ONS LAND IN WOORD EN BEELD
293
opziet, wien allen hier om bevelen vragen
„Zeg dat toch niet," viel Jack hem, plotseling
blozend, in de rede. ,,Ik zou haast gaan denken, dat
ik mijn boekje te buiten gegaan ben."
„Neen, geen sprake van. Je hebt het gemakkelijk
en tactvol gedaan, zonder iemand, mij incluis, te
passeeren of te kwetsen. En het is heel goed dat je
het gedaan hebt, want ik wil dat alles hier is zooals
het hoort. Ik heb namelijk het plan opgevat om hier
binnenkort eenige partijen te geven. Het is dunkt
mij wel eens aardig, om dit fraaie huis, die mooie
kamers en zalen vol met voorname menschen te zien.
Bovendien zal het hier voor jou wel wat eentonig
zijn, en ook daarom wil ik trachten, hier wat meer
leven te doen komen."
„Maak u zich over mij maar niet ongerust, mijn
heer," antwoordde Jack met een geruststellenden
glimlach. „Ik ben zoo gelukkig als ik maar wezen
kan. Dat neemt natuurlijk niet weg, dat u gerust
eenige partijen kunt geven als u dat wilt. De men
schen zullen gaarne komen."
„Ja," zeide Chalfont met een instemmend knikje.
„En nu jij voor de zaken zorgt, kunnen we ook wel
eens een jachtrit houden. Het schijnt mij steeds meer
toe, dat ik, voordat jij hier kwam, niet zooveel voor
mijn geld kreeg als ik wel kon hebben. Als jij al dat
geld had, Jack, zou je dan niet een massa dingen
doen
„Och, dat weet ik eigenlijk niet," antwoordde
Jack luchtig.
„Nu, wat zou je dan doen hield de heer Chal
font vol, terwijl hij met beide handen
de leuningen van zijn stoel vastgreep
en zich, benieuwd naar het antwoord
van den jongen man, eenigszins naar
voren boog.
„Wel, ik denk, dat ik een poosje zou
gaan reizen," zeide Jack.
„Reizen reizenmompelde
Chalfont grimmig. „Ik heb lang ge
noeg gereisd en ik verlang er niet
naar, Engeland ooit nog eens te ver
laten
„En verder," zeide Jack, ziende dat
de millionnair hem nog vragend aan
keek, „verder zou ik heel veel dingen
doen, die u ook doet. Een landgoed
koopen bijvoorbeeld, jagen, visschen,
menschen ontvangen. Natuurlijk zou
ik, als ik in uw plaats was, misschien
ook wel in de politiek gaan, een zetel
in het parlement trachten te krijgen,
probeeren of ik edelman kon worden,
o, het zou u gemakkelijk vallen, baron
of graaf te worden, als u maar wilde
„Ik?" vroeg Chalfont grimmig.
„Wat voor nut zou dat hebben Ik
heb immers geen zoon, op wien de
titel zou overgaan. Als jij mijn zoon
was...." Hij hield even op, en vroeg
toen „Als ik je adopteerde, dan zou
je toch den titel niet erven, wel
„Neen," antwoordde Jack met een
glimlach. „Alleen een eigen zoon kan
den titel erven."
„Dat dacht ik wel," zeide Chalfont
teleurgesteld. „Dus men zou mij lord
Chalfont willen maken
„Ja, waarom niet
„H'm, ik voel er niets voor. Een kikvorsch blijft
een kikker, al tooit men hem ook met de schoonste
veeren. En een zetel in het parlement Men zou
misschien niet eens naar mij luisteren."
„U is een vooruitstrevend man, mijnheer."
„Waar het geldverdienen betreft, ja," gaf de
millionnair dadelijk toe. „Het schijnt mij toe, dat ik
daarvan nooit genoeg zal hebben. Hoe meer ik ver
dien, des te meer wil ik hebben. Dat gaat zoo met
iemand die arm is geweestdie kent de waarde van
het geld. De menschen die bij hun geboorte reeds
schatrijk zijn, begrijpen dat niet en weten het bezit
van veel geld niet te waardeeren. Toch zijn er wel
oogenblikken in mijn leven, waarop ik het gevoel
heb, dat ik, die thans meer geld bezit dan ik kan
tellen, mijn leven nog eens in een armhuis zal ein
digen, of langs den weg, als een zwerver."
Zijn stemgeluid eindigde in een bijna onverstaan
baar gemompel.
„Ik ben al meermalen 's nachts wakker geschrok
ken uit zulk een droom dan beefde ik over al mijn
ledematen en stond het koude zweet mij in dikke
druppels op het voorhoofd. Een droom uit vroeger
tijd, toen ik een leege beurs en een leege maag had.
Eens had ik drie dagen lang gezworven en zoo hevig
plaagde de honger mij
Hij hief het hoofd op, dat hij langzaam op de
borst had laten zinken, en schudde het heen en weer,
alsof hij die akelige herinneringen wilde verdrijven.
