OOGEN
Leveïpg'la^g Ij
Gouden Bruiloft te Kortrijk
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
173
fpHajeutefijajiji j
Weinig tijds later echter vernam ik dat, op last
van den Amman, de strafuitvoering vervroegd was
en heden morgen zou plaats hebben.
Daar ik vreesde dat deze geschiedenis verteld
kon worden alvorens mijn verslag in de handen
van uwe Hoogheid kwam, ben ik zoo vrij geweest
om de eer van een vorstelijk verhoor te durven
verzoeken.
De zucht van rechtvaardigheid alleen spoorde mij
aan dezen stouten stap te wagen.
Gij hebt gehandeld als een goed dienaar en
als een eerlijk man, zei de hertog. Ik zal niet ver
geten dat ik, dank aan <u, een groot onrecht nog
tijdig herstellen kan.
Hierop zette zich de hertog bij de schrijftafel en
en schreef enkele woorden op een vél papier dat
hij vervolgens met zijn zegel bekleedde.
'Hier is de verbreking van het doodvonnis, zei
de hertog, het beschreven papier aan Roze Kate
overreikend.
Dank u vorst! snikte Roze Kate, ten toppunt
van zaligheid en met innige dankbaarheid kustte zij
de hand van den hertog.
Ga en overhandig dit schrift aan den procu
reur-generaal Everard is vrij.
Als hadde zij vleugels gehad, zoo licht voelde
zich Roze Kate terwijl zij de trappen van het paleis
afdaalde.
Wat nieuws? riep Walkicrs, die bij den trap
stond, toen hij 'het meisje zag beneden komen.
Gered! Gererd, riep het meisje, het kostbare
schrifit des hertogen in de lucht zwaaiend.
Spoedig, spoedig thans, riep Walkiers, ze zijn
al op het schavot.
En, zich met Katrien en Roze Kate een weg
banend tusschen het saamgepreste volk dat hij met
zijne forsche armen tamelijk ruw op zijde duwt,
springt Wa'lkiers vooruit. Roze Kate met den arm
mede trekkend.
TWEE-EN-TACHTIGSTE HOOFDSTUK
GERED!
Stilte, donderde de stem van de hoofdlieden, en
de soldaten trachtten Wa'lkiers in zijne woeste vaart
tegen te houden.
Vruchteloos echter.
De smid had zich nu door' al de reien heenge-
werkt, en stond Roze Kate steeds bij den arm
houdend, nu eensklaps op de vrije ruimte die de
menigte van het schavot scheidde.
'Met een oogslag had Roze Kate allies overzien
wat op het schavot gebeurde.
Zij zag hoe de beul de moordende bijl door de
lucht zwaaide en dat akelige schouwspel had haar
een zoo hartverscheurenden schreeuw ontrukt, dat
de beul er een oogenblik over onthutst, de bijl
be weegloos boven zijn hoofd hield.
Dit oogenb'.ik, die eenkele seconde, was de redding voor
Everard!
Houdt op! Houdt op! weerklonk terzeifdertijde
eene zware gebiedende stem, de stem van Walkiers.
Hij ijlt voort naar het schavot, de thans half bewus-
itelooze Roze Kate steeds meevoerend.
De beul echter ging de strafuitvoering voltrekken.
De procureur-generaal, getroffen door het voorgevallene,
gaf hem nu een wenk dat hij wachten zou.
De vreeselijke bijl zakt naast den beul neer, deze kijkt
beurtelings den procureur en de aansnellende zonderlinge
groep aan.
Een hevig rumoer ontstond onder het publiek dat thans
niet meer te bedwingen vooruit dringt.
Everard wendde nu insgelijks het hoofd naar den kant
der Groote Markt.
Hij ziet Walkiers, hij ziet Roze Kate en getroffen
deinst hij.
Walkiers stormt rechts op, dwars door de aansnel
lende menigte, en boven de hoofden uit steekt hij thans
een gevouwen perkament waaraan het vorstelijk zegel
hangt.
Hij beklimt de trede van het schavot, steeds gevolgd
door Roze Kate en gaat het gevouwen perkament aan
den procureur-generaal overreiken.
Walkiers blijft op de bovenste treden staan.
Hij hijgt, doch, vol zinnelooze blijdschap zijn hoed
weggooiend, zwaait hij zegepralend de armen in de lucht
roepende
Vonnis verbroken! Vonnis verbroken! Everard gered!
Daat ziet hij den geredde en onstuimig werpt hij zich
in zijne armen.
Hier, Roze Kate, hier, roept hij, en het meisje dat
gevoelloos bij de trapleun was blijven staan, vooruit trek
kend, duwt hij haar in de armen van Everard.
Öp Maandag 31 Mei, herdachten de brave echtelingen Soenen-
Verbrugghe hun 50-jarig huwelijksleven, zulks met de gebrui
kelijke plechtigheid en 't openbaar gulhartig huldebetoon.
De man, Pieter-Mathieu, werd geboren te Roeselare op 25
Oktober 1852, en zijn vrouw, Leonie Verbrugghe, te Ingelmun-
ster, op 12 Maart 1850, alwaar op 24 Mei 1874 het huwelijk
geschiedde dat met acht kinderen werd gezegend.
Vader Soenen, eertijds landbouwer, moest onder den druk der
vernielende oorlogsomstandigheden have en goed verlaten, en
't gezin kwam zich te Kortrijk vestigen waar de steeds flinke
oudjes in "gezelschap hunner twee ongehuwde dochters eene
welverdiende rust genieten in hunne bevallige woning aan de
Sint-Rochuslaan.
Roze Kate is een engel, roept hij zij heeft
alles bewerkt, zij heeft u gered!
Everard kreeg een zenuwschok.
Inmiddels heeft de procureur-generaal het perka
ment ingezien en onmiddellijk nadat hij het vorste
lijk zegel als echt herkend had, gaf hij bevel Eve
rard Dirix vrij te laten en hem van zijne boieien te
omdoen.
Nu wierp zich Everard in de armen van Roze
Kate, terwijl uit het volk een machtig gejubel
opging.
Maar om Godswil toch, wat is er gebeurd?
vroeg Everard, hoe hebt gij dit -mirakel kunnen
bewerken?
Alles is ontdekt Jacob en Simon hebben hun
zelf recht gedaan. Ze zijn dood, Everard, maar
vooraleer te sterven hebben zij hunne schuld erkend.
O Everard! God heeft mij verhoord! Ik heb u
gered, ik had het gezworen.
DRIE-EN-TACHTIGSTE HOOFDSTUK
BESLUIT
Wat verder gebeurde? Toen Roze Kate, vol
ijlende blijdschfap, het vertrek van den hertog ver
laten had, sprak deze
'De beide Dirixen, die hun oom, den ouden
Comelis Dirix, in zijn dienst van spioen ter hulpe
stonden, zijn dus de moordenaars. Als dusdanig
kunnen zij niet ontsnappen aan de rechtvaardige
straf die hen wacht.
Hoogheid, hernam de hoofdman Willems, de
moordenaars hebben hun zei ven recht gedaan.
Wat zegt ge? Hebben zij zicih gezelfmoord?
Neen, zij sloegen elkander dood met voorha
mers in een dramatisch tweegevecht.
Dat is de rechtvaardige wrake Gods, zeide de
gesluierde, hij weze hunne arme zielen genadig!
Enkele maanden na de dramatische gebeurtenis
sen hooger verhaald, was Auderghem in vólle feest.
Het gold de inzegening van het huwelijk van
Roze Kate met haren duurbaren Everard.
De oifde Comelis Dirix was sedert den dag van
het voorgevallene op de Groote Markt spoorloos
verdwenen en van den graaf van Oudbrug was
sedert dienzelfden dag nog ooit iets vernomen.
Wat tusschen hertog Karei, de gesluierde dame,
die niemand anders was dan de Eerwaarde Moeder
overste uit het liefdadigheidsgesticht der Wolstraat,
en Koenraad Partner behandeld werd, is nooit
geweten, en de geheimen der samenzwering werden
eeuwig in de vergetelheid begraven.
EINDE.
DE KOFFIE IS DUUR? Schoone zaak! De
verbruikers nemen nu de Chicorei Trappisten
Vincart, en bevinden er zich goed mede. 334
Aan de woonst der jubilarissen prijke de gebrui
kelijke feestbeplanting en de geburen hadden het
leuk opschrift ook niet vergeten.
O ogen, die als zonnen zijn
dragen 't blije leven;
blikken in een luchtkring wijd,
waar gedachten dreven.
Oogen, die als zonnen warmen
en geen winter dulden
in een menschen hart.
troost en gloed voor armen a
in een straal vergulden
deelen elke smart.
Oogen. wondre lichtpaleizen,
waar de waarheid troont,
Oogen, die mijn ziele wijzen
waar uw ziele woont.
Oogen, die mijn droomen zagen
aan een kim vol sterren, groot,
Oogen, die mijn ziele dragen
tot een schoone rijke dood!
FLAMINGA.
De Maertsche zon en de Aprilsche wind,
schendt er zoo menig schoon koningskind.