GLOBE I Verfrisschend, uitnemend fijn van smaak, onverge lijkbaar om zijne zuiver heid, is Globe de uitge lezen drank voor ieder die aan sport doet. DE ZIEL DER CITROEN ONS LAND IN WOORD EN BEELD 493 Scheelt u iets.zuster Daniëlla schudde neen Zij moest al haar zorgen aan de zieke wijden, die hevig gilde en met haar armen sloeg. Korten tijd nadien lag mevrouw van Bentum, zooals immer na een crisis, moe en afgemat in slaap. Daniëlla verbleef in de ziekenkamer cm van Bentum geen gelegenheid te g$yen, haar te ondervragen. Den volgenden dag, na een slapeloozen nacht te hebben doorgebracht, bevond Daniëlla zich met van Bentum aan de ontbijttafel.. Daniëlla zag opvallend bleek en Rudolf sloeg haar tersluiks gade. Elly babbelde lustig, verbrak telkens de^ stilte. Doch haar luidruchtige vroolijkheid was beiden hinderlijk. van Bentum had zich voorgenomen, terwille zijner beklagenswaardige vrouw, Daniëlla niet over zijn liefde te spreken. Hij zou zijn wilskracht behouden en liever in stilte lijden, dan de rust zijner Denise te verstoren en tweedracht in het huishouden te brengen. Het zou een zware strijd voor hem worden, doch hij moest volharden in zijn besluitDenise was immers cok de moeder van zijn dochtertje, van zijn lieve Elly, die zijn vreugd in zijn dor leven was. Hij begaf zich naar zijn werkkamer, waar Brecht reeds in de boeken bezig was en zijn meester onderdanig groette. Beiden brachten daar eenige uren door en gingen toen de stallen bezoeken. van Bentum scheen niet tevreden te zijn over het werk en1 bemerkte veël nalatigheden en niet zooveel orde als hij gewoon was. Ook in de boeken had hij slordigheid ontdekt en sprak er met zijn rentmeester over, die aan stonds boos en brutaal antwoordde. Dit leidde tot hevige woorden, waarvan het einde washet ontslag van1 den rentmeester. Dat is haar schuld schuimbekte hij, tóen hij het kantoor verlaten had. Zij heeft hem over gisteren avond ingelicht.. Nu moest hij een reden vinden... Ach Ze blijft liever ongehuwd, dan mij tot echtgenoot te nemen Dat zal ik haar betaald zetten Dreigend stak hij zijn vuist in de richting van het kasteel uit. Ik heb Brecht zijn ontslag gegeven, vertelde van Bentum terloops aan zijn vrouw en Daniëlla. Denise keek hem verwonderd aan. Daniëlla loosde een zucht van verlichting. En waarom vroeg zijn vrouw, die eerst hem en daarna Daniëlla beschouwde als zocht zij tusschen bei den eenig verband daarvoor te vinden. Ik was over zijn werk der laatste maanden niet tevreden. Weer keek zij hem aan, doch beider gelaat stond strak als een masker. Is het misschien omdat hij onze verpleegster be mind vorschte ze. Daniëlla kleurde en zag verbaasd op Hoe wist hij da t Wat 'a vraag, ontweek hij. Ik had het je niet moeten schrijven ik vind Brecht een geschikt man hij kan zoo gezellig praten. Daarvoor heb ik hem niet noodig, Denise. Vóór alles gaat het werk. En tijdens mijn afwezigheid heeft hij gelanterfant. Bewijzen hiervan zijn er genoeg aan wezig. O, is 't enkel daarom vroeg ze nog met een tintje achterdocht, want ze veronderstelde steeds, dat haar man de verpleegster liefhad, alhoewel zij nooit in hun houding, noch gebaren daarvan iets kon bemerken. Doch die achterdocht teekende reeds van het begin harer ziekte en menige jonge verpleegster had zij na korten tijd weggezonden, om het dan weer met een veel oudere te probeeren. Doch daar zij zelve nog jong was, besloot ze maar weer een van jeugdiger leeftijd te nemen't bracht toch meer gezelligheid bij, dan de ouderen, die meestal naast haar bed gezeten, indutten. Toen had zij Daniëlla aanvaard, daar zij haar niet bij zonder mooi vond en er dus minder gevaar bestond, dat haar man er genegenheid zou voor opvatten. Doch haar jaloezie verbeterde er niet op. 's Middags waagde Daniëlla zich in den tuin, maar verbleef in de onmidellijke nabijheid van het kasteel van Bentum zag haar gaan en- voelde zich gedwon gen om naast haar zijde te loopen en haar stem te hoor en. Na een korten tweestrijd ging hij haar vervoegen. Zoo, profiteert u van de warme middagzon 1 vroeg hij vriendelijk. Ja, mijnheer, bloosde Daniëlla. Ik wil hetzelfde doen, en alls u er niet op tegen bent, wandellen wij samen. Zij had een jubelkreet kunnen slaken haar hart werd overstelpt door vreugdehij, hij zou aan haar zijde g aan Maar, mevrouw, zei ze zacht, zonder hem aan te zien. U weet, mijnheer... Zijn wezen betrok, alsof hij aan iets onaangenaams dacht. Even stond hij stil als was hij in beraad, of hij zou terugkeeren, doch dan stapte hij naast haar voort. Zij gingen verder het park dn, sprekend over de ziekte van Denise en over zijn reis. DROMMELS, WAT EEN HEERLIJKE FILTER, Marie! Dat wil ik wel gelooven, hij ia klaarge maakt met de korrelchicorel der Trappieten Vlncart! Dan begon van (Bentum over Brecht en Daniëlla ver telde, wat den dag te voren gebeurd was en zei Natuurlijk durf ik, zóólang hij nog hier is, niet alleen verder het park in te gaan. Zoon schurk, bromde van Bentum. En waarom hebt u niet geroepen.zuster Hij hield mijn mond gesloten... met... Met onderbrak hij haar. Zijn lippen, griezelde ze. Zoo n ellendeling Wat een geluk dat ik hem de betrekking hier heb opgezegd. Elk in eigen gedachten verdiept, reeds gelukkig in eikaars nabijheid, wandelden zij de lanen door en zagen niet, dat Brecht hen bespiedde. Woedend van nijd en afgunst stond hij verschölen, met haat in het hart en zinnend op wraak. O Hij zag het, die twee hadden elkander lief Hun blik verraadde het. Ah Daarom had zij hem afgewe zen Ze had schuldige betrekkingen met haar meester. Zie, hij keek haar lang aan en nu drukte hij vlug een zoen op haar hand. Doch noch zij, noch hij had het geheim hunner liefde in woorden gebracht. Zij wisten, dat him liefde echt was, doch waarvan zij nooit het hoogste geluk zouden bereiken. Beiden veronderstelden dat zij hun geheim voor elkaar verborgen hadden gehouden. Ook beiden hoopten, in stilte, dat zulke wandelingen zich meer mochten voor doen en dat zij aldus van eikaars bijzijn konden genieten. Hun harten juichten1, wanneer het mooie weer toeliet in het park te verblijven. Die stonden van samenzijn werden hun onontbeerlijk en als de regen de paden begoot, keken zij triestig naar de druppels, die hen verhinderden in het park te ver toeven. Een maand was voorbij en de rentmeester vroeg den dag vóór zijn vertrek en tijdens de afwezigheid van van Bentum, mevrouw om een onderhoud. Dit weigerde zij hem niet, gezien de vertrouwelijke gesprekken, die vroeger hadden plaats gehad. Mevrouw, begon hij nederig, alvorens van hier te gaan, waar ik gedacht had mijn geluk te vinden, gevoel ik mij verplicht u een kleine inlichting aangaande uw verpleegster te geven. Toch geen wraakneming, schertste de zieke. Even flikkerde zijn oogen en met een valschen glimlach op de lippen, antwoordde hij Ik mag u, die steeds voorkomend voor me was, niets verzwijgen. Een oneerbare handeling Zij zou... Ik raad u aan kalm te blijven, mevrouw, zoo niet, ga ik heen, zonder u op de hoogte te hebben gebracht. Zij trachtte haar zenuwen te bedwingen en hij ver volgde, terwijl hij zich tot haar over boog en zijn stem verzachtte Laat u morgen op het middaguur, wanneer u anders gewoonlijk gaat rusten, vóór het venster der tuinkamer rijden, mevrouw, en u zal zien, dat de ver pleegster met uw man door het park wandelt en dat hij haar attenties bewijst, die geen man passen-tegen over de verpleegster zijner vrouw. (Wordt vervolgd.) /n goede instellingen wordt enkel Globe geschonkenmaar mijdt U voor na maaksels in tweede rang kuisen.

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 13