META 300 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Boeiende Levensschets door W1LLEMIEN JANS SLOT Maar jongen, laat de juf toch eens wat op verhaal Verdonk keek haar aan, zij stond daar als een engel En waarom dan, kind? en op haar gelaat, wit als marmer, teekende zich nog Teen vertelde zij van haar geheime jonge liefde, kernen meer de vermoeienis der laatste weken af, daar zij in haar gegeven woerd, haar angstig wachten naar eenige Verdenk kwam haar begroeten en vroeg met belang- rouwgewaad gehuld was. Haar blik was zacht; haar tijding van Maurice, haar groote ontgoocheling en het stelling naar haar bloedverwanten. stem welluidend en haar woorden waren treffend. leed dat langzaam gesleten was. Zij bekende hem, hoe De weduwe die hem aandachtig gadesloeg, vond c?at Ja, dwaas had hij zich aangesteld, maar wie kon zijn zij onder den zwaren last van dien eed gebukt ging, hij er wat opgewekter uitzag, droefheid beoordeelen? want dat die eeuwig op haar zou drukken, en zij be- Zij bleven gezellig nog wat zitten keuvelen en toen Beschaamd verwijderde hij zich en de weduwe, nog slootzochten allen hun kamers op. sidderend door zijn optreden, dankte Meta innig om Nietwaar, vader, die eed houdt me immers ge- Verdonk dacht aan Meta, die hij zoo gemist had die haar tusschenkomst. Droevig gingen de dagen voorbij bonden? twee dagen. Wat was hij blij geweest, toen hij weer en Meta's wezen helderde op, als zij Kees hoorde thuis- Een eed kan niet verbroken worden, tenzij met haar welluidende stem hoorde... Ook Kees had zich komen. Maar meestal haalde zij hem aan school af en beider goedkeuring, of door de dood. eenzaam gevoeld en de weduwe kwam nooit over haar was trotsch als de flinke knaap haar onder den arm Ik heb gezworen, wat er ook gebeure, hem voor uitgepraat. nam en haar glimlachend en met stralende oogen ver- eeuwig trouw te zullen blijven. Hij glimlachte op wat al deugden van Meta had telde van zijn vooruitgang. Dan is dat ook je plicht, Meta... Je had in mij zijn moeder hem de laatste dagen niet gewezen? Steeds hielp zij hem nog met zijn huiswerk en deelde vertrouwen moeten stellen,arm kind, bestrafte hij Heb ik haar lief, bemin ik haar zooals Jetje, over- in zijn vreugd en zijn kleine bekommeringen. Zij waren zacht: je was nog zoo jong en je kende te weinig van woog hij... Neen, niet met dien jeugdigen hartstocht, goede kameraden en gingen als broer en zuster met de wereld om de ware beteekenis van zulke woorden maar toch innig door al haar goedheid, of is het elkaar om, tot groot genoegen van de weduwe, die nog goed te begrijpen. Maar, Meta. heb je dan een ander enkel hoogschatting, ofwel behoefte om een jong vrou- maar steeds haar plan niet opgaf. lief? welijk wezen rond mij te hebben? Neen, ik bemin Want, overwoog ze, als Meta ons moest verlaten, Ik mag immers niet beminnen, omdat ik niet vrij haar, want mijn bloed voel ik, bij haar naderen, sneller wat zou er van ons geworden? Zij kan mij zoo goed ben, vader? strocmen en mijn hart onstuimig kloppen... in het huishouden vervangen ze neemt me nu al zoo- Neen, kind, dat moet je zien te vermijden, want je Meta, lispelde hij, mocht ik jou ooit mijn vrouwtje veel uit de hand. Ook dacht zij even aan het ontbijt, leven zou één marteling zijn. noemen. dat zij wellicht niet meer op haar kamer zou kunnen Even dacht zij aan Verdonk, aan zijn innemend ge- Dan dacht hij met schrik aan zijn leeftijd een ver schil van vijftien jaren en een we duwnaar met een zoon... Maar zij hield toch van Kees en Kees van haar, dus dat zou geen bezwaar ople