De Erfenis van den Millionnuir
Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE
436 ONS LAND IN WOORD EN BEELD
ONZE BUITENLANDSERIE. Een kijkje op het Canal Crande te Venetië. Op den voorgrond een drietal der bekende fraaie gondels èn een der motorbootjes, die helaas deze sierlijke vaartuigjes
meer en meer verdringen. Op den achtergrond de St. Marcustoren.
HET VERHAAL TOT NU TOE.
De heer B. Chalfont is een der rijkste en geëerdste zakenmannen van
Londen. Op zekeren dag noodigt hij een zekeren Jack Chalfonte. een
bijna-naamgenoot van hem. uit. bij hem in dienst te komen als secretaris,
waarvoor hij hem een rijke positie aanbiedt. Hij behandelt hem geheel
als zijn zoon. Na een feestmaal wordt Chalfonte gezien door een zekeren
Norton, die met zijn dochter naar Londen is gekomen. Norton blijkt
een vroegere goudgraver uit Australië te zijn, die m?t een ander, Bradshaw.
samen de goudvelden heeft bezocht. Toen zij een rijken voorraad goud
verzameld hadden was Bradshaw. die. naar later bleek, een gevluchte
misdadiger was. er met den buit vandoor gegaan en bleef Norton
arm achter. Norton herkent nu in den rijken Chalfont z'n vroegeren
deelgenoot Bradshaw. bezoekt hem en eischt van hem dat hij zijn heele
vermogen aan zijn dochter zal vermaken, wat Chalfont. die niet kan
ontkennen, belooft, niettegenstaande hij juist den vorigen dag Jack
Chalfonte gezegd heeft hem tot zijn eenigen erfgenaam benoemd te hebben.
Hij maakt dus een testament ten gunste van Norton's dochter en geeft
dat ook aan Norton. Als deze het huis van den millionnair verlaat ontmoet
hij buiten zijn dochter, die angstig haar vader gevolgd is en ook Chalfonte.
die tevoren, het meisje had ontmoet. Norton doet zeer opgewonden, en
zegt dat hij onmiddellijk naar een advocaat moet voor een gewichtige
zaak. waarop Chalfonte zegt. dat dat goed treft, daar hij zelf advocaat is en
Sk heb order gegeven, om die oude huisjes af
te breken en er nieuwe voor in de plaats te bou
wen," zeide hij. „Wij zullen met het huisje van
de Delmans beginnen, dat is het slechtste. Zij
kunnen intusschen zoolang in een der leeg
staande huisjes trekken."
„De Delmans?" vroeg Nora. „O ja, nu herinner
ik mij den naam. Mevrouw Feitham heeft mij
verteld, dat zij met het maken van handschoenen
in hun levensonderhoud voorzien. Was dat de
dochter, waarmee u gisteren in gesprek waart
Een buitengewoon knap meisje."
„Ja, vindt u niet?" zeide Jack. „En zij is ver
standig ook, niet zoo onontwikkeld als men gewoon
lijk onder zulke menschen aantreft. Zij wil...."
Hij zweeg plotseling, omdat hij zich herinnerde,
dat hij Maud geheimhouding had beloofd. Zijn
poging om den zin te beëindigen met een geheel
andere mededeeling dan hij eerst van plan was te
doen, mislukte. Nora bemerkte zijn aarzeling en
keek eenigszins verwonderd op van het papier, dat
zij juist onder handen had.
„Wat wilde u zeggen vroeg zij.
„O, ik sprak over dat.meisje van Delman," ant
woordde hij, licht geërgerd, omdat hij zich had
versproken en ook, omdat hij iets, al was het dan
ook van geen beteekenis, geheim hield voor Nora.
„Ik wilde maar zeggen, dat zij zulk een bijdehand
meisje is. Bovendien meer ontwikkeld dan men
van zulk soort menschen meestal verwacht. Zij
houdt veel van boeken lezen en dergelijke dingen
meer. Om nu nog even terug te komen op dat huur
contract van Gibson," zeide hij haastig, om het
gesprek een andere wending te geven. Nora
luisterde naar zijn uiteenzettingen, alsof zij zijn
verlegenheid in het geheel niet. had opgemerkt.
