Oude Gebouwen
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
231
En de brave helden van den dag, nimmer moede, deden het gebuurte blij
weergalmen onder de tonen van hun succesvol wandelkoncert.
De ballon vulling op het plein der bt-Janskerk alwaar s Maandags, om
9 uur 's avonds, de lièfhebber-liichtvaarder der parochie, hr Devlaeminck,
midden de toegestroomde menigte, eene prachtige opstijging deed.
Twaalf doffe slagen dreunen
't Zilverachtig licht der maan schijnt door de fraai
gekleurde vensters der eeuwenoude kerk.
Rustig en vredig ligt daar de beeltenis der martelares
Ursula in steen uitgehouwen tusschen de gevouwen
handen 'n palmtak.
'n Kleine spin begint haar web te weven over 't ge
zicht der edele koningsdochter. Grillige schaduwen
vluchten over 't altaar, terwijl de mozaïek-figuren der
profeten beschenen door 't bleek? maanlicht, 'n spook
achtig voorkomen hebben.
Dienzelfden avond heeft men prccesie gehouden, het
gulden schrijn 't welk het gebeente der Heilige bevat
meevoerend tusschen brandende flambouwen, 't Geheele
plein is verlicht geweest naar oud gebruik en de maan
als grootste lampion vindt zichzelf verplicht ook lang
te schijnen, 't Vroegere Ursulaklooster, de eerste neder
zetting van dien aard in Keulen, ligt schuin tegenover
het kerkgebouw. Ursulinen met 'n Abdis als geestelijk
hoofd, hebben hier eeuwen lang hun streng ingetogen
leven geleid. De staf der laatste Abdis wordt bewaard
in de schatkamer der kerk.
't Hoofdgebouw is ontzettend vervallen, de groote
tuin verwaarloosd, 'n wildernis gelijk. De onderaardsche
gang welke van dit huis uit naar de Gereonskerk voert
is ten deele ingestort.
't Ursulaklooster, eens dè verblijfplaats der vroomste
en aanzienlijkste dochteren des lands, biedt nu 'n vrij
toevluchtsoord voor ratten en muizen, welke er 'n gretig
gebruik van maken, en toch... toch woont hier 'n men-
schelijk wezen. O, er is niets wat de maan niet weet; de
zon vertelt haar alles, en niet 't minst de oude juffrouw
zelf, zij de laatst overgeblevene van het patriciërs
geslacht dat 't stift kocht.
Bijna al de vertrekken zijn ontruimd. Nijpende nood
dwong haar.
In een der kamers op de eerste en eenigste verdieping
van 't gebouw staan nog meubelen uit betere dagen
getuigend. De muren zijn behangen mét gobelins, lang
geleden door vrome handen onder heilige gezangen be
werkt. Ze stellen bijbelsche tafereelen voor. Af en toe
schijnen de figuren te bewegen, verbeelding is 't niet
't zijn de ratten en muizen die knagen aan de oude
weefsels. Ook hier schijnt de maan; zij is 'n belang
stellend iemand en Adelheid von Felsenheim, de bewoon
ster van.dit vertrek, houdt heele gesprekken met naar.
Denk niet lezer dat ze geen antwoord krijgt, niets is
minder waar. Zachtkens snort 't spinnewiel... zachtkens.
't Is ernstig werk 'n doodskleed te vervaardigen
Nu richt de gebogen gestalte zich op en voor het
hooge venster staande telt de oude juffrouw de doffe
slagen.
't Is 'n schoone herfstnacht De wind suiselt door de
takken der boomen, fluisterend vertellen zij elkander hun
kleine geheimen, 'n Tapijt van goudgele bladeren dekt
den bodem van den tuin en iedere windzucht voert
nieuwe toe die ritselend zich bij de andere voegen. Mid
denin den hof staat 'n marmeren fontein, doch de water
leiding weigert sinds lang hare diensten aan 't stoeiend
speelzieke water dat eens klaterend het bekken vulde.
O, deze woning, deze tuin, zij zouden u veel kunnen
vertellen, zelfs de naam van Keizer Napoleon is hun niet
vreemd.
Voorname oude huizen hebben hun geschiedenis, dat
is zeker, doch even zeker is het dat dit gebouw aan
spraak heeft op piëteit, niet alleen ter wille der roman
tiek die 't omgeeft.
De oude juffrouw is als 't ware een deel geworden
uit de herinneringen van dit huis. Vele geheimen gaan
met haar zelf gesponnen doodskleed 't graf in. De ster
ren flonkeren, de wind zucht, ritselend vallen goudgeie
bladeren...
Jaren zijn sindsdien verloopen. Veel is veranderd.
't Is reeds laat. Twaalf doffe slagen dreunen Mid
dernacht
Aan de overzijde van het plein staat de eeuwenoude
kerk; daar ligt rustig en vredig de beeltenis der mar
telares Ursula in steen- uitgehouwen. Wederom weeft
'n kleine spin haar web over 't gezifcht der edele konings
dochter. Grillige schaduwen vluchten over 't altaar, tn
de tijd... de tijd weeft zijn eigen geschiedenis.
Annie VAN DER EYDEN.
Honderden kinders met hunne kleurige ballonnetjes stapten vroolijk mee in den stoet.
En statig, onder luid gejubel, steeg het reus
achtig gevaarte, bij schemeravond, hemelwaarts...