Het hondenkerkhof van Parijs PB1NCESSE LOBANOF 182 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Het was een ongenadiger» strijd om het meesterschap, om den kampioens- titel van België. Dieudonné Smets is er in geslaagd den moedigen Siquet in den spurt te vloeren en hem komt den kampioenstitel voor 1926 toe. Wegkampioenschap van België voor onafhankelijken te Spa. De uitloop. schrijvers; als b. v. ditDe hond is de goedheid die zich niet tot mensch kon maken en dier is geworden. (Victor Hugo). Hoe meer ik de menschen beschouw hoe meer ik van mijn hond hou (Pascal). Marquise en Tcmy waren de huisvrienden van Prinses Lobenof de tweede vrouw van den Tsar. Toen de foto werd genomen was juist een levende zwarte kat op bezoek bij de steenen poedels. Hennot en Verhaegen volgen het hoodpeloton aan den 5e en laatsten toer. Te Asnières, dichtbij Parijs bevindt zich deze be graafplaats voor honden en een bezoek daarheen loont zeker de moeite der verplaatsing. Het werd opgericht in 1899 maar het was niet het eerste want Koningin Victoria had tcèn reeds eene begraafplaats voor hare huisdieren in Windsor laten1 oprichten en te Laken bij Brussel, in de koninklijke warande bestaat er ook een. Echter is dat van Asnières het grootste en 't meest interessante, et liggen1 daar meer dan 18,000 dieren begraven en zeer vermaarde artisten, schrijvers en adellijke personen lieten er of een trouwen hond, of een mooie poes, of een papegaai van wien zij veel vriendschap hadden genoten, met pieteit begraven. Dicht bij den ingang treft ons het grafmonument herinnerd aan den Sint Bernardushond Barry (foto links) die het leven redde aan 41 personen. Hij had zijn gelijke niet om in de sneeuw verdwaalde reizigers op te sporen, 't Laatste ontdekte hij een man die gansch verkleund onder een sneeuwvacht lag bedolven, Barry likte hem op neus, mond en oogen en blies hem in de ooren, de aldus geredde weer tot bezinning gekomen schrok zoodanig bij 't zien van 't groote beest dat hij oor een wild dier aanzag en schoot er naar. De arme hond was getroffen maar had nog de kracht en den moed naar 't klooster te loopen van waaruit de mon nikken zijn kwaaddoener gingen opzoeken en verzorgen. D? tweede foto toont ons eene laan van de begraaf plaats die in alle opzichten veel gelijkt op een gewoon kerkhof, alleen zijn de grafzuilen veel kleiner. De op schriften zijn meestal geput uit de ideeën van de grootste

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 6