De Erfiemfii vcvffi den MMflfienncviip Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE ONS LAND IN WOORD EN BEELD Neen, mijnheer, ik niet," antwoordde de butler, „maar wel twee van de andere bedien den. Ik had toevallig mijn vrijen avond." „Juist," zeide Horton, „wilt u dan die twee menschen even bij mij sturen Aan het verzoek van den notaris werd spoedig voldaan, en de beide bedienden bleven in eerbie dige houding bij de deur staan. „Hoe zijn uw namen?" vroeg Horton. „James Green, mijnheer," antwoordde de een. „Ik heet Alfred William Thomson, mijnheer," zeide de ander. „Dank u. Forbes heeft mij gezegd dat u gister avond een papier hebt geteekend voor den heer Chalfont. Hebt u met uw vollen voornaam on derteekend, ook uw adres erbij vermeld, en dat ge bediende zijt hier in huis „Jawel, mijnheer, want mijnheer Chalfont heeft ons gezegd hoe wij het moesten doen." „Ja mijnheer, en wij hebben het allebei de keeren goed gedaan," zeide de andere met zichtbare voldoening. Beide keeren?" her haalde Horton, terwijl hij het hoofd ophief als een jachthond, die een spoor ruikt. „Wat bedoel je daarmee „Wij hebben twee pa pieren geteekend voor den heer Chalfont, mijn heer," antwoordde Thom son. De heer Horton ging naar het venster, en keek naar buiten, alsof de ge- heele zaak hem verder niet het minste belang inboezemde toen kwam hij weer terug, ging in een stoel zitten _en be studeerde zorgvuldig zijn nagels. „Zoo zoo," zeide hij, „u hebt dus twee docu menten geteekend. Beide tegelijkertijd vroeg hij onverschillig. „Neen mijnheer," ant woordde Green, „toen wij het eene^geteekend had den, zijn wij weer naar beneden gegaan...." „Om het aan de andere bedienden te vertellen?" vroeg Horton met een glimlach. „Nu, mijnheer, wij hebben er wel over gesproken," antwoordde Green met een verontschuldigend kuchje. „Juist. En wanneer hebt jelui het andere papier onderteekend „Dat is misschien een kwartier later gebeurd, mijnheer. Het kan ook wel wat vroeger of later geweest zijn," antwoordde Thomson ernstig. „Heb jij er toevallig op gelet, hoe laat het was, James „Neen," antwoordde de gevraagde, „maar ik weet wel dat wij de twee papieren kort na elkaar hebben onderteekend." „Hoe laat was dat dan zoowat vroeg Horton. „Laat eens zien, het zal ongeveer tien uur ge weest zijn," zeide Thomson. „Ik weet het wel zoo ongeveer, omdat ik juist mijnheer Forbes hoorde binnenkomen, en die is altijd om tien uur thuis, soms vroeger, zelden later." .>Ja» ja>" zeide de heer Horton. Er heerschte eenige oogenblikken stilte de bedienden stonden nog in dezelfde houding als toen zij het vertrek waren binnengetreden. Jack was opgestaan en naar het venster gegaan. Horton nam nu een vel papier, dat op tafel lag, en vroeg „Hoe zag dat papier eruit het eerste? Leek het min of meer op dit, wat formaat betreft „Ik geloof het wel, mijnheer, maar wij hebben het niet goed kunnen zien, omdat het papier grooten- deels bedekt was, behalve de plaats waar wij moes ten teekenen." „Dat begrijp ik. En het tweede?" ..Dat was precies eender als het eerste, mijn heer", antwoordde Thomson. „Ik herinner mij lijke en welwillende houding. Jack werd uit zijn droevig gepeins gewekt door den heer Horton. „Dat is een vreemde geschiedenis, meneer Chal- fonte," zei de notaris, terwijl hij zich in zijn stoel omwendde en zijn jongen vriend met gefronste wenkbrauwen aankeek. „U hebt zeker wel gehoord en begrepen wat er gebeurd moet zijn, dat na melijk de heer Chalfont gisteravond twee testamenten heeft geteekend." „Twee testamenten herhaalde Jack, die met moeite erin slaagde, zijn gedachten bij de zaak te houden. „Ja," zeide Horton. „Het waren allebei testamen ten, want als het dat niet geweest waren, dan zou de heer Chalfont er wel mee hebben gewacht tot hij op kantoor was en ze daar op de ge wone wijze hebben getee kend. Als het geen tes tamenten waren^geweest dan zou de heer Chal font den inhoud niet zoo zorgvuldig voor de be dienden verborgen heb ben gehouden. De vraag is nu maar welk testa ment is het laatst ge teekend „Ja," zeide Jack, met zoo weinig belangstelling, dat Horton kleurde, alsof hij zich ergerde. „M'n waarde Chalfon- te," zeide hij, die erger nis zooveel mogelijk ver bergend, „ge begrijpt toch zeker wel, dat de heer Chalfont gisteravond