Er heerschte eenige oogenblikken stilte, want Jack
wist, dat het beter was niet te antwoorden, als zijn
vriend in zulke overpeinzingen verdiept was. Daar
na ging de heer Chalfont verder
„Ik heb er al eens over nagedacht, Jack, wat er
niet al dat geld gebeuren moet, als ik er niet meer
zijn zal. Het is best mogelijk, dat ik onverwachts
word weggenomen. De dood geeft niet altijd eenige
maanden uitstel, zooals in den handel dikwijls ge
beurt."
„Wat bedoelt u daarmee "vroeg Jack ver
schrikt. De gedrongen, stevige figuur vóór hem
scheen de verpersoonlijkte levenskracht te zijn
„O, ik heb een zwak hart," antwoordde de heer
Chalfont, alsof dat iets zeer onbeduidends was.
„Heb je opgemerkt, dat ik vanavond in het midden
van mijn tafelrede plotseling een oogenblik bleef
steken
„Ja," antwoordde Jack ernstig, „maar ik dacht
dat u toen naar een woord zocht."
„Neen, ik had het op dat oogenblik vreeselijk
benauwd en snakte naar adem," zeide Chalfont,
„ofschoon niemand van de aanwezigen er iets van
scheen te bemerken. Dat overvalt mij zoo nu en dan,
altijd onverwachts, en dezen avond was dat ook
het geval. Ik ben bij een van de knapste dokters
geweest, en hij heeft mij verteld wat er met mij aan
de hand was.... een woord met vier lettergrepen,
waarvan ik geen jota verstond. Ik moest zeer voor
zichtig zijn en veel rust nemen."
„Dat zeggen ze allemaal," antwoordde Jack op
geruststellenden toon. „Ik heb wel eens hooren
zeggen, dat iedereen iets aan zijn hart mankeert,
maar.... krakende wagens loopen het langst!
Ofschoon die dokter natuurlijk wel gelijk heeft, afs
hij zegt dat u voorzichtig moet zijn en veel rust
moet nemen."
„Och ja, dat geloof ik ook wel," ging Chalfont
onverschillig voort. „Maar jij bij voorbeeld zult
Jack luisterde als iemand die niet weet wat hij hoort.
toch wel niets aan je hart mankeeren, Jack. Jij
bent gezond en sterk, iemand om heel oud te wor
den. Ik ben ook zoo sterk geweest als wat, maar
in mijn vroeger leven heb ik heel wat meegemaakt,
dat mijn gezondheid een knak heeft gegeven.
Jack, ik wilde je dezen avond eens iets zeggen,
iets, dat mij de heele week reeds van het hart heeft
gewild. Je bent een goed kameraad voor mij ge
weest.
„Bekijkt u de zaak liever van den anderen kant,
mijnheer," verzocht Jack op zachten toon, „het
was een gelukkige dag voor mij, waarop u mij dien
brief schreef. Ik heb tot dusver nog geen behoorlijke
gelegenheid gehad, om u te bedanken voor alles
wat u voor mij hebt gedaan. Het is trouwens zóó
verwonderlijk, dat ik het nü nog niet geheel be
grijp. Ik ben niet zooals u, en ik versta de kunst
niet goed, om mij in juiste en sierlijke bewoor
dingen uit te drukken, maar nu wil ik u toch gaarne
eens zeggen, dat ik u zeer dankbaar ben. Als u het
goedvindt, zal ik het daarbij laten. Maar neem mij
niet kwalijk, mijnheer, wat wilde u zeggen
„Dat ik je tot mijn erfgenaam wil maken,"
antwoordde de heer Chalfont op kalmen toon.
Gedurende eenige oogenblikken zweeg de jonge
man, en trachtte hij de beteekenis van die mede-
deeling, gedaan op een toon alsof het de eenvoudig
ste zaak ter wereld ware, tot zich te doen door
dringen. Was het wonder, dat hij bloosde en dat
zijn hart sneller klopte van opwinding Met een
stem waaraan hij met moeite eenige vastheid wist
te geven, antwoordde hij
„Dat is.dat is iets zeer buitengewoons, mijn
heer. Ik bedoelhebt u geen bloedverwanten,
niemand die u nader is dan ik?"
„Neen. Ik heb je reeds eenige malen gezegd,
dat ik niemand op de wereld heb dan jou alleen."
„In het geheel niemand, die eenig recht op u kan
doen gelden vroeg Jack verbaasd, zich nauwelijks
bewust van wat hij eigenlijk zeide, door de ver
schillende gevoelens die hem bestormden. Niemand
zou hem met recht van hebzucht kunnen beschul
digen, maar het vooruitzicht van een groot ver
mogen, dat hem ten deel zou vallen, veroorzaakte
ook bij hèm een zeer begrijpelijke opwinding.