Jack lunchte met de dames en toonde zich als
gewoonlijk een voortreffelijk prater en hij deed
vooral moeite om Nora zooveel mogelijk op te
vroolijken.
zich voorstelt. Norton, wiens verstand op dat oogcnblik niet al te best werkt,
geeft hem de zooevcn ontvangen enveloppe met het testament, om die voor
hem te bewaren, reist met zijn dochter af. uitgeleide gedaan door Chalfonte.
Jack gaat naar huis terug, steeds denkend aan Nora Norton, die een
diepen indruk op hem heeft gemaakt; zonder ze in te zien sloot hij de
enveloppe in zijn bureau, er bij denkend, dat het kostbare van den inhoud
wel alleen zou bestaan in de gekrenkte verbeelding van den ongeluk-
kigen vader van het meisje. Naar de kamer van Chalfont gaande, vond
hij daar zijn weldoener dood in zijn stoel zitten. Toen de notaris kwam
vond deze het testament dat hij een paar dagen te voren ten gunste
van Jack had moeten opmaken, niet. Het bleek dat twee bedienden
als getuigen twee documenten geteekend hadden, eerst een testament en
een kwartier later een tweede, daar in het eerste, zooals de heer Chalfont
hen had gezegd ..een fout geslopen was". Later werd een verscheurde
brief gevonden, waarin Chalfont Jack meedeelde, dat het hem niet mo
gelijk was zijn belofte gestand te doen om hem tot zijn erfgenaam te
maken; een schuld, ontstaan door een gebeurtenis uit zijn vroeger leven,
eischte plotseling afdoening en zou hem na zijn dood van al zijn geld
berooven. De notaris zou voorloopig voor alles zorgen en hij raadde
Jack, die geheel in de war was, aan maar naar Londen te gaan. wat
deze deed. temeer daar hij Nora beloofd had haar dezen dag te bezoeken.
Hij stak de enveloppe van Norton bij zich en ging op wegtoen hij de
woning van Norton betrad" was het eerste wat hij hoorde, dat haar
„Kom, het is tijd dat ik weer aan het werk ga,"
zeide hij tenslotte.
„Zeker in de rookzaal, in een .van de gemakke
lijkste fauteuils," lachte mevrouw Feitham.
„Geen kwestie van," antwoordde Jack ijverig.
„Ik moet naar een van de boerderijen om de pomp
na te zien. Die is stuk en de heele familie zal liever
van dorst omkomen dan te probeeren, ze zelf in
orde te brengen."
„Die Jack is toch een grappige jongen," zeide
mevrouw Feitham lachend, toen hij weg was. „Zoo
is hij altijd geweest, van jongsaf. Een beste jongen."
Nora antwoordde daar niet op misschien vond
zij het wel niet noodig.
Een poosje voor het theeuurtje kwam er bezoek
van lord Ferndale en zijn zuster. Nora ging hen
verheugd tegemoet en begroette de arme invalide
hartelijk. De visite bleek weldra van zeer aange-
namen aard te zijn, en toen Jack een poosje later
terugkeerde, vond hij een opgewekt gezelschap
bijeen.
Op zijn kalme, hoffelijke wijze begroette hij lady
Blanche en Lord Ferndale en op verzoek van lady
Blanche zelf kwam hij naast haar zitten om wat
te praten. Spoedig ging lotd Ferndale bij het ven
ster staan, alsof hij zijn tegenwoordigheid niet meer
noodig achtte, maar hij wendde zich toch dadelijk
om en gaf Jack hoffelijk antwoord, toen deze zich
eenige oogenblikken later bij hem voegde en over
algemeene dingen begon te praten.
Ofschoon de lord aanvankelijk slechts met korte
zinnetjes antwoordde, veranderde dat al spoedig
door den fijnen, hartelijken toon, die Jack tegen
over hem wist te vinden.
De drie bewoners van Chertson Hall stonden
op de treden van het landhuis, toen de lord en zijn
zuster vertrokken. Nora wendde zich tot Jack en
vroeg geestdriftig
„Is zij niet allerliefst?"