veren... Lang overwoog hij den toestand, tot de slaap hem de oogen sloot. Meta's vader was bij Slooters om inlichtingen gegaan, want zijn doch ter moest van dien eed ontslagen worden, daar zij niet meer van den jongen hield en zijn stilzwijgen be wees, dat hij haar bedrogen had. De ouders hadden nooit meer van hun zoon, die destijds naar Berlijn vertrokken was, gehoord. Wij hebben nooit naar hem geïnformeerd, verklaarde de vader, want wij waren blij, dat hij onder onze oogen uit was. U weet het, do minee dat hij zich alles behalve netjes gedroeg. Terloops had Meta's vader hun die vraag gesteld, dus verdere uitleg was overbodig. Zijn arm kind, zijn goede Meta, was de dupe van een bedrieger, die het argeloos meisje een hoop leugens op de mouw had' gespeld, genietend van haar jeugd' en reine liefde. Hij schreef haar, dat hij navraag Onze Meta is dezelfde niet meer van vroeger, laat en zachte inborst doch zij voelde zich zondig aan gedaan had naar Maurice Slooters, doch dat zijn ouders Jacoba. hem te denken, terwijl zij door een eed aan Maurice van zijn verblijf nog steeds onkundig waren. En het Kom, man verbonden was. Nooit had die eed haar zwaar gedrukt, slot van zijn brief luiddeDe Heer legt ons zware Er moet haaT iets schorten... maar nu begreep zij het gewicht harer woorden, want beproevingen op, kind, die wij geduldig moeten dragen. Och, je weet. ze had vroeger ook nog wel eens zij had Verdonk lief gekregen en wist dat haar eens Wees moedig, lieve dochter, en zoek troost in het ge- droefgeestige buien... Jij zoekt ook altijd den mensch te gegeven woord haar den weg tot een heerlijk geluk zou bed, dat zal je sterken, kind. doorgronden... Je hoort toch. wel, dat zij met haar be- belemmeren.. En moest zij hem mijdén? Zou zij daartoe Zij bleef, met den brief ïn de hand, in gedachten ver trekking ingenomen is. De predikant zweeg, maar nam zich voor, zijn doch ter voor haar vertrek uit te hooren. gebruiken... Wat was Meta toch gced voer haar... De tijd snelde vooruit en Kerstmis was in aantocht. Met overleg der weduwe kocht Verdenk voer Meta een gouden hals kettinkje van fijne schakeltjes, met een klein medaillon waarin hij het portret van Jaap plaatste. Met door tranen befloersde oogen en bevende lippen dankte zij hem en hij gaf haar een stevigen handdruk, terwijl hij zijn tevredenheid over hare goede diensten ui Pile. Meta mocht de Kerstdagen bij haar ouders gaan doorbrengen en werd door allen met gejuich begroet. 's Avonds werd de Kerstboom ver licht en ieder vond een klein ge schenk. Lief gezang ruischtte door de ka- mei en verhoogde de plechtigheid. Meta werd door de kleintjes ge dwongen, hen naar hun bedje te brengen en toen allen ingedommeld waren, bracht zij met vader en moe der en de oudsten nog eenige uren door, vertellend van haar huisgenoo- ten en haar werkkring. Doch toen allen hun kamers had den opgericht, zei de dominee tot zijn vrouw Cf,.*» F*- OMGEKEERDE ROLLEN. Nu is het broertje die papa en zusje fotografeert. in staat zijn? Haar leven zou één marteling zijn, had diept, zitten, denkend aan haar plicht, die haar vader vader juist gezegd... Neen, zij zou gelukkig' zijn, als haar had voorgehouden en volgde zijn raad op, door te En Meta, weer in haar eigen kamertje, liet haar blik z'm nabijheid mocht leven, hem dienen en hem zien. glijden over de voorwerpen, waar zij vroeger zoo aan was gehecht geweest, doch die baar nu onverschillig voor hem zou hij nooit raden, nooit... waren. Zij werd in haar gepeins gestoord door haar vader. De vader nad goed gezien zijn dochter was niet jjg