De Erfenis van den Millionnair Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARViCE ONS LAND IN WOORD EN BEELD ONZE BUITENLAND-SERIE. De brug over de Reuss te Luzern. Op den achtergrond het fraaie stationsgebouw. Zie voor korten inhoud van 't verhaal tot nu toe vorig en volgend nummer. Bk heb je lief, Maud zeide hij met heesche stem. Ik heb nu eenmaal mijn hart op jou gezet, en zonder jou kan ik niet gelukkig zijn. Elke minuut van den dag denk ik aan je en verlang ik naar je. Ik weet wel, dat er niet veel aan mij deugt; ik ben tot dusver een luilak en een nietsnutter geweest, maar dat zal veranderen. Ik zal hard gaan werken om een huishouden te kunnen stichten en jou gelukkig te maken.als je mij maar het jawoord wilt geven. Zeg „ja" Maud, niemand zal je meer lief hebben en harder voor je werken dan ik het zal doen." Zij wist eindelijk haar hand los te maken uit zijn •stevigen greep, en terwijl zij haar hoofd van hem afwendde want de felle gloed in zijn oogen maak te haaf bang antwoordde zij op zachten, kal meerenden toon „Het spijt mij werkelijk erg voor u, mijnheer Fleming, maar het kan niet. Ik wist niet, dat het u zoozeer ernst was. Waarom hebt u juist mij ge kozen Er zijn toch verschillende meisjes, die. „O, dat is allemaal al lang voorbij," viel hij haar met een ongeduldig gebaar in de rede. „Ik heb wel eens geflirt met haar, maar dat had niets te betee- kenen. Met jou is het mij volle ernst, Maud ik zeg je ronduit, dat ik je liefheb, en je moet niet „neen" zeggen, want dat zou ik niet kunnen verdragen.. het zou mijn dood zijn „Dat is onzin zeide zij ongeduldig. „Het is even eens onzin, dat ik „ja" zou zeggen, terwijl ik u niet liefheb. Laten we er nu' maar niet langer over pra ten, ik moet weg. En begin er maar nooit meer over dat heeft toch geen nut." Hij bleef zitten zijn vingers klemden zich kramp achtig om de schors van den boomstam en zijn ge zicht verdonkerde. „Geen nut herhaalde hij. „Meen je dat „Natuurlijk meen ik het," antwoordde zij. „U hebt het recht niet, te spreken op een manier, alsof ik verplicht zou zijn, u het jawoord te geven, of ik wil of niet. Onthoud nu goed mijn antwoord het is en blijft neen „Zoo," zeide hij langzaam en op norschen toon. „Ik begrijp wel, waardoor je zoo veranderd bent. Je hebt je natuurlijk het hoofd op hol laten brengen door dien Chalfonte, dien „Je hebt.. het recht nietbarstte zij ver ontwaardigd uit, met van toorn fonkelende oogen. „Ik zie aan je gezicht, dat het waar is wat ik zeg," ging hij voort. „Maar bovendien wéét ik het. Nog maar 'n paar dagen geleden heb ik hem en jou in het bosch gezien ik weet, dat hij dezen middag langer dan een uur met jou samen hier is geweest." „Je hebt gespionneerd riep zij hevig veront waardigd uit. „Wie of wat geeft je daartoe het recht Het is jouw zaak niet, wat ik doe „Dat is het wèlomdat ik je liefheb," zeide hij, de lijden Vast opeengeklemd en haar met don keren blik aanziende. „Een man heeft het recht, te waken over de vrouw, die hij liefheeft.... het'is zijn plicht, haar te waarschuwen, als zij op het punt staat, een dwaasheid te begaan." Maud werd bleek en zij balde krampachtig de kleine vuist, maar in haar woede kon zij geen woord uiten, en Fleming ging langzaam en met nadruk voort „Ja, dat doe je jezelf aanstellen als een dwaas en je door hem laten helpen. Wat voor goeds kan er komen van die ontmoetingen met een voornaam heer zooals hij Hij amuseert zich alleen maar met je, hij spéélt met je Je gelooft toch zeker niet, dat hij je als een eerlijk man liefheeft zooals ik Je veronderstelt toch zeker niet, dat hij met je zal trou wen Het eenige „Je beleedigt mij beet zij hein toe. „Schande lijk Hoe durf je dat alles te zeggen Je bent niet waard, zijn naam te noemen hij is een gentleman en geen laffe deugniet F Met een ruwe verwensching sprong hij op, en een enkel oogenblik dacht zij, dat hij haar wilde slaan. Hij liet echter de hand langs zijn zijde vallen en lachte schor. „Ja ja, hij is een gentleman, en ik ben een laffe deugniet, nietwaar siste hij tusschen de tanden. „Nu, ik ben toch nog f'alsoenlijk genoeg, om een meisje niet te bedriegen..en dat doet hij, terwijl jij je ertoe schijnt te willen leenen. Ik heb je vanach ter de boomen bespied, en ik heb alles gezien, bij voorbeeld, dat je hem beide handen toestak, terwijl je er mij niet één wilde laten vasthouden, alsof mijn