1 1 1 I i NIEUW MISTEIDIM DRIEKBNOEND Itllt i «.ér Ons Land 1 1 ■i i oLIM 170 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Luchtfoto Waar de groote Transatlantische stoomvaartbooten hun neus in de tuinen der wolken krabbers komen steken, aan Weststreet. Een praatje over de stad New-York Op 4 Mei 1626, kort na het aanbreken van den dag, zeilde er in de groote en wèl-beschutte baai van de toenmalige Mauritius-rivier (nu de Hudson) het goede schip de Zeemeeuw met kapitein Adriaan Joris als schipperde, en ankerde nabij het drabbige lage strand van de punt van het eiland Manhattan. Weldra waren de paar dozijn passagiers aan wal gebracht, miet aller eerst een voornaam uitziend personnage, in en statie- kleedij, half die van een hopman, en anderszins gelij kend op die der Amsterdamsche Directeuren, of de Amsterdamsche Kamer zooals zij gezamenlijk genoemd werden, van de West-Indische Compagnie. Op het strand wachtte den, nieuweling de toenmalige Directeur, Willem Verhulst, een Vlaming, wiens opvolger de nieuwjaangekomene zou worden. Want deze voorname reiziger, die op 9 Januari van dat jaar het Y was uitgevaren over de Zuiderzee, naar de «West Indies», was niemand anders dan Pieter Minuit, de derde direc teur, en eerste Directeur-generaal van Nieu Neder- landtin de Nieuw Weireldt Op Manhattan kwam hij zich, en wel voor 't eerst, vestigen. Daar waren nog slechts enkele huizekens van plan ken en boomschors, met rieten daken, rond het complex pakhuizen der Compagnie opgetrokken. Er stond natuur lijk al een windmolen, hoewel ietwat ön-Hollandsch in vorm; want de eerste verdieping ervan was ruimer dan gewoonlijk, voor het doel gebouwd, om er Gerefor meerde godsdienstoefeningen in te houden. Waarbij dan de Krancken-besoeckers uit den Bijbel voorlazen en een' gezang deden zingen, of een enkele maal een uit 'Holland overgezonden preek voorlazen. Van Katholie ken was er op Manhattan rond 1626 nog niets bekend. De Gelukzalige P. Izaak Jogues S. J., in zijne beschrij ving van Nieuw Nederland, anno 1643, vermeldt wel, dat toen verschillende Katholieken zich (in stilte) te Nieuw Amsterdam gevestigd hadden, aangezien de Hol- landsche instructie uitsluitend kolonisten van den Gere formeerden godsdienst in Nieuw Nederland toelieten. Maar Katholieken waren toch reeds honderd jaren eerder in New York geweest (1524), onder Ver- razzano, die in dienst van Frans I van Frankrijk ont dekkingsreizen maakte. Ter herinnering daaraan hebben de Italianen een kolossaal standbeeld ter eere van hun landgenoot op de uiterste punt van Manhattan opge richt, vanwaar dat beeld over de breede Hudson-baai naar het Oosten uitziet. Deze Katholieke zeevaarder werd bijna op den voet gevolgd door andere Katho lieken, een Spanjaard. Gomez, en een Portugees, Cort- real. De huidige Hudson heette toen de St. Antonius- rivier Sandy Hook, waar thans de New Yorker loods aan boord komt van dé Holland-Amerika-booten, heette destijd Kaap Santa-Maria en Long Island het eiland der Apostelen Méér dan waarschijnlijik, schreef kardinaal Hayes eenigen tijd geleden, werd er reeds Mis gelezen op New York's grondgebied, te Rockaway, en te Quogue, op Long Island, honderd jaar vödr dat de Hollanders de permanente kolonisatie van Manhattan begonnen. Het is niettemin hoogst waarschijnlijk, dat bij de komst van Gouverneur Minuit, uit Wesel in Westfalen, driehonderd jaren geleden, er géén enkele Katholiek op Manhattan aanwezig was. In de dagen, toen de Geluk zalige martelaar Izaak Jogues, op last van den lateren Hollndschen Gouverneur Kielt van de Roodhuiden vrij gekocht en naar Manhattan gezonden, te Nieuw Amster dam verblijf hield, vond! deze heilige missionaris daar een plaat, den H. Aloysius voorstellend, in de woon kamer der Portugeesche vrouw van een zekeren Van Dijck, een der Hollandsch-kolonie ambtenaren. In latere jaren werden meerdere sporen van Katholieken in Nieuw-Amsterdam gevonden. Maar eerst onder de Ka tholieken (Ierschen) gouverneur Dongan, nadat Nieuw- Amsterdam in 1674 definitief New-York geworden was, werden er van 1632 tot 1687 door de drie Engelsche Jesuieten, in het gevolg van den Gouverneur, dagelijks drie H. Missen gelezen in de kapel van de Gouver neurs-woning. En dit, alhoewelbijna alle kolonisten. zoo Hollanders als Engelschen, fanatiek tegen alles wat Roomsch was gekeerd waren. De Amerikaansche Revolutie, waardoor Engeland (precies honderd jaar nadat ze de kolonie van de Hol landers had overgenomen hare heerschappij over New York kwijt raakte, bracht permanent en openlijk de eerste Katholieke priesters naar New York. Het is waar, dat de vooruitgang van het Katholicisme nog héél langzaam en pijnlijk ging, maar in elk geval was de kerk met Onafhankelijk Amerika eveneens vrij gewor den; om weldra, in Father John Carroll, S. J., haar eer sten bisschop te krijgen. Hoe New York, en vooral het Katholicisme in deze stad, sinds Amerika's Onafhan kelijkheid, nu juist 150 jaar oud op 4 Juli, gegroeid zijn en forsch ontwikkeld werden, acht ik van genoeg alge- meene bekendheid. Bijna een vierde der zes millioen inwoners dezer wereldstad zijn' op heden Katholiek, evenals de gouver neur Smith en burgemeester Walker. Herhaaldelijk kan men groepen van circa vierduizend politieagenten in uniform gezamenlijk ter H. Tafel zien naderen, in dé kathedraal va St. Patrick, Fifth Avenue;en zoo hebben ook de brandweer en talrijke stedelijke openbare dien sten hunne machtige Katholieke vereen-igingen.Want het krachtige Iersche element in New York zoekt steeds naar vereenigingsleven en ijverige sociale actie. Er zijn in New York waarschijnlijk méér Katholieke kerken en kapellen, dan in Rome; jaarlijks wordt er reeds alléén voor het diocesane liefdadigheidsfonds méér da^ een millioen dollars gegeven, ongeacht de zéér belangrijke sommen, welke voor allerlei andere doeleinden van Ka tholieken aard' vrijgevig geofferd worden. Het Katholieke lager- en middelbaar onderwijs is een model voor eiken staat. Ons land en is niet groot, i Maar vrij en rijk en schoon; Wat schatten in zijn schoot, j| Wat paarlen in zijn kroon! Ons land en is niet groot, Maar ligt toch aan de zee; Daar varen schip en boot, i Bevracht, van ree tot ree. pi l Al is ons land niet groot, l Men noemt het wijd en zijd Si i Europa's keurkleinnood, Door eigen wil en vlijt. En zeilen wij van hier Ook naar een verre strand, t Zoo zingen wij toch fier Goed heil, o Vaderland Th. SEVENS. I Een typisch gezicht op Beneden-Manhattan, met het Municipal Building, of het Gebouw der Stads administratie van New-York op den voorgrond. Bovenaan de Hudson-rivier, met de werven en aanlegplaatsen der Transatlantische stoomschepen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 10