GLOBE
H-mm
LEVENDE LIJKEN
HERINNERING
iJSE
3ÖG
Verfrisschend, uitnemend
fijn van smaak, onverge
lijkbaar om zijne zuiver
heid, is Globe de uitge
lezen drank voor ieder
die aan sport doet.
DE ZIEL DER CITROEN
ONS LAND IN WOORD EN BEELD
509
I
In 't voorjaar van 1925 had op een traject van een
spoorbaan in Zuid-Frankrijk een gruwelijke misdaad
plaats. Men vond den lading meester, een toegewijd en
onverschrokken beambte, met bloed bedekt, zieltogend
in een waggon; de geldkasten toonden sporen van
geweld, dat zij echter hadden weerstaan. De heele
geschiedenis was en bleef in de grootste geheimzinnig
heid gehuld, wijl alle sleutels ontbraken, die ondanks het
ijverigste zoeken niet te vinden schenen. De lading-
meester stierf nog denzelfden nacht, zonder tot bewust
zijn te zijn teruggekeerd.
Er verliepen enkele maanden, zonder dat in de aan
gelegenheid eenig licht werd. gebracht. Toen gebeurde
het, dat een boer op zekeren dag bij 't maaien dicht bij
de spoorlijn een verroeste bos sleutels vond. Daaraan
bevonden zich de ontbrekende sleutels der geldkast, die
de plichtgetrouwe beambte, om den waarde vollen inhoud
der kasten te redden, m uitersten nood moest hebben
weggeworpen.
De collega's van den vermoorden ladingmeester waren
zich het gevaar bewust, waaraan zij tijdens hun dienst
blootstonden. Want dat de dieven zouden terugkomen,
om den buit, die hun ontgaan was, alsnog te bemachti
gen, dat stond bij hen allen vast. Ieder was derhalve op
zijn hoede.
Op zekeren dag moest wederom éen aanzienlijk
bedrag in baar geld vervoerd worden. Men had de voor
bereidingen voor dit transport zoo geheim mogelijk
gehouden en slechts enkelen waren in het geheim inge
wijd. Men kan zich derhalve de onaangename verras
sing voorstellen van den dienstdcenden ladingmeester,
toen hij voor het venster van de kamer, waarin hij zijn
laatste instructies ontving, een man bemerkte, die hem
ischeen te bespieden. Toen de man zag, dat hij ontdekt
was, wenkte hij den beambte bij hem te komen en
inderdaad bleek, dat zijne aanwezigheid op die plaats
een alleszins begrijpelijke reden had. Zijn oogen waren
rood-omrand van 't weenen en hij vroeg den beambte,
of hij niet twee doodkisten mocht verzenden naar een
station ongeveer 50 kilometer van daar verwijderd. Hij
haalde een dagblad te voorschijn en liet den spoorman
een bericht lezen over een ernstig ongeval in een nabu
rige fabriek; vertelde, dat de beiden daarin genoemde
slachtoffers, die inmiddels waren overleden, zijn broer
en zijn zwager waren, die hij, als zijne middelen hem
dit veroorloofden, gaarne per spoor naar hun woon
plaats «zóu laten vervoeren. De prijs, die hem werd
genoemd, viel hem blijkbaar erg mee. Hij verwijderde
zich haastig en ging eerst naar het telegraafkantoor.
Hier gaf hij een telegram af, dat zooals de lading
meester later zag, alleen het uur van aankomst ver
meldde.
Tegen den avond, kort voor het vertrek van den
trein, toen de kostbare lading reeds geheel in den wag
gon aanwezig was, kwam een boerenkar aangerold,
waarop twee eenvoudige doodkisten stonden, die door
twee mannen in den waggon werden gedragen.
Toen de trein in beweging was, begon de ladingmees
ter, zooals dat gebruikelijk is, de verschillende pakken,
die bij het inladen vrij wanordelijk in den wagen waren
terechtgekomen, te rangschikken. Bij dit werk gebeurde
het verscheidene malen, dat hij dicht bij de doodkisten
kwam, welke, geheel toevallig, niet naast elkaar
waren geplaatst zonder daaraan bijzondere aandacht
te wijden. Alleen wilde hij uit piëteitvolle overwegingen
de kisten niet met pakken of kisten belasten. Toen hij
echter onder het werk onwillekeurig naar de eene kist
keek, zag hij, dat het deksel een weinig werd opgelicht
en dadelijk weer zonder geruisch werd neergelaten. Een
oogenblik stond de ladingmeester als verstijfd; meende
aan een spook te moeten denken of aan zinsbedrog.
