ONS LAND IN WOORD EN BEELD 453 koninginnen. Lord Ferndale en lady Blanche heb ben mij alles laten zien. Verschillende vertrekken waren natuurlijk gesloten, want het huis is verba zend groot. Jammer eigenlijk, dat een groot gedeel te ervan niet gebruikt wordt. Het zou heerlijk zijn, dat groote gebouw met gasten gevuld te zien." „Dat zal later misschien nog wel eens gebeuren," meende Jack, „want lord Ferndale zal natuurlijk wel trouwen." „O ja, dat geloof ik ook wel," stemde zij dadelijk In. „Hij is erg knap, en en..Zij lachte. „Ik weet eigenlijk niet goed, hoe ik het zeggen moet," bekende zij, „aristocratisch is misschien wel het goede woord." „Juist, d&t is het," zeide Jack met een bevesti gend hoofdknikje. „Hij lijkt wel op een portret van de ridders der middeleeuwen en moest eigenlijk in een harnas rondloopen met een lans of een strijd bijl." Nora lachte, maar bijna dadelijk werd zij ernstig en zij keek hem met onderzoekenden blik aan. „Het is wel waar wit u daar zegt, maar de toon klinkt alsof u den spot met hem drijft, alsof u hem niet moogt lijden." „O neen, geen sprake van," antwoordde Jack, „ofschoon hij wel wat ongewoon is." Zij kwamen bij de stallen, waar een stalknecht haastig toeschoot om de deuren te openen. „Hier staat een prachtige merrie, die zal waar schijnlijk heel goed voor u zijn, maar wij moeten eerst even zien of zij een dame wil dragen." „Waarom zou ze dat niet willen vroeg Nora. „Dat doet toch zeker elk paard, als de dame maar rijden kan In Australië be kommeren wij ons daar nooit om." „Hier zullen wij het toch maar doen," meende Jack, terwijl hij de merrie een lichten tik gaf en haar neus in zijn hand nam. „Zij heet Sarah," zeide hij. „Een prachtig dier," prees Nora, ter wijl zij langs den fraaigevormden, glan- zenden nek streek. De merrie besnuf felde haar en legde de ooren plat in den nek Jack hield haar scherp in het oog, en plotseling legde hij zijn arm om Nora's middel en trok haar snel buiten het bereik van de scherpe tanden, die de merrie liet zien. „Neemt u mij niet kwalijk," zeide hij. „Ik was bang dat ze u zou bijten." „Dat geloof ik niet," antwoordde Nora luchtig, maar haar afgewend gelaat was dooreen donkeren blos overtogen. „Ik ben in het geheel niet bang van paarden, want reeds toen ik nog een kind was, liep ik dikwijls langs de dieren heen." „Jawel, maar kinderen zullen ze ook niet bijten," zeide Jack. „U is echter nu geen kind meer, dus ook voor u is op passen de boodschap." De stalknecht bracht het paard naar buiten en liet het eenige malen heen en weer loopen. „Dat is genoeg, Jackson," zeide Jack. „Haal nu voor mij even een dunnen paardendeken en een veiligheidsspeld." „Wat bent u van plan vroeg Nora verbaasd, toen de stalknecht het gevraagde had gebracht en Jack de deken om zijn middel begon vast te maken. „Ik wil trachten, Sarah in den waan te brengen, dat dit een dames-rijcostuum is. Leg haar een dames zadel op Jackson. Au „O, ti hebt zich natuurlijk met die speld in de hand gestoken Dat komt ervan, als mannen dingen wil len doen, die zij aan de vrouwen moesten overlaten zeide Nora plagend. „Kom, laat mij het maar even doen Jack bleef stil staan, terwijl zij den deken om zijn middel vastmaakte. „Ik ben er zeker van, dat het volkomen overbodig is," merkte zij intusschen op. „Het zou mij niets verwonderen, als ik haar wel zonder zadel kon rijden." De merrie was inmiddels gezadeld, en Jack besteeg haar. Gedurende een enkel oogenblik stond het dier doodstil, maar toen zij den deken tegen haar flank voelde slaan, begon.zij te steigeren. De jonge man stuurde haar naar een dichtbij gelegen grasveld, en nauwelijks voelde het trotsche dier den zachten grond onder de hoeven, of het wilde er met hem vandoor. Zij voelde echter terstond, dat zij zich uit den zachten, maar sterken greep van den berijder niet kon bevrijden en verhief zich nu bijna loodrecht op de achterpooten. Jack, die natuurlijk in het geheel niet gewend was aan het rijden op een dameszadel, zwaaide heen én weer en kwam tenslotte op zijn rug op den grond terecht. Nora, die hem achterna geloopen was, uitte een kreet van schrik en kwam snel naar d§ plek toeloo- pen waar hij gevallen was. Jack had echter de teu- gels geen oogenblik losgelaten