Zijn eenvoudige vraag scheen den heer Chalfont
heftig te doen ontstellen hij nam de pijp uit zijn
mond, zijn gelaat was donkerrood, en de oogen die
hij op Jack vestigden fonkelden.
„Wat bedoel je daarmee vroeg hij heftig.
„Wat bedoel je met „eenig recht op mij"
„Ik bedoel, of u niet den een of anderen ouden
vriend hebt," antwoordde Jack, verwonderd over
de plotselinge opwinding van den ouden heer.
„Bijna ieder mensch van uw leeftijd heeft immers
wel een vriend, of een verren bloedverwant."
„Neen, ik heb geen vriend," zeide Chalfont,
terwijl zijn gelaat ophelderde„tenminste geen
echte vrienden, want degenen die mij voortdurend
omzwermen met het oogmerk, er voordeel van
te hebben, noem ik geen vrienden. Bloedverwanten
heb ik in het geheel niet, voor zoover ik weet. Neen
Jack," ging hij voort, met 'n zekere ruwe hartelijk
heid. „Ik heb niemand anders dan jou. Je zei zoo
even, dat een titel als ik dien krijgen zou
niet op jou zou overgaan, als ik je adopteerde.
Maar in elk geval kan ik toch mijn vermogen aan
jou nalaten. Dat is geen gril van mij ik wil je dat
geld geven, omdat ik genegenheid voor
je heb opgevat, maar vooral ook, om
dat jij weet, wat je ermee zult doen. Ik
weet het niet
Jack luisterde als iemand die niet
weet wat hij hoort.
„Jij bent een echte „gentleman",
een „Chalfonte" met een „e", van
het voorname soort," ging de million
nair met een bijna grimmig lachje
verder. „Jij kunt hier optreden zooals
het behoort.... de groote en voor
name lui uit de omgeving ontvangen
als je gelijken, omdat je meer en beter
bent dan menige van hen. Jij bent de
man, die een bezitting moet hebben
als deze en veel geld om ze be
hoorlijk te bewonen en te onder
houden. Je kunt in het parlement
komen, een edelman worden, want
jij zou wel een goede lord zijn
Welnu, de gelegenheid zal je in elk
geval hebben, want ik laat je alles na
wat ik bezit, eiken cent en eiken steen
van al mijn bezittingen. Het eenige
wat ik in ruil daarvoor vraag is dat
je, zoolang ik nog leef, mij steeds
behandelt alsof ik je vader ware
Jack stond op, stak zijn gelief
koosde pijp aan, en deed eenige ge
weldige trekken, alsof hij daardoor
zijn ontroering meester wilde worden.
Toen zeide hij, een weinig heesch
„Ik weet eigenlijk niet wat ik
zeggen moet, mijnheernatuurlijk
ben ik u zeer dankbaar, dat spreekt
vanzelf, maar ik ben zóó in de war,
dat ik niet goed besef wat het voor
mij beteekent. Toch zou dat moeten, want ik ben
arm geweest, zooals u. Toen ik dien morgen u
in Copthall Buildings een bezoek bracht, had ik
juist nog dertig shillings. Niettemin, ik wil niet
dat u zooiets doet, zonder er eerst nog eens over
na te denken."
„Ik doe nooit onberaden dingen," antwoordde
Chalfont. „Ook ovet deze zaak heb ik reeds langer
dan een week nagedacht en laat ik je zeggen, dat
dit voor mij zeer lang is om over iets na te denken.
Trouwens, mijn besluit was drie dagen geleden reeds
genomen. Horton heeft het testament gereed ge
maakt en ik behoef het alleen nog maar te onder
teekenen. Als de bedienden nog niet naar bed wa
ren, zou ik het dezen avond nog teekenen, maar ik
heb getuigen noodig voor de wet."
Jack haalde zijn zijden zakdoek te voorschijn
en wischte zich het voorhoofd af. -
„Lieve tijd!" mompelde hij halfluid. „Ik ben er
geheel door van streekMaar gelukkig," voegde
hij er op een toon van verlichting aan toe, „u zijt
nog jong en sterk, en wordt minstens negentig
jaar
„Misschien misschien ook niet," antwoordde
Chalfont gelaten. „Als ik zoolang leef, zult ge in
elk geval vanaf dezen avond mijn zoon zijn. Je
kunt geld van mij krijgen zooveel als je hebben
wilt, je kunt lid van het parlement worden als je
er lust in hebt, je moogt doen wat je wilt, uitgaan,
reizen.... neen, niet reizen! Tot aan mijn dood
moet je bij mij blijven, want ik zou niet meer
van ie kunnen scheiden, zelfs niet voor korten
tijd."
Jack legde zijn rechterhand, die zichtbaar beefde
op den schouder van zijn vriend hij was niet, bij
machte, een woord uit te brengen.
(Wordt voortgezet