haar ondervroeg over de levenswijze van Verdonk meer zooals voor haar vertrek; zij schertste en lachte wel, maar het ging niet van harte, niet ongedwongen en spontaan. s Morgens riep de dominee haar in zijn kamer, legde zijn handen op haar schouders, keek haar strak in de oogen en zei Kind, ik heb opgemerkt dat je niet meer zoo vroo- lijk bent als vroeger. Zeg mij eens wat je deert... aan mij, je Vader, mag je niets verzwijgen... Je moet ver trouwen in mij hebben. Meta sloeg haar blikken neer, trachtte zich sterk te houden, doch de predikant hief haar gelaat op en dwong haar hem aan te kijken. --1 Vader, stotterde ze. Kom kind, wees oprecht. Meta begon zacht te weenen en hij, bekommerd en tevens beangst, denkend aan Verdonk, vroeg Is het dan zöö erg? Verdonk niets van haar liefde zou bemerken en zij in trachten in gebed verlichting te vinden. Onder den druk van haar eed volbracht zij haar Hij zou haar nooit liefkrijgen en haar geheime liefde werk, was onwillekeurig stiller geworden, maar goed hartig en trouw in alles haar plicht willende vervullen, omringde zij mét nog meer zorg de huisgenooten. De weduwe bespiedde haar in stilte en bemerkte wel en daar hij er niéts op af te keuren vond, zei hij dra dat een blosje de wangen van Meta kwam kleuren als zij den voetstap van Verdonk hoorde. Ook het even Tracht je maar verdienstelijk te maken bij die fl.J, 1 w u wi j rv oprhkkeren harer ooqen ais rienri haar groette, bleet goede menschen zij zijn het waardig. Die jonge man, j j L u zij zijn vroeg hij na een korte poos. was dat niet de zoon van Slooters? Ja, vader. Hoe kon je toch zoo onvoorzichtig zijn, kind. Hij heeft nooit gedeugd en was een mijner slechtste leer lingen... Je weet, dat zijn ouders onkundig zijn zijn verblijf? Nog steedszuchtte Meta. Even drukte hij zijn oudste aan zijn hart, zeggend voor de weduwe niet verborgen, evenmin, hoe zijn blik, dien hij op Meta wierp, glansde en teederheid inhield. En verheugd dacht ze Zij hebben elkander lief, hun oogen verraden het. De Lente had reeds de eerste bloemen aan de struiken van getooverd en op een middag ging Meta met Kees naar het graf zijner moeder en dat van Jaap eenige bloemen uit hun tuin brengen. Zij hadden op het kerkhof rond gedoold, de Hij nam haar hand en dwong haar naast hem op de kundig verwelkomde en zei sofa plaats te nemen en sprak bemoedigend Voor eiken zondaar bestaat vergiffenis. Moed, mijn Meta de Heer verlaat nooit zijn kin- avond begen te vallen, toen zij hun woning naderden, deren en schikt alles ten beste... Laat me nu alleen, ik Verdonk stond voor het venster, hij was wat vroe- heb nog heel wat te werken t zijn drukke dagen. ger thuisgekomen, wat den1 laatsten tijd meer gebeurde, 's Avonds was Meta vertrokken en was verheugd en sloeg haar onbemerkt gade. Hoe vertrouwelijk had weer op de villa te zijn aangeland, waar Kees haar uit- zij den arm om den hals van zijn zoontje geslagen en had Kees den zijnen om haar middel gelegd. Oefwat zijn me die dagen lang gevallen, jufZeker vertelde zij hem iets, want hij keek telkens Zij moest hem vertellen van haar familie en in welke tot haar op, terwijl zij dan een poosje stil stonden. Ik ben geen zondares, vader, maar ik heb verdriet, klassen haar broérs waren en of die veel goede punten Zij moet mijn vrouw worden, murmelde hij, zou veel verdriet. hadden... Aan zijn vragen scheen geen einde te komen, ik een waardiger moeder voor miijn jongen kunnen Even zweeg zij en veegde haar tranen af. tot de weduwe waarschuwde vinden?

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 12