en stond met een flinken sprong weer op de beenen. Hij sprak de merrie bedarend toe, en terwijl hij dat deed, voelde hij Nora's hand op zijn arm. „Bent u gewond vroeg zij, en de toon van haar stem deed het hart van den jongen man plotseling sneller kloppen. „Niet in het minst," antwoordde hij opgewekten terwijl hij den paardendeken om zich heen hield, steeg hij weer op. Blijkbaar wilde het paard nogmaals trachten, hem af te werpen, maar Jack was nu op zijn hoede en hield het dier met ijzeren vuist in be dwang, en toen Sarah, na veel steigeren en springen eenmaal bemerkte, haar meester te hebben gevon den, werd zij plotseling kalm en liet zich leiden, waarheen Jack haar wilde hebben. Nora had zijn meesterstukje van rijkunst met on miskenbare bewondering gadegeslagen. Zij wist wat goed paardrijden was, en zag dan ook dadelijk, dat Jack een uitmuntend ruiter moest worden genoemd. Voor vele menschen zou de jonge man in zijn i|twat vreemde kleedij een voorwerp van bespotting zijn ge weest, maar zij keek alleen naar zijn gezicht en las daar niets anders dan het verlangen, zelfs ten koste van veel moeite, te zorgen voor haar veiligheid. „O, nu is het best," zeide zij. „Ik benervan over tuigd, dat zij mij nu wel dragen zal. Kom maar terug, dan zal ik het eens probeeren." „In dat costuum?" vroeg Jack, terwijl hij terug reed en afsteeg. „We! ja, waarom niet? Ik heb nog nooit een rij- costuum aangehad Houd haar maar niet te stijf vast, ze is nu heel kalm. Wat wilt u doen vroeg zij, toen Jack haar zijn hand en knie aanbood om op te stijgen. „Datziet u toch wel?" antwoordde hij glim lachend. „O, neen, dank u, ik kan het alleen wel af," zeide zij, en als om dit te bewijzen, legde zij met lichten druk haar hand op den nek van het fraaie dier en wipte vlug als een veer in den zadel. „De leidsels strak houden riep Jack haar nog na, haar met eenigen angst naziende. Nora knikte, en tegelijk zette zij de merrie in galop over het weiland. Jack sloeg haar gade met bewon- derenden blik. Zij was een uitstekend paardrijdster. Och, zij muntte in alles uit zij was een erfgena me, 'n millionnaire, en hij was slechts Jack Chalfonte, de eenvoudige advocaat met nagenoeg geen practijk en slechts enkele mijlen van Cherston Hall ver wijderd woonde die lord Ferndale.... Ferndale, met zijn rang en zijn titel, zijn prachtig Spaansch gezicht. Terwijl deze gevoelens hem bestormden, liep Jack achter haar aan. Zij naderde snel de heg, die de wei landen scheidde van het bouwland, en Jack ver wachtte, dat zij nu zou terugkeeren, maar zij reed recht door, en een schok van angst doortrilde hem, toen hij zag, dat zij over de heg wilde springen. Hij wist niet of de merrie springen kon of niet, en hij wilde Nora een waarschuwing toeroepen, maar zijn stem bereikte haar oor niet.'Hij versnelde zijn tred; het hart bonsde hem in de borst van angst, hij zag het paard zich hoog oprichten, Nora boog zich een weinig naar voren, en „nam" de heg, alsof dat voor haar kinderspel was. Zijn angst veranderde in toorn, toen hij haar ook zag terugspringen zonder eenigen aanloop. Vlak naast hem kwam hét paard neer, en hij greep de teugels met strengen blik keek hij haar aan, en zeide „Dat had u niet moeten doen Drommels, u wist immers niet eens, of zij wel kon springen U hadt den nek wel kunnen breken Doe zulke dwaze dingen niet meer, wat ik u bidden mag Hij was zeer boos, en als Jack boos was, dan kon hij ook zeer streng zijn. Aanvankelijk was er op haar gelaat niet anders dan verwondering te lezen over zijn heftig-verwijtende woorden, maar weldra sloeg zij langzaam de oogen neer en?een licht rood steeg haar naar de wangen, terwijl zij op bijna deemoedi- gen toon antwoordde „Ja u hebt gelijk, en het spijt mij heel erg. Ik dacht niet dat er eenig gevaar in stak." „Gevaar herhaalde Jack, nog steeds boos, en met een blik van teeder verwijt. „Natuurlijk was er gevaar U kunt uitstekend rijden, maar zelfs de beste ruiter kan wel een buiteling maken op een paard, dat hij niet kent en bovendien is die heg hoog, en u wist niet wat u aan den anderen kant zoudt aantreffen." „ïk heb er niet aan gedacht, het spijt mij erg," tamelde zij. Op dit oogenblik had Jack zijn zelfbeheersching herkregen, en als bij tooverslag