken tegen Rusland optrekken wilde, en die hem nu op al zijn tochten en in elk gevaar vergezelde. In volkomen stilzwijgen trok het troepje voort, steeds spiedend om het eerste teeken van ontdekking door den vijand op te kunnen merken. Nog een honderd meter en zij zouden de directe vuurlijn gepasseerd zijn en het uiterste westen de vijandelijke linie hebben bereikt. Zich voorover buigend in het zadel trachtte Heron de duisternis te doorboren. Plotseling floot een granaat door de lucht, juist boven hun hoofden en een lichtende streep viel recht op hen neer. De volgende minuut werd de stilte doorsneden door een alarm signaal, lichten flakkerden op, een kanon werd afgeschoten zij waren ontdekt Sir Heron's zwaard vloog uit de schede „Charge klonk het van zijn lippen en zijn mannen volgden hem onmiddellijk, terwijl hij vooruitrende. In den rooden gloed der inderhaast ontstoken toortsen begon een gevecht van man tegen man. Verslagen door de verrassing moest al spoedig de vijand, die op dit punt slechts zeer weinig sterk in getal was, in de verwarring van het oogenblik wijken en Heron maakte van den voorsprong gebruik om zijn mannen aan te vuren om verder door te dringen, terwijl zijn flikkerend zwaard rechts en links alles voor hem neermaaide. Als een aanrollende golf, zoo dreven zij den vijand steeds verder vcor zich uit, neerslaande, wat nog wankelend sjand trachtte te houden. Een overwinnings- kreet steeg er rond Heron op, beantwoord door een kreet van woede van den vijand. Plotseling, juist toen hij zeker meende te zijn van de overwinning, hoorde Heron het geluid van galoppeerende cavallerie en zag in het flakkerende licht een compagnie recht op hen afkomen. Heron dacht een oogenblik na. Op dit oogenblik moest de generaal er ofwel in geslaagd' zijn het convoi binnen het fort te krijgen, of de toeleg was mislukt. In geen van beide gevallen had het thans nog eenig nut, stand te houden om onder den voet te worden geloopen. Hij gaf bevel tot den. terugtocht en keerde om, en wees zijn mannen met zijn zwaard de richting van het fort. Daar voelde hij in zijn rechterarm een plotselingen slag, maar hij slaagde erin, zijn zwaard in de linkerhand te nemen. „Terug, terug riep hij uit alle macht. Maar het was niet gemakkelijk, hen daartoe te bewegen, zij waren bijna niet van den vijand af te slaan. Heron gaf zijn paard de sporen en rende langs de aanvalslinie, om zijn mannen tot den terugtocht te dwingen, en reed dan achter hen aan, terwijl het bloed van zijn schouder stroomde, over zijn paard heen. Het was geen oogenblik te vroeg. Met een geluid als van den donder kwam de cavalerie achter hem aangestormd en een wedloop op dood en leven volgde. Met een grimmigen lach zag Heron r-oftd. Zij zouden den vijand nog bijtijds onder dekking van het fort kun nen ontsnappen. In zijn opwinding zwaaide hij met zijn sabel en lachte, maar op hetzelfde oogenblik struikelde zijn paard. en' wierp hem in zijn val ter aarde. Een gejuich steeg er op onder zijn achtervolgers en een van hen, die de anderen ver vooruit was. naderde hem in galop. Heron hoorde hem komen, sprong op en wachtte Hem met geheven sabel op. Zijn achtervolger vloog in volle vaart op hem af en weer bliksemde het blinkende zwaard, maar Heron was hem voor en een houw op den arm deed den ander het zwaard ontglippen. Dan sprong Heron op hem toe „Geef je over riep hij hein in het Engelsch toe, zonder eraan te denken, dat een Rus hem wel niet zou verstaan, maar onmiddel lijk kwam het antwoord in zuiver Engelsch „Ik geef me over!" eh Heron sprong weer op zijn paard, dat weer op de been gekomen op hem te wachten stond, greep de teugels van zijn gevangene en volgde in vliegende vaart zijn manschappen. (Wordt voortgezet.) IN EEN. MOEITE Jonge dame. Zijt ge er zeker van, dat van deze zaadjes groote boomen groeien Winkelier. Daar sta ik voor in, juffrouw. Jonge dame. Geef er me dan meteen maar een hangmat bij. Ze zijn nog dól op elkaar, al rijn ze al drie jaar getrouwd. Hoe weet ge dat Als ze op reis. is schrijft ze hem nog altijd ge regeld; ook al heeft ze geen geld noodig.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 4