het testament heeft ge teekend, dat ik voor hem heb opgemaakt, en dat hij later een ander ondertee kend heeft, waarschijnlijk door hemzelf opgemaakt? „Welnu vroeg Jack. „Ik begrijp eigenlijk niet goed, waar u heen wilt. Hij wilde, voor zoover ik weet, een testament ma ken, waa/in hij mij tot zijn erfgenaam benoemde." „Jawelmaar waar is het dan?" vroeg Horton. „Dat weet ik niet," antwoordde Jack wel 'n beetje onnoozel. „Ligt het niet in de safe „Neen," antwoordde Horton met nadruk. „Ik heb twee, driemaal alles nagezien en niets gevonden. Het testament, of de testamenten, zijn in dit ver trek geteekend, en het is dus logisch, dat ze, of al thans één ervan, in de safe opgeborgen zijn. AI de andere papieren zijn er wèl. Acht u het waarschijn lijk, dat de heer Chalfont het meegenomen heeft naar zijn kamer ik zeg „het,"omdat hij natuurlijk het eerste testament zal hebben vernietigd." „Ik weet het niet," antwoordde Jack. „Laten we dan boven eens gaan kijken," stelde Horton voor. „Ach, ik voel in het geheel geen lust om mij te bekommeren om een testament," zeidè Jack droe vig. „Ik kan niet gaan zoeken in zijn kamer...." „Nu, dan zal ik wel alléén gaan," zeide Horton. Hij nam de sleutels van de brandkast en verliet het vertrek. Jack opende het venster en riep Jim. Jack streelde hem en dacht er daarbij aan, dat ook Chalfont veel van het dier had gehouden. Horton keerde spoedig terug; hij scheen ontstemd te zijn en had blijkbaar niets gevonden. „Het kan daar onmogelijk verborgen zijn," zeide hij. „Maar bovendien, waarom ook zou de heer Chal font het hebben willen verbergen Hij heeft na tuurlijk het tweede testament na eenig beraad op gemaakt. M'n waarde Chalfonte, ge moet uzelf toch trachten te beheerschen en eenige aandacht schen ken aan wat ik zeg Vergeet niet dat dit een zeer ernstige zaak is als ik geen testament kan vinden, zal de heer Chalfont volgens de wet geen erfgenaam hebben aangewezen." „Ja," zeide Jack, „en dat beteekent „Dat ge in plaats van Chalfont's erfgenaam en een zeer rijk man, vrijwelehneein mij niet ook, dat beide papieren dezelfde kleur hadden." „Mooi. Wat zei de heer Chalfont, toen hij u vroeg, te teekenen „Hij zei Dit is mijn testament," antwoordde Thomson ernstig en op een toon van gewicht. „Ten minste, dat zei hij de eerste maal, maar den tweeden keer zeide hij Jelui moet nog een ander papier voor mij teekenen, want in het eerste is een fout geslopen." „Een vergissing," verbeterde James. „Neen, neen, een fout," hield Thomson eenigs- zins heftig vol. „Ik herinner mij heel goed, dat mijn heer het woord „fout" gebruikte." De plechtigheid in de kerk. „Is dat alles wat de heer Chalfont gezegd heeft?" vroeg de heer Horton. ..Jawel mijnheer, tenminste, hij zei nog dank jewel," antwoordde Thomson. „Mijnheer Chalfont was altijd heel beleefd en vriendelijk tegen ons, mijnheer," vervolgde hij, terwijl zijn stem even stokte, „als wij iets verkeerd hadden gedaan, was hij wel erg driftig, maar hij was het ook heel gauw weer vergeten." „Dank u zeer, dat is alles wat ik wilde weten," zeide de heer Horton en met een vriendelijk knikje liet hij de bedienden gaan. Nadat zij het vertrek hadden Verlaten, heerschte er gedurende een volle minuut stilte. Het gelaat van den notaris geleek wel een masker, zijn bl-ik was op de tafel gericht. Jack stond onbewegelijk bij het venster en keek met half wezenloozen blik naar Jim, die op het grasveld een kat achtervolgde. Hij had slechts half geluisterd naar het gesprek tusschen Horton en de twee bedienden wel had hij begrepen dat er iets niet in den haak was, maar op dat oogenbiik voelde hij maar matig belangstelling voor de zaak. Zijn gedachten waren nog steeds bij zijn overleden vriend. Alleen de opmerking van een der bedienden, dat Chalfont altijd zoo beleefd en vriendelijk jegens hen was, had Jack getroffen, veel meer dan het andere ^IiiifixixiaiiiMinimum^ wat zjj- hadden ver_ Voor al uwe drukwerken teld, en wat toch van Wendt u tot deveel grooter belang IN. V. "ONS LAND I was- Inderdaad had Chalfont zich bij zijn Stefckxstraat, 9-11 BRUSSEL personeel zeer be- Specialiteit in koperdiepdruk mind gemaakt door ~iuii1111111111111ii1111iiiiiii111it11111ii11111iiiii- zijn altijd vriende-

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 12