Jack knikte. „Arm meisje!" zeide hij.
vader dood was. Hij overhandigt, na Nora eerst zijn hulp te hebben
aangeboden, haar de enveloppe en als zij in zijn bijzijn den inhoud leest,
komt Jack er achter, dat zjj de eenige erfgename van Chalfont is. .Nora
installeert zich op het landgoed, dat door Jack wordt verlaten. Bij het af
scheid nemen vraagt Nora hem haar rentmeester te worden,wat hij aanvaardt.
In een der huisjes op het landgoed woont Maud Delman met haar
moeder. Jack ontmoet het meisje en die vraagt hem of hij haar wil helpen
om aan het tooneel te komen, wat Jack belooft. Als zij afscheid neemt
van Jack komt juist Nora in haar rijtuig voorbij en ziet hen vertrouwelijk
met elkaar spreken. Onderweg breekt er iets aan haar rijtuig en Lord
Ferndale. die met zijn gebrekkige zuster hen op den weg ziet staan,
neemt haar en haar chaperone mevr. Feitham mee naar zijn kasteel
Bentham Abbey, waar zij vriendelijk worden ontvangen en Nora een
uitstekenden indruk maakt, vooral op de zuster, die als zij vertrokken
zijn. haar broer, die wel edelman, maar zeer arm is. suggereert Nora ten
huwelijk te vragen om met haar geld zijn naam meer luister te kunnen
bijzetten. Lord Ferndale antwoordt echter met een„Ik trouw nooit
Bij zijn terugkeer uit Londen brengt Jack eenige tooneelstukken mee voor
Maud Delman en zegt haar dat ze eenige rollen daaruit mag voordragen
voor den directeur van een Londenschen schouwburg. Zij verzocht hem.
haar over eenige dagen te willen overhooren. maar haar moeder mag het
niet weten, dus in het bosch waar Jack. hoewel eerst tegenstrevend,
in toestemt.
„O, maar zij voelt zich in het Q.
geheel niet ongelukkig," zeide FtvL), 11
Nora, „en zij draagt haar lot dap
per; juist daarom ook moet men wel van haar houden.
En haar broero, ik heb nog nooit iemand
ontmoet, die zooveel vereering voor haar broer
had als zij. Het is echter geen wonder, want hij
doet letterlijk Alles voor haar zulk een toewijding
is bijna ongeloofelijk
„Ja, lord Ferndale schijnt een goede kerel te
zijn," zeide Jack, zonder de minste geestdrift in
zijn stem. Misschien voelde hij dat zelf wel, want
hij voegde er haastig bij „Buitengewoon knap
uiterlijk heeft hij, van top tot teen een gentleman."
„Ik ben erg blij, dat u lord Ferndale hebt ont
moet," zeide Nora argeloos. „Ongetwijfeld zullen
u en hij goede vrienden worden."
„Ongetwijfeld," stemde Jack toe, met een strak
gezicht en een stem die weinig verlangen daarnaar
verried. „In elk geval schijnen u en lady Blanche
al stevige vriendschap te hébben gesloten."
„Eeuwige vriendschap," verklaarde Nora geest
driftig.
Jack glimlachte. „Nu, het is mijn tijd, ik moet
den trein nog zien te halen," zeide hij.
„O. ik dacht, dat u vanavond hier bleef," zeide
zij, haar best doende om op gewonen toon te spre-
ken en haar teleurstelling niet te doen blijken.
„Het spijt mij wel, maar dat kan niet," zeide hij
met een gezicht alsof het de ernstigsic zaak ter
wereld gold.
Jack had een eigenaardig ontevreden gevoel,
toen hij naar het station ging het scheen hem toe,
dat er iets had plaatsgevonden, dat hem onaan
genaam was en onwillekeurig dacht hij aan lord
Ferndale, zijn knap aantrekkelijk gelaat en fijn-
beschaafde manieren.
De lord was een van die mannen, die bij elk
meisje bewondering wekken, haar het hoofd op 1
hol brengenen hij was haar buurman! On-