greep vergiftigd ware.Maar Iaat hij voorzichtig zijn!" Maud lachte schril en spottend. „Je dreigt hem zeide zij met diepe minachting. „Dat doet mij lachen Je kunt misschien ongestraft een hulpeloos meisje brutaliseeren, als er niemand in de buurt is, mijnheer Stephen Fleming, maar als je dat mijnheer Chalfonte wilt doen, zult ge tot de ervaring komen, dat het nog heel iets anders is Neen, ik wil niets meer hoorenhet is al veel te veel Zij wendde zich om, maar keek toen nog even over haar schouder om hem een laatsten steek te geven. „En als wij elkaar een volgende maal weer ont moeten, mijnheer Fleming, denk er dan wèl aan, dat wij vreemden zijn. Waag het niet, mij nogmaals aan te spreken En daarmee liet zij hem staan. De aderen op zijn voorhoofd, dik gezwollen, de diepe plooi tusschen zijn wenkbrauwen, zijn hijgende ademhaling toonden zijn machtelooze woede. XV. Jack begaf zich naar de Hall en zocht naar Nora, terwijl hij naar de bibliotheek ging. Hij vond haar niet, maar toen hij eenige oogenblikken aan het werk was, kwam mevrouw Feitham binnen. „Zoek je Nora vroeg zij. „Zij zal wel dadelijk hier komen. Johnson, de kleermaker uit het dorp, is bij haar om de maat te nemen voor 'n rijcostuum." Op dat oogenblik trad Nora het vertrek binnen, en Jack vroeg glimlachend „Vindt u het niet 'n beetje gevaarlijk, om John son een rijcostuum voor u te laten maken, miss Norton „Dat heb ik haar ook al gezegd," zeide mevrouw Feitham, „maar zij staat erop, alles wat zij noodig heeft, zooveel mogelijk uit het itJn dorp te laten komen, en zij zegt, Il lï dat het er niet zoozeer op aan komt, of het goed past." „Natuurlijk laat ik Johnson mijn costuum ma-1 ken," zeide Nora levendig. „Waarom zou ik naar Londen gaan, als mijn eigen menschen ik be-1 doel," verbeterde zij zichzelf, „als er een kleerma-1 kcr bijna naast de deur woont „Als li die gedachte in alles wilt doorvoeren," I antwoordde Jack met een glimlach, „dan zult u er I juist zoo uitzien als de jonge meisjes in het dorp, en I die gaan nu niet bepaald nieuw-modisch gekleed, vindt u wel „röu, ik vind toch, dat verschillende van haar er zeer knap uitzien. Dat meisje, miss Delman bijvoor- jj beeld, is altijd keurig gekleed." „O ja, maar dat zal een uitzondering zijn," meen-1 de de jonge man. „Zij verstaat blijkbaar de kunst, s haar kieeren goed te dragen." „Nu, misschien leer ik die kunst dan ook wel," I zeide Nora schertsend. „En tenslotte waarom zou I ik er niet juist zoo uitzien als een van haar Ik ben H niet beter dan zij „M'n lieve Nora 1" zeide mevrouw Feitman op een toon van vriendelijk protest. „Zeker, dat méén ik," hield het jonge meisje vol. I „Ik ben immers.maar de dochter van een mijnwer-1 ker, en nog heel kort geleden, 'n paar weken slechts, I was ik armer dan een van haar." „Toch ben ik het niet met u eens, miss Norton,"I zeide Jack, een vergeefsche poging doende, om zijn gezicht in een ernstige plooi te zetten. „U bent nul eenmaal meesteres van Chertson Hall, en dat dient u toch ook te toonen." „Heel goed, mijnheer," zeide Nora op kwasi-1 deemoedigen toon, terwijl zij een buiging maakte. I „Intusschen doet het mij genoegen, dat u een rij-fl costuum laat maken," ging Jack voort, „want dat! bewijst, dat u het plan hebt opgevat, te gaan paard rijden, wat u ongetwijfeld goed zal doen." „Ja," zeide Nora, „lady Blanche heeft mij eigen-1 lijk gisteren op het idee gebracht. Zij zei, dat ik nu en dan naast haar rijtuig zou kunnen rijden, en dat -> vond ik een heel goedé gedachte. Is er hier een paard.| dat ik zou kunnen berijden „Daar dacht ik juist ove? na," antwoordde Jack.r „Ik zal eens in de stallen gaan zien." „Dan ga ik even mee," zeide zij, terwijl hij op*| stond, en samen verlieten zij het huis. „Hebt u zich gisteren bij de Ferndales nogal kun-l nen amuseeren vroeg hij, op weg naar de stallen „O jawel, uitmuntend," antwoordde zij. „Lord! Ferndale en zijn zuster waren heel vriendelijk voor mij." „Vriendelijk Dat zoii ik meenen Waarom zou-l den zij het niet zijn zeide Jack maar hij. sprak| deze woorden op halfluiden toon, en misschien had zij ze niet eens gehoord. „En het is daar zoo mooi," ging Nora voort. „AI-;^ les is er even oud en alles heeft zijn geschiedenis.^ Het landgoed bestaat reeds eeuwen, en vele voor-I name menschen zijn er geweest, zelfs koningen enI

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 4