i Naklank der Sporenfeesten De Viering te Kortrijk en Mortsel 246 ONS LAND IN WOORD EN BEELD In de Gulden Sporenstad herwint de herdenking van het roemrijk wapenfeit van 1302, flinkweg haar vóór- oorlogschen luister... Zeer talrijke stedelijke en lan delijke vereenigingen en muziekkorpsen werden in den langen stoet_ opgemerkt, die na de bijzonderste straten doortrokken te hebben, de gebruikelijke hulde bracht aan het gedenkmaal op den Groeningkouter waar Ward Hermans een gloedvolle rede hield. TE KORTRIJK Het hoofd van den stoet onder den zegeboog van het Groeningveld De stoet komt stilaan in vorming in de nabijheid van het „Vlaamsch Huis". De Bloemenhulde aan den voet van het gedenkmaal. Rond het gedenkmaal binst de redevoering van Ward Hermans. Vroolijke Antwerpenaars in uitstap, iverbeiden de komst van den stoet nabij de Guldensporenkerk en schaffen zich inmiddels het gele eeuwenbloempje aan... De drukke volksmenigte op den Groeningkouter. 1302 DE LEEUW VAN VLAANDEREN 1926 Te Mortsel werd op II Juli de herdenking van den slag der Gulden Sporen, op bijzonder plechtige wijze gevierd Het openluchtspel in vier bedrijven waarvan hierboven enkele treffende tooneelen, werd door de Katholieke Vlaamsche Kringen van Mortsel, onder de leiding van den heer J. Sneyders voor een saamgestroomde menigte vertoond. Algemeene groep der spelers en helpers. 'S Graven zonen smeeken den zege over Vlaanderen, ter wijl hun vader hen onder de hoede stelt van Pieter De Coninck. Jan Breydei boodschapt aan Graaf de Chatillon dat de Vlaa- men den strijd om hunne vrijheid tegenover de Kransche overmacht aanvangen. De Coninck spreekt Vlaanderens vloek uit tegen Van Gistel (Frankrijk's tolmeester). De bijeenkomst vóór den aanval aan den voet van het kruis.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 6