Maar het volgend oogenblik was hem alles duidelijk,
had hij het gevaar begrepen, waarin hij verkeerde. In
minder dan geen tijd plaatste hij twee zware koffers op
het deksel der kist. Daarna ging hij bliksemsnel naar de
andere kist en zag, dat ook daarvan het deksel zich
bewoog. Met een sprong als van een roofdier stond de
ladingmeester bij de tweede kist, drukte het deksel
omlaag en ging er op zitten. Zware pakken of kisten
had hij niet onder zijn bereik en hij, een reuzengestalte,
moest dus wel goedschiks of kwaadschiks blijven zitten.
Hij begon den toestand, waarin hij verkeerde te over
denken. In zijn jas, die hij zoo juist had uitgetrokken,
omdat het hem te warm werd, stak zijn revolver. Hij
had dus geen wapen bij de hand. De beide kerels in de
doodkisten hadden natuurlijk het tijdstip van handelen
verschoven, tot op 't oogenblik, dat hij met zijn schrijf
werk zou beginnen. En dan was 't aan geen twijfel
onderhevig, dat er medeplichtigen in de buurt waren.
Het koude zweet brak den beambte uit, toen hij er plot
seling aan dacht, dat hij tegen de voorschriften in, ver
zuimd had de deur van den waggon af te sluiten. Als
dus de medeplichtigen der beide kerels in de doodkisten
langs de loopplanken, een waggon wisten te bereiken,
konden zij ongehinderd binnendringen. Als dat gebeurde,
was hij verloren. Daarbij kwam nog, dat de dag meer
en meer ging sterven.
Het zou spoedig donker zijn en hij was niet in staat
licht te maken, zonder van zijn plaats op te staan. Zoo
was hij dus genoodzaakt in 't duister zijn lot af te wach
ten, want onder hem worstelde een mensch wanhopig
om zijne bevrijding uit de enge gevangenis. Minuten
schenen uren...
Het was geheel donker geworden. De beambte luis
terde met ingehouden adem naar de geluiden die van
buiten kwamen. Het station, waarvoor de doodkisten
bestemd waren, zou in 25 minuten bereikt zijn. De
ladingmeester was er dus op voorbereid, dat elk oogen
blik den aanval kon plaats vinden.
Plotseling hoorde hij buiten een gedruiseh. Wat zou
den de volgende oogenblikken hem brengen? Leven of
dood7 Er waarde iemand bij de deur rond. Zij werd
weggeschoven, zij werd geopend. Een man verscheen
in 't lichte vierkant der deuropening. Een oogenblik stil
zwijgen.
Bernard, waar zit ge? Waarom maakt ge geen
licht?
De ladingmeester had een gevoel, of hem een druk
kende last van de borst werd weggenomen. Hij ademde
diep.
God zij gedankt!
Het was de conducteur. Bij een scherpe bocht had hij
gezien, dat de waggon van den ladingmeester niet ver
licht was. Dat had hem op de gedachte gebracht daar
van de oorzaak op te sporen. Met een paar woorden
maakte de ladingmeester den toestand duidelijk en ter
wijl beiden de deksels der kisten afdoende belastten, gaf
Bernard een beschrijving van de mannen, die de kisten
hadden gebracht.
Het gelukte de handlangers in hechtenis te nemen en
ze met de beide doodkisten-bewoners bij het eerstvol
gende station aan de politie over te leveren. Het onder
zoek, dat hierop volgde, wees uit, dat ook de moord
op den vroegeren ladingmeester op rekening der bende
kwam.
Eugène DE BY.
Zing mij dat lied, dat oude lied nog eens,
'k Zal blddend-stil m'n handen samenvouwen.
Toezing het nog, ik sluit mijri oogen al.
En 'k zie zoovele weer, en u, in gindsche dal.
Te midden 't vruchtbaar veld der kempische landouwen.
Toe zing het nog, dat stille droeve lied.
Zie, langs m'n wangen vloeien roode tranen...
Toe, zing het weer, d'herinning streelt me al.
En 'k zie mezelve weer en u, in 't oude dal.
Het is zoo goed, m'n kind, zich nog eens daar te wanen.
O ja, ge zingt, dat zoete, weeïg lied.
De bleeke beelden schrijden langs me henen.
...Zing zachter kind, ...dherinn'ring schrijnt me al,
Want 'k zie zoovele weer, in 't oude, groene dal;
Ach. bloemenkind, laat mij nu zachtjes, zachtjes weenen.
Carlos LAMINO.
In goede instellingen wordt enkel Globe
geschonken, maar mijdt U voor na
maaksels in tweede rang huizen