WOÜDFEE8T VAN "KINDERGELUK - ZONDAG 27 JUNI ONS LAND IN WOORD EN BEELD 221 Vrijdag namiddag had er te Oost-Eet loo een geweldige botsing plaats met den auto van Gustaaf Grymonprez van St-Lnureins met den Buurtram Gent-Bassevelde. Men .heeft den Bestuurder en zijne vrouw van onder den verbrijzelden auto gehaald die ais bij mirakel aan den dood ontsnapt zijn, maar die toch nogal erg gekwetst zijn. Foto Cyr. Buysse, Oost-Fec/oo. De Vlaamsche Turnmaatschappij Gandavan Gent, onder de leiding van Prof. Doet. M. Verdonck. t Hij legde zijn hand op haar schouder en zei ontroerd ge zijt een goede dochter Ali; ik zal nooit vergeten, wat ge nu voor mij getrotseerd hebt. Ge krijgt een schoen nieuw kleed van me. Maar ik dacht ook aan Jan en Willem, 'weerlegde ze. Die zullen u dan al even dankbaar zijn, Ali. Niettegenstaande haar vermoeidheid, bleef zij, even als haar vader op den uitkijk staan, of de visschers hun laakbaar plan ten uitvoer zouden brengen. De storm woedde nog steeds voort, maar nu en dan brak de maan even d.oor de wolken en konden zij de zee overzien. Eindelijk bemerkte Ali's scherpe blik een bootje als een notedop, waarin de twee mannen, opgezweept door wraak, als duivels streden tegen de woeste elementen. Daar! daar! wees ze met afschuw en vrees. En het bootje ziende kantelen, slaakte ze een gil. Lovens waarschuwde aanstonds de reddingsbrigade en zei daarna tot zijn dochter Kom, laten wij naar beneden gaan, ingeval wij zouden kunnen helpen, maar het lijdt geen twijfel ze zijn verloren. Ali begreep, dat hij aan geen haat dacht, doch slechts aan hulp bieden, daar waar nood dreigde. Ook zij snelde aanstonds naar beneden om hem ter zijde te staan. De wind sloeg hen striemend in het gelaat, terwijl de branding aanhield. De golven brachten de drenkelingen eveneens in de nabijheid van den vuurtoren. De wachter en Ali wierpen hun koorden toe en kon den beiden eindelijk redden. Lovens noch Ali sprak over het doel dat de mannen genoopt had in dit stormweer zich op zee te begeven, maar beijverden zich om hen te verwarmen en hun kleeren te drogen. Frans en Louis waren verwonderd Ali op den toren te zien, doch durfden haar niet vragen, of zij zich in dit weer gewaagd had. Eindelijk, door schaamtegevoel gedreven, nu zij Lovens en het meisje hun redding dankten, vertelden zij wat hun plan was geweest. Wij hebben u kunnen redden, zei Lovens, het was enze plicht, maar denk er voortaan aan wie een put maakt voor een ander, valt er zelf in. Even daarna keken ook zij uit, hopend, dat Jan en Willem in veilige haven zouden landen. De haat was vergeten. Doch niet lang bleven zij in onrust, want de red dingsbrigade meldde, dat zij Frans Nestels noch Louis Frenks ontdekt hadden, maar wel Jan- en Willem Ver gaal voor verdrinken hadden kunnen behoeden. Ali, de sterke visschersdochter, viel van vreugde in bezwijming... Het was een gezellig" samenzijn, begunstigd door een heerlijke luchtgesteldheid bijzonder veel bijval en vermaak. Het pick-nick uurtje in de Blankedelle oud en jong laten het zich goed smaken, vooral de lieve blondekens, rond moeders voorraad, doen hunne maagskens lust. Loopen met brandende kaarsen de pit moet blijven vlammen. Het ge duld der kleuterkens op proef gesteld. Liedjeszanger Wie zingt er mee Vlaamsche kermis is een kerelken en Mijn vrijer Algemeene danspartij, om te eindigen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 13