was ook zijn toorn verdwenen. „Neemt u mij niet kwalijk, miss Norton," zeide hij verontschuldigend, „maar u weet zelf ook wel, dat het een waagstuk was, en dat u een leelijken val had kunnen doen." Zij leidde de merrie terug naar den stal en hij ging half werktuigelijk naast haar, zijn hand op den nek van het dier. Vóór den stal maakte zij aanstalten om af te stijgen, maar Jack breidde onwillekeurig zijn armen uit, en Nora liet hem zonder aarzeling begaan. Op het oogenblik echter, waarop haar voet den grond raakte, maakte zij zich los uit zijn armen, en verlegen mompelend: „Ik verlies haast mijn haar ging zij snel naar het huis. Zij snelde naar haar kamer; haar wangen waren brandend heet, en haar hart bonsde alsof het zou breken. Zij had het gevoel, dat JacH's sterke armen haar nog steeds omvat hielden. Toen zij voor den spiegel stond, om wat orde in heur haar te brengen, schrok zij van de uitdrukking in haar eigen oogen. Haar hartsgeheim, reeds half ontdekt, scheen daarin duidelijk te lezen te zijn Zij zag in den spiegel het gelaat van Jack bijna even duidelijk als het hare. Voor de eerste maal sedert hunne kennismaking had zij dat gelaat streng en toornig gezien. Zij hoorde weer zijn stem heftig-verwijtend, en daarvan was zij geschrokken. Nu echter was het een kostbare herinnering aan de man nelijke kracht, waarmede hij haar be rispt had. Hoe angstig moest hij wel geweest zijn, hoe bezorgd voor haar, dat hij, die anders altijd zoo vriendelijk en kalm was, ertoe gedreven werd, zoo heftig te spre ken Ja, zijn bezorgdheid voor haar was voor haar een kostbare schat, en zij bleef daaraan denken met gemengde gevoelens, want ook haar innerlijk bewustzijn werd erdoor wakker geschud. Plotseling wist zij, w&t hij eigenlijk voor haar beteekende Dat zij dankbaar was jegens hem, voor alles wat hij voor haar had gedaan, dat och, was niet meer dan natuurlijk, maar zij voelde nu, dat er in haar hart veel meer dan enkel dank baarheid voor hem bestond. Zij wist nu, waarom zij zich altijd zoo tevreden, zoo veilig en gelukkig voelde in zijn bijzijn, waarom er altijd iets scheen te ontbreken als hij er niet was, en waarom dat altijd terstond verdween, als zij zijn voetstappen hoorde en zijn stem in de vestibule weerklonk. Ach, hij was het ideaal van een man immers Zoo sterk, zoo vol van die geestelijke en lichamelijke kracht, die een vrouw in een man altijd bewondert Over zijn knap uiterlijk dacht zij bijna niet, want de lichamelijke schoonheid van een man legde bij Nora niet veel.gewicht in de schaal. Maar niettemin was zij trotsch op zijn knap gezicht, zijn herculische gestalte, zijn gemakkelijke bewegingen en de onbe wuste, jeugdige elegantie die zich in zijn houding altijd demonstreerde. Toen, plotseling steeg een felle blos weer naar haar wangen, omdat zij zich ervan bewust werd, dat zij hier zichzelf de bekentenis deed, dat zij haar hart aan hem had weggegeven, terwijl hij door geen enkel woord, door geen blik zelfs, ooit had te kennen gege ven, dat hij haar hart wenschte te winnen Neen, hij was de beste der vrienden geweest, altijd even edelmoedig en bereidvaardig om te helpen, maar niets méér Het scheen haar zelfs toe, dat hij steeds zoo zorgvuldig mogelijk had vermeden, haar aanlei ding te geven om te denken, dat hij meer dan oprechte vriendschap voor haar koesterde. Dat was voor Nora een pijnlijke, een bittere over weging, en heel haar meisjestrots deed zich gel den, om haar te beschermen tegen zichzelf, om haar te waarschuwen, dat zij op haar hoede moest zijn om haar geheim niet te verraden. Zij was zoo plotse ling in Chalfonte's leven gekomen niets, of althans heel weinig, wist zij van zijn vroeger leven. Er kon wel een ander meisje zijn, dat hij liefhad, ja, dat was zelfs waarschijnlijk. Zij moest dus voorzichtig zijn, niets verraden (Wordt voortgezet.) De Amerikaansche Jantjes, die met de „Pittsburgh" in ons land gekomen zijn, voelen zich onder de Hollanders blijkbaar zeer op hun gemak. Bij gelegenheid van een uitvoering door de Mondharmonica-club van het Rozenkwartier te Amsterdam op den kruiser gegeven, sluit een der matrozen dadelijk vriendschap met een der jeugdige accordeon-virtuozen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 5