De Erfenis van den Millionnair Vrij naar het Engelsch van CHARLES GARVICE 4B4 ONS LAND IN WOORD EN BEELD Men zie voor den «Korten Inhoud« van dit verhaal het vorig en volgend nummer. ONZE BUITENLAND-SERIE. Panorama van Salzburg. Achter op den heuvel ligt de .voormalige Aartsbisschoppelijke vesting (1805) die daarna tot 1918 keizerlijk bezit was. In dat jaar ging het gebouw over aan de gemeente. Het is per tandradbaan te bereiken. elneen," antwoordde Jack vrij kort. Ik kan mij niet herinneren, dat ik in mijn leven ooit te hard gewerkt heb, en die wandeling naar de Holly boerderij kan mij toch stellig niet zoo moe maken. Ik geloof trouwens, dat ik nog nimmer werkelijk vermoeid ben geweest." „Nooit vermoeid herhaalde zij verbaasd. „Wat moet u dan toch sterk zijn Ik heb mij den geheelen middag al'zoo moe gevoeld, maar misschien komt dat wel door het paardrijden. Wij zijn tamelijk ver weg geweest, en den laatsten tijd ben ik het natuur lijk ontwend." „Ik dacht, dat lady Blanche zoo ver niet kon rij den," zeide Jack, om toch maar iets te zeggen. „O, wij hebben haar in een landhuisje achtergelaten en zijn toen een eindweegs de heide opgereden om eens flink te kunnen galoppeeren." „O," zeide Jack op somberen toon. „Ja, dat was heerlijk Voor het eerst sinds langen tijd heb ik weer eens in flinken galop gereden." Zij stond op, en Jack nam nu den stoel, zoodat zij nu op hèm neerzag als Jack op dat oogenblik toe vallig had opgezien, dan zou hij iets in haar oogen hebben gelezen, dat voor hun beider toekomst be slissend zou zijn geweest. Maar Jack schreef zijn naam onder den haren, en toen hij klaar was, zeide hij op koel-beleefden toon „Dat is alles het spijt mij, dat ik u lastig gevallen heb." „O, het was in het geheel niet lastig," verzekerde zij hem. Zij leunde tegen de tafel en hield de handen achter haar rug om den rand geklemd. Als iemand haar op dat oogenblik zou hebben gezegd, dat zij eigenlijk een mededingster was van een dorpsmeisje, Maud Delman, dan zou zij die bewering met verontwaar diging hebben afgewezen. Maar inderdaad aarzelde zij, heen te gaan, zij wilde de verwijdering en de koelheid die tusschen hen beiden reeds bestond niet vergrooten. En daarom zeide zij, hem van onder haar donkere wenkbrauwen een glimlachje toe werpend „U hebt mij nog niet gezegd, hoe u mijn rijcostuum vindt." Jack was opgestaan en vloeide juist zijn hand- teekening af. Nu keek hij haar aan, terwijl zij in een gemakkelijke en ietwat achtelooze houding tegen de tafel leunde, nochtans met de oogen neergeslagen. Het bloed steeg hem in een heete golf naar het ge laat, en hij voelde zijn hart bonzen. Gedurende een oogenblik was het hem onmogelijk, ook maar-één woord te spreken weldra echter herwon hij zijn zelfbeheersching eenigszins, en hij antwoordde „O, ik vind dat het u heel goed staat. Hij heeft zijn werk goed gedaan wérkelijk." Hij kon niet nalaten er de vraag bij te voegen „Hoe vindt lord Ferndale het Met een gevoel van teleurstelling en verslagenheid wendde Nora zich af. Haar poging tot toenadering was misluktZij ging naar de deur, en terwijl zij die opende, antwoordde zij met een licht schouder ophalen „O, hij vond ook, dat het goed past, hij bewon derde het zelfs." Toen de deur achter haar gesloten was, mompelde Jack iets, dat niet bepaald zachtzinnig klonk, smeet zijn pen op tafel, en na de papieren haastig bijeen gegrepen te hebben, veTliet hij het huis en begaf zich naar het station. XVII Eenige dagen later ontmoette Jack in Oxford- Street zijn vriend Telby. „Halloverwelkomde deze hem. „Ik liep juist aan jou te denkenZeg eens, dat meisje van jou, Grace Lawless, maakt flinke vorderingen. Zij zal het ver brengen." „Dat doet mij genoegen," antwoordde Jack, na even te hebben nagedacht. Hij had den tooneelnaam van Maud Delman, ja, het meisje zélf, bijna geheel vergeten. „Terloops gezegd, is zij „mijn" meisje niet." „Nu ja, je beschermelinge dan," zeide Telby met een listig glimlachje. „In elk geval is zij een aanwinst voor ons. Ik ben juist op weg naar de repetitie als ge meegaat kunt ge mij zeggen, hoe ge het stuk vindt." „Dat zal voor u weinig nut hebben," meende Jack glimlachend. „Ik heb altijd gemeend, dat u zich niet veel aan het oordeel van anderen gelegen laat lig gen." „Maar evenmin aan het mijne," antwoordde Tel by. „Van een tooneelstuk kan men nooit geheel zeker zijn, zelfs nog niet, zoodra het gordijn voor de eerste maal wordt opgehaald. Maar kom mee, dan kunt ge mij uw oordeel zeggen en meteen zien, hoe uw meisje pardon, Grace Lawless bedoel ik de kunst van tooneelspelen reeds verstaat." Jack had dien middag niets bijzonders te doen, bevond zich ook niet in al te rooskleurige stemming, en omdat het bijwonen van die repetitie hem mis schien eenigszins zou opmonteren, ging hij met Telby mee. De eerste twee tooneelen waren vreeselijk verve lend, er haperde nogal eens iets, en de leege zaal maakte ook al geen bemoedigenden indruk, zoodat Jack zich op een gegeven oogenblik afvroeg, of Telby zich beleedigd zou gevoelen als hij stilletjes wegsloop. Tegen het einde van het tweede tooneel echter begon het spel interessant te worden, en toen Telby na het zakken van het gordijn TWT -4 S naar hem toe kwam en hem vroeg, JL\| O» AO hoe hij het vond, antwoordde hij „Ik geloof, dat het best zal gaan. Men moet in aanmerking nemen, dat het nog maar een repetitie is." „Het derde tooneel wordt spannend," zeide Telby. „Tusschen twee haakjes daarin komt ook je meisje op." „Ik zou om een lief ding wel willen, dat je haar niet meer „mijn meisje" noemde," protesteerde Jack lachend, maar toch met een zween? van ont stemming. Maar Telby hoorde dat al niet meer, want hij had gezien dat er weer iets verkeerds dreigde te gaan. Het was werkelijk zooals Telby had gezegd het derde tooneel was veel beter dan het vorige en Jack's belangstelling werd in zoodanige mate getrokken, dat hij „zijn meisje" geheel vergat. Toen Maud dan ook ten tooneele verscheen, stond hij een oogen blik stom van verbazing over de verandering, die er met haar scheen te hebben plaats gehad. Maud Delman, het eenvoudige dorpsmeisje dat in haar levensonderhoud voorzag door het maken van hand schoenen, mocht een knap en lieftallig meisje zijn geweest, -haar „alter ego", Grace Lawless (haar „ander ik") moest werkelijk een lieve en zeer op vallende verschijning worden genoemd. Jack staarde haar in de grootste verbazing en bewondering aan. Hij had verwacht, een zenuwachtig en verlegen meisje te zien, maar zij scheen zichzelf volkomen te beheerschen en geheel vrij te zijn van plankenvrees. Na afloop van de repetitie volgde een reeks van terechtwijzigingen en verbeteringen, die Telby uit deelde en aangaf, en voor de eerste maal van zijn leven zag Jack met eigen oogen, dat het tooneel- leven, hetwelk door onwetende buitenstaanders dik wijls zoo mooi wordt afgeschilderd, inderdaad lang niet alleen rozengeur en maneschijn was Toen hij buiten kwam, stond Maud Delman op hem te wachten zij kwam dadelijk met uitgestoken hand naar hem toe, en op haar knap gezichtje lag een glimlach van verwachting. „Hoe vond u het?" vroeg zij met bevende stem. „Is u tevreden? Och neen, dat natuurlijk niet, maar denkt u dat het zal gaan Ook voor een heel wat minder goedhartig man dan Jack zou het moeilijk zijn geweest, den smee kenden blik van het meisje te weerstaan, en dat Jack het kleine, warme handje een oogenblik langer vasthield dan gewone beleefdheid vordert, dat zijn glimlach iets méér uitdrukte dan louter hoffelijk heid wie zal het hem euvel duiden „Ik vind, dat u het prachtig gespeeld hebt," antwoordde hij. „Het was alsof u reeds jaren op het tooneel zijt geweest."

Digitaal krantenarchief - Stadsarchief Aalst

Ons Land | 1926 | | pagina 4