De Dochter van den Kapitein 164 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Zuster Adrienne was bij de familie Stokmans aan- reine, want de luitenant kijkt vader naar de oogen. Voor Plotseling werd er aan de schel gerukt. Mevrouw En Sophie Mevrouw loosde een zwaren zucht. -Zwijg maar, moedertje, troostte Adrienne. Ik be grijp het wel. Haar uitzet zal prachtig moeten wezen; haar toiletten zullen u veel hoofdbrekerij en veel slape- looze nachten kosten. Mevrouw knikte, wendde bedroefd het hoofd af en vertelde even daarna De vader van Van der Schans, die. zooals je weet, ik mij haar niet voorgesteld, bankier is, heeft Léon op zijn kantoor genomen, en Piet zou bakker willen worden, waarvan vader natuurlijk niets hooren wilhij zou hen beiden graag militair gezien gekomen, aan het station door mijnheer per auto afge haald. Na de kennismaking en een flink middagmaal, troonde de jonge vrouw de verpleegster mee naar boven, waar zij, met een blos van genoegen op het gelaat, het fijne kleingoed liet bewonderen. Zij was reeds aanstonds met haar verpleegster ingenomen; ze wist van kennissen, dat Adrienne niet knap was, maar dat zij een zacht karakter had en zeer bekwaam was. Zij waren terstond als twee vriendinnen en met minder angst, nu de ver pleegster er was, verbeidde de aanstaande moeder het gewichtig tijdstip. 's Avonds zei Stokmam Zóó leelijk had vrouwtje. Dan zal jij er niet op verlieven, baasje, plaagde ze. Maar ze is een goed meisje en dat is het voornaamste, en ze beeft mooie zachte oogen. Je hebt gelijk, schat, maar ik zie jou toch liever. Een flinke kus vergezelde zijn bewering. Na eenige dagen schreef Adrienne haar moeder over de lieve familie Stokmans en de gezellige autoritjes, die zij met mijnheer maakte. Zij vond het zoo heerlijk nu zelfstandig te kunnen optreden en was er zich van bewust, dat de jonge vrouw haar bij heur familie en kennissen zou aanbeve len en dat zij, Adrienne, dan haar moeder veel geld zou kunnen zenden, daar zij een flink loon verdiende. Ik ben vol moed voor de toekomst, liefste moe der, schreef zij, en dagelijks ondervind ik, dat dit mijne roeping is, want met hart en ziel ben ik aan mijn werk verknocht. Maak U niet ongerust over mij ik kom best de wereld door. Alleen spijt het mij, dat de deur onzer woning steeds voor me gesloten blijft. Denk er aan, Moedertje, dat mijn spaarpot nog niet leeg is en dat U, volgens uwe belofte, zeker hij mij zult aankloppen, als li iets noodig hebt. En dat deed de moeder na veel wikken en wegen, om Sophie aan een balkleed te helpen. Het kindje was geboren en de geneesheer sprak vol lof over de verpleegster, die haar taak zoo goed verstond. En Stokmans, alleen aan tafel zittende met Adrienne, vond in haar een prettig gezelschap. Haar leelijkheid hinderde hem niet meer en dikwijls bleef hij in de kraam kamer naar het gesnap der beide vrouwen luisteren. Door mij heeft hij iets op zijn kerfstok, dat door vader door de Struik sprong sidderend op vingers gezien wordt en anders misschien Van der Als 't Gerard maar niet is Schans zijn positie had kunnen kosten. Maak je toch niet zoo van streek voor je man, 'bitste Glara zich verwijderend. De deur werd open geworpen en Piet vloog Adrienne om den hals, gaf haar eenige klinkende kussen. Wat ben jij gegroeid, broer, en je krijgt ook a! een snor, bewonderde Adrienne. En wat zie jij er goed uit riep Piet. Nietwaar, moe Ja, jongen, knikte de moeder... Waar is vader? Thuis, moeder. Ik kom u halen en heb voor uv afwezigheid maar een leugentje verzonnen. Mevrouw Struik was reeds opgestaan, keek rond naar hoed en mantel, doch haar zuster duwde haar terug op haar stoel De echtelingen Maes-Beyle die voor een paar weken te Sint-Niklaas (Waes) hun 60-jarige echt- vereeniging vierden, omringd van hun kinderen, kleinkinderen en overkleinkinderen. Niettegenstaande hun ouderdom, 85 en 82 jaar, zijn ze nog altijd in goede gezondheid. hebben, maar daar de jongens volstrekt niet kunnen leeren, is het onnoodig hen naar de militaire school te zenden. Enfin Léon is nu bezorgd, maar komt altijd als je nog eenmaal naar je zuster gaat, strengere maat- zakgeld te kort. Piet is een lieve jongen, Adrienne, zijn regelen zal nemen... Ik wil gehoorzaamd worden. En Jij blijft hier, zei ze bevelend. Ik moet naar huis, weerde het tobvrouwtje ze nuwachtig. Ik moet, Clara! Laat moeder maar, tante, smeekte Adrienne, terwijl zij haar moeder haelp kleeden, die, verge tend afscheid van haar dochter te nemen, de deur uitsnelde. Moeder! kreet Adrien ne, wanneer zie ik u weer Doch mevrouw hoorde haar niet meer. Piet ant woordde Morgen, zus. Daar spreek ik je borg voor. Ik zal vader mijn tanden eens laten zien: ik ben geen kwa jongen meer. Doch toen Piet, gloeiend van drift, zijn moeder wilde verdedigen, toen hij zag, dat zijn vader tegen haar de hand ophief, bemerkte hij weldra, dat de kapitein hem nog voor een knaap hield, want eenige flinke klappen deden zijn ooren suizen. Piet, in verzet, tierde Ik blijf niet langer bij zoo'n tiran, zoo n beul U denkt diat ik milicien ben Struik nam zijn zoon bij den schouder en duwde hem, een schop tegen de broek gevend, de deur uit Naar je kamer, snot aap! Als ik je noodig heb za'l ik je wel roepen. En jou zeg ik, wendde hij zich tot zijn vrouw, versta wel, voor den laatsten keer, dat ik, karakter komt veel met het jouwe overeen. Dus ben ik ook lief schaterde het jonge meisje.' Een hartelijke zoen der moeder was een welsprekend die niet naar me luistert moet er de gevolgen maar van dragen. Beschroomd aanhoorde het tobvrouwtje haar vonnis, bewijs, en als een teer zonnestraaltje dat door de wolken bui9end haar hoofd voor zijn wil, zooals zij bet steeds haar beschaafde manieren nam zij aanstonds iedereen breekt, kwam er een glinstering in de vermoeide oogen gewoon was. voor zich in, en, het zich-op-een-afstand-houden als er vreemden waren, pleitte voor haar om het niet azen op fooien. Geruischloos deed zij haar werk, zorgde tot in de kleinste puntjes voor alles wat moeder en kind betrof en wist door haar goed humeur de zieke op te vroolijken. De familie was in verrukking over haar kunde en lief heid en na eenige maanden was Adrienne's tijd in beslag genomen en moest zij meermaals haar verblijf bij de eene familie bekorten, daar men haar elders plotseling noodig had. Door haar opgeruimd gemoed, sprak zij de moeders in de moeilijkste uren bemoedigend toe en bracht haar haar Adrienne zag tijdens haar verblijf in haar geboorte stad, noch haar moeder, noch Piet weer. Op een morgen toen zij de militairen het huis, waar zij verbleef, hoorde voorbijkomen, snelde ze naar het venster, in de hoop haar .vader te zullen zien. Door een spleet der gordijn glurend zag zij hem te paard zitten". Haar hart bonsde en haar oogen benevel den. Ze keek op hem neer. i i De statige gestalte recht in het zadel en de vurige En nu, vervolgde zij met een knipoogje tot opwaarts geslagen naar de dienstmeisjes, die op der moeder. Ik zeg maar, Adrienne, zei tante Clara binnen komend, dat je moeder een duts is, om haar alles zoo te laten welgevallen. Het zou bij mij niet waar wezen, dat vertel ik je En de hoofdbeweging, die van die woorden vergezeld ging, getuigde, dat tante Clara meer wilskracht bezat dan1 haar zuster Irma. Adrienne, aan tafel Irma, en geen tranen meer, of het is de laatste maal dat ik je hier nog ontvang. Wees toch opgeruimd, bemoedigde ze, nu je lieve dochter hier is. UI IIHJtUI ROll UI til Ifiuiwuiuuuu lui tu UlUVIl'l IJUOl IIUU1 weideenden troost. Adrienne ging eenige weken haar en maak het ,e be.den aangenaam. hulp verleenen bij een familie, die in de woonplaats van haar vader gevestigd was. Haar moeder had zij in geen maanden weergezien en toen zij bij tante Clara het tobvrouwtje ontmoette, stond zij versteld van het verouderde gezichtje en de witte haren die het omlijstten. Snikkend hielden zij elkaar innig omvat, en tante Clara wist beiden, door grappen te maken, wat op te fleuren. En vader vroeg Adrienne. Drinkt nog meer en komt eiken avond laat thuis, luidde zacht het antwoord der moeder. Sophie is ge vraagd door Van der Schans. Toch is er iets niet in het Tante heeft volkomen gelijk, stemde Adrienne in. Kom, moedertje, de koffie geurt zoo heerlijk 't Is een extra bakje, verklaarde tante Clara glim lachend, terwijl ze de kopjes vulde. Adrienne nam het vrouwtje eensklaps op en droeg haar, tot groot plezier van haar tante, als een zieke, op een stoel. Toen verscheen er op het verschrompelde gezichtje een glimlach, die het merkelijk verjongde. Dus, Sophie denkt aan trouwen, bromde tante Clara, 't Is meer dan1 tijd. Die Van der Schans krijgt me ook een lieverdje, merciMaar bij dat al is het voor jullie een gelukkige opruiming. het paardengetrappel naar de ramen waren gestoven en die de kushanden en de hoofdknikken der minderen glimlachend en; blozend in ontvangst namen. De stoet was bijna voorbij en Adrienne, om haar vader na te kunnen kijken, sloeg het gordijn op zij en bleef met het gelaat tegen de ruit, even staan. Dit werd door een officier opgemerkt, die haar meende te herkennen, en bij aankomst in de kazerne aan Struik vroeg Zeg, amice, kan ik je oudste dochter niet gezien hebben bij Leemans Leemans Ja, als verpleegster... Ben je waanzinnig, kerel bromde ide kapitein. Doch de officier dacht Zouden er dan meer van zulke prachtexemplaren zijn, als de dochter van dien bullebak JllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllHllllllllini %IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM^^ V Willemien